Reactie op het amendement van het lid Omtzigt c.s. ter vervanging van nr. 45 over het versoberen van de zgn. 30%-regeling (Kamerstuk 36418-63)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Brief regering
Nummer: 2024D13865, datum: 2024-04-08, bijgewerkt: 2024-04-18 12:57, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-VIII-122).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Reactie op het amendement van het lid Omtzigt c.s. ter vervanging van nr. 45 over het versoberen van de zgn. 30%-regeling (Kamerstuk 36418-63)
- Beslisnota bij Kamerbrief Reactie op het amendement van het lid Omtzigt c.s. ter vervanging van nr. 45 over het versoberen van de zgn. 30%-regeling (Kamerstuk 36418-63)
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 VIII-122 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2024Z05985:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-09 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-18 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-10-23 14:00: DUO en Hoger onderwijs (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-10-24 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024
Nr. 122 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2024
Op 26 maart jl. heeft uw Kamer mij verzocht om een brief over de mogelijke invulling van het amendement Omtzigt1, dat voorziet in een rentemaatregel voor leenstelselstudenten.2
Op 21 december jl. heb ik uw Kamer een brief gestuurd die hierin voorziet.3 Deze brief heb ik bijgevoegd en ik acht uw verzoek hiermee ingewilligd. Ik kijk nog altijd uit naar de richting die uw Kamer hieraan wenst te geven.
In de brief heb ik tevens aangegeven dat een spoedig besluit noodzakelijk was om snelle invoering – afhankelijk van de variant was dat ten tijde van de brief op zijn vroegst in 2026 – mogelijk te maken, en dat ik er daarom naar uit keek tijdens de begrotingsbehandeling de voorkeur van uw Kamer te vernemen. Omdat inmiddels enige tijd verstreken is, zal ik op het moment dat uw Kamer een richting aangeeft, een nieuwe planning delen met uw Kamer. Dat biedt ook duidelijkheid en zekerheid richting studenten die onder het leenstelsel hebben gestudeerd. Want deze studenten verdienen naast zekerheid een betrouwbare overheid die haar beloftes waar kan maken.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf