[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen over de Kabinetsreactie op het rapport Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel

Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Lijst van vragen

Nummer: 2024D13195, datum: 2024-04-03, bijgewerkt: 2024-04-05 14:16, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D13195).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z04435:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2024D13195 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de Kabinetsreactie op het rapport Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (Kamerstuk 26 448, nr. 749) van 15 maart 2024.

De fungerend voorzitter van de commissie,

De Jong

Adjunct-griffier van de commissie,

Meester-Schaap

Nr Vraag
1 Kunt u een uiteenzetting geven van de te verwachten kosten per voorgestelde maatregel uit het rapport?
2 Het kabinet spreekt in haar reactie van hardheden, welke hardheden identificeert het kabinet zelf?
3 Hoe komt iemand met een lage vervolguitkering in het huidige stelsel tot het sociaal minimum? Op welke andere regelingen maakt iemand aanspraak? In hoeverre speelt hierbij mee of iemand een partner of vermogen heeft?
4 Welke verbeteringen ziet het kabinet in de voorstellen van Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) voor oproepkrachten, uitzendkrachten en andere mensen die een flexibele arbeidsovereenkomst hadden die na het einde van hun flexcontract in de vangnet ziektewet belanden?
5 Welke verbeteringen ziet het kabinet in de voorstellen van OCTAS voor de mensen die vanuit de Werkloosheidswet (WW) arbeidsongeschikt worden per stelsel?
6 Klopt het dat in de varianten «Werk staat voorop» en «Basis voor werkenden» de arbeidsongeschiktheidsdrempel eveneens verlaagd kan worden naar 25%?
7 Wat is in het huidige stelsel het verschil tussen de Inkomensvoorziening Volledig duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA) en de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) 80–100 ten aanzien van keuring en inkomen?
8

In hoeverre is het gebruikelijk bij een inkomensverzekering om bij de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage het laatstverdiende loon te maximeren op maximum dagloon, zoals in het rapport wordt voorgesteld?

Verder geeft OCTAS aan dat deze groep dat zou kunnen bijverzekeren, is het volgens u mogelijk om deze verlaging van de maatman (dus niet dagloon) te verzekeren? Hoe werkt dat met de premiebetaling?

