[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactienota over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport Wijziging Kernenergiewet voor de bedrijfsduurverlenging kerncentrale Borssele

Kernenergie

Brief regering

Nummer: 2024D11578, datum: 2024-03-25, bijgewerkt: 2024-03-29 12:04, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32645-124).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32645 -124 Kernenergie.

Onderdeel van zaak 2024Z04974:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

32 645 Kernenergie

Nr. 124 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2024

Met deze brief informeren wij uw Kamer over de reactienota over de reikwijdte en detailniveau van het milieueffectrapport (MER) onderliggend aan de Wijziging Kernenergiewet voor de bedrijfsduurverlenging kerncentrale Borssele. De reactienota is als bijlage bij deze brief opgenomen.

Reactienota op de concept-notitie reikwijdte en detailniveau

De Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat hebben het voornemen om de Kernenergiewet te wijzigen waardoor een vergunningsaanvraag voor bedrijfsduurverlenging van de kerncentrale Borssele in de toekomst mogelijk wordt. Om de bedrijfsduurverlenging mogelijk te maken is als eerste stap nodig om artikel 15a van de Kernenergiewet (Kew) te wijzigen. Ten behoeve hiervan wordt door EZK een milieueffectrapport (MER) voorbereid waarvoor door EZK ook een concept-Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) is opgesteld.

Op basis van de ontvangen zienswijzen tijdens de terinzagelegging van de concept-NRD en het advies van de Commissie voor de milieueffectrapportage (bijlage bij kst-32 645-119) is gezamenlijk een reactienota opgesteld. De reactienota vormt ons gezamenlijke besluit over wat de reikwijdte en detailniveau van het op te stellen MER zal zijn. Ook bevat de reactienota de verder te volgen procedure en wat er nodig is om de wetswijziging vast te stellen.

Vervolg

Op basis van de reactienota zullen de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de milieuonderzoeken uitvoeren en uiteindelijk het MER opstellen dat naar verwachting voor de zomer van 2024 tegelijkertijd met het wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergiewet ter inzage worden gelegd. Eenieder krijgt de kans om op de stukken te reageren.

Na het verwerken van de reacties, zal het wetvoorstel voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State. Na ontvangst van dit advies en het opstellen van het nader rapport zal het wetsvoorstel naar verwachting begin 2025 aan uw Kamer worden aangeboden.

Toezegging TZ202211-199: Ontmantelingskosten KCB

EPZ is als vergunninghouder voor de KCB op grond van de Kernenergiewet verplicht tot het stellen van financiële zekerheid voor de kosten van buitengebruikstelling en ontmanteling van de kerncentrale (artikel 15f). Deze financiële zekerheidstelling moet iedere vijf jaar worden geactualiseerd. Afgelopen voorjaar hebben de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de aanvraag tot actualisatie van de financiële zekerheid goedgekeurd. Indien het gerealiseerde rendement in het ontmantelingsfonds tegenvalt ten opzichte van het ingeschatte rendement, vult EPZ het tekort bij de actualisatie van de financiële zekerheidstelling aan. Een actualisatie van de financiële zekerheid kan worden gevraagd als het ontmantelingsplan is bijgesteld of als de Ministers dit nodig achten.

Hiermee is invulling gegeven aan de toezegging om de Kamer te informeren over de status van de ontmantelingskosten van de kerncentrale Borssele, met nummer TZ202211-199.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen

De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten