Verslag Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, 11 en 12 maart jl. te Brussel
Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Brief regering
Nummer: 2024D11819, datum: 2024-03-26, bijgewerkt: 2024-03-29 14:41, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-31-743).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
- Beslisnota bij Verslag Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, 11 en 12 maart jl. te Brussel
- Letter on the need for stronger focus on advancing European legislation to set limit valu
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 31-743 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken.
Onderdeel van zaak 2024Z05066:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-03-28 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-09 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-06-13 12:00: Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid op 20 juni (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 743 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 maart 2024
Hierbij ontvangt u het Verslag van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 11 en 12 maart jl. te Brussel.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Verslag Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, 11 en 12 maart jl. te Brussel
Op de agenda van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 11 maart jl. stonden twee beleidsdebatten, aanname van Raadsconclusies over groeiprioriteiten van de Europese Unie en het jaarlijkse Gezamenlijk Werkgelegenheidsrapport geagendeerd. Daarnaast werd onder any other business een punt geagendeerd over het belang van het vaststellen van grenswaarden voor gevaarlijke stoffen op de werkplek. Op 12 maart jl. hielden de Raad Economische en Financiële Zaken en de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid een gezamenlijke gedachtewisseling over sociale investeringen en hervormingen voor veerkrachtige economieën. Ik heb de Raad daarnaast benut om de bilaterale contacten met mijn collega-ministers aan te halen. Verder informeer ik uw Kamer in dit Verslag over twee recent bereikte triloogakkoorden op de EU-richtlijnen voor een Gehandicaptenkaart en een Gehandicaptenparkeerkaart, alsmede de aankondiging van een ingelaste Formele Raad Gelijkheid op 7 mei.
Agendapunt: EU-voorstel Richtlijn verbetering van arbeidsvoorwaarden bij platformwerk (COM, 2021, 762)
In de Geannoteerde Agenda voor deze Formele Raad1 informeerde ik uw Kamer dat het Belgisch Voorzitterschap in het Coreper van 16 februari jl. net niet voldoende steun kreeg voor het voorlopig akkoord. Ook in het Coreper van 8 maart jl. ontbrak nog steeds de benodigde steun van één van de vier lidstaten die het voorlopig akkoord tot dan toe niet konden steunen.
Het Belgisch Voorzitterschap had het Richtlijnvoorstel daarom geagendeerd voor een bespreking tijdens de Formele Raad met als doel om alsnog voldoende steun te krijgen voor het voorlopig akkoord. In de Raad lag de tekst voor waarover ik uw Kamer een appreciatie deed toekomen op 14 februari jl.2. Tijdens de Raad konden 25 van de 27 lidstaten instemmen met het voorlopig akkoord, waardoor er sprake was van een gekwalificeerde meerderheid.
Inzet Nederland
Mijn inzet is steeds gericht geweest op een sterk en effectief weerlegbaar rechtsvermoeden en een (ook voor publiekrechtelijke instanties) zo effectief mogelijke uitwerking daarvan. Ik heb me daarbij ingezet voor een effectieve richtlijn die platformwerkers daadwerkelijk ondersteunt en duidelijkheid geeft voor werkgevenden, een verbetering vormt ten opzichte van de bestaande situatie en bijdraagt aan een gelijk speelveld voor bedrijven. Zoals ik aangaf in mijn appreciatie van het voorlopig akkoord ben ik van opvatting dat het voorlopig akkoord platformwerkers beter zal beschermen dan nu het geval is, het werkgevenden meer duidelijkheid biedt, concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen platforms zal helpen tegengaan en daarmee bijdraagt aan een gelijk speelveld tussen platforms.
Met deze richtlijn loopt de EU tevens voorop met het vaststellen van standaarden op het gebied van algoritmisch management en dataverwerking, om zo daadwerkelijke bescherming te bieden aan platformwerkers, zonder dat dit ten koste gaat van de duurzame ontwikkeling van platformbedrijven.
Het akkoord is een belangrijke mijlpaal. Ik heb me de afgelopen jaren hard ingezet om te komen tot een goed akkoord. Ik ben verheugd met het bereikte akkoord.
Vervolg
Voordat het akkoord in werking treedt, dient het Europees Parlement nog in te stemmen met het voorlopig akkoord. De plenaire behandeling staat geagendeerd voor 24 april. Daarna wordt de richtlijn aan de Raad voorgelegd voor formele goedkeuring. Na publicatie van de richtlijn in het publicatieblad van de EU hebben lidstaten 2 jaar de tijd voor implementatie. Conform de informatieafspraken zal het kabinet uw Kamer ook tijdens de implementatiefase regelmatig informeren over de voortgang.