9 In hoeverre zou het in het rapport van OCTAS voorgestelde arbeidsongeschiktheidspercentage van 25% de Nederlandse situatie in overeenstemming brengen met het International Labour Organization (ILO)-verdrag?
10 Hoeveel mensen extra zullen er door de drempelverlaging naar 25% in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) komen? En hoeveel zullen zij er financieel op vooruit gaan?
11 In hoeverre wordt met de verlaging naar 25-min voldaan aan het ILO-verdrag 121?
12 Kan worden weergegeven hoeveel mensen die nu in de IVA zitten er financieel op achteruit gaan?
13 Wat zijn de inkomensgevolgen voor een individu van het afschaffen van de IVA?
14 Leidt het afschaffen van de IVA ertoe dat mensen ook onder de (re-integratie)verplichtingen van de WGA gaan vallen? Zo ja, welke?
15 Constaterende dat het kabinet schrijft dat re-integratie een belangrijk doel is en dat OCTAS stelt dat in het stelsel «Werken staat voorop» geldt dat in branches met lage lonen weinig prikkel voor werkgevers bestaat om te werken aan re-integratie, omdat een aanvullende verzekering met dan niet nodig premiedifferentiatie is, onderzoekt het kabinet dit mogelijke gebrek aan een prikkel tot re-integratie?
16 Onderzoekt het kabinet de door OCTAS aangedragen mogelijkheid om 35-minners en mensen in de WIA met een WGA-uitkering onder de banenafspraak te laten vallen?
17 Onderzoekt het kabinet binnen de uitwerking voor de groep jonggehandicapten en mensen zonder recent arbeidsverleden de mogelijkheid van een verlichte bijstand, dus bijstand zonder partnertoets, vermogenstoets en kostendelersnorm? Onderzoekt het kabinet de door OCTAS aangedragen mogelijkheid om gemeenten financiële prikkels te geven om niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) actief te begeleiden?
18 Kunt u aan de hand van berekeningen laten zien hoe de door OCTAS in varianten omschreven bijverdiengrens van 30% bovenop de uitkering zich verhoudt tot het recht op toeslagen?
19 Komt de door OCTAS ingeschatte uniforme premie van 5,5% voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in de variant «Huidig stelsel beter» overeen met de inschattingen van het kabinet wat betreft de hoogte van de premie van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers in eerdere eigen uitwerkingen van het kabinet?
20 Hoeveel mensen in de WGA hebben op papier arbeidscapaciteit maar werken toch niet? Kunt u dit weergeven in absolute aantallen en als percentages van het geheel?
21 Gaat het kabinet in de uitwerking van «Werk staat voorop» en «Basis voor werkenden» ook een variant uitwerken waarin het stelsel wordt verruimd naar alle mensen met een arbeidsbeperking?
22 In het stelsel «Basis voor werkenden» wordt gesproken van een basisverzekering, maar deze heeft veel kenmerken van een voorziening, gaat het kabinet in de uitwerking tevens een variant onderzoeken waar de basisverzekering daadwerkelijk functioneert als een verzekering, inclusief premiedifferentiatie?
23 Scenario twee is doorgerekend, maar ziet er rooskleurig uit met bijna allemaal volledig groene balkjes, kunt u meer gedetailleerd aangeven waarom dit stelsel zo groen uitpakt voor deze (fictieve) personen? Is er een voorkeur voor een van deze scenario's?
24 Hoe lang denkt u dat het duurt om variant een van OCTAS in te voeren?
25 Hoe lang denkt u dat het duurt om variant twee van OCTAS in te voeren?
26 Hoe lang denkt u dat het duurt om variant drie van OCTAS in te voeren?
27 Kan er een ruwe kosteninschatting gegeven worden van het invoeren van variant twee en van variant drie van OCTAS?
28 Is het mogelijk om een combinatie van twee scenario's (twee en drie) te pakken? Hoe kijkt u hier tegenaan?
29 Gaat u bij het ambtelijk uitwerken van de drie varianten ook de korte- en lange termijn baten en lasten concreet uitwerken?
30 Wordt bij het uitwerken van de varianten ook rekening gehouden met het eventueel combineren van (onderdelen van) varianten?
31 Hoeveel mensen hebben een WIA-uitkering?
32 Hoeveel mensen hebben een WGA-uitkering?
33 Hoeveel mensen hebben een IVA-uitkering?
