Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over maatregelen in het kader van het asiel en migratiebeleid
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D13426, datum: 2024-04-04, bijgewerkt: 2024-04-15 12:19, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1474).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van zaak 2024Z03901:
- Gericht aan: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1474
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over maatregelen in het kader van het asiel- en migratiebeleid (ingezonden 11 maart 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 april 2024).
Vraag 1
Kan de Staatssecretaris een overzicht naar de Kamer sturen van alle maatregelen die, in het kader van het asiel- en migratiebeleid, het kabinet op zichzelf wenselijk zou vinden maar die niet kunnen worden ingevoerd omdat Nederland het Vluchtelingenverdrag heeft ondertekend?
Antwoord 1
Zoals vaker aangegeven zijn voor het kabinet de geldende verdragen waaronder het Vluchtelingenverdrag het uitgangspunt van kabinetsbeleid en is van aanpassing daarvan thans geen sprake. Om die reden is van maatregelen die niet binnen het Vluchtelingenverdrag geen sprake en kan daarvan geen overzicht worden geboden.
Wel kan ik uw Kamer in dit verband nogmaals wijzen op de verkenning «Terechte vraag, verkeerd aanknopingspunt» van mr. J.P.H. Donner en mr. dr. M. den Heijer. De verkenning richtte zich op de vraag of het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties uit 1951 nog bij de tijd is. De verkenning is op 3 juli 2020 door de toenmalige Staatssecretaris aan de Kamer aangeboden. Uitkomst van de verkenning was onder andere dat de mogelijkheden om nationaal beleid te voeren beperkter zijn geworden, maar dat het Vluchtelingenverdrag daar niet de oorzaak van is. Veel nadrukkelijker vloeien beperkingen, volgens de opstellers, voort uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), het recht van de EU en de jurisprudentie inzake het Verdrag en de EU wet- en regelgeving.
Vraag 2
Kan de Staatssecretaris een overzicht naar de Kamer sturen van alle voordelen die het Vluchtelingenverdrag Nederland biedt?
Antwoord 2
Het Vluchtelingenverdrag creëert een aantal rechten en plichten voor zowel de verdragsluitende staten als voor individuele vluchtelingen. Of deze rechten en plichten kunnen of moeten gekwalificeerd als voordelen is geen objectief gegeven. Wel kan ik ook in dit kader wijzen op de in het vorige antwoord genoemde verkenning.
Vraag 3
Kan de Staatssecretaris de bovenstaande twee vragen binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 3
Dit is helaas niet gelukt.