[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2024D14406, datum: 2024-04-15, bijgewerkt: 2024-06-10 09:59, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36550-XII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36550 XII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2024Z06216:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023‒2024
36 550XII Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
  2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Harbers

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.

Naar aanleiding van de aanbevelingen van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) (Kamerstukken II, 2014–2015, 31 865, nr. 66) zijn in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2024 de onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van de budgettaire gevolgen van beleid. De beleidsmatige mutaties en technische mutaties groter of gelijk aan onderstaande tabel worden op het niveau van de totale verplichtingen en de financiële instrumenten toegelicht. Dit houdt in dat financiële instrumenten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht, tenzij deze beleidsmatig toch relevant zijn.

De onderstaande ondergrenzen gelden niet indien de begrotingswet -als wettelijke grondslag voor het betreffend subsidiebedrag gaat gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onder c, van de Awb. In die gevallen worden de afzonderlijke subsidiebedragen in de toelichting van het betreffend begrotingsartikel en optioneel in de tabel vermeld.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Naast de mutaties in jaar t worden sinds de 1e suppletoire begroting 2024 tevens meerjarige mutaties die uitsluitend betrekking hebben op t+1 en/of later toegelicht. Dit wordt op de volgende manier opgenomen:

  1. Mutaties die enkel op 2024 (of een ander jaar) betrekking hebben. Toelichting: 2024:
  2. Mutaties die in 2024 starten (of een ander jaar) en structureel doorlopen.

    Toelichting: 2024 en verder:

  3. Mutaties die een afgebakende periode lopen (bijv. van 2025 t/m 2027). Toelichting: 2025 t/m 2027:

Mutaties 2029

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 (2029) opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die met de 1e suppletoire begroting zijn verwerkt. De kolom mutaties 2029 van de budgettaire tabellen toont dus het totale beschikbare budget in 2029 en niet enkel de mutaties die met de 1ste suppletoire begroting in 2029 zijn doorgevoerd.

Opbouw

Dit wetsvoorstel is als volgt opgebouwd:

  1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2024 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Eerste suppletoire begroting.
  2. In het overzicht in zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen die leiden tot wijziging van de begroting 2024. Deze worden in deze paragraaf financieel en inhoudelijk toegelicht. Hiermee wordt de begroting op hoofdlijnen beschreven van dit wetsvoorstel.
  3. In de artikelgewijze toelichting ( en ) wordt inzicht gegeven in de meerjarige mutaties op artikelonderdeelniveau die zijn opgenomen in de begrotingsstaat.
  4. In de paragraaf Agentschappen (zie ) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

De onderstaande tabellen geven de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties van de 1e suppletoire begroting 2024 weer. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in en

Vastgestelde begroting 2024 15.251.537 23.844.340 14.561.587 13.803.571 13.189.544
Belangrijkste suppletoire mutaties
1. LPO 2024 430.498 441.804 425.446 406.300 387.349
2. Overboekingen Fondsen 26 ‒ 55.855 ‒ 67.755 ‒ 6.246 ‒ 7.916 ‒ 4.825
- Waarvan met MF Diverse artikelen 57.868 66.491 5.043 6.923 4.321
- Waarvan met DF Diverse artikelen ‒ 2.013 1.264 1.203 993 504
3. Overboekingen Ministeries ‒ 238.476 ‒ 2.074 ‒ 6.426 ‒ 6.156 ‒ 6.427
4. HGIS Diverse artikelen 1.177 4.229 1.003 845 1.236
5. Eindejaarsmarge Diverse artikelen 23.116
6. Voordelig saldo NGF-projecten en Klimaatakkoordmiddelen Diverse artikelen 76.663
7. Nationaal Groeifonds (NGF) Diverse artikelen 74.005 24.587 44.328 13.850 16.830
8. Klimaatfonds (KF) Diverse artikelen 34.567 163.458 228.441 233.895 195.062
9. Vergroenen reisgedrag 14 10.773 28.292
10. Veduurzaming binnenvaart 18 12.000 10.000 12.000 12.000 12.000
11. Kasschuif HXII 99 ‒ 103.773 ‒ 1.437 68.806 34.807 4.422
12. Kasschuif Deltafonds 26 ‒ 461.128 ‒ 183.048 12.444 235.946 ‒ 52.923
13. Kasschuif Mobiliteitsfonds 26 ‒ 819.238 ‒ 769.757 117.387 104.809 200.824
14. CA middelen BKN Spoor 26 335.374 335.366 335.371
15. Omvorming Prorail 26 ‒ 40.000 ‒ 8.845.000 ‒ 20.000
16. Kerncentrale Dodenwaard 22
17. Overige mutaties 45.566 52.622 101.642 110.215 194.245
Stand 1e suppletoire begroting 2024 14.286.514 14.739.724 15.902.032 15.296.221 14.485.825