34 Kunt u de ontwikkeling van het aantal verzekeringsartsen en het tekort aan verzekeringsartsen sinds 2010 weergeven?
35 Hoeveel verzekeringsartsen gaan er de komende jaren met pensioen? Hoeveel verzekeringsartsen komen er jaarlijks bij?
36 Hoeveel mensen werken er bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV)?
37 Scenario twee en drie hebben een horizon van vijf jaar voor implementatie, in Ă©Ă©n en twee zitten verschillende oplossingen die wellicht eerder al geĂŻmplementeerd zouden kunnen worden, bent u bereid na te denken over zo'n korte termijn pakket?
38 Wat besteden overheden gezamenlijk per jaar aan re-integratieprojecten voor mensen die in de WIA zitten?
39 Is het realistisch om het aantal verzekeringsartsen binnen vier jaar op te schalen naar een niveau waarmee alle knelpunten in de WIA zijn opgelost? Hoeveel zou dit kosten?
40 Kunt u een schematisch overzicht geven van alle kortetermijnmaatregelen die getroffen zijn om knelpunten in de WIA te verhelpen? Kunt u hierbij per maatregel ook vermelden of deze geëvalueerd is en/of de effectiviteit ervan bekend is?
41 Kunt u aangeven welke wijzigingen er moeten worden ingevoerd om de WIA en het arbeidsongeschiktheidsstelsel in brede zin te laten voldoen aan de standaarden van de International Labour Organisation? Kunt u hierbij ook aangeven hoeveel kosten hiermee gemoeid zouden zijn?
42 Is het correct om aan te nemen dat op basis van de OCTAS-aanbevelingen het «versoepelen» van de WIA niet voldoende is om het stelsel structureel te verbeteren?
43 Hoeveel mensen van het totaal aantal WIA-ontvangers komt niet in aanmerking voor arbeidskorting? Hoeveel mensen die WIA ontvangen hebben (zonder UWV-toeslagen) een inkomen onder het bestaansminimum?
44 Kan de Minister inzage geven in de omvang van de onbedoelde effecten door ongewenste prikkels in het huidige stelsel, bijvoorbeeld dat mensen zich zorgen maken over eventuele terugvordering of een financieel ongunstige wijziging naar aanleiding van een herbeoordeling, waardoor mensen soms hun capaciteiten niet durven te benutten?
45 Is het technisch mogelijk om pilots te doen, aanbevolen door OCTAS om voorstellen eerst op kleine schaal te testen en te evalueren, en leidt dit niet tot ongelijkheid in de sociale zekerheid?
46 Behoort het starten met pilots en experimenten om de voorstellen eerst op kleine schaal te testen en te evalueren, zoals aanbevolen door OCTAS, tot de eerste stap die het kabinet wil zetten, namelijk het voorbereiden van de benodigde informatie waarvan een nieuw kabinet gebruik kan maken om tot keuzes te komen?
47 Kan per variant een (globaal) tijdspad worden gegeven voor uitwerking en uitvoering?
48 Het kabinet schrijft dat OCTAS «drie verschillende varianten schetst voor een toekomstbestendig stelsel, aangevuld met maatregelen voor mensen zonder (recent) arbeidsverleden.», welke aanvullende maatregelen voor mensen zonder (recent) arbeidsverleden schetst OCTAS?
49 Veel flexwerkers komen aan de WIA-poort, voor veel van hen is flexwerk geen keuze, gaat de Minister onderzoeken hoe deze instroom vanuit flex verminderd kan worden?
50 Welke financiële prikkels hebben een verlammend effect?
51 Welke mogelijkheden bestaan er voor betere gegevensuitwisseling tussen betrokken partijen? Is het mogelijk voor het demissionaire kabinet om hier stappen in te zetten? Welke wetgeving, bijvoorbeeld de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), staat hier mogelijk aan in de weg?
52 De Minister geeft aan dat zij het belang van betere gegevensuitwisseling en informatievoorziening tussen de betrokken partijen deelt, kunt u uitleggen wat u bedoelt? Hoe verhoudt dit zich tot het toestemmingsrecht en blokkeringsrecht en de gerichte vraagstelling?
53 Wat wordt verstaan onder het maatmanloon?
54 Hoeveel werknemers in de huidige WIA verdienden meer dan het maatmanloon? Kan hierbij een onderverdeling worden gemaakt tussen werknemers die minder dan 100.000 euro en meer dan 100.000 euro verdienden?
55 Welke effect heeft de maximering van het referentieloon (maatmanloon) voor werknemers als zij in de WIA belanden?
56

