[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2024D14372, datum: 2024-04-18, bijgewerkt: 2024-06-10 13:32, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36550-XVII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36550 XVII-2 Wijziging van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2024Z06204:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023‒2024
36 550XVII Wijziging van de begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

E.N.A.J. Schreinemacher

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024 van hoofdstuk XVII van de begroting van het Rijk.

In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen met de belangrijkste mutaties op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking met een toelichting op de substantiële verschillen.

Hoofdstuk 3 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel (tabel 1) conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de vorige stand op artikelniveau.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Een hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen leiden tot een tegenvaller binnen het ODA-budget, waardoor een herschikking van het BHOS-budget plaatsvindt. Deze meerkosten van asiel worden grotendeels bekostigd uit het bufferartikel van de BHOS-begroting in 2026 en een kasschuif vanuit 2025. Per saldo resteert in 2026 een ombuiging van EUR 288 miljoen op de BHOS-begroting. In deze eerste suppletoire begroting wordt de ombuiging op artikelniveau verwerkt en administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» op de artikelonderdelen 1.3, 2.3, 3.1, 4.3 en 5.2. Evenals bij de ombuigingen die in de begroting 2024 zijn verwerkt zijn in de berekening de intensiveringen uit het coalitieakkoord en de BHOS-nota rekenkundig ontzien. Bij een volgend begrotingsmoment wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging is verwerkt en is verdeeld naar de artikelonderdelen.

Middels de extrapolatie wordt het jaar 2029 toegevoegd aan de begrotingshorizon. Hierdoor bevat het jaar 2029 in de tabellen ‘Budgettaire gevolgen van beleid’ zowel de mutaties uit deze eerste suppletoire begroting als een extrapolatie van de jaarbedragen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verhoging van de geraamde uitgaven op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) met EUR 213 miljoen en een verhoging van de geraamde ontvangsten met EUR 11,9 miljoen. De belangrijkste uitgavenmutaties bij eerste suppletoire begroting worden in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 3.

Vastgestelde begroting 2024 3 719 718
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 1.2 6 196
2) Klimaat 2.3 31 000
3) Maatschappelijk middenveld 3.3 20 000
4) Humanitaire hulp 4.1 44 000
5) Overig armoedebeleid 5.2 163 324
6) Overige mutaties div. ‒ 51 502
Stand 1e suppletoire begroting 2024 3 932 736

Toelichting

1) In de eerste suppletoire begroting 2024 worden de uitgaven op artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie verhoogd. De verhoging komt door een structurele verhoging van de RVO-bijdrage noodzakelijk vanwege loon- en prijsbijstelling en additionele bouwkosten voor de Osaka Expo.

2) Vanuit het verdeelartikel wordt EUR 34 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van het doorlenen van trekkingsrechten aan het Resilience and Sustainability Trust van het IMF.

3) De extra toestroom van asielzoekers uit DAC-landen heeft in 2023 tot een herschikking binnen het ODA-budget geleid. Dit betekent een totale ombuiging van EUR 3,5 miljard in de periode 2023 t/m 2026 op de BHOS-begroting. Om het imago van Nederland als betrouwbare partner in ontwikkelingssamenwerking niet te schaden, was het uitgangspunt bij de verwerking van de ombuigingen dat lopende contracten niet zouden worden opengebroken. Er wordt nu bijgestuurd op het uitgavenbudget in 2024 en 2025 ter voorkoming dat contracten met partnerorganisaties onder het VMM-subsidiekader Power of Voices alsnog zouden moeten worden open gebroken na het initieel verwerken van de ODA-ombuigingen uit 2023 en verder.

4) Het uitgavenbudget voor 2024 op artikelonderdeel 4.1 neemt toe. In verband met groeiende crises wereldwijd (in o.a. Gaza en Soedan) wordt vanuit het verdeelartikel 5.4 EUR 49 miljoen overgeheveld naar het instrument Noodhulp bijdragen op artikel 4.1 ten behoeve van humanitaire hulpverlening bij acute crises. Dit bedrag wordt o.a. ingezet voor een aanvullende bijdrage voor 2024 aan het Central Emergency Response Fund (CERF) van de Verenigde Naties (VN) (EUR 10 miljoen), waarmee VN-organisaties snel kunnen inspringen op acute noden (in 2023 o.a. in Gaza, Soedan en Libië). Daarnaast wordt EUR 5 miljoen ingezet voor een bijdrage voor de VN-gezant voor wederopbouw voor Gaza, door een overheveling naar het Stabiliteitsfonds op de begroting van Buitenlandse Zaken (artikel 2.4).

5) Ten aanzien van artikelonderdeel 5.2 neemt het budget toe. Dit komt door een reservering van EUR 20 miljoen die bedoeld is voor de wederopbouw in Gaza. Bij besteding van deze reservering wordt bepaald waar in de begroting dit budget nodig is en zal waar nodig over artikelen worden overgeheveld. Daarnaast heeft het kabinet voor de jaren 2024 en 2025 additionele middelen voor niet-militaire steun aan Oekraïne beschikbaar gesteld. Deze middelen staan op artikelonderdeel 5.2. Waar nodig wordt het budget op een later moment nog naar artikel (onderdeel) overgeheveld.

Vastgestelde begroting 2024 57 815
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Teruggave Europese Investeringsbank 5.21 11 991
Stand 1e suppletoire begroting 2024 69 806

Toelichting

1) In 2024 wordt een ontvangst verwacht op artikel 5.21 vanwege een teruggave van de Europese Investeringsbank (EIB). Het betreft ongeveer EUR 12 miljoen in 2024 en in latere jaren ongeveer EUR 100.000 per jaar tot en met 2028.