Toelichting

  1. Bij de 1e suppletoire begroting wordt de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van Hoofdstuk XII, het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds toegevoegd aan de beleidsbegroting. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling van HXII zijn verdeeld over de diverse artikelen. De toegevoegde loon- en prijsbijstelling van de fondsen wordt bij de Ontwerpbegroting 2025 toebedeeld aan de artikelen op het Mobiliteitsfonds en Deltafonds.
  2. Voor de uitvoering van verschillende programma's is in 2024 per saldo € 57,9 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds naar Hoofdstuk XII en € 2,0 miljoen vanuit Hoofdstuk XII naar het Deltafonds. Per saldo wordt er € 142,6 miljoen toegevoegd aan de Hoofdstuk XII begroting in de periode 2024 t/m 2028. Het gaat met name om:

    1. Vanuit het Mobiliteitsfonds is € 75,0 miljoen overgeboekt n.a.v. motie Bikker (Kamerstukken II 2023-2024, 36 410, nr 29), aanvullend op het reeds beschikbare budget, ter voorkoming van de voorziene structurele prijsstijgingen in het regionaal openbaar vervoerd. Daarnaast zijn middelen overgeboekt voor de aanvraag van de subsidiebeschikking NS (€ 52,0 miljoen), de vrachtwagenheffing subsidies AanZet, Laadinfra en Swim (€ 53,0) miljoen, en de verlenging project Topsector Logistiek (€ 19,3 miljoen). Verder worden er middelen naar het Mobiliteitsfonds overgeboekt voor de aanpak van het spoorknoppunt Zwolle-Meppel (€ - 40,0 miljoen).
  3. Dit betreft de overboekingen van en naar andere begrotingshoofdstukken binnen de Rijksbegroting van per saldo - € 259,6 miljoen naar andere begrotingen in de periode 2024 t/m 2028. Dit betreft met name de overboeking naar het Provinciefonds ter voorkoming van prijsstijgingen in het openbaar vervoer, het behouden van de kwaliteit van het OV en hogere kosten voor de vergoeding studenten OV (€ 226,6 miljoen), en een overboeking naar het Gemeentefonds voor bodembescherming (€ 34,5 miljoen).
  4. Dit betreft de toevoeging van HGIS-middelen aan Hoofdstuk XII, waaronder budget voor de voorbereidingen van de NAVO-top in 2025 (€ 4,4 miljoen), dekking voor contributiesitijging van het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op Middellange Termijn (ECMWF) (cumulatief € 2,1 miljoen), en het betalen van de laatste factuur voor het transporten van strooizout naar Oekraïne (€ 0,8 miljoen).
  5. Dit betreft de toevoeging van de reguliere eindejaarsmarge 2023 aan de HXII begroting. Deze middelen zijn toegevoegd aan de verschillende artikelen om de in 2023 voorziene uitgaven die niet meer plaats hebben gevonden alsnog in 2024 te kunnen doen.
  6. De NGF-projecten op Hoofdstuk XII vertonen over het jaar 2023 een voordelig saldo van cumulatief € 68,2 miljoen en de Klimaatfondsmiddelen € 8,4 miljoen. Het voordelig saldo wordt in 2023 toegevoegd aan de betreffende artikelen, zodat de middelen beschikbaar blijven voor het betreffende beleid.
  7. Dit betreft met name de toevoeging van de NGF-middelen aan het Mobiliteitsfonds voor de realisatie van het programma Rail Gent Terneuzen (€ 103,3 miljoen) en voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie wat als doel heeft om de Nederlandse luchtvaartsector te verduurzamen naar een klimaatneutrale Nederlandse luchtvaart in 2050 wordt aanvullend budget toegevoegd aan de HXII begroting (€ 73,3 miljoen).
  8. Dit betreft met name de toevoeging van de KF-middelen aan Hoofdstuk XII voor Slimme laadinfra in de bouw wat nodig is om de overgang naar emissieloos bouwen te realiseren via onder andere de subsidieregeling schoon en emissieloos bouwen (€ 214,0 miljoen). Daarnaast zijn middelen voor de subsidieregeling SWiM (€ 210,0 miljoen) opgevraagd, deze regeling heeft als doel om ondernemers over te laten stappen op waterstof in het vervoer. Voor luchtvaart zijn er middelen opgevraagd voor subsidies in duurzame luchtvaartbrandstoffen (€ 60 miljoen) om het opschalen van e-fuels te stimuleren zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen. En zijn er subsidies opgevraagd om de opschaling Alcohol-to-jet te stimuleren op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.(€ 90 miljoen) . Verder zijn er middelen opgevraagd voor subsidies voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen (€ 111,3 miljoen), voor Plastic Hub (€ 60 miljoen) en slim laden (€ 39 miljoen).
  9. Het resterende bedrag op de aanvullende post voor vergroenen reisgedrag wordt overgeboekt. Vergroenen reisgedrag heeft als doel de CO2 uitstoot te verminderen door slimmer, anders en schoner reizen te stimuleren. Het betreft € 120,4 miljoen t/m 2029 voor zero emissie touringcars, stimuleren van deelmobiliteit en verduurzamen woon-werkverkeer.
  10. Vanuit de Aanvullende Post bij het minsterie van Financïen worden stikstofmiddelen toegevoegd aan het subsidiebudget voor de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen). Het gaat om het laatste deel van de Hordijkgelden voor verduurzaming van de binnenvaart. Verder wordt vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien € 50 miljoen ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen.
  11. Ten laste van het generale beeld wordt per saldo € 103,8 miljoen vanuit 2024 naar latere jaren doorgeschoven. De belangrijkste onderdelen zijn schuiven op het programma subsidie Walstroom (€ 67,3 miljoen), op het programma Vergroenen Reisgedrag (€ 13,6 miljoen) en het programma Horizon (€ 9,8 miljoen).
  12. Dit betreft een kasschuif op het Deltafonds om de budgetten aan te passen naar de verwachte kasritmes. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds.
  13. Dit betreft een kasschuif om de uitgavenkaders op het gehele Mobiliteitsfonds in een beheersbaar ritme te krijgen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.
  14. De coalitieakkoord middelen voor het Basiskwaliteitsniveau Spoor worden aan het Mobiliteitsfonds toegevoegd tot en met het jaar 2030. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.
  15. De in de Ontwerpbegroting 2024 beoogde datum van het door de Kamer controversieel verklaarde dossier van omvorming van ProRail per 1-1-2025 is niet langer haalbaar. Het ministerie van Financiën heeft aangegeven deze middelen niet meer met een jaar door te willen schuiven vanwege de impact op het macro-economische beeld. De middelen worden daarom technisch uit de begroting en Rijksbrede beeldgehaald, dat wil zeggen dat zowel het inkomstenkader (belastinginkomsten) als het uitgavenkader (Mobiliteitsfonds) verlaagd wordt voor de eenmalige belastingverrekening. Zodra er meer duidelijkheid is over de omvorming, worden de middelen op basis van actuele standen opnieuw geraamd met inachtneming van de geldende budgettaire afspraken rond dit dossier en kunnen deze opnieuw worden opgevoerd. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.
  16. Er is door het kabinet € 185,0 miljoen vrijgemaakt voor de ontmanteling van de Kerncentrale Dodewaard (KCD) (aanvang 2040). De Staat neemt de aandelen GKN over van NEA en op dezelfde dag neemt COVRA de aandelen GKN weer over van de Staat onder de voorwaarde dat de Staat de meerkosten rondom de beheer- en ontmanteling van de KCD draagt. Er is verplichtingenbudget toegevoegd aan de HXII begroting voor het vastleggen van de overeenkomst tussen de Staat en GKN.
  17. De overige mutaties betreft voornamelijk:

