Kabinetsreactie op het Rli-advies "Samen Werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen"
Bedrijfslevenbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D12365, datum: 2024-03-28, bijgewerkt: 2024-04-19 14:29, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32637-633).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Beslisnota bij Kamerbrief Kabinetsreactie op het Rli-advies "Samen Werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen"
- ESBL Fontys apport verduurzaming van bedrijventerreinen met bedrijveninvesteringszones
Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -633 Bedrijfslevenbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z05354:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-04-02 15:45: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-09 17:00: Procedurevergadering Economische Zaken en Klimaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-12-12 13:30: Mkb: Ondernemen en bedrijfsfinanciering (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 633 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2024
De Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (Rli) heeft op 31 oktober 2023 het advies uitgebracht «Samen Werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen».1 Dit advies gaat over hoe de verduurzaming van bedrijventerreinen en de bedrijven die er gevestigd zijn te versnellen. En wat dit betekent voor rollen, verantwoordelijkheden en instrumenten van de Rijksoverheid, andere overheden, marktpartijen en de samenleving. Het advies heb ik op 31 oktober 2023 in ontvangst genomen. In deze brief geef ik, conform toezegging en mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Infrastructuur en Waterstaat (IenW), voor Klimaat en Energie (K&E) en Natuur en Stikstof (N&S) en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een schriftelijke reactie op het advies.
Rli advies «Samen Werken: kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen»
De Rli doet aan het Rijk drie overkoepelende aanbevelingen voor de versnelling van verduurzaming bedrijventerreinen:
1. Formuleer een toekomstbeeld voor duurzame bedrijventerreinen met meetbare doelstellingen en tijdspad.
2. Samenwerking in georganiseerd verband op bedrijventerreinen verleidelijk maken en uiteindelijk verplicht stellen.
3. Zorgen voor een heldere rolverdeling tussen de overheden en uitvoeringsinstanties die betrokken zijn bij verduurzaming bedrijventerreinen.
Kabinetsreactie op het Rli-advies «Samen Werken»
Het Rli-advies zet bedrijventerreinen én het potentieel hiervan voor verduurzaming op de kaart. Bedrijventerreinen kunnen een belangrijke katalysator zijn in de transitie naar een klimaatneutrale, circulaire, natuurinclusieve en digitale samenleving. De Rli doet heldere aanbevelingen, waarvan het kabinet de richting herkent, zoals het belang van verduurzaming, versterking van het organiserend vermogen, de behoefte aan een regierol en meer gezamenlijke duurzaamheidsdoelstellingen vanuit de overheid. Deze aanbevelingen zijn goed bruikbaar in de ontwikkeling van (beleid rondom) toekomstbestendige bedrijventerreinen.
In Nederland zijn er circa 3800 bedrijventerreinen. Daar heeft zo’n 30% van de werkzame beroepsbevolking een baan, wordt 40% van het bruto binnenlands product verdiend en 60% van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) wordt gedaan. Op bedrijventerreinen wordt zo’n 50% van het gas en 27% van de elektriciteit verbruikt. Het zijn logische locaties voor verschillende transities. Veel departementen zien mogelijkheden bij bedrijventerreinen om een bijdrage te leveren aan de opgave waarvoor zij verantwoordelijk zijn: bijvoorbeeld aan opgaven op het gebied van de energietransitie, circulariteit, klimaatadaptatie, natuurinclusief, biodiversiteit, stikstof, mobiliteit en ondermijning.
Collectieve initiatieven van bedrijven op bestaande bedrijventerreinen kunnen kansrijk zijn voor het behalen van deze maatschappelijke doelen, maar ook als mogelijke oplossing dienen voor bijvoorbeeld problemen rondom netcongestie. De beschikbaarheid van energie is in steeds belangrijker mate een vestigingsplaatscriterium en in meer en meer regio’s een knelpunt. Collectieven van bedrijven kunnen kansrijk zijn voor duurzame mobiliteit door gezamenlijke aanleg van laadinfrastructuur, slimme uitwisseling van hernieuwbare energie en zo bijdragen aan het verminderen van netcongestie. Groene daken en groenblauwe dooradering van bedrijventerreinen kunnen ervoor zorgen dat water beter wordt opvangen en dragen bij aan koeling van de omgeving en biodiversiteit. Ook is er een potentieel in het benutten van elkaars reststromen wat bedraagt aan vermindering van het gebruik van grondstoffen (die steeds schaarser zijn) in het streven naar een circulaire economie in 2050.