3 Beleidsartikelen

Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 411.111 0 411.111 36.769 447.880 7.000 ‒ 6.100 15.450 6.200 521.207
Uitgaven 601.497 0 601.497 5.596 607.093 3.803 ‒ 31.085 7.100 7.100 711.179
1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem, inclusief MVO 35.114 0 35.114 1.500 36.614 2.000 5.100 6.200 6.200 40.556
Subsidies (regelingen) 19.729 0 19.729 1.500 21.229 ‒ 2.500 3.100 6.200 6.200 24.767
MVO en beleidsondersteuning (ODA) 15.506 0 15.506 0 15.506 ‒ 4.500 ‒ 2.000 0 0 15.875
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) 4.223 0 4.223 1.500 5.723 2.000 5.100 6.200 6.200 8.892
Opdrachten 2.281 0 2.281 0 2.281 0 0 0 0 2.294
MVO en beleidsondersteuning (non-ODA) 2.281 0 2.281 0 2.281 0 0 0 0 2.294
Bijdrage aan agentschappen 1.909 0 1.909 0 1.909 0 0 0 0 2.300
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 1.909 0 1.909 0 1.909 0 0 0 0 2.300
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 11.195 0 11.195 0 11.195 4.500 2.000 0 0 11.195
MVO en beleidsondersteuning (ODA) 5.000 0 5.000 0 5.000 4.500 2.000 0 0 5.000
Contributies internationaal ondernemen (non-ODA) 6.195 0 6.195 0 6.195 0 0 0 0 6.195
1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 98.273 0 98.273 6.196 104.469 3.903 4.000 3.000 3.000 95.273
Subsidies (regelingen) 30.781 0 30.781 0 30.781 0 0 0 0 30.781
Programma's internationaal ondernemen 10.000 0 10.000 0 10.000 0 0 0 0 10.000
Versterking concurrentiepositie Nederland 6.502 0 6.502 0 6.502 0 0 0 0 6.502
Invest Internationaal 9.780 0 9.780 0 9.780 0 0 0 0 9.780
Dutch Trade and Investment Fund 4.499 0 4.499 0 4.499 0 0 0 0 4.499
Garanties 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0 1.500
Dutch Trade and Investment Fund 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0 1.500
Opdrachten 20.752 0 20.752 3.196 23.948 903 1.000 0 0 14.752
Programma's internationaal ondernemen 10.566 0 10.566 650 11.216 0 0 0 0 10.566
Dutch Trade and Investment Fund 4.186 0 4.186 0 4.186 0 0 0 0 4.186
Wereldtentoonstelling 6.000 0 6.000 2.546 8.546 903 1.000 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 45.240 0 45.240 3.000 48.240 3.000 3.000 3.000 3.000 48.240
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 45.240 0 45.240 3.000 48.240 3.000 3.000 3.000 3.000 48.240
1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 468.110 0 468.110 ‒ 2.100 466.010 ‒ 2.100 ‒ 40.185 ‒ 2.100 ‒ 2.100 575.350
Subsidies (regelingen) 169.690 0 169.690 22.353 192.043 17.900 18.325 16.575 19.050 209.800
Marktontwikkeling en markttoegang 15.450 0 15.450 ‒ 400 15.050 ‒ 400 ‒ 400 ‒ 400 ‒ 400 20.050
Economic governance and institutions 19.900 0 19.900 0 19.900 0 0 0 0 22.400
Financiële sector ontwikkeling 36.105 0 36.105 30.270 66.375 26.630 21.750 20.850 22.550 71.550
Infrastructuurontwikkeling 32.300 0 32.300 ‒ 5.000 27.300 ‒ 5.000 0 0 0 34.100
Duurzame productie en handel 44.890 0 44.890 ‒ 2.100 42.790 ‒ 2.100 ‒ 2.100 ‒ 2.100 ‒ 2.100 49.700
(Jeugd)werkgelegenheid 9.000 0 9.000 0 9.000 0 0 0 0 9.000
Nexus onderwijs en werk 7.065 0 7.065 ‒ 1.937 5.128 ‒ 230 300 0 0 0
Lokale private sector ontwikkeling 4.980 0 4.980 1.520 6.500 ‒ 1.000 ‒ 1.225 ‒ 1.775 ‒ 1.000 3.000
Leningen 38.873 0 38.873 0 38.873 0 0 0 0 85.000
Infrastructuurontwikkeling 8.873 0 8.873 0 8.873 0 0 0 0 10.000
Financiële sector ontwikkeling 30.000 0 30.000 0 30.000 0 0 0 0 75.000
Garanties 10.000 0 10.000 0 10.000 0 0 0 0 10.000
Financiële sector ontwikkeling 10.000 0 10.000 0 10.000 0 0 0 0 10.000
Opdrachten 58.000 0 58.000 0 58.000 0 0 0 0 63.350
Marktontwikkeling en markttoegang 12.000 0 12.000 0 12.000 0 0 0 0 12.000
Economic governance and institutions 17.000 0 17.000 0 17.000 0 0 0 0 17.000
Financiële sector ontwikkeling 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 1.000
Infrastructuurontwikkeling 1.750 0 1.750 0 1.750 0 0 0 0 1.750
(Jeugd)werkgelegenheid 26.250 0 26.250 0 26.250 0 0 0 0 31.600
Bijdrage aan agentschappen 24.000 0 24.000 0 24.000 0 0 0 0 26.000
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 24.000 0 24.000 0 24.000 0 0 0 0 26.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 167.547 0 167.547 ‒ 24.453 143.094 ‒ 20.000 ‒ 20.425 ‒ 18.675 ‒ 21.150 181.200
International Labour Organisation 5.700 0 5.700 0 5.700 0 0 0 0 5.700
Lokale private sector ontwikkeling 39.341 0 39.341 1.421 40.762 1.500 725 2.475 0 35.150
Marktontwikkeling en markttoegang 15.767 0 15.767 400 16.167 400 400 400 400 18.600
Partnershipprogramma ILO 6.500 0 6.500 ‒ 50 6.450 ‒ 50 950 950 950 6.450
Economic governance and institutions 6.000 0 6.000 0 6.000 0 0 0 0 6.000
Financiële sector ontwikkeling 16.000 0 16.000 0 16.000 0 0 0 0 16.000
Infrastructuurontwikkeling 68.499 0 68.499 ‒ 26.634 41.865 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000 ‒ 20.000 93.300
Nexus onderwijs en werk 9.740 0 9.740 410 10.150 ‒ 1.850 ‒ 2.500 ‒ 2.500 ‒ 2.500 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 ‒ 38.085 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 ‒ 38.085 0 0 0
Ontvangsten 14.000 0 14.000 0 14.000 0 0 0 0 14.000
Verplichtingen 411 111 0 411 111 36 769 447 880 0 0 0 0
garantieverplichtingen 100 000 0 100 000 0 100 000
overige verplichtingen 311 111 0 311 111 36 769 347 880

Toelichting


Verplichtingen
In de eerste suppletoire begroting 2024 worden de verplichtingen op artikel 1 verhoogd o.a. voor het uitvoeren van het toezicht op de IMVO-wetgeving (CSDDD richtlijn) en voor nieuwe programma's bij de ambassades. In 2025 stijgt het budget door nieuwe verplichtingen in het kader van Osaka Expo en hogere uitvoeringskosten RVO vanwege loon en prijspeil aanpassingen. Verder wordt het verplichtingenbudget in 2026 naar beneden bijgesteld door een verlaging van het verplichtingenbudget van de ambassades en het doorschuiven van de ILO bijdrage naar 2027. In 2028 wordt het verplichtingenbudget verhoogd door nieuwe verplichtingen voor ILO en de bijdrage aan RVO. De mutatie voor 2029 betreft de toevoeging van het gehele verplichtingenbudget.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen zijn voor 89% juridisch verplicht (stand midden april 2024).

Artikelonderdeel 1.1
In de eerste suppletoire begroting 2024 worden de uitgaven op artikel 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem, inclusief MVO structureel verhoogd in het kader van de uitvoering van het toezicht op de IMVO-wetgeving (CSDDD-richtlijn) en de anti-dwangarbeidverordening (FLR). De CSDDD-richtlijn verplicht grote bedrijven misstanden in hun waardeketen op mens en milieu in kaart te brengen en aan te pakken. Verder ziet de anti-dwangarbeidverordening erop toe dat producten die gemaakt worden met dwangarbeid verboden worden en niet meer op de EU-markt gebracht worden.

Artikelonderdeel 1.2
In de eerste suppletoire begroting 2024 worden de uitgaven op artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie verhoogd. De verhoging komt door een structurele verhoging van de RVO bijdrage, additionele bouwkosten voor de Osaka Expo en door een overheveling voor de doorlopende bijdrage aan RVO (Netherlands Branding programma). Verder worden de uitgave o.a. in 2025 en 2026 verhoogd in het kader van Osaka Expo.

Nog te verdelen
Als gevolg van de hogere bezetting en prijs bÄł het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op het ODA-budget van artikel 1 wordt EUR 38 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 1.3. Bij een volgend begrotingsmoment kan en zal inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging uiteindelijk zal worden verwerkt en verdeeld naar de artikelonderdelen.

Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 753.948 0 753.948 524.501 1.278.449 ‒ 27.766 61.219 11.002 27.502 804.139
Uitgaven 905.844 0 905.844 28.943 934.787 ‒ 57 ‒ 74.324 43 43 1.141.825
2.1 Voedselzekerheid 392.345 0 392.345 0 392.345 0 0 0 0 439.295
Subsidies (regelingen) 97.202 0 97.202 9.230 106.432 30.300 19.250 4.500 ‒ 10.700 91.000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen 13.000 0 13.000 0 13.000 0 ‒ 3.000 0 0 20.000
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector 10.000 0 10.000 10.000 20.000 10.000 10.000 10.000 0 21.000
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid 3.000 0 3.000 0 3.000 0 0 0 0 3.000
Uitbannen huidige honger en voeding 19.000 0 19.000 0 19.000 0 0 ‒ 14.400 ‒ 14.000 12.000
Voedselzekerheid 52.202 0 52.202 ‒ 770 51.432 20.300 12.250 8.900 3.300 35.000
Opdrachten 23.000 0 23.000 ‒ 8.272 14.728 ‒ 9.000 ‒ 9.000 ‒ 12.700 ‒ 12.500 16.500
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid 13.000 0 13.000 ‒ 1.000 12.000 0 0 ‒ 3.700 ‒ 4.000 15.000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen 10.000 0 10.000 ‒ 7.272 2.728 ‒ 9.000 ‒ 9.000 ‒ 9.000 ‒ 8.500 1.500
Bijdrage aan agentschappen 3.132 0 3.132 0 3.132 0 0 0 0 3.795
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 3.132 0 3.132 0 3.132 0 0 0 0 3.795
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 269.011 0 269.011 ‒ 958 268.053 ‒ 21.300 ‒ 10.250 8.200 23.200 328.000
Voedselzekerheid 131.854 0 131.854 13.792 145.646 10.475 12.300 33.200 38.700 173.000
Realiseren ecologische houdbare voedselsystemen 24.000 0 24.000 0 24.000 ‒ 4.000 0 ‒ 19.000 ‒ 10.000 45.000
Bevorderen inclusieve, duurzame groei in de agrarische sector 40.500 0 40.500 0 40.500 ‒ 10.000 ‒ 5.200 0 2.500 61.000
Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid 26.000 0 26.000 0 26.000 0 0 0 0 27.000
Uitbannen huidige honger en voeding 46.657 0 46.657 ‒ 14.750 31.907 ‒ 17.775 ‒ 17.350 ‒ 6.000 ‒ 8.000 22.000
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2.2 Water 194.164 0 194.164 ‒ 2.057 192.107 ‒ 2.057 ‒ 2.057 ‒ 2.057 ‒ 2.057 231.657
Subsidies (regelingen) 55.158 0 55.158 ‒ 557 54.601 ‒ 7.687 ‒ 1.877 3.043 4.693 75.179
Waterbeheer 27.119 0 27.119 2.293 29.412 1.443 2.443 2.943 3.693 38.500
Drinkwater en sanitatie 28.039 0 28.039 ‒ 2.850 25.189 ‒ 9.130 ‒ 4.320 100 1.000 36.679
Opdrachten 5.250 0 5.250 ‒ 1.500 3.750 ‒ 500 0 ‒ 2.000 250 4.378
Waterbeheer 5.250 0 5.250 ‒ 1.500 3.750 ‒ 500 0 ‒ 2.000 250 4.378
Bijdrage aan agentschappen 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 2.000
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 2.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 131.756 0 131.756 0 131.756 6.130 ‒ 180 ‒ 3.100 ‒ 7.000 150.100
Waterbeheer 89.656 0 89.656 ‒ 4.000 85.656 ‒ 470 ‒ 5.780 ‒ 3.100 ‒ 7.000 89.600
Drinkwater en sanitatie 42.100 0 42.100 4.000 46.100 6.600 5.600 0 0 60.500
2.3 Klimaat 319.335 0 319.335 31.000 350.335 2.000 ‒ 72.267 2.100 2.100 470.873
Subsidies (regelingen) 98.882 0 98.882 ‒ 1.677 97.205 37.200 41.200 49.200 49.200 143.400
Klimaat algemeen 32.882 0 32.882 123 33.005 0 0 0 0 32.400
Hernieuwbare energie 26.000 0 26.000 0 26.000 0 0 0 0 26.000
Dutch Fund for Climate and Development 40.000 0 40.000 ‒ 30.000 10.000 0 0 0 0 40.000
Bosbehoud 0 0 0 28.200 28.200 37.200 41.200 49.200 49.200 45.000
Bijdrage aan agentschappen 3.400 0 3.400 0 3.400 0 0 0 0 3.400
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 3.400 0 3.400 0 3.400 0 0 0 0 3.400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 217.053 0 217.053 32.677 249.730 ‒ 35.200 ‒ 39.200 ‒ 47.100 ‒ 47.100 324.073
Contributie IZA/IZT 357 0 357 1 358 1 1 1 1 358
Klimaatprogramma's (non-ODA) 1.595 0 1.595 ‒ 100 1.495 ‒ 100 ‒ 100 0 0 1.555
Klimaat algemeen 150.459 0 150.459 ‒ 139.224 11.235 ‒ 222.101 ‒ 247.101 ‒ 257.101 ‒ 257.101 19.018
Hernieuwbare energie 56.000 0 56.000 0 56.000 0 0 0 0 86.000
UNEP 8.642 0 8.642 0 8.642 0 0 0 0 7.142
Bosbehoud 0 0 0 11.000 11.000 22.000 28.000 30.000 30.000 30.000
Multilaterale klimaatfondsen 0 0 0 127.000 127.000 165.000 180.000 180.000 180.000 180.000
Resilience and Sustainability Trust 0 0 0 34.000 34.000 0 0 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 ‒ 74.267 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 ‒ 74.267 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen
Het verplichtingenbudget in 2024 neemt toe met EUR 524,5 miljoen. De grootste posten zijn het afsluiten van het Food Systems Resilience Program met de Wereldbank voor Oost en Zuidelijk Afrika, dit betreft een verplichting van EUR 173 miljoen (2024-2030). In 2024 wordt een vervolg gegeven aan de 10 jaar Nederlandse inzet om beschikbaarheid van goede kwaliteit zaaigoed in Afrika te verbeteren, EUR 100 miljoen (2024-2034). Daarnaast is er EUR 10,5 miljoen verplichtingenbudget overgemaakt vanuit 1.3 naar 2.3 voor het National Initiatives for Sustainable & Climate Smart Oil Palm Smallholders (NISCOPS) programma van IDH. Bovendien is het verplichtingenbudget verhoogd in het kader van de bijdrage aan het International Fund for Agricultural Development (IFAD) voor EUR 128 miljoen en voor EUR 34 miljoen om het doorlenen van trekkingsrechten aan het Resilience and Sustainability Trust (RST) van het IMF mogelijk te maken. Tot slot wijzigt het verplichtingenbudget door diverse lokale projecten voor EUR 79 miljoen.

Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat zijn voor 95% juridisch verplicht (stand midden april 2024).