    1. de bijdragen aan de fondsen, waaronder het toevoegen van Klimaatfondsmiddelen en de Coalitieakkoordmiddelen voor Beekdalen. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds.
    2. Daarnaast zijn er binnen de HXII begroting verschillende interne herschikkingen doorgevoerd om tegenvallers in de uitvoering van het beleid en in de bedrijfsvoering in te kunnen passen binnen de budgettaire kaders van HXII. Het gaat hierbij om tegenvallers als gevolg van hogere kosten op het gebied van de Omgevingswet, de contributie EUTMETSAT en het regeringsvliegtuig. Daarnaast gaat het om de implementatie van gewijzgde regelgeving op het gebied van Ruimtevaart en NIS/CER2. Budgettaire ruimte hiervoor is gevonden door middel van technische herschikkingen (op het terrein van water en bodem, wegen en leefomgeving), ramingsbijstellingen (zoals onder andere een bijstelling van de raming voor de schaderegeling STINT) en een incidentele bijstelling van de budgetten voor de sanering van asbest.
Vastgestelde begroting 2024 86.555 40.938 35.086 28.786 28.996
Belangrijkste suppletoire mutaties
1. GIS- 3 en GIS-4 17 ‒ 11.000 ‒ 116 5.801 1.453
2. Overige mutaties divers 2.348 100 100 100 100
Stand 1e suppletoire begroting 2024 77.903 40.922 40.987 30.339 29.096

Toelichting

  1. Dit betreft een correctie op de GIS regeling. Door de luchtvaartmaatschappijen is € 3,9 miljoen te veel betaald voor de GIS-3 regeling. In samenspraak met de luchtvaartmaatschappijen is ervoor gekozen om dit overschot te verrekenen met de kosten voor de GIS-4 regeling. Hierdoor betalen luchtvaartmaatschappijen minder voor de GIS-4 regeling. Daar wordt de ontvangstenreeks op aangepast.

    Daarnaast is de ontvangstenreeks voor GIS-4 geactualiseerd naar aanleiding van de afspraken die met de luchtvaartmaatschappijen is gemaakt over het moment waarop de GIS-heffing betaald gaat worden.

  2. Dit bestaat voornamelijk uit € 1,5 miljoen ontvangsten in 2024 van de provincie Zuid-Holland voor de sanering van het EMK-terrein.

2.2 Overzicht coronamaatregelen

Deze paragraaf geeft een overzicht van de maatregelen die op de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) zijn opgenomen om de coronacrisis het hoofd te bieden. Een uitgebreid overzicht is te vinden op https://www.rijksfinancien.nl/corona-visual. Hieronder worden de maatregelen toegelicht die middelen beschikbaar hebben in 2024.

16 Beschikbaarheidsvergoeding OV 11.674 11.356 46.584 Kamerstuk II, 35 748, nr. 1 , 35 804, nr. 1 , 23 645, nr. 755 , 35 925, nr. 14 , 35 925, nr. 71
22 Tegemoetkoming vuurwerkbranche 110 110 0 Kamerstuk II, 35 781, nr. 1 , 35 925, nr. 14 , 36 038, nr. 1 , 35 924, nr. 14
97 en 98 COVID-testen reizigers 1.048 3.316 0 Kamerstuk II, 35 864, nr. 1 , 35 925, nr 71
Totaal 12.832 14.782 46.584

Toelichting

Hieronder is een korte omschrijving opgenomen van de maatregelen en bijhorende mutaties in de Eerste suppletoire begroting 2024.

Beschikbaarheidsvergoeding OV

Dit betreft een beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer. De vergoeding is bestemd om de beschikbaarheid van het openbaar vervoer tijdens de COVID-19-crisis te kunnen borgen.

De budgetten voor de beschikbaarheidsvergoeding OV zijn niet aangepast bij deze 1ste suppletoire begroting.

Tegemoetkoming vuurwerkbranche

Dit betreft de middelen in verband met de tijdelijke subsidieregelingen voor de detailhandel en importeurs/distributeurs, die als doel hebben om de vuurwerkbranche tegemoet te komen in de extra kosten die zij maakt vanwege het vuurwerkverbod en voor de extra opslag en transport voor het F2-vuurwerk dat voor de jaarwisseling 2021 ‒ 2022 niet verkocht mocht worden.

Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is het verplichtingen en kasbudget verhoogd met € 0,1 miljoen voor de subsidie Veiligheid NL. Deze middelen zijn nodig om de laatste bijdragen te betalen voor de tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod.

Covid-testen reizigers

Dit betreft de middelen voor het COVID-testen voor reizigers, inclusief uitvoeringskosten. Er zijn nog een aantal facturen die betaald moeten worden in 2024. De reden hiervoor is dat de controle van de facturen van de testaanbieders meer tijd kost dan verwacht. Dit is nodig om er voor te zorgen dat de rechtmatigheid van de betaalde kosten gewaarborgd blijft.