Het is daarvoor wel nodig om de verduurzaming op bedrijventerreinen als Rijk meer in samenhang aan te pakken. Dit is onderliggend een belangrijke boodschap van de Rli. De huidige beleidsinspanningen van verschillende departementen lijken nog te vaak op zichzelf te staan. Er wordt beperkt gebiedsgericht of te weinig vanuit integraliteit gestuurd. En dat kan uiteindelijk zorgen voor een inefficiënte en niet-effectieve aanpak. Het bereik van het ene doel kan er juist voor zorgen dat andere doelen niet bereikbaar zijn. Dit is voor ondernemers belastend en heeft een negatieve impact op de animo voor de gebiedsgerichte verduurzaming. Een goede organisatiegraad op bedrijventerreinen en een betere aansluiting op de ondernemersbehoefte kan dat voorkomen en er tevens toe leiden dat de ondernemersbetrokkenheid gestalte krijgt.
Ik zie het Rli-advies als belangrijke ondersteuning van de uitvoering van het Programma Ruimte voor Economie.2 In dit programma heb ik aangegeven dat ik de regietaak voor voldoende ruimte voor economische activiteit op mij neem. Het programma zal zich de komende jaren verder ontwikkelen in samenwerking met de andere departementen, regionale partijen en het bedrijfsleven. Het toekomstbestendig maken van bedrijventerreinen is daar een onderdeel van.
Een gecoördineerde aanpak kan ertoe leiden dat er door de synergie meer mogelijk is dan vanuit iedere opgave op zich. Denk aan het beter benutten van bestaande bedrijventerreinen in combinatie met verduurzaming. Dit helpt bij de ruimtelijke opgave als gevolg van de energie- en circulaire transitie of dat er betaalbare bedrijfsruimten ingepast kunnen worden. In reactie op het advies van de Rli, kondig ik daarom een interdepartementale werkgroep aan, die als taak heeft om een beter overzicht te creëren in aanpakken en programma’s voor de verduurzaming van bedrijventerreinen.
Dit betekent dat mijn ministerie in samenspraak met alle andere betrokken ministeries inventariseert welke programma’s er vanuit het Rijk (beleid/uitvoering) zich richten op verduurzaming bedrijventerreinen en met welk specifiek doel. Dit overzicht analyseren we, waarbij we zoeken naar overlap, conflicten, concurrentie, blinde vlekken en de werkbaarheid voor ondernemers op bedrijventerreinen. Deze analyse bespreken we interdepartementaal, waarbij we een antwoord formuleren op de vraag wat nodig is om de inzet vanuit het rijk rondom verduurzaming van bedrijventerreinen efficiënter, effectiever en ondernemersgerichter te krijgen. Het uiteindelijke doel van de interdepartementale werkgroep is om de regierol van de Rijksoverheid op het gebied van verduurzamen van bedrijventerreinen vorm te geven. Vanzelfsprekend zal deze werkgroep ook verbindingen leggen met de belangrijkste externe stakeholders.
Zo kan ik ook goede verbindingen maken met andere belangen die raken aan bedrijventerreinen, zoals het Programma Mooi Nederland (BZK), Agenda Natuurinclusief (LNV)3, Werklandschappen van de Toekomst, Mobiliteitsvisie 2050 (IenW), Landelijk Actieprogramma Netcongestie (EZK), het traject Grip op grootschalige bedrijfsvestigingen en het Nationaal Programma Circulaire Economie (IenW). Samen bevordert dit werkgelegenheid én leefbaarheid.
