[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Brief van het Presidium over een adviesaanvraag aan de Autoriteit Persoonsgegevens inzake de Teams Openbare Orde en Inlichtingen (TOOI)

Politie

Brief Presidium

Nummer: 2024D14309, datum: 2024-04-10, bijgewerkt: 2024-04-16 14:30, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29628-1215).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29628 -1215 Politie.

Onderdeel van zaak 2024Z06177:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

29 628 Politie

Nr. 1215 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 10 april 2024

Het Presidium legt hierbij, conform artikel 7.35 lid 2 van het Reglement van Orde, aan u voor het verzoek van de commissie Justitie en Veiligheid bij brief van 22 maart 2024 om advies te vragen aan Autoriteit Persoonsgegevens inzake de Teams Openbare Orde en Inlichtingen (TOOI).

Het Presidium stelt u voor in te stemmen met het bijgevoegde verzoek en dit door te geleiden aan de Autoriteit Persoonsgegevens.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
Martin Bosma

BIJLAGE BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan het Presidium

Den Haag, 22 maart 2024

De commissie Justitie en Veiligheid heeft in haar procedurevergadering van 20 maart 2024 besloten om de Autoriteit Persoonsgegevens te verzoeken om onderzoek te doen naar de activiteiten van de TOOI in de afgelopen vier jaar. Een uitgewerkte adviesaanvraag is als bijlage aan deze brief gehecht (zie bijlage 1).

Namens de commissie verzoek ik het Presidium deze adviesaanvraag ter instemming voor te leggen aan de Kamer.

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,
Anne Brood

BIJLAGE Adviesvraag Autoriteit Persoonsgegevens

Voorgesteld wordt om de volgende vragen aan de Autoriteit Persoonsgegevens voor te leggen:

1. Wat waren de activiteiten van de TOOI in de afgelopen vier jaar? Welke rode lijnen zijn er in de aard en omvang van die activiteiten herkennen?

2. Welke soorten gegevens verzamelden de TOOI bij hun activiteiten en met wie (andere overheden/organisaties in Nederland of andere landen) zijn deze gegevens vervolgens (al dan niet via andere onderdelen van de politie, de ID’en1 of de gemeente) gedeeld?

3. Zijn de TOOI met hun activiteiten binnen de kaders van geldende wet- en regelgeving gebleven (in het bijzonder artikel 3 van de Politiewet en het in de rechtspraak vastgestelde criterium dat onder dit artikel persoonsgegevens verzameld mogen worden als dit niet meer dan een geringe inbreuk maakt op het grondrecht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van burgers)? Indien dit niet het geval is geweest, in welke mate en op welke wijze zijn de kaders van geldende wet- en regelgeving overschreden?

Voorgesteld wordt om hierbij de volgende toelichting aan de AP mee te geven:

– De commissie zou graag een indicatief beeld krijgen over de aard en omvang van de activiteiten van de TOOI in de afgelopen vier jaar, in het bijzonder in de coronaperiode. De commissie meent hiermee niet dat alle afzonderlijke handelingen van de TOOI in de afgelopen vier jaar onderzocht worden. Wel dat die dossiers onderzocht worden waaruit de AP conclusies kan trekken over de aard, omvang en rechtmatigheid van de activiteiten van de TOOI in de afgelopen vier jaar, in het bijzonder in de coronaperiode.

– De commissie zou graag zien dat de AP contact zoekt met de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen-en Veiligheidsdiensten (CTIVD) in het kader van diens toezichthoudende functie op de ID’en. Deze afstemming wordt als wenselijk gezien vanuit het oogpunt dat zo onderzocht kan worden of, en zo ja in hoeverre de TOOI zich buiten hun bevoegdheden op het terrein van de ID’en hebben begeven door (in samenwerking met de ID’en of door gegevensdeling met de ID’en) activiteiten te ontplooien in het nationale veiligheidsdomein.

– De commissie kan zich voorstellen dat de AP afstemming zoekt met de Inspectie Justitie en Veiligheid in het kader van diens toezichthoudende functie op de Nationale Politie.

– De commissie hecht eraan dat de politie de mogelijkheid heeft een reactie te geven op de onderzoeksresultaten voordat deze openbaar worden. Zij geeft de AP daarom de overweging mee – voor zover dat niet al in de onderzoeksopzet vervat zit – de politie expliciet te horen over de bevindingen voordat deze openbaar worden.

– De Kamer ontvangt het advies bij voorkeur zoveel mogelijk in een openbare vorm. Als dat ten aanzien van bepaalde informatie niet mogelijk is, dan ontvangt zij het advies graag in twee delen: informatie die openbaar gedeeld kan worden en informatie die vertrouwelijk gedeeld kan worden.

– De AP wordt gevraagd om het onderzoek zo snel als redelijkerwijs af te ronden en in ieder geval voor het najaarsreces 2024 een update aan de Kamer te sturen.


  1. Inlichtingendiensten (ID’en) maken beheersmatig deel uit van de Nationale Politie, en worden aangestuurd door de AIVD (onder gezag van de Minister van BZK). De ID’en verrichten taken in het kader van de nationale veiligheid onder verantwoordelijkheid van de AIVD, op basis van de Wiv. Zij houden zich niet (meer) bezig met de openbare orde. Deze taak is thans belegd bij de Teams Openbare Orde Inlichtingen (TOOI) en wordt verricht onder de verantwoordelijkheid van de burgemeester, op basis van de Politiewet. Zie Toezichtsrapport Over de aansturing van de inlichtingendiensten bij de politie en de KMar door de AIVD en de MIVD, CTIVD, nr 76, p. 15 en 27.↩