Artikelonderdeel 2.3
Vanuit het verdeelartikel wordt EUR 34 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van het doorlenen van trekkingsrechten aan het Resilience and Sustainability Trust van het IMF. Deze reservering doet daarmee recht aan de toezegging aan het kamerlid Hirsch bij de begrotingsbehandeling 2024 om binnen de begroting een substantieel bedrag vrij te maken voor de aanpak van grondoorzaken van armoede en irreguliere migratie. De Resilience & Sustainability Trust helpt lage-inkomenslanden en kwetsbare middeninkomenslanden weerbaarheid op te bouwen tegen externe schokken als klimaatverandering en verzekert op deze wijze duurzame groei. De trust voorziet daarmee in betaalbare financiering van de bestrijding van de grondoorzaken van armoede.

Nog te verdelen
Als gevolg van de hogere bezetting en prijs bÄł het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op artikel 2 wordt EUR 74 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 2.3. Bij een volgend begrotingsmoment kan en zal inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging uiteindelijk zal worden verwerkt en verdeeld naar de artikelonderdelen.

Artikel 3: Sociale vooruitgang

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 309.676 0 309.676 64.224 373.900 ‒ 91.342 110.660 43.577 ‒ 74.123 383.272
Uitgaven 802.998 0 802.998 21.725 824.723 6.725 ‒ 70.234 2.155 2.155 900.134
3.1 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 508.537 0 508.537 1.725 510.262 1.725 ‒ 70.234 2.155 2.155 558.939
Subsidies (regelingen) 201.576 0 201.576 9.618 211.194 2.765 ‒ 613 ‒ 5.139 ‒ 6.254 271.840
Mondiale gezondheid en SRGR 201.576 0 201.576 9.618 211.194 2.765 ‒ 613 ‒ 5.139 ‒ 6.254 271.840
Opdrachten 17.825 0 17.825 0 17.825 0 0 0 0 17.975
Mondiale gezondheid en SRGR 17.825 0 17.825 0 17.825 0 0 0 0 17.975
Bijdrage aan agentschappen 139 0 139 0 139 0 0 0 0 100
Rijksdienst voor ondernemend Nederland 139 0 139 0 139 0 0 0 0 100
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 288.997 0 288.997 ‒ 7.893 281.104 ‒ 1.040 2.768 7.294 8.409 269.024
WHO/PAHO 6.713 0 6.713 409 7.122 409 409 409 409 7.122
Mondiale gezondheid en SRGR 184.882 0 184.882 ‒ 8.302 176.580 ‒ 1.449 2.359 6.885 8.000 164.500
UNFPA 60.000 0 60.000 0 60.000 0 0 0 0 60.000
UNAIDS 23.000 0 23.000 0 23.000 0 0 0 0 23.000
Partnershipprogramma WHO 14.402 0 14.402 0 14.402 0 0 0 0 14.402
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 ‒ 72.389 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 ‒ 72.389 0 0 0
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 47.609 0 47.609 0 47.609 0 0 0 0 52.439
Subsidies (regelingen) 34.109 0 34.109 0 34.109 0 0 0 0 46.439
Vrouwenrechten 34.109 0 34.109 0 34.109 0 0 0 0 46.439
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 13.500 0 13.500 0 13.500 0 0 0 0 6.000
Vrouwenrechten 7.500 0 7.500 0 7.500 0 0 0 0 0
UNWOMEN 6.000 0 6.000 0 6.000 0 0 0 0 6.000
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3.3 Maatschappelijk middenveld 182.859 0 182.859 20.000 202.859 5.000 0 0 0 219.206
Subsidies (regelingen) 167.592 0 167.592 15.870 183.462 3.843 5.345 5.345 5.345 217.056
Versterking maatschappelijk middenveld 167.592 0 167.592 15.870 183.462 3.843 5.345 5.345 5.345 217.056
Opdrachten 7.282 0 7.282 0 7.282 0 0 0 0 2.000
Versterking maatschappelijk middenveld 6.000 0 6.000 0 6.000 0 0 0 0 2.000
Versterking maatschappelijk middenveld Monitoringsfonds 1.282 0 1.282 0 1.282 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 7.985 0 7.985 4.130 12.115 1.157 ‒ 5.345 ‒ 5.345 ‒ 5.345 150
Versterking maatschappelijk middenveld 7.985 0 7.985 4.130 12.115 1.157 ‒ 5.345 ‒ 5.345 ‒ 5.345 150
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3.4 Onderwijs 63.993 0 63.993 0 63.993 0 0 0 0 69.550
Subsidies (regelingen) 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0 0
Onderzoeksprogramma's 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0 0
Opdrachten 60.140 0 60.140 0 60.140 0 0 0 0 69.550
Onderwijs 200 0 200 0 200 0 0 0 0 100
Onderzoeksprogramma's 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 1.500
Hoger Onderwijs 57.940 0 57.940 0 57.940 0 0 0 0 67.950
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 2.353 0 2.353 0 2.353 0 0 0 0 0
Onderwijs 2.353 0 2.353 0 2.353 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen
In 2024 is er per saldo sprake van een verhoging van het verplichtingenbudget, voornamelijk toe te schrijven aan de uitvoering van landenprogramma’s in Benin, Oeganda en Burundi. In Benin is een voor 2023 geplande activiteit op het gebied van veilige abortus uitgesteld naar 2024 en wordt het UNFPA programma voor seksuele voorlichting aan jongeren verlengd voor een nieuwe fase van vijf jaar. De ophoging van het verplichtingenbudget in Oeganda is vooral voor de nieuwe fase van UNFPA’s ANSWER-programma. In Burundi wordt een meerjarige verplichting aangegaan in verband met de samenwerking met de universiteit in Burundi als onderdeel van het SRGR-programma.

Het verplichtingenbudget in 2025 gaat omlaag en in 2026 omhoog vanwege het doorschuiven van het UNAIDS arrangement welke nu voor 2026 is gepland. Hierdoor wijzigt de verplichtingenruimte wat in 2028 tot een verlaging leidt.

In aanvulling daarop verhoogt het verplichtingenbudget in 2026 en in 2027 vanwege de continuering van het HIV/AIDS-programma in Mozambique.

De verlaging in 2028 van het van verplichtingenbudget is vanwege de aanpassingen van het verplichtingenritme voor UNAIDS arrangement als toegelicht bij 2025.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 3 Sociale vooruitgang zijn voor 85% juridisch verplicht (stand midden april 2024).

Artikelonderdeel 3.1
Er is sprake van een per saldo verhoging van uitgaven op Global Health voor de jaren 2024 tot en met 2029 vanwege een overheveling vanuit beleidsartikel 2.2 voor een bijdrage aan het Global Analysis and Assessment of Sanitation and Drinking Water programma van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO/GLAAS).

Artikelonderdeel 3.3
Er wordt bijgestuurd op het uitgavenbudget in 2024 en 2025 ter voorkoming dat contracten met partnerorganisaties onder het VMM-subsidiekader Power of Voices zouden moeten worden open gebroken na het initieel verwerken van de ODA-ombuigingen uit 2023 en verder vanwege de forse asieltegenvaller bij voorjaarsnota 2023.

Nog te verdelen
Als gevolg van de hogere bezetting en prijs bÄł het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op artikel 3 wordt EUR 72 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 3.1. Bij een volgend begrotingsmoment wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging is verwerkt en is verdeeld naar de artikelonderdelen.

Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 531.190 15.000 546.190 531.578 1.077.768 ‒ 532.998 397.752 ‒ 79.099 ‒ 36.000 750.187
Uitgaven 1.012.165 15.000 1.027.165 43.802 1.070.967 ‒ 198 ‒ 76.799 ‒ 99 0 1.112.260
4.1 Humanitaire Hulp 520.017 15.000 535.017 44.000 579.017 0 0 0 0 520.017
Subsidies (regelingen) 117.000 0 117.000 5.000 122.000 5.000 5.000 5.000 5.000 122.000
Noodhulpprogramma's 117.000 0 117.000 5.000 122.000 5.000 5.000 5.000 5.000 122.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 403.017 15.000 418.017 39.000 457.017 ‒ 5.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 398.017
Noodhulpprogramma's 288.000 15.000 303.000 39.000 342.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 283.000
Noodhulpprogramma's non-ODA 1.017 0 1.017 0 1.017 0 0 0 0 1.017
UNHCR 35.000 0 35.000 0 35.000 0 0 0 0 35.000
UNRWA 19.000 0 19.000 0 19.000 0 0 0 0 19.000
Wereldvoedselprogramma 60.000 0 60.000 0 60.000 0 0 0 0 60.000
4.2 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 291.295 0 291.295 0 291.295 0 0 0 0 357.000
Subsidies (regelingen) 5.000 0 5.000 10.500 15.500 10.500 9.000 8.000 8.000 13.000
Opvang in de regio 5.000 0 5.000 7.500 12.500 7.500 6.000 5.000 5.000 10.000
Migratie en ontwikkeling 0 0 0 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000 3.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 286.295 0 286.295 ‒ 10.500 275.795 ‒ 10.500 ‒ 9.000 ‒ 8.000 ‒ 8.000 344.000
Opvang in de regio 227.295 0 227.295 ‒ 7.500 219.795 ‒ 7.500 ‒ 6.000 ‒ 5.000 ‒ 5.000 288.000
Migratie en ontwikkeling 59.000 0 59.000 ‒ 3.000 56.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 ‒ 3.000 56.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 200.853 0 200.853 ‒ 198 200.655 ‒ 198 ‒ 76.799 ‒ 99 0 235.243
Subsidies (regelingen) 57.653 0 57.653 ‒ 2.200 55.453 0 0 0 0 76.438
Legitieme stabiliteit 7.000 0 7.000 0 7.000 0 0 0 0 18.950
Inclusieve vredes- en politieke processen 15.500 0 15.500 0 15.500 0 0 0 0 13.000
Functionerende rechtsorde 35.153 0 35.153 ‒ 2.200 32.953 0 0 0 0 44.488
Opdrachten 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0 1.500
Inclusieve vredes- en politieke processen 1.500 0 1.500 0 1.500 0 0 0 0 1.500
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 141.700 0 141.700 2.002 143.702 ‒ 198 ‒ 198 ‒ 99 0 157.305
Legitieme stabiliteit 4.000 0 4.000 0 4.000 0 0 0 0 12.000
Functionerende rechtsorde 101.200 0 101.200 2.002 103.202 ‒ 198 ‒ 198 ‒ 99 0 103.000
Inclusieve vredes- en politieke processen 36.500 0 36.500 0 36.500 0 0 0 0 42.305
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 ‒ 76.601 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 ‒ 76.601 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting


Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor 2024 wordt verhoogd, met name doordat een deel van de verplichtingen (EUR 250 miljoen) voor het Prospects 2 programma niet in 2023 maar in 2024 wordt aangegaan. Dit gebeurt meerjarig budgetneutraal doordat de verplichtingenbudgetten voor 2025 t/m 2029 worden verlaagd (totaal EUR 100 miljoen) en door onderbesteding op het verplichtingenbudget voor 2023 (EUR 150 miljoen). Daarnaast wordt het verplichtingenbudget voor 2024 opgehoogd in verband met de subsidietender Contributing to Peaceful and Safe Societies en de subsidietender Migration and Displacement gezien de verschuiving van het moment van toekennen van 2023 naar 2024.

Tot slot vinden verplichtingenschuiven plaats van 2025 naar 2026 (totaal EUR 456 miljoen) doordat de meerjarige verplichtingen voor UNHCR, UNRWA en WFP in 2026 zullen worden aangegaan. Aangezien de daaropvolgende verplichtingen in 2030 zijn voorzien, wordt het verplichtingenbudget voor 2029 naar beneden bijgesteld.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame economische ontwikkeling zijn voor 78% juridisch verplicht (stand midden april 2024).

Artikelonderdeel 4.1

Het uitgavenbudget voor 2024 op artikelonderdeel 4.1 neemt toe. In verband met groeiende crises wereldwijd (in o.a. Gaza en Soedan) wordt vanuit verdeelartikel 5.4 EUR 49 miljoen overgeheveld naar het instrument Noodhulp bijdragen op artikel 4.1 ten behoeve van humanitaire hulpverlening bij acute crises. Dit bedrag wordt o.a. ingezet voor een aanvullende bijdrage voor 2024 aan het Central Emergency Response Fund (CERF) van de Verenigde Naties (VN) (EUR 10 miljoen), waarmee VN-organisaties snel kunnen inspringen op acute noden (in 2023 o.a. in Gaza, Soedan en Libië). Daarnaast wordt EUR 5 miljoen ingezet voor een bijdrage voor de VN-gezant voor wederopbouw voor Gaza, door een overheveling naar het Stabiliteitsfonds op de begroting van Buitenlandse Zaken (artikel 2.4).

Artikelonderdeel 4.2
Binnen artikelonderdeel 4.2 verschuiven budgetten van het instrument bijdragen naar subsidies, met name in verband met toekenningen op het subsidiebeleidskader Migration and Displacement.

Nog te verdelen
Als gevolg van de hogere bezetting en prijs bÄł het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op artikel 4 wordt EUR 77 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 4.3. Bij een volgend begrotingsmoment wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging is verwerkt en is verdeeld naar de artikelonderdelen.

Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 67.954 64.000 131.954 1.118.080 1.250.034 6.996 264.080 80 ‒ 1.627 130.238
Uitgaven 318.214 64.000 382.214 112.952 495.166 85.369 ‒ 223.404 88.504 29.313 2.404.097
5.1 Multilaterale samenwerking 218.595 62.000 280.595 8.900 289.495 ‒ 126 2.690 1.371 1.694 235.942
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 218.595 62.000 280.595 8.900 289.495 ‒ 126 2.690 1.371 1.694 235.942
UNIDO 1.950 0 1.950 0 1.950 0 0 0 0 1.950
UNDP 39.000 0 39.000 0 39.000 0 0 0 0 30.000
UNICEF 44.000 0 44.000 0 44.000 0 0 0 0 33.000
Speciale multilaterale activiteiten 14.587 0 14.587 0 14.587 0 0 0 0 54.077
Assistent deskundigenprogramma 9.000 0 9.000 0 9.000 0 0 0 0 9.000
Internationale Financiële Instellingen 14.158 0 14.158 8.900 23.058 0 0 0 0 8.324
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen 87.789 0 87.789 0 87.789 ‒ 126 2.690 1.371 1.694 91.480
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken 8.111 0 8.111 0 8.111 0 0 0 0 8.111
Bijdrage aan IFI's voor steun OekraĂŻne 0 62.000 62.000 0 62.000 0 0 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
5.2 Overig armoedebeleid 92.376 2.000 94.376 163.324 257.700 251.379 ‒ 22.946 72 ‒ 928 112.044
Subsidies (regelingen) 9.948 0 9.948 ‒ 2.081 7.867 ‒ 800 ‒ 800 ‒ 658 ‒ 658 9.307
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 9.298 0 9.298 ‒ 2.081 7.217 ‒ 800 ‒ 800 ‒ 658 ‒ 658 8.657
Nationale SDG implementatie 650 0 650 0 650 0 0 0 0 650
Opdrachten 200 2.000 2.200 148.090 150.290 252.090 90 90 90 290
Nationale SDG implementatie 200 0 200 90 290 90 90 90 90 290
Programmamiddelen OekraĂŻne - In-kind steun 0 2.000 2.000 0 2.000 0 0 0 0 0
Programmamiddelen OekraĂŻne 0 0 0 148.000 148.000 252.000 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 82.228 0 82.228 ‒ 2.685 79.543 89 4.099 640 ‒ 360 102.447
UNESCO 4.400 0 4.400 0 4.400 0 0 0 0 4.400
Diverse ondersteunende activiteiten 8.993 0 8.993 ‒ 4.518 4.475 ‒ 2.018 2.190 ‒ 1.018 ‒ 1.018 22.618
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling 300 0 300 2.081 2.381 800 800 658 658 658
Schuldverlichting 68.285 0 68.285 ‒ 6.500 61.785 0 0 0 0 74.521
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking 250 0 250 0 250 0 0 0 0 250
Verdragsmiddelen Suriname 0 0 0 6.252 6.252 1.307 1.109 1.000 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 20.000 20.000 0 ‒ 26.335 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0 20.000 20.000 0 ‒ 26.335 0 0 0
5.4 Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen 7.243 0 7.243 ‒ 59.272 ‒ 52.029 ‒ 165.884 ‒ 203.148 87.061 28.547 2.056.111
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen 7.243 0 7.243 ‒ 59.272 ‒ 52.029 ‒ 165.884 ‒ 203.148 87.061 28.547 2.056.111
Nog te verdelen i.v.m.wijzigingen BNI en/of toerekeningen 7.243 0 7.243 ‒ 59.272 ‒ 52.029 ‒ 165.884 ‒ 203.148 87.061 28.547 2.056.111
Ontvangsten 43.815 0 43.815 11.991 55.806 99 100 101 102 27.922
Verplichtingen 67 954 64 000 131 954 1 118 080 1 250 034 0 0 0 0
garantieverplichtingen 0 915 000 915 000
overige verplichtingen 67 954 64 000 131 954 203 080 335 034

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget neemt in 2024 toe. Dit heeft een aantal oorzaken. EUR 30 miljoen heeft te maken met reguliere middelenaanvullingen voor het Asian Development Fund en met kapitaalverhoging van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank. Daarnaast betreft het een verhoging van EUR 62 miljoen die samenhangt met de bijdrage van Nederland aan het Special Program for Ukraine and Moldova Recovory (SPUR), welke in de Nota van Wijziging op de begroting ook is toegelicht. In latere jaren wordt op artikelonderdeel 5.1 een aantal verplichtingen een jaar naar achteren geschoven. Het gaat dan om de meerjarige aanvullende bijdragen voor UNDP en UNICEF. Verder stijgt op artikelonderdeel 5.2 in 2025 en 2026 het verplichtingenbudget omdat in die jaren een meerjarige bijdrage aan het Debt Sustainability Framework (DSF) en de Arrears Clearence van de Wereldbank-IDA worden vastgelegd. Ook wordt het verplichtingenbudget verhoogd vanwege additionele middelen ten behoeve van steun aan Oekraïne (zie onder uitgaven).

Tot slot heeft het kabinet besloten om de garantie aan de African Development Bank te verhogen met maximaal EUR 915 miljoen. Dit leidt tot een verhoging van de garantieverplichtingen. Voor details over deze garantieverhoging wordt verwezen naar het toetsingskader en de begeleidende kamerbrief, welke aan de Tweede Kamer wordt gestuurd.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 5 Multilaterale samenwerking en overige inzet zijn voor 48% juridisch verplicht (stand midden april 2024). Van het budget in 2024 is 27% beleidsmatig gerserveerd ten behoeve van niet-militaire steun aan Oekraïne.

Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 5.1 neemt toe. Dit is met name te verklaren door de extra bijdrage aan het SPUR, welke in de nota van wijziging op de begroting 2024 is toegelicht.

Ten aanzien van artikelonderdeel 5.2 neemt het budget toe. Dit komt door een reservering van EUR 20 miljoen op nog te verdelen die bedoeld is voor de wederopbouw in o.a. Gaza. Bij besteding van deze reservering wordt bepaald waar in de begroting dit budget nodig is en zal waar nodig over artikelen worden overgeheveld. Deze reservering doet daarmee recht aan de toezegging aan het kamerlid Hirsch bij begrotingsbehandeling. Daarnaast heeft het kabinet voor de jaren 2024 en 2025 additionele middelen voor niet-militaire steun aan Oekraïne beschikbaar gesteld. Deze middelen staan op artikelonderdeel 5.2. Indien nodig worden deze middelen bij inzet naar het juiste artikel(onderdeel) overgeheveld.

Kosten eerstejaarsopvang asielzoekers

Een hogere bezetting en prijs bij het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen leiden tot een tegenvaller binnen het ODA-budget wat leidt tot een herschikking van het BHOS-budget. Deze meerkosten van asiel worden grotendeels bekostigd uit het bufferartikel 5.4 van de BHOS-begroting in 2026 en een kasschuif vanuit 2025. Per saldo resteert in 2026 een ombuiging van EUR 288 miljoen op de BHOS-begroting. De meerkosten worden overgeboekt naar de begroting van JenV.

Ontvangsten

In 2024 wordt een ontvangst verwacht vanwege een teruggave van de Europese Investeringsbank (EIB). Het betreft ongeveer EUR 12 miljoen in 2024 en in latere jaren ongeveer EUR 100.000 per jaar tot en met 2028.

Nog te verdelen

Als gevolg van de hogere bezetting en prijs bÄł het COA van eerstejaars asielzoekers uit DAC-landen, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Dit betekent een ombuiging op de BHOS-programma’s in 2026. Op artikel 5 wordt EUR 26 miljoen omgebogen in 2026. Deze ombuiging is administratief geboekt op het instrument «nog te verdelen» binnen artikelonderdeel 5.2. Bij een volgend begrotingsmoment wordt inzichtelijk gemaakt hoe de ombuiging is verwerkt en is verdeeld naar de artikelonderdelen.

Ontwikkelingen verdeelartikel 5.4

Hieronder wordt een overzicht gepresenteerd van de mutaties die hebben plaatsgevonden op het verdeelartikel. Het totaal van de tabel komt overeen met de mutatie die is opgenomen in de eerste suppletoire begroting.