Daarnaast worden de aanbevelingen van het Rli opgepakt via drie sporen:
1. Het opzetten van pilots voor toekomstbestendige bedrijventerreinen
2. Het versterken van de organisatiegraad
3. Het versterken van de uitvoeringskracht.
1. Opzetten van pilots voor toekomstbestendige bedrijventerreinen
Toekomstbestendige bedrijventerreinen zijn een betekenisvol onderdeel van het programma Ruimte voor Economie. Op het vandaag beschikbare areaal bedrijventerreinen moeten we werken aan het vestigingsklimaat van morgen: bedrijven die innoveren, produceren en distribueren. Hierbij draait het om beter benutten van de beschikbare ruimte, infrastructuur en verduurzaming met de focus op circulariteit, de energietransitie en vergroening.
Als onderdeel van het Nationaal Programma Ruimte voor Economie ga ik een integrale aanpak ontwikkelen die leidt tot een betere benutting van de infrastructuur, ruimte én verduurzaming van bedrijventerreinen via pilots.
In de pilots gaan we de krachten van het Rijk, provincies, gemeenten, ondernemers en vastgoedeigenaren bundelen. Het gaat hier concreet om een mix van herontwikkeling van gebieden, revitalisering van bestaande panden en vernieuwing, efficiënt inrichten en benutten van infrastructuren voor energie, circulariteit, biodiversiteit, internet en mobiliteit. Met de pilots wordt ervaring opgedaan met het op een effectievere manier van organiseren en financieren hiervan. Doel is om de te ontwikkelen aanpak ook elders toe te passen. Eveneens kunnen obstakels in de wet- en regelgeving worden geïdentificeerd.
Voor het opzetten van deze pilots zijn de aanbevelingen van de Rli goed bruikbaar. Ik wil dit jaar starten met deze integrale pilots «toekomstbestendige bedrijventerreinen».
2. Het versterken van de organisatiegraad
Het versterken van de organisatiegraad op bedrijventerreinen is een cruciale voorwaarde om bedrijventerreinen versneld toekomstbestendig te maken. Hoe beter bedrijventerreinen georganiseerd zijn, hoe gemakkelijker verduurzaming op gang komt.
Het Rijk investeert actief in de versterking van deze organisatiekracht via het Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen (PVB). Dit programma is door het Ministerie van BZK opgezet in nauwe samenwerking met het Ministerie van EZK. De opzet van PVB met een landelijk kennis- en netwerkplatform (expertise) én de uitvoering via de provincies (aansluiting op lokale en regionale structuren), is in lijn met het Rli-advies. Hiermee wordt voldaan aan een randvoorwaarde voor het verduurzamen van bedrijventerreinen conform het advies van de Rli.
Verder heb ik onderzocht of de BIZ (een Bedrijven Investeringszone) een goed en aantrekkelijk instrument is voor de verduurzaming van bedrijventerreinen en versterking van het organiserend vermogen. Uit het bijgesloten onderzoek blijkt dat dit mogelijk is. In dit kader neem ik twee acties. Ten eerste ga ik in gesprek met provincies en gemeenten over kennisontwikkeling en kennisdeling rondom de Bedrijven Investeringszone (BIZ). Daarbij leg ik de verbinding met PVB en VNO-NCW. Ten tweede ga ik na of bij doorstart of ongewijzigde voortzetting van een BIZ verlaagde draagvlakeisen mogelijk zijn.
3. Het versterken van de uitvoeringskracht
De uitvoeringskracht in de regio is eveneens van belang voor de verduurzaming van bedrijventerreinen. Het kabinet heeft via de regeling CDOKE (Capaciteit Decentrale Overheden voor Klimaat en Energie) hiervoor middelen vrijgemaakt. De regeling is bestemd voor provincies en gemeenten ten behoeve van inhuur van capaciteit zodat zij hun taken op gebied van klimaat en energie (met CO2-emissiereductie tot gevolg) kunnen uitvoeren.