Agendapunt: Beleidsdebat uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten in het kader van het Europees Semester 2024 en de toekomstige agenda op sociaal en werkgelegenheidsterrein
Het Belgisch Voorzitterschap agendeerde een beleidsdebat over de uitvoering van de Europese pijler van sociale rechten en de toekomstige agenda op sociaal en werkgelegenheidsterrein.
Het Belgisch EU-voorzitterschap heeft aan het Werkgelegenheidscomité (Employment Committee, EMCO) en het Sociale Beschermingscomité (Social Protection Committee, SPC) gevraagd om een opinie voor te bereiden over de sociale en werkgelegenheidsprioriteiten van de nieuwe Commissie. De comités hebben gezamenlijk een opinie voorbereid met daarin adviezen over de toekomstige politieke prioriteiten van de EU met betrekking tot de Europese pijler van sociale rechten.3 In de opinie wordt ook teruggeblikt op Europese initiatieven van de afgelopen jaren in het kader van de Pijler. De opinie is aangenomen tijdens de Raad en dient als input voor de interinstitutionele verklaring die moet worden vastgesteld tijdens een bijeenkomst op 15 en 16 april in Terhulpen (België).
Prioriteiten voor de komende Commissieperiode die door lidstaten werden ingebracht betroffen o.a. het versterken van grensoverschrijdende handhavingsinstrumenten, gezondheid en veiligheid op de werkvloer inclusief de mentale gezondheid van werknemers, het versterken van de nationale en Europese concurrentiekracht, de impact van digitalisering op de arbeidsmarkt, de noodzaak tot het ontwikkelen van vaardigheden middels om- en bijscholing, het belang van sociale investeringen, en het waar mogelijk beperken van administratieve lasten voor burgers, bedrijven en overheden.
Namens Nederland heb ik de zes prioritaire thema’s genoemd die het kabinet heeft geïdentificeerd waarbij het Europees optreden in het bijzonder van toegevoegde waarde acht en zoals eerder met uw Kamer gedeeld4: arbeidsmigratie en grensoverschrijdende handhaving, gezond en veilig werken inclusief de mentale gezondheid van werknemers, de impact van digitalisering op de arbeidsmarkt, modernisering van sociale zekerheidscoördinatie, vaardigheden, en inburgering en integratie. Daarbij kan worden voortgebouwd op de inspanningen van de Unie in de afgelopen jaren om opwaartse sociaaleconomische convergentie en een gelijk speelveld te bevorderen.
Agendapunt: Raadsconclusies Europees Semester ASGS en JER
De Raad nam Raadsconclusies aan over de jaarlijkse analyse van groeiprioriteiten van de Europese Unie (Annual Sustainable Growth Strategy, ASGS) en het jaarlijkse Gezamenlijk Werkgelegenheidsrapport (Joint Employment Report, JER).5 De conclusies roepen lidstaten op om door te gaan met de uitvoering van structurele hervormingen omtrent bij- en omscholing, de versterking van actief arbeidsmarktbeleid, betere arbeidsomstandigheden en de bevordering van loonontwikkelingen ten behoeve van behoud van koopkracht. Daarnaast roept het de lidstaten op om de modernisering van sociale zekerheidssystemen voort te zetten en armoede en sociale exclusie aan te pakken, met name onder kinderen. Verder worden lidstaten opgeroepen om de beschikbaarheid van betaalbare woningen te analyseren en te verbeteren.
Nederland kan zich vinden in de geschetste uitdagingen en prioriteiten in de Raadsconclusies over de ASGS en het JER. Ook kan Nederland instemmen met het JER. Zoals uiteengezet in de kabinetsreactie op het herfstpakket6, herkent het kabinet de hierboven genoemde prioriteiten uit het JER. Ik heb daarom namens Nederland ingestemd met aanname van de Raadsconclusies.
Agendapunt: Kernboodschappen van het Werkgelegenheidscomité over de uitvoering van de aanbeveling van de Raad over «Een brug naar banen – Versterking van de jongerengarantie»
De Raad stemde in met de kernboodschappen van het Werkgelegenheidscomité over de uitvoering van de aanbeveling van de Raad over «Een brug naar banen – Versterking van de jongerengarantie». Deze kernboodschappen zijn opgesteld door het Werkgelegenheidscomité (Employment Committee, EMCO) naar aanleiding van de evaluatie van de uitvoering van de versterking van de jongerengarantie door de EMCO Policy Analysis Group (EMCO PAG) in november 2023. De versterkte jongerengarantie draagt eraan bij dat de ondersteuning van jongeren in de EU-lidstaten op de agenda blijft en biedt landen concrete handvatten om invulling te geven aan hun ondersteuningsaanbod. De Raadsaanbeveling houdt voldoende rekening met de nationale, regionale en lokale omstandigheden in lidstaten. Nederland kent het laagste NEETs cijfer7 en jeugdwerkloosheidcijfer in Europa. De nationale decentrale aanpak van het sociale domein wordt in dit kader door de Europese Commissie verwelkomd.
Any other business-punt – over het belang van het vaststellen van grenswaarden voor gevaarlijke stoffen op de werkplek
Op de agenda van de Formele Raad is een agendapunt toegevoegd over een brief over het belang van het vaststellen van grenswaarden voor gevaarlijke stoffen op de werkplek.
Deze brief is een initiatief van Denemarken en Nederland en medeondertekend door twaalf andere lidstaten: Cyprus, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Litouwen, Luxemburg, Portugal, Slovenië, Spanje, Tsjechië en Zweden. Tijdens de Raad sprak ook Griekenland steun uit voor het initiatief. De brief roept de Commissie op om het proces voor het vaststellen van grenswaarden voor gevaarlijke stoffen op de werkplek te versnellen om de gezondheid van werknemers beter te beschermen. De brief onderstreept dat dit een gebied is waarop de EU een duidelijke toegevoegde waarde heeft, en erkent dat er aanzienlijke vooruitgang is geboekt, maar signaleert dat er nog steeds een groot aantal stoffen is waarvoor op EU-niveau geen grenswaarden bestaan. De brief roept op tot het vergroten van de capaciteit van de instanties om wetenschappelijke adviezen voor te bereiden. Ook doen lidstaten het aanbod om de Commissie op vrijwillige basis te ondersteunen met wetenschappelijke informatie.
De brief sluit daarmee goed aan bij de prioriteiten die Nederland uiteengezet heeft voor de volgende Commissieperiode.8 Tijdens de Raad van december 2022 heb ik reeds aandacht gevraagd voor dit onderwerp. In mijn interventie in de afgelopen Raad heb ik, langs de lijnen van de brief, nogmaals het belang benadrukt van de vaststelling van grenswaarden om een gelijk speelveld tussen lidstaten en bedrijven te creëren en werkenden in de Unie beter te beschermen.
Agendapunt: Sociale investeringen en hervormingen voor veerkrachtige economieën
De Raad Economische en Financiële Zaken en de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid hielden een gezamenlijke gedachtewisseling over sociale investeringen en hervormingen voor veerkrachtige economieën. Voorafgaand aan de vergadering was door het voorzitterschap een nota verspreid met daarin ook enkele vragen om daarmee de gedachtewisseling te bevorderen.9
De Ministers bespraken het effect van sociale hervormingen en investeringen op de economische groei, het concurrentievermogen en de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Nagenoeg alle sprekers onderstreepten dat sociale hervormingen en investeringen hand in hand gaan en complementair zijn. Dit blijkt ook uit het feit dat in de landenspecifieke aanbevelingen van de Commissie reeds veel aandacht is voor sociaal beleid en het samenspel van sociaal beleid met financieel beleid. Hervormingen en investeringen maken bovendien onderdeel uit van de Herstel- en Veerkrachtplannen van alle lidstaten. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, benadrukte dat sociale hervormingen en investeringen hand in hand moeten gaan met houdbare overheidsfinanciën. Daarnaast spraken lidstaten brede steun uit om het effect van sociale investeringen te meten en monitoren met impact assessments. Daarbij benoemden enkele lidstaten wel dat het lastig kan zijn om dit effect te kwantificeren. Nederland bracht verder in dat het constructief delen van kennis over goede voorbeelden van effectieve sociale investeringen en de uitwerking daarvan op de productiviteit, concurrentievermogen en economische groei van belang is. Daarbij onderstreepte Nederland de meerwaarde van activerende arbeidsmarktmaatregelen, om-, her- en bijscholingsmaatregelen en kinderopvangvoorzieningen.
Veel aanwezigen gaven in het gesprek voorbeelden van recente werkgelegenheids- en sociale hervormingen in hun land die hebben bijgedragen aan een groter groeipotentieel van hun economieën. Daarnaast werd gereflecteerd op de manier waarop de samenwerking tussen de werkstromen van de Raad Economische en Financiële Zaken en de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid verder kan worden verbeterd. Doel van deze verbeterde samenwerking is om de impact van sociale investeringen en hervormingen op de economische groei, de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en de sociale cohesie in de context van het Europees Semester beter te kunnen beoordelen.