Aanpassing bni raming 68.182
Overboeking binnen BHOS-begroting ‒ 130.822
Desaldering 11.991
Aanpassing asielraming 20.271
HGIS besluitvorming ‒ 41.476
Overige 12.582
Totaal   -59.272

Toelichting:

  1. Vanwege de koppeling met het Bruto Nationaal Inkomen neemt het ODA-budget toe.
  2. Er wordt ongeveer EUR 131 miljoen vanuit het verdeelartikel elders ingezet op de BHOS-begroting. Dit betreft met name EUR 60 miljoen voor humanitaire hulp inclusief een reservering voor wederopbouw Gaza ter hoogte van EUR 20 miljoen. Daarnaast wordt EUR 34 miljoen vanuit het verdeelartikel beschikbaar gesteld ten behoeve van het doorlenen van trekkingsrechten aan het Resilience and Sustainability Trust van het IMF. Deze reserveringen doen daarmee recht aan de toezegging aan het kamerlid Hirsch bij de begrotingsbehandeling om binnen de begroting een substantieel bedrag vrij te maken voor de aanpak van grondoorzaken van armoede en irreguliere migratie. EUR 20 miljoen wordt overgeheveld naar artikel 3.1 maatschappelijk middenveld. Ook wordt EUR 6,2 miljoen naar artikel 5.2 overgeheveld ten behoeve van de Verdragsmiddelen Suriname.
  3. In 2024 wordt een ontvangst vanuit de EIB verwacht. Deze ontvangen middelen kunnen opnieuw ingezet worden voor activiteiten, daarom wordt het uitgavenbudget verhoogd.
  4. Uit de HGIS besluitvorming volgt een mutatie. Dit heeft met name te maken met de terugbetaling van de overschrijding van het ODA-budget in 2023 en de toekenning van structurele ODA LPO-middelen aan de BZ-, OCW-, en JenV-begroting.
  5. De toerekening voor eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen valt in 2024 naar verwachting lager uit. Gecombineerd met de eindafrekening van 2023 leidt dit conform de gebruikelijke systematiek tot een vrijval t.b.v. Het ODA-budget ter hoogte van EUR 20,3 miljoen.
  6. Overige bestaat uit technische mutaties, waardoor het verdeelartikel toeneemt. Het betreft met name een ramingsbijstelling van het Europees Ontwikkelingsfonds, waardoor er ODA-middelen vrijvallen naar het verdeelartikel.
  7. Deze mutatie leidt tot een negatieve stand op het verdeelartikel. Dit wordt overprogrammering genoemd. Overprogrammering houdt in dat er meer programma’s of bijdragen worden gepland dan waarvoor budget beschikbaar is, in de verwachting dat over het algemeen de uitvoering van programma’s en/of betalingen vertraging oploopt. De uitvoering van het beleid leert dat bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd gedurende het jaar kunnen leiden tot vertragingen in de uitputting van de ODA-middelen.

Bijlage 1: Meerjarige juridische verplichtingen

Totaal budget artikel 1 607 577 652 709 709
Totaal vrije ruimte artikel 1 0 15 7 7 6
1.1 Duurzame handelsystemen (IMH) 37 34 38 41 41
wv. Juridisch verplicht 31 17 17 17 17
wv. Bestuurlijk verplicht 0 15 16 16 16
wv. Beleidsmatig gereserveerd 6 2 5 6 7
Totaal vrije ruimte 0 0 0 1 0
1.2 Nederlandse handel (DIO) 104 105 97 95 95
wv. Juridisch verplicht 104 22 22 22 13
wv. Bestuurlijk verplicht 0 68 68 68 68
wv. Beleidsmatig gereserveerd 0 0 0 0 9
Totaal vrije ruimte 0 15 7 5 5
1.3 PSD (DDE) 466 438 517 573 573
wv. Juridisch verplicht 407 295 219 219 219
wv. Bestuurlijk verplicht 44 143 247 252 255
wv. Beleidsmatig gereserveerd 15 0 51 102 99
Totaal vrije ruimte 0 0 0 0 0
2024 BUDGET 2025 BUDGET 2026 BUDGET 2027 BUDGET 2028 BUDGET
Totaal budget artikel 2 935 998 1.078 1.144 1.144
Totaal vrije ruimte artikel 2 0 0 17 138 350
2.1 Voedselzekerheid 392 393 413 439 439
wv. Juridisch verplicht 392 337 285 250 234
wv. Bestuurlijk verplicht 50 50 50
wv. Beleidsmatig gereserveerd 7 78 139 205
Totaal vrije ruimte 0 0 0 0 0
2.2 Water 192 187 209 232 232
wv. Juridisch verplicht 192 149 83 62 51
wv. Bestuurlijk verplicht 38 109 135 117
wv. Beleidsmatig gereserveerd
Totaal vrije ruimte 0 0 17 35 64
2.3 Klimaat 350 417 456 473 473
wv. Juridisch verplicht 305 236 147 68 14
wv. Bestuurlijk verplicht 45 87 57 57 16
wv. Beleidsmatig gereserveerd 94 252 245 157
Totaal vrije ruimte 0 0 0 103 286
2024 BUDGET 2025 BUDGET 2026 BUDGET 2027 BUDGET 2028 BUDGET
Totaal budget artikel 3 825 761 812 900 900
Totaal vrije ruimte artikel 3 0 3 14 23 23
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 510 491 511 559 559
wv. Juridisch verplicht 432 348 123 48 92
wv. Bestuurlijk verplicht 8 8 75 75 75
wv. Beleidsmatig gereserveerd 70 135 313 436 392
Totaal vrije ruimte 0 0 0 0 0
3.2 Vrouwenrechten en gender 48 43 46 52 52
wv. Juridisch verplicht 46 30 2 0 0
wv. Bestuurlijk verplicht 2 2 6 6 6
wv. Beleidsmatig gereserveerd 11 38 46 46
Totaal vrije ruimte 0 0 0 0 0
3.3 Maatschappelijk middenveld 203 169 193 219 219
wv. Juridisch verplicht 203 164 21 0 0
wv. Bestuurlijk verplicht
wv. Beleidsmatig gereserveerd 5 172 219 219
Totaal vrije ruimte 0 0 0 0 0
3.4 Onderwijs 64 57 61 70 70
wv. Juridisch verplicht 23 7 1 0 0
wv. Bestuurlijk verplicht
wv. Beleidsmatig gereserveerd 41 47 47 47 47
Totaal vrije ruimte 0 3 13 23 23
2024 BUDGET 2025 BUDGET 2026 BUDGET 2027 BUDGET 2028 BUDGET
Totaal budget artikel 4 1.071 1.044 1.065 1.112 1.112
Totaal vrije ruimte artikel 0 0 35 138 365
4.1 Humanitaire Hulp 579 520 520 520 520
wv. Juridisch verplicht 439 415 115 17 5
wv. Bestuurlijk verplicht 105 0 0 0
wv. Beleidsmatig gereserveerd 35 105 370 400 400
Totaal vrije ruimte 0 0 35 103 115
4.2 Opvang in de regio 291 326 338 357 357
wv. Juridisch verplicht 269 252 250 250 125
wv. Bestuurlijk verplicht 22 50 50 50 32
wv. Beleidsmatig gereserveerd 0 24 38 57 0
Totaal vrije ruimte 0 0 0 0 200
4.3 Veiligheid en rechtsorde 201 198 207 235 235
wv. Juridisch verplicht 192 148 95 52 35
wv. Bestuurlijk verplicht 9 50 50 50 50
wv. Beleidsmatig gereserveerd 0 0 62 98 100
Totaal vrije ruimte 0 0 0 35 50
2024 BUDGET 2025 BUDGET 2026 BUDGET 2027 BUDGET 2028 BUDGET
Totaal budget artikel 5 547 536 303 351 350
Totaal vrije ruimte artikel 5 0 0 23 44 40
5.1 Multilaterale samenw 289 201 217 238 238
wv. Juridisch verplicht 202 182 88 82 55
wv. Bestuurlijk verplicht 67 5 17 23 55
wv. Beleidsmatig gereserveerd 20 14 89 89 88
Totaal vrije ruimte artikel 5.1 0 0 23 44 40
5.2 Overig armoedebeleid 90 83 82 113 112
wv. Juridisch verplicht 77 75 74 89 89
wv. Bestuurlijk verplicht 0 6 6 4 4
wv. Beleidsmatig gereserveerd 13 2 2 20 19
Totaal vrije ruimte 0 0 0 0 0

Conform de toezegging tijdens de begrotingsbehandeling d.d. 31 januari 20241 bevat dit onderdeel een meerjarige uitwerking van de juridisch verplichte budgetten inclusief een toelichting. Daarnaast zijn de bedragen weergegeven die bestuurlijk gebonden zijn op grond van bestuursovereenkomsten, convenanten met koepels en/of decentrale overheden, politieke toezeggingen e.d., de bedragen die beleidsmatig gerserveerd zijn en de bedragen die vrij te besteden zijn.