Bij de eerste suppletoire begroting 2024 is het kasbudget opgehoogd met € 3,3 miljoen. Dit is het budget dat in 2023 niet tot betaling is gekomen en is in 2024 nodig om de laatste opdrachten te betalen.

2.3 Overzicht Nationaal Groeifonds en Klimaatfonds

Deze paragraaf geeft een overzicht van de projecten die op de Hoofdstuk XII begroting staan voor het Nationaal Groeifonds (NGF) en toegekende middelen in het kader van het Klimaatfonds (KF).

Groeiplan Watertechnologie 11 0 0 15.980 13.426 13.095 13.015 21.595 9.988 47.901 135.000
NL2120, het groene verdienvermogen van Nederland 11 0 0 10.197 10.194 14.004 12.216 9.956 7.079 6.354 70.000
Dutch Metropolitan Innovations 14 0 1.862 24.624 18.411 15.027 12.853 5.523 0 0 78.300
Maritiem Masterplan 14 0 0 24.502 46.347 19.269 2.552 2.030 5.300 0 100.000
Luchtvaart in Transitie 17 0 42.443 65.579 61.200 101.400 6.778 16.200 22.700 20.884 337.184
Digitale Infrastructuur en Logistiek 18 647 8.203 13.376 11.950 10.162 6.766 0 0 0 51.104
Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch 18 9.500 9.900 30.800 0 0 0 0 0 0 50.200
MF: Rail Gent Terneuzen 26 0 0 5.000 10.000 10.000 35.000 35.000 8.300 0 103.300
Totaal 10.147 62.408 190.058 171.528 182.957 89.180 90.304 53.367 75.139 925.088

Toelichting

Hieronder wordt een toelichting gegeven van de middelen die bij de Eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de Hoofdstuk XII-begroting vanuit het Nationaal Groeifonds.

  1. Luchtvaart in Transitie (HXII): Voor het project Luchtvaart in Transitie wordt in totaal € 73,3 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het NGF. Dit project zet zich in om de Nederlandse luchtvaartsector te verduurzamen naar een klimaatneutrale luchtvaart in 2050.
  2. Rail Gent Terneuzen (MF): Voor het project Rail Gent Terneuzen wordt in totaal € 103,3 miljoen beschikbaar gesteld op het Mobiliteitsfonds. Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar de Eerste suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.

Klimaatfonds

(Slimme) Laadinfra 14 4.608 70.819 94.374 82.859 59.844 48.844 44.087 60.647 466.082
Laadinfra bouw 14 0 2.521 66.483 82.845 88.845 72.664 12.362 10.362 336.082
SWIM 14 0 0 33.000 55.000 50.000 44.000 28.000 0 210.000
Duurzame luchtvaartbrandstoffen 17 0 0 4.500 9.000 13.500 13.500 11.000 8.500 60.000
Alcohol-to-jet 17 0 0 4.500 11.000 20.000 20.000 18.500 16.000 90.000
Emissielabel binnenvaart 18 0 334 820 1.227 1.227 1.227 0 0 4.835
Verduurzaming zeevaart 18 0 0 354 9.154 15.394 23.794 36.550 22.195 107.441
Walstroom 18 0 10.349 18.628 10.349 2.070 0 0 0 41.396
Biobased bouwen 21 0 164 4.064 3.859 0 0 0 0 8.087
Circulair doen en gedrag 21 0 2.131 3.263 5.116 5.116 6.042 6.042 6.042 33.752
DEI+ Circulaire economie 21 0 860 7.033 13.738 14.768 9.205 3.024 124 48.752
Plastics norm 21 0 12.509 36.760 38.387 23.874 9.755 6.755 3.819 131.859
Nucleaire veiligheid 22 en 97 83 1.657 2.515 2.085 2.000 1.295 1.295 1.125 12.055
Totaal 4.691 101.344 276.294 324.619 296.638 250.326 167.615 128.814 1.550.341

Toelichting

Hieronder wordt een korte toelichting gegeven van de middelen die bij de Eerste suppletoire begroting zijn toegevoegd aan de Hoofdstuk XII-begroting vanuit het Klimaatfonds.