Meerdere lidstaten toonden zich voorstander van het ontwikkelen van vrijwillige richtlijnen waarmee sociale investeringen nader kunnen worden gedefinieerd. Tegelijkertijd gaf een aantal lidstaten expliciet aan tegenstander te zijn van Raadsconclusies over dit onderwerp.
EU-informatievoorziening
Voorlopig politiek akkoord richtlijnvoorstellen EU-Gehandicaptenkaart en EU-gehandicaptenparkeerkaart, inclusief voor personen uit derde landen
Dit dossier valt onder de beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Op 8 februari jl. werd een voorlopig politiek akkoord bereikt over de invoering van de Europese gehandicaptenkaart en de Europese gehandicaptenparkeerkaart. Ik ben tevreden met het onderhandelingsresultaat. Het resultaat van de onderhandelingen is in lijn met de kabinetsinzet zoals geformuleerd in het BNC-fiche10. Met de implementatie van deze richtlijn wordt het voor Europese burgers met een handicap makkelijker om binnen de Unie te reizen en daarbij gebruik te maken van faciliteiten voor personen met een handicap. Daarbij zijn er afspraken gemaakt voor een ruime implementatietermijn van dertig maanden en komt er een brede Europese campagne om beide kaarten onder de aandacht te brengen. Op 16 februari jl. stemde Coreper in met het akkoord.
Daarnaast werd op 4 maart jl. een voorlopig politiek akkoord bereikt over het uitbreidingsvoorstel van de richtlijn voor personen uit derde landen. Dit voorstel werd op 31 oktober 2023 door de Europese Commissie gepubliceerd. Ook hier ben ik tevreden met het onderhandelingsresultaat, dat in lijn is met de standpunten zoals genoemd in een eerdere brief aan uw Kamer11. Het is duidelijk geworden welke personen uit derde landen onder de reikwijdte van de richtlijn vallen. Personen die door middel van een Visum Kort Verblijf binnen de Schengenzone verblijven, vallen niet onder de richtlijn. Ook is helder gemaakt dat asielzoekers of personen die worden uitgezet niet onder de reikwijdte van de richtlijn zullen vallen. Op 15 maart jl. stemde Coreper in met het akkoord.
Na publicatie van de richtlijn in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben lidstaten dertig maanden de tijd om de nieuwe regels te implementeren in nationale wetgeving.
Formele Raad Gelijkheid, 7 mei te Brussel
Het Belgisch EU-Voorzitterschap organiseert op 7 mei aanstaande een Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, met als thema Gelijkheid. Het Voorzitterschap heeft het EU-Richtlijnvoorstel Gelijke Behandeling buiten Arbeid (artikel 19, Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie) ter stemming geagendeerd. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is beleidsinhoudelijk verantwoordelijk voor dit dossier. Het richtlijnvoorstel stamt uit 2008 en ligt vanwege de vereiste unanimiteit in de Raad sindsdien vast vanwege de blokkade van enkele lidstaten. Het Voorzitterschap agendeert het richtlijnvoorstel omdat het krachtenveld zich richting de vereiste unanimiteit lijkt te bewegen. Nederland heeft zich afgelopen jaren positief opgesteld tegenover het richtlijnvoorstel, zoals ook gedeeld met uw Kamer in de Geannoteerde Agenda’s van de afgelopen jaren.12 Uw Kamer ontvangt in aanloop naar deze Raad op 10 april a.s. een Geannoteerde Agenda, waarin het kabinet haar positie ten opzichte van het door het Voorzitterschap voorgelegde tekst zal toelichten. Het Voorzitterschap publiceert deze tekst naar verwachting in de komende weken via het Delegates Portal, waartoe uw Kamer toegang heeft.
Kamerstukken II, 2023–24, 21 501-31, nr. 739.↩︎
Kamerstukken II, 2023–24, 21 501-31, nr. 737.↩︎
Om het belang van de «sociale dimensie» van het Europees sociaal model te onderstrepen hebben de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement de Europese Pijler van sociale rechten vastgesteld op de Top van Göteborg in 2017.↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 21 501-31, nr. 732.↩︎
Zie voor de kabinetsappreciatie: Kamerstukken II, 2023/24, 21 501-20, nr. 2006.↩︎
Kamerstukken II, 2023–24, 21 501-20, nr. 2006.↩︎
Not in employment, education or training.↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 21 501-31, nr. 732.↩︎
«Social investments and reforms for resilient economies – Investing in people to boost productivity and growth prospects», 7163/24, Brussel, 4 maart 2024, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7163-2024-INIT/en/pdf.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 22 112, nr. 3791.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 22 112, nr. 3848.↩︎
Kamerstukken II, 2022/23, 21 501-31, nr. 709.↩︎