[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Resultaten beoordeling bedrijfsverslagen drinkwaterbedrijven 2022

Waterbeleid

Brief regering

Nummer: 2024D11880, datum: 2024-03-26, bijgewerkt: 2024-04-02 16:25, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-665).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -665 Waterbeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z05100:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

27 625 Waterbeleid

Nr. 665 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2024

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt in het kader van de doelmatigheid van de drinkwaterbedrijven toezicht op de totstandkoming van de drinkwatertarieven en op de bedrijfsverslagen van de drinkwaterbedrijven. De bedrijfsverslagen geven inzicht in de kostenopbouw van de drinkwatertarieven en het gerealiseerde bedrijfsresultaat over de wettelijke drinkwateractiviteiten. Binnen dit kader informeer ik u over de toetsing van de bedrijfsverslagen over 2022.

Beoordeling bedrijfsverslagen 2022

De bedrijfsverslagen zijn in het kader van artikel 12 van de Drinkwaterwet tijdig aan ILT toegezonden. De 10 bedrijfsverslagen beschikken ook over een goedkeurende verklaring van een registeraccountant en geven inzicht in de wettelijk vereiste gegevens, waaronder de gerealiseerde vermogenskosten over het jaar 2022. Daarmee voldoen de bedrijfsverslagen aan alle eisen die de Drinkwaterwet hieraan stelt. De ILT zal de inhoud van de bedrijfsverslagen betrekken bij het toezicht op de drinkwatertarieven van 2024.

Als bijlage bij deze brief ontvangt u de bedrijfsverslagen van de 10 drinkwaterbedrijven over het jaar 2022.

Gerealiseerde vermogenskosten

De gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (WACC), bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Drinkwaterwet, is voor de kalenderjaren 2022–2024 vastgesteld op 2,95%. Deze vermogenskostenvoet geeft het redelijk rendement op het geïnvesteerd vermogen weer dat als norm geldt voor de Nederlandse drinkwaterbedrijven. In 2022 heeft geen enkel drinkwaterbedrijf de wettelijk vastgestelde vermogenskostenvoet overschreden.

Het gewogen gemiddelde van de gerealiseerde vermogenskosten voor de gehele drinkwatersector bedraagt 1,70% in 2022 (2,08% in 2021). Waternet is vanwege de afwijkende financiële structuur niet in dit gemiddelde opgenomen.

De gemiddelde gerealiseerde vermogenskostenvoet is, net als afgelopen jaar, beduidend lager dan voorgaande jaren. De reden voor deze afwijking is grotendeels te wijten aan de veranderde economische situatie. Deze leidde in 2021 al tot sterk stijgende prijzen voor materialen, chemicaliën en energie.

De drinkwatertarieven van 2022 zijn in het najaar van 2021 vastgesteld. De kosten in het boekjaar 2022 vielen veelal hoger uit dan waarmee rekening is gehouden bij de begroting.

De vastgestelde tarieven bestaan uit twee componenten; de begrote kosten en de begrote vermogenskosten (voor zowel eigen als vreemd vermogen). Doordat de kostencomponent hoger is uitgevallen dan begroot, neemt de ruimte voor de vermogenskosten af. De gerealiseerde WACC is daarom voor de meeste bedrijven lager uitgevallen dan de begrote WACC.

Maximaal toegestane eigen vermogen in het totaal vermogen

Het maximaal toegestane eigen vermogen in het totale vermogen (solvabiliteit) is voor de kalenderjaren 2022–2024 vastgesteld op 70%. Alle bedrijven voldoen aan deze wettelijke eis.

De gewogen gemiddelde solvabiliteit voor de gehele drinkwatersector bedraagt in 2022 45,4% (43,7% in 2021). Waternet is vanwege de afwijkende financiële structuur niet in dit gemiddelde opgenomen.

Bevordering goede drinkwatervoorziening in het buitenland

Drinkwaterbedrijven mogen een deel van het rendement inzetten ten behoeve van het stimuleren van de drinkwatervoorziening in het buitenland. De totale (netto) kosten mogen niet meer dan 1% van de gerealiseerde omzet van de drinkwaterlevering bedragen.

Geen van de drinkwaterbedrijven overschreed de wettelijke norm van 1%. Het gemiddelde kostenpercentage van de drinkwaterbedrijven over 2022 is 0,54%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2021 (0,53%).

De totale netto kosten ingezet door de drinkwaterbedrijven voor drinkwaterprojecten in het buitenland in 2022 zijn € 8,01 miljoen (€ 7,86 miljoen in 2021).

Rendement niet-wettelijke activiteiten

Drinkwaterbedrijven kunnen, naast de activiteiten in het kader van de openbare drinkwatervoorziening, ook niet-wettelijke (economische) activiteiten uitvoeren. Deze activiteiten zijn gebonden aan een aantal wettelijke eisen. Zo mag er onder andere geen sprake zijn van kruissubsidiëring en moet de financiële administratie gescheiden zijn van de wettelijke activiteiten.

Het gemiddelde gewogen rendement op niet-wettelijke activiteiten voor de sector is 6,8% in 2022 (7,0% in 2021).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers