Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de KNMG-gedragscode
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D13088, datum: 2024-04-03, bijgewerkt: 2024-04-05 10:49, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1403).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z04391:
- Gericht aan: C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1403
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de KNMG-gedragscode (ingezonden 15 maart 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 3 april 2024).
Vraag 1
Is het correct dat de Minister voor Medische Zorg in haar recente beantwoording van 14 maart 2024 van schriftelijke vragen over de KNMG-gedragscode stelt dat ze niet met zekerheid («ja» of «nee») kan aangeven of een arts die «publiekelijk te kennen geeft dat hij of zij van mening is dat klimaat(verandering) de gezondheid niet (steeds meer) aantast en klimaat(verandering) dus geen bedreiging vormt voor de gezondheid van mensen» wel of niet in strijd handelt met de KNMG-gedragscode?
Antwoord 1
Nee, dit is geen correcte weergave. Ik heb in mijn eerdere antwoorden aangegeven dat het antwoord op deze vraag genuanceerd ligt omdat de omstandigheden van het geval van belang zijn. Ter verduidelijking wijs ik erop dat op grond van de KNMG-Gedragscode voor artsen als kernregel geldt dat een arts zich bewust is van de relatie tussen gezondheid, klimaat en milieu en zich inzet voor een duurzame zorgsector en gezonde leefwereld. Van deze regel kan echter in een specifiek geval gemotiveerd afgeweken worden. Op voorhand kan ik niet aangeven in welke gevallen dat aan de orde kan zijn. Dat maakt dat ik ook niet op voorhand kan aangeven of een arts in strijd handelt met de KNMG-Gedragscode, louter vanwege het feit dat een arts publiekelijk te kennen geeft dat deze van mening is dat klimaat(verandering) de gezondheid niet (steeds meer) aantast en klimaat(verandering) dus geen bedreiging vormt voor de gezondheid van mensen.
Vraag 2
Als de Minister voor Medische Zorg dit al niet met zekerheid kan aangeven, hoe kunnen artsen dan weten of ze met deze hierboven specifiek omschreven bewering wel of niet in strijd handelen met de KNMG-gedragscode?
Antwoord 2
De KNMG-Gedragscode biedt een leidraad voor professioneel handelen van artsen. Zoals opgenomen in de gedragscode1 zijn de daarin opgenomen regels normerend en richtinggevend van aard en verwoorden zij waar artsen voor staan. Artsen kunnen daarop terugvallen en de gedragscode als ruggensteun gebruiken. Als een arts zich niet aan een regel in de gedragscode kan houden wordt in de gedragscode zelf aangeraden om met een collega te overleggen. Besluit een arts om van een kernregel af te wijken, dan is het belangrijk dat deze dat besluit goed onderbouwt2. Daarmee wordt ook in de gedragscode zelf al aangegeven dat afwijken van de gedragscode mogelijk is. Het is de verantwoordelijkheid van de arts zelf om te beoordelen of er ruimte is af te wijken van de kernregel van de KNMG-gedragscode voor artsen.
Vraag 3
Is deze onduidelijkheid niet in strijd met het «lex certa-beginsel» uit het recht? Met andere woorden, in strijd met het legaliteitsbeginsel dat voor iedereen duidelijk moet zijn welk handelen leidt tot strafrechtelijke aansprakelijkheid, alsmede welke sancties daarop kunnen volgen?
Antwoord 3
Nee, er is geen sprake van strijd met het lex certa-beginsel. Daarbij is van belang dat de KNMG-Gedragscode opgesteld is door de beroepsgroep van artsen en het dus om een vorm van zelfregulering gaat. Zelfregulering heeft niet dezelfde juridische status als wetgeving of rechterlijke uitspraken. De (tucht)rechter is niet verplicht om normen die uit zelfregulering voortkomen, toe te passen. Bovendien is de kernregel in de gedragscode mijns inziens niet onduidelijk. Hieruit blijkt namelijk duidelijk dat uitgangspunt van de kernregel is dat er een relatie bestaat tussen klimaatverandering en milieuvervuiling enerzijds en de menselijke gezondheid anderzijds. Op grond van de gedragscode wordt van een arts verwacht dat hij zich daarvan bewust is en zich inzet voor een gezonde leefwereld.
Vraag 4
Hoe kunnen artsen zich nog langer vrij voelen hun mening te uiten, kritiek te geven en deel te nemen aan het professionele en publieke debat als voor hen niet duidelijk is of ze daarmee wel of niet handelen conform de KNMG-gedragscode en hiervoor door de inspectie dus in potentie wel of niet vervolgd kunnen worden?
Antwoord 4
Ook artsen hebben het recht op vrijheid van meningsuiting. Zoals gezegd biedt de gedragscode een leidraad voor het professioneel handelen van artsen. Een arts is verantwoordelijk voor het eigen handelen en kan daarop ook worden aangesproken3. Een arts kan van een kernregel afwijken, maar daarbij is het belangrijk dat de afwijking goed wordt onderbouwd. Zoals aangegeven in de beantwoording van eerdere Kamervragen4 onderneemt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: IGJ) pas actie als een arts uitspraken doet die een gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Artsen kunnen op de website van de IGJ lezen hoe de IGJ interventies inzet en welke maatregelen zij kan nemen5.
Vraag 5
Kunt u deze vragen afzonderlijk en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 5
Ja.