De CDOKE-middelen kunnen onder meer ingezet worden voor beleid gericht op het verduurzamen van bedrijventerreinen door provincies en gemeenten. Dat beleid heeft immers CO2-emissiereductie tot gevolg. Het kabinet roept de provincies en gemeenten op om de CDOKE voor verduurzaming bedrijventerreinen te benutten. Én om dit in samenwerking met de ondernemers op een bedrijventerrein te doen.
Samen ondernemersgericht werken aan verduurzaming bedrijventerreinen
Tot slot, het is belangrijk dat de verduurzaming van bedrijventerreinen ook ondersteunend is aan de uitdagingen waar de ondernemers op bedrijventerreinen voor staan. Dit vraagt dat we als overheden (Rijk, provincies, gemeenten) de verduurzamingsopgave op bedrijventerreinen echt samen met de ondernemers vormgeven; waar nodig ontzorgen en tegelijkertijd aan de opgaven rondom verduurzaming werken. Dat vraagt maatwerk: ieder bedrijventerrein is anders – qua ligging, mogelijkheden voor verduurzaming, ondernemers die er gevestigd zijn, leeftijd en inrichting van het terrein.
Ik herken het signaal van de Rli dat er veel op de ondernemers afkomt qua verduurzaming. Ik pak dit al op via de coördinerende rol van het Ministerie van EZK bij verduurzaming mkb, via het actieprogramma duurzaam ondernemen en de actieagenda mkb-dienstverlening voor ondernemersdienstverlening in den brede. In het verlengde daarvan ga ik ook de coördinerende rol rondom toekomstbestendige bedrijventerreinen oppakken. Toekomstbestendige bedrijventerreinen vragen immers om: «Samen Werken»; dit is niet voor niets de titel van het advies. In de voortgangsbrief over het nationaal programma Ruimte voor Economie, zoals aangekondigd in het commissiedebat over het verdienvermogen, zal ik ook over de voortgang van de werkgroep verduurzaming bedrijventerreinen rapporteren.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
M.A.M. Adriaansens
Bijlage 1: Toelichting op een aantal lopende programma’s en trajecten
Actieagenda mkb-dienstverlening, verduurzaming mkb, actieprogramma duurzaam mkb
Er komt veel op de ondernemers af qua verduurzaming. Vooral het mkb heeft nu al moeite om een beeld te krijgen van alle verplichtingen die er zijn en aankomen, en hoe daaraan te voldoen. Op bedrijventerreinen is het merendeel van het mkb gevestigd. Het mkb is 99% van het Nederlandse bedrijfsleven en zorgt voor 71% van de werkgelegenheid in Nederland. Door de grote transities in de economie stapelen de uitdagingen voor het mkb zich op. Onderzoek laat zien dat een flink deel van het mkb niet over voldoende verandervermogen beschikt om de noodzakelijke transities te maken. Vooral het kleinere mkb is daardoor kwetsbaar. Daarvoor zijn de volgende trajecten gestart
• Actieagenda mkb-dienstverlening: Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap heeft geconstateerd dat, ondanks dat er veel goed gaat, er verbeteringen nodig zijn in de mkb dienstverlening. Om o.a. de verduurzaming te doen slagen vergt het dat honderdduizenden mkb’ers stappen in de goede richting zetten. Daarom is in 2023 is door kwartiermaker Rob Schouten de actieagenda mkb-dienstverlening ontwikkeld. Doel is om een vraaggestuurd stelsel van publieke dienstverlening te realiseren dat mkb ondernemers beter bereikt, activeert en ondersteunt bij het toekomstbestendig maken en houden van hun bedrijf. De aanpak wordt in 2024 uitgewerkt. In de actieagenda wordt er voor EZK een regierol voorzien met betrekking tot de werking van het stelsel.
• Verduurzaming mkb: In de kamerbrief hoofdlijnen voortgang van de verduurzaming van het mkb van 6 april 2023, heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat een interdepartementale werkwijze verduurzaming mkb aangekondigd. Deze werkwijze is erop gericht de ondersteuning van het mkb bij de verduurzaming effectiever en efficiënter te maken. Bij deze werkwijze wordt onder andere gekeken naar: hoe regelingen en programma’s beter op elkaar kunnen aansluiten, wegnemen van overlap of conflicterende/concurrerende elementen tussen verschillende regelingen en programma’s. En daarnaast wordt bekeken hoe het aanbod van ondersteuning, voor de ondernemers, overzichtelijker en toegankelijker te maken. Daarbij is het belangrijk is dat voorzien wordt in de behoeften van ondernemers.