Deze tabel is exclusief overprogrammering. Ook de ombuiging in 2026 is logischerwijs nog niet verwerkt.

Artikel 1: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringenDe programmering van artikel 1 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. Voor subartikel 1.1 duurzame handelsystemen, zijn er diverse programma's ter bestrijding van kinderarbeid en ter bevordering van IMVO. Voor subartikel 1.2 versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie, gaat het om programma's met uitvoeringspartners RVO (o.a. Starters International Business, handelsmissies) en Invest International (o.a. Dutch Trade and Investment Fund). Ook zijn verplichtingen aangegaan voor de Wereldtentoonstelling in Osaka. De programma's met RVO zijn in het lopende jaar juridisch verplicht en in de jaren erna bestuurlijk verplicht. Voor subartikel 1.3 private sectorontwikkeling, zijn er meerjarige verplichtingen aangegaan op het gebied van infrastructuur (o.a. DRIVE, D2B, ORIO) die in latere jaren tot uitbetaling komen, maar ook op het gebied van jeugdwerkgelegenheid (Challenge Fund). Deze programma's zijn juridisch verplicht. Ruimte voor beleidsmatige verplichtingen (realiseren van intensiveringen op het gebied van vergroening handelsinstrumentarium, combinatieaanpak) ontstaat vanaf 2026.

Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
De programmering onder artikel 2 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. In 2024 zullen meerjarige verplichtingen worden aangegaan voor Voedselzekerheid, Water en Klimaat om uitvoering te gegeven aan toezeggingen op de VN-waterconferentie en COP28. Voor de subartikelen 2.1 voedselzekerheid en 2.2 water wordt een groot deel van de budgetten gealloceerd op basis van meerjarige landenstrategieën van posten, voor zover deze kaders nog niet juridisch zijn verplicht, valt het overige deel van dit financiële meerjarige kader onder beleidsmatige verplichtingen omdat Nederland daarover bilaterale afspraken maakt als een betrouwbare en voorspelbare partner in ontwikkelingssamenwerking. Het subartikel 2.3 bevat verplichtingen voor multilaterale klimaatfinanciering en klimaatafspraken zoals bijdragen aan de Global Environment Facility, Green Climate Fund, UNEP en verdragscontributies in het kader van het Kyoto en Montreal protocol.

Artikel 3: Sociale vooruitgang
De programmering onder artikel 3 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten. Hieruit ontstaat een verdeling van uitgaven over de jaren waarvoor de overeenkomsten zijn aangegaan. Voor subartikel 3.1 zijn middelen bestuurlijk gereserveerd voor vaste bijdrages aan o.a. UNAIDS, UNFPA en de WHO. De beleidsmatig gereserveerde middelen hebben voornamelijk betrekking op de intensiveringsmiddelen uit het regeerakkoord en vloeien voort uit de Mondiale Gezondheidsstrategie. Voor subartikel 3.2 zijn middelen meerjarig vastgelegd voor de partnerschappen voor Power of Women, WPS en LFS. Bestuurlijk zijn middelen gereserveerd voor de vaste bijdrage aan UNWOMEN. De beleidsmatig gereserveerde middelen betreffen de beleidskaders voor de partnerschap programma's vanaf 2026. Voor subartikel 3.3 liggen de middelen meerjarig vast voor de partnerschappen voor VMM. De beleidsmatig gereserveerde middelen betreffen het beleidskader voor het partnerschap programma vanaf 2026. Voor subartikel 3.4 zijn meerjarige verplichtingen aangegaan voor de lopende onderwijsprogramma's. Vanaf 2024 zijn middelen beleidsmatig gereserveerd voor het nieuwe Beroeps- en Hogeronderwijs programma.

Artikel 4: Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling
De programmering onder artikel 4 bestaat uit meerjarige juridische overeenkomsten waaruit een verdeling van de uitgaven over de jaren plaatsvindt waarvoor de overeenkomst is aangegaan. Voor subartikel 4.1 humanitaire hulp is het grootste deel van het budget t/m 2025 meerjarig juridisch verplicht. Dit betreft onder andere de bijdragen aan VN-organisaties (WFP, UNHCR, UNRWA), CERF en t/m 2026 de subsidies aan de Dutch Relief Alliance en het Rode Kruis. Ultimo 2023 is het subsidiebeleidskader «Versterking van de Humanitaire Sector 2024–2027» gepubliceerd met een subsidieplafond van EUR 60 miljoen. Voor subartikel 4.2 opvang en bescherming in de regio liggen de middelen ook meerjarig juridisch vast. Het betreft hier met name het PROSPECTS programma (2024-2027) en COMPASS. Ultimo 2023 is het subsidiebeleidskader «Migration and Displacement 2023-2028» gepubliceerd met een subsidieplafond van EUR 57 miljoen. Met betrekking tot subartikel 4.3 veiligheid en rechtstaatontwikkeling is een deel van het programma via gedelegeerde landenprogramma’s vastgelegd. Het deel wat ultimo 2023 van deze gedelegeerde middelen niet juridisch is vastgelegd is opgenomen onder bestuurlijk verplicht. De bijdrage aan het Peace Building Fund is verplicht t/m 2026. Ultimo 2023 is het subsidiebeleidskader «Contributing to Peaceful and Safe Societies 2024–2031» gepubliceerd met een subsidieplafond van EUR 200 miljoen.

Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Binnen subartikel 5.1 zijn de verplichtingen voor de middelen- en kapitaalaanvullingen die vanaf 2024 worden aangegaan met de regionale ontwikkelingsbanken als bestuurlijk verplicht aangegeven. De Algemene Vrijwillige Bijdragen aan UNDP en UNICEF zijn per 2026 opgenomen als beleidsmatig gereserveerd. De financiering van het Assistent-Deskundigenprogramma en overige (m.n. Technische Assistentie) programma’s is voor de komende jaren beleidsmatig gereserveerd. De bijdragen aan UNESCO in 2024 en verder zijn verplichte bijdragen die als juridisch verplicht zijn aangemerkt binnen subartikel 5.2 De uitgaven voor schuldverlichting liggen tot en met 2027 grotendeels juridisch vast, de nieuwe verplichtingen voor schuldverlichting zijn als bestuurlijk verplicht aangegeven. De voorgenomen overige programma’s zijn als beleidsmatig gereserveerd opgenomen.


  1. __TZ202402-026↩