Een fiscaal neutraal pensioenkader in de tweede en derde pijler
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D13157, datum: 2024-04-03, bijgewerkt: 2024-05-30 13:19, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z05679).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: J.J. van der Werf, Tweede Kamerlid (D66)
Onderdeel van zaak 2024Z05679:
- Gericht aan: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.J. van der Werf, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z05679
Vragen van de leden Sneller en Van der Werf (beiden D66) aan de Staatssecretaris van Financiën over een fiscaal neutraal pensioenkader in de tweede en derde pijler (ingezonden 3 april 2024).
Vraag 1
Deelt de mening dat – zoals geconstateerd in de memorie van toelichting van de Wet Toekomst Pensioenen1 – er een toenemend belang is van een arbeidsvormneutraal pensioenkader?
Vraag 2
Vindt u het wenselijk dat een fiscaal gelijk speelveld voor pensioenopbouw in de tweede en derde pijler bewerkstelligd wordt, voor zowel werknemers als ondernemers?
Vraag 3
Klopt het dat voor ondernemers in de tweede pijler «pensioenaanspraken volgens een verplichte bedrijfs- of beroepspensioenregeling» vrijgestelde winstbestanddelen zijn2 en dus het arbeidsinkomen verlagen met gevolg voor de hoogte van de arbeidskorting?
Vraag 4
Klopt het dat pensioenopbouw in de derde pijler voor ondernemers het arbeidsinkomen niet verlagen en daarom een verschillend effect hebben op de hoogte van de arbeidskorting ten opzichte van pensioenopbouw in de tweede pijler?
Vraag 5
Klopt het dat voor werknemers een soortgelijk verschil in doorwerking op de arbeidskorting bestaat voor pensioenopbouw in de tweede en derde pijler?
Vraag 6
Klopt het dat dit in de praktijk betekent dat zelfstandigen, die vaker pensioen opbouwen in de derde pijler, niet dezelfde behandeling genieten als werknemers?
Vraag 7
Welke andere fiscale verschillen bestaan tussen pensioenopbouw in de tweede of derde pijler vanwege deze definitie van arbeidsinkomen?
Vraag 8
Welke andere verschillen ziet u in de behandeling van pensioenopbouw in de tweede of derde pijler?
Vraag 9
Welke andere verschillen ziet u in de behandeling van pensioenopbouw voor werknemers of zelfstandige ondernemers?
Vraag 10
Vindt u het wenselijk om het onderscheid tussen de tweede en derde pijler in de definitie van het arbeidsinkomen weg te nemen?
Vraag 11
Zo ja, op welke manier wilt u dit onderscheid wegnemen?