• Actieprogramma duurzaam ondernemen: dit actieprogramma is een onderdeel van de interdepartementale werkwijze rondom verduurzaming mkb. Doel is de informatievoorziening naar het kleine mkb rondom verduurzaming te optimaliseren. Het programma heeft drie actielijnen: goede dienstverlening vanuit gemeenten aan de mkb’er, activering van het «warme» netwerk rondom de ondernemer en heldere communicatie vanuit het Rijk.
Ontzorging verduurzaming mkb
• In 2024 start het ontzorgingsprogramma verduurzaming kleine en micro mkb-ondernemingen gestart met een budget van € 23 miljoen. Het ontzorgingsprogramma biedt ondersteuning voor het mkb tot 50fte rondom de verduurzaming van het vastgoed én bedrijfsprocessen, door inzicht te geven in wat het mkb kan doen om het pand en bedrijfsproces te verduurzamen plus welke ondersteuning hiervoor beschikbaar is. Dit programma wordt in samenwerking met de provincies uitgevoerd en loopt tot 2027. De uitvoering is in lijn met de 3e aanbeveling van de Rli t.a.v. rolverdeling overheden.
Vergroening bedrijventerreinen – Werklandschappen van de toekomst
• Rondom vergroening van bedrijventerreinen is vanuit het Nationaal Groeifonds in 2023 een impuls gegeven van 26 miljoen euro voor het programma Werklandschappen van de Toekomst. Het programma werkt aan toekomstgerichte, groene, gezonde en klimaatbestendige bedrijventerreinen. Meer groen draagt bij aan een gezondere en aantrekkelijker werkomgeving. Dit kan een positief effect hebben op de arbeidsproductiviteit. Daarnaast heeft meer groen een positieve uitwerking op klimaatadaptatie en biodiversiteit.
• In de eerste fase worden op een aantal bedrijventerreinen living labs (onderzoek- en testen van innovaties) en ambassadeursterreinen gerealiseerd (toepassing van best practices uit de living labs op bedrijventerreinen), die een basis kunnen vormen voor grootschalige toepassing.
• Werklandschappen van de Toekomst richt zich met name op kennisontwikkeling, toegepaste innovatie en bestuurlijke samenwerking rondom het vergroenen van bedrijventerreinen.
Programma Ruimte voor Economie- pilots beter benutten en toekomstbestendige bedrijventerreinen.
Eind 2023 is het Nationaal programma Ruimte voor Economie gestart vanuit het Ministerie van EZK.
Eén van de actielijnen is toekomstbestendige bedrijventerreinen.
• Het Ministerie van EZK gaat, via het Programma Ruimte voor Economie, pilots opzetten in samenwerking met provincies voor het beter benutten (herstructureren) en verduurzamen van bedrijventerreinen: toekomstbestendige bedrijventerreinen.
• Doel is om via de pilots praktische ervaring op te doen met organiseren en financieren van het beter benutten van bedrijventerreinen, infrastructuur én verduurzaming. In de pilots gaan Rijk, provincies en gemeenten hierop samenwerken.
• De inzet is om vervolgens de ontwikkelde aanpak ook elders toe te passen.
• Voor de eerste stap is € 9 mln. beschikbaar vanuit het Ministerie van EZK. Voor de pilots geldt als voorwaarde dat de provincies minimaal hetzelfde bedrag aan middelen investeren in kansenzones/bedrijventerreinen. Deze samenwerking is in lijn met de 3e aanbeveling van de Rli.
• Op basis van de ervaringen en lessen uit de pilots wordt nut en noodzaak bezien van een eventuele inrichting van een nationaal vestigingsfonds voor herontwikkeling en verduurzaming van bedrijventerreinen. Daarnaast bestaan er op provinciaal niveau ook herontwikkelingsmaatschappijen zoals OMU, HMO, OHG en fondsen zoals energiefondsen en het perspectieffonds (Gelderland).