Hoeveel werknemers zullen hierdoor in een lagere arbeidsongeschiktheidsklasse vallen?

Kan een onderverdeling worden gemaakt tussen 35-min, 35–80 en 80–100?

57 Wat zijn de inkomenseffecten van de maximering van het referentieloon? Kan daarbij meer duidelijkheid, met rekenvoorbeelden, worden gegeven van het inkomen van een werknemer die meer dan het maatmanloon verdiende (zie ook figuur 4, p. 93 uit het OCTAS-rapport)?
58 Heeft de maximering invloed op private aanvullende verzekeringen? Zo ja, welke en wat is het effect hiervan?
59 lopt het dat de WIA-uitkering als is gemaximeerd op het maximale dagloon?
60 Klopt het dat, naast het arbeidsongeschiktheidspercentage, ook de correctiefactor in de WIA wordt aangepast voor werknemers met een inkomen boven het maatmanloon?
61 Kan inzichtelijk worden gemaakt waarop de geschetste 100 miljoen euro bezuiniging in het OCTAS-rapport (p. 97) is gebaseerd?
62 Het kabinet schrijft dat in de eerste variant de arbeidsongeschiktheidsdrempel verlaagd wordt van 35% naar 25%, hoeveel extra instroom zou dit naar verwachting opleveren? Hoeveel extra kosten gaan hiermee gepaard? Hoeveel extra instroom zou een arbeidsongeschiktheidsdrempel van 15% opleveren? Hoeveel kosten zouden hiermee gepaard gaan?
63 Welke kostenbesparing zou het afschaffen van de IVA, zoals voorgesteld in de eerste variant, waarmee ook de hogere uitkering van 75% afgeschaft wordt, opleveren?
64 Het kabinet schrijft dat het verschil in uitkomst van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling tussen de hoogste en lagere inkomens wordt verkleind, bijvoorbeeld door maximering van het referentieloon (maatmanloon), welke kostenbesparing zou dit opleveren?
65 Waarom verwacht het kabinet dat de variant «Huidig stelsel beter» de inkomenszekerheid versterkt? Waarom verwacht het kabinet dat het aantal herbeoordelingen zal afnemen? Als de IVA afgeschaft wordt, worden mensen die duurzaam arbeidsongeschikt dan iedere vijf jaar gekeurd?
66 Het kabinet schrijft dat de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers in OCTAS in de eerste variant «Huidig stelsel beter» op enkele punten verschilt van de huidige kabinetsplannen, kan het kabinet een overzicht maken van alle verschillen, dus breder dan de in de reactie genoemde verschillen? Welke verschillen of overeenkomsten ziet het kabinet specifiek wat betreft de financiering?
67 In de eerste variant «Huidig stelsel beter» wordt omschreven dat voor mensen met een hoger inkomen geldt dat bij de vaststelling wordt uitgegaan van een gemaximeerd inkomen, OCTAS omschrijft dat voor deze groep een lagere uitkering ontstaat dan nu het geval is en zelfs in enkele gevallen geen uitkering, kunt u met voorbeelden uiteenzetten in welke gevallen dit zou spelen?
68 OCTAS omschrijft in de eerste variant «Huidig stelsel beter» dat mensen makkelijker moeten kunnen terugvallen op een uitkering als het onverhoopt toch niet lukt of het werk niet meer beschikbaar is (herlevingsrecht), als iemand wel weer aan het werk gaat en hiermee meer dan 75% van het oude loon verdient, wordt de uitkering in die variant niet direct na één jaar beëindigd, hoe lang duurt dit herlevingsrecht in de ogen van het kabinet?
69 Binnen welke termijn verwacht het kabinet dat de aanbevelingen van «Huidig stelsel beter» doorgevoerd zouden kunnen worden?
70 14,7% van de werkgevers heeft een werknemer met een arbeidsbeperking in dienst, in hoeverre is dit een belemmering voor variant twee?
71 Is het mogelijk om op een objectieve wijze arbeidsvermogen te toetsen?
72 Wat zijn de gevolgen als een uitkeringsgerechtigde zich tijdens de werkhervatting onvoldoende inspant om te voldoen aan de re-integratieverplichtingen?
73 Klopt het dat de variant «Werk staat voorop» ertoe kan leiden dat mensen na drie (of vijf) jaar met lege handen komen te staan?
74 Welke verplichtingen komen bij de tweede variant bij een werknemer en een werkgever te liggen?
75 Het kabinet schrijft dat er in de variant «Werk staat voorop» een aantal binaire momenten blijft bestaan, welke momenten zijn dit? En wat gebeurt er dan met het inkomen van mensen?
76 Hoeveel functies dient iemand in de variant «Werk staat voorop» in de interpretatie van het kabinet uit te proberen gedurende drie tot vijf jaar voordat vastgesteld wordt dat werken niet lukt?
77 Wat is naar verwachting van het kabinet het verdienmodel van private re-integratiedienstverleners? Hoe kan de controle op deze dienstverleners vormgegeven worden?
78 In de variant «Werk staat voorop» komen mensen niet in aanmerking voor de arbeidsongeschiktheidsuitkering als ze niet werken, maar dat op basis van hun beperking wel zouden moeten kunnen, wie zou volgens het kabinet kunnen bepalen of mensen «alle kansen hebben gehad»? Hoe zou dit kunnen worden vastgesteld? Hoe kan volgens het kabinet worden beoordeeld of (private) re-integratiedienstverleners voldoende hebben gedaan?
79 Als iemand aan het einde van de re-integratieperiode altijd heeft meegewerkt, maar toch niet in dienst is gekomen, bijvoorbeeld omdat het moeilijk is werkgevers te vinden die dit willen, maar op papier op basis van diens beperking wel zou moeten kunnen werken, heeft diegene dan naar interpretatie van het kabinet recht op een arbeidsongeschiktheidseinduitkering? En zo niet, op welk inkomen kan iemand dan terug vallen?
80 De re-integratieperiode kent net als de WW re-integratieplichten tegenover 70% van het oude loon, welke overeenkomsten en verschillen ziet het kabinet tussen de WW en de re-integratieperiode uit de variant «Werken staat voorop»?
81 Hoe ziet het inkomen en de begeleiding en het inkomen eruit van iemand die na de periode van drie tot vijf jaar re-integratieplicht vanuit de variant «Werk staat voorop» toch geen werk gevonden heeft, maar er wel sprake van (gedeeltelijke) arbeidsgeschiktheid is?
82 Kan het kabinet uitleggen of de basisverzekering in de variant «Basis voor werkenden» een voorziening of een volksverzekering is?
83 In hoeverre is het recht op de basisverzekering in de variant «Basis voor werkenden» afhankelijk van het feit of er door of voor het individu premieafdracht heeft plaatsgevonden?
84 Over welk deel draagt de werkgever premie af voor werknemers: het basisdeel, het aanvullende deel of beide?
85 Hoe wordt de basisverzekering gefinancierd? Welke relatie bestaat er in een basisverzekering tussen premieafdracht en uitkering? Hoe werkt dit voor zzp’ers?
86 Is de financieringssystematiek van de door OCTAS omschreven basisverzekering volgens het kabinet hetzelfde als die van de Algemene Ouderdomswet (AOW)? Zo niet, hoe ziet de financieringssystematiek er dan uit?
87 Binnen welke termijn acht het kabinet een stelselherziening zoals in de variant «Basis voor werkenden» reëel? En voor de variant «Werk staat voorop»?
88 Is de premie van de door OCTAS omschreven basisverzekering naar lezing van het kabinet een nominale premie of een gemaximeerde procentuele premie?
89 In hoeverre komen jonggehandicapten zonder arbeidsverleden naar lezing van het kabinet in aanmerking voor de door OCTAS omschreven basisverzekering? Hoe zit dit naar lezing van het kabinet voor flexwerkers?
90 Kan een indicatie worden gegeven welke groepen uitkeringsgerechtigden er in de derde variant op achteruit gaan?
91 Kan inzichtelijk worden gemaakt waarom de variant «Basis voor werkenden» volgens het kabinet waarschijnlijk niet tot vereenvoudiging leidt?
92 Zijn er voorbeelden van aanvullende private verzekeringen die voor alle werkenden in Nederland gelden?
93 Op welke termijn gaat u aan de slag met concrete oplossingen omtrent de positie van de Wajonger, gezien OCTAS niet met concrete oplossingen komt maar wel een schrijnend beeld liet zien over de situatie waarin deze groep zich momenteel bevindt en analyseerde dat de Participatiewet minder passend is voor deze groep?
94 Gaat het kabinet de suggestie uitwerken van OCTAS om een vrijstelling van de partner- en vermogenstoets in de Participatiewet te regelen voor vroeggehandicapten die voor de Wajong worden afgewezen?
95 In hoeverre speelt de huidige toeslagensystematiek mee in de discussie over bijverdienen? Zijn er onvoorziene effecten in het toeslagensysteem aanwezig die het oplossen van dit probleem in de weg zitten?
96 Klopt het dat in het oorspronkelijke OCTAS-rapport ook een variant voor mensen zonder recent arbeidsverleden was uitgewerkt? Zo ja, wat is de reden dat deze niet meer is opgenomen in het OCTAS-rapport? Is het mogelijk om deze conceptvariant te ontvangen?
97 Hoe groot is de groep mensen die geen of een beperkt arbeidsvermogen hebben zonder recent arbeidsverleden? Hoeveel van hen zitten in de Participatiewet, Wajong of ontvangen geen uitkering? Zijn er nog andere regelingen waarop deze mensen aanspraak maken?
98 De commissie heeft geen betaalbare, uitlegbare en uitvoerbare variant gevonden om een oplossing te bieden voor de grote groep mensen binnen de Participatiewet die geen of beperkt arbeidsvermogen heeft, behoort nader onderzoek hiernaar tot de eerste stap die het kabinet omschrijft, namelijk het voorbereiden van de benodigde informatie waarvan een nieuw kabinet gebruik kan maken om tot keuzes te komen?
99 Kan het kabinet voorbeeldberekeningen laten zien van ruimere bijverdiengrenzen met bijbehorende effecten op het recht op toeslagen, en het gezamenlijke effect op het totale inkomen?
100 Ziet het kabinet de mogelijkheid om, met het oog op dat het kabinet schrijft dat gegeven de urgentie van de knelpunten het huidige stelsel het van groot belang is dat een volgend kabinet zo goed en zo snel mogelijk in staat wordt gesteld om te komen tot een overweging met betrekking tot de voorgestelde scenario’s, nader onderzoek te doen naar mogelijkheden voor de groep mensen die geen of een beperkt arbeidsvermogen hebben zonder recent arbeidsverleden?
101 In hoeverre zijn de geschetste ontwikkelingen van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 meegenomen in de effecten op financiering van de drie voorgestelde opties in het OCTAS-rapport? In hoeverre is er een duidelijk beeld van de financiële consequenties die de demografische ontwikkeling veroorzaakt in het huidige stelsel?
102 Aangegeven wordt dat OCTAS de indruk heeft dat de AVG meer mogelijkheden biedt dan in de praktijk wordt toegepast, kunt u hier voorbeelden van geven?
103 De bedragen bij de budgettaire effecten lijken vreemd, bijvoorbeeld het verlagen van de WIA-drempel naar 25% dat slechts 300 miljoen euro kost, kunt u de juistheid van de cijfers bevestigen?