Netcongestie – Landelijk Actieprogramma Netcongestie, energiehubs en slim met stroom
De Rli signaleert dat bedrijventerreinen een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de netcongestie en overbelasting van het energienet door onderlinge energie-uitwisseling en flexibel omgaan met vraag en aanbod van energie.
• In het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN, kamerstuk 29 023, nr. 358) werken netbeheerders, overheden en marktpartijen samen aan oplossingen voor netcongestie om belemmeringen weg te nemen door in te zetten op snellere verzwaring en maatregelen voor een slimmer gebruik van het elektriciteitsnetwerk. Vooral bij slimmer gebruik van energie en energie-uitwisseling kunnen bedrijven en bedrijventerreinen een rol spelen.
• Het elektriciteitsnet wordt namelijk minder belast als de vraag naar en het aanbod van lokaal opgewekte energie bij elkaar worden gebracht. Dit kan mogelijk worden gemaakt door versnelling van de ontwikkeling van energy-hubs of door bij eigen opwekinstallaties batterijen toe te voegen en bedrijfsprocessen af te stemmen. Dit kan men individueel doen, maar de voorkeur is om dit collectief te organiseren door samenwerking in energiehubs. Het Ministerie van EZK werkt aan een Stimuleringsprogramma Energiehubs. Dit programma zorgt o.a. voor het aanstellen van regisseurs en de ontwikkeling van een toolkit met standaarden voor het delen van data en contracten tussen partijen. Bedrijventerreinen vormen één van de doelgroepen.
• Ook zal een bestuurlijk aanjager «slim met stroom» zich inzetten om bedrijven te bewegen om meer flexibele contracten af te sluiten en bijvoorbeeld op bedrijventerreinen samen te werken om de beschikbare stroom op piekmomenten te verdelen. VNO-NCW zal, in opdracht van het Ministerie van EZK, gerichte communicatie naar alle bedrijventerreinen in Nederland opzetten over de gevolgen van netcongestie en het handelingsperspectief voor bedrijven.
Programma Verduurzaming bedrijventerreinen – versterking organisatiegraad
Organisatievorming op een bedrijventerrein helpt bij verduurzamingvraagstukken die een gezamenlijke en/of gebiedsgerichte aanpak vergen. Het is een belangrijke randvoorwaarde, bijvoorbeeld bij vorming van energy hubs, klimaatadaptatie en biodiversiteit. Er zijn diverse vormen van organisatie mogelijk zoals een ondernemersvereniging, een ondernemersfonds, een coöperatie, parkmanagement.
• Eind 2022 is de pilot Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen (PVB) gestart vanuit BZK. Inmiddels is het een interdepartementaal programma van het Ministeries van BZK en EZK en loopt van 2024–2027 met een budget van € 23 miljoen. PVB heeft tot doel om de organisatiegraad van bedrijventerreinen te vergroten. De aanpak is een combinatie van een kennisfunctie door het programmabureau en een uitvoeringsprogramma door de provincies.
• Het Programmabureau vervult de functie van kennis- en netwerkplatform. Dat betekent de ontsluiting van kennis, best practices en netwerken rondom de versterking van het organiserend vermogen en de verduurzaming van bedrijventerreinen.
• De provincies ontvangen van het Rijk een bijdrage om de organisatiegraad te versterken t.b.v. verduurzaming, aansluitend op hun regionale structuur. Dit sluit aan bij de aanbeveling van de Rli rond de rollen binnen de overheid (aanbeveling 3).
Bedrijven Investerings zone (BIZ) voor bevordering van organiserend vermogen.
• Vanuit het programma Ruimte voor Economie heeft het Ministerie van EZK de mogelijkheden verkend van het instrument Bedrijven Investerings Zone (BIZ) voor verduurzaming van bedrijventerreinen en als aanjager van organisatievorming.
• Uit het bijgesloten onderzoek bij deze kabinetsreactie, blijkt dat de BIZ mogelijkheden biedt. Gemeenten en provincies spelen een belangrijke faciliterende rol bij een BIZ. Daarnaast blijkt dat het een intensief traject is om bij verlenging van de BIZ na vijf jaar opnieuw een draagvlakmeting uit te voeren.
• Hiervoor neemt het Ministerie van EZK de volgende acties vanuit het programma Ruimte voor Economie:
o in gesprek gaan met provincies en gemeenten over kennisontwikkeling en – deling rondom de Bedrijven Investerings Zones, zoals het delen van best practices. Daarbij leggen we de verbinding met PVB en VNO-NCW;
o nagaan bij doorstart of ongewijzigde voortzetting van een BIZ of verlaagde draagvlakeisen mogelijk zijn.
Regeling Capaciteit Decentrale Overheden voor Klimaat en Energie
• Vanuit het Ministerie van EZK is de regeling Capaciteit Decentrale Overheden voor Klimaat en Energie (CDOKE) opgezet met een budget van momenteel 1,037 miljard euro. Dit budget wordt in 2024 substantieel opgehoogd. De regeling is bestemd voor provincies en gemeenten ten behoeve van inhuur van capaciteit zodat zij hun taken op gebied van klimaat en energie (met CO2-emissiereductie tot gevolg) kunnen uitvoeren.
• De huidige regeling loopt tot en met 2025. Aan een nieuwe regeling voor de jaren 2026 t/m 2030 wordt gewerkt.
• De CDOKE-middelen kunnen onder meer ingezet worden voor beleid gericht op het verduurzamen van bedrijventerreinen door provincies en gemeenten. Dat beleid heeft immers CO2-emissiereductie tot gevolg. Het kabinet benoemt hierbij expliciet de mogelijkheid om de middelen voor beleid gericht op het verduurzamen van bedrijventerreinen in te zetten en roept op om dit in samenwerking met ondernemers op een bedrijventerrein te doen.
Bijlage 2: overzicht trajecten vanuit departementen die landen op bedrijventerreinen
1e overzicht programma’s en inzet Rijksoverheid gericht op bedrijventerreinen
BZK
• Verduurzaming gebouwde omgeving
• Utiliteitsbouw aardgasvrij
• Programma Verduurzaming Bedrijventerreinen i.s.m. EZK
• Programma ontzorging MKB i.s.m. EZK
• Werklandschappen van de toekomst (Nationaal Groeifonds/vergroening)
• Meetlat klimaatadaptieve omgeving i.s.m. IenW
• Groenblauwe bedrijventerreinen samen klimaatbestendig
• Mooi Nederland
EZK
• Energiebesparingsplicht
• Landelijke Aanpak Netcongestie – stimuleringsprogramma energiehubs
• Ruimte voor economie – toekomstbestendige bedrijventerreinen
• Samenwerking met BZK rondom programma verduurzaming bedrijventerreinen.
V&J
• Ondermijning
LNV
• Biodiversiteit verhogen
• Werklandschappen van de toekomst – meer groen op bedrijventerreinen
• Klimaatadaptatie
• Agenda Natuurinclusief – domein bedrijventerreinen
• Groenblauwe bedrijventerreinen
I&W
• Clean Energy hubs
• Duurzaam personen vervoer (woon-werk)
• Circulaire economie – Nationaal Programma Circulaire Economie
• Laadinfrastructuur – Vliegende brigade
• Duurzaam goederenvervoer (modal shift)
• Klimaatadaptatie – nationaal programma – groene gezonde werklandschappen (NUPKA) en groenblauwe bedrijventerreinen samen klimaatbestendig
Samen Werken – kiezen voor toekomstbestendige bedrijventerreinen, Rli, 31 oktober 2023↩︎
Het Programma Ruimte voor Economie is op 13 oktober 2023 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 34 682, nr. 178)↩︎
Aan de agenda Natuurinclusief (LNV) is onlangs een nieuw domein bedrijventerreinen toegevoegd. Zie kamerstuk 33 576, nr. 359.↩︎