  1. (Slimme) Laadinfra: Bij de Eerste suppletoire begroting wordt € 39,0 miljoen aanvullend beschikbaar gesteld voor slimma laadinfrastructuur. Verder is er € 8,4 miljoen aan budget dat niet tot realisatie kwam in 2023 toegevoegd aan 2024.
  2. Tweede tranche laadinfra bouw: Voor € 214,0 miljoen worden middelen overgeheveld om schoon en emissieloos bouwen te realiseren, waarmee stikstofuitstoot wordt vermeden tijdens de bouw.
  3. Subsidie Waterstof in Mobiliteit (SWiM): Voor subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) wordt in totaal € 210,0 miljoen beschikbaar gesteld. Deze regeling heeft als doel om ondernemers over te laten stappen op waterstof in het wegvervoer.
  4. Duurzame luchtvaartbrandstoffen (E-fuels): Voor het project duurzame luchtvaartbrandstoffen wordt in totaal € 60,0 miljoen beschikbaar gesteld. Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van e-fuels, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de Europese bijmengverplichting voor e-fuels van 2030 en daarna te behalen.
  5. Alcohol-to-jet (ATJ): Voor het project Alcohol-to-jet-brandstoffen wordt in totaal € 90,0 miljoen beschikbaar gesteld. Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van Alcohol-to-jet-brandstoffen (ATJ) op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om te voldoen aan de Europese bijmengdoel voor SAF na 2030.
  6. Verduurzaming zeevaart: Voor verduurzaming zeevaart wordt in totaal € 111,3 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het Klimaatfonds. Deze middelen worden gebruikt om voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen te stimuleren. Een deel van deze middelen wordt ingezet voor de bekostiging van de uitvoering (€ 4,5 miljoen).
  7. Laadinfra walstroom: De loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de reeds beschikbare middelen voor laadinfra walstroom (€ 1,4 miljoen).
  8. Biobased bouwen Er is € 6,6 miljoen toegevoegd voor innovatieregelingen en het begeleiden van inkoopprocessen door opdrachtgevers met betrekking tot biobased bouwen.
  9. DEI-regeling circulaire economie: Er is € 1,8 miljoen toegevoegd aan middelen voor de loon- en pijsbijstelling voor de DEI-regeling cirulaire economie.
  10. Plastics norm: Er is € 60,0 miljoen toegevoegd aan middelen vanuit het Klimaatfonds voor ondersteuning van ketenvorming en recyclingtechnieken circulaire plastics (plastics norm) met het in internetconsultatie gaan van de normering. Verder is er € 16,6 miljoen toegevoegd voor de uitvoeringskosten bij het programma bijmenging plastic (€ 12,8 mln.) en voor uitvoeringskosten bij onderzoek naar een CO2-heffing op afvalverbrandingsinstallaties en voor ondersteuning bij de maatwerksubsidies (€ 3,8 mln.). Tot slot is er € 2,0 miljoen toegevoegd voor de loon- en prijsbijstelling voor de plastics norm.
  11. Nucleaire veiligheid: Er is € 38,6 miljoen vanuit het Klimaatfonds overgeboekt voor het programma nucleaire veiligheid. Deze middelen worden ingezet ten behoeve van onderzoeken naar het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele, borgen dat het wettelijke stelsel rondom nucleaire veiligheid en stralingsbescherming de bouw van twee nieuwe kerncentrales mogelijk maakt en het versterken van de uitvoeringscapaciteit bij onder meer IenW en ANVS. € 26,7 miljoen van deze middelen wordt gebruikt voor apparaatskosten en toegevoegd aan artikel 98. Over deze middelen was reeds in het kader van het Meerjarenprogramma 2024 besloten, maar deze waren nog niet overgeboekt naar de departementale begroting.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 75.504 0 75.504 147.038 222.542 ‒ 19.785 ‒ 22.787 ‒ 18.867 ‒ 14.786 65.922
Uitgaven 85.520 0 85.520 13 85.533 7.166 4.143 5.260 2.589 65.201
11.1 Algemeen waterbeleid 55.571 0 55.571 1.398 56.969 5.277 3.590 4.809 2.589 43.551
Opdrachten 20.970 0 20.970 ‒ 2.612 18.358 641 3.076 4.279 2.059 11.781
Partners voor Water (HGIS) 9.948 0 9.948 ‒ 500 9.448 ‒ 500 0 0 0 0
Overige HGIS opdrachten 1.500 0 1.500 252 1.752 0 0 0 0 0
Regie Innovatie 1.090 0 1.090 ‒ 125 965 0 0 0 0 996
VN Water (HGIS) 4.000 0 4.000 ‒ 4.000 0 ‒ 4.000 0 0 0 0
Overige opdrachten 4.432 0 4.432 1.761 6.193 5.141 3.076 4.279 2.059 10.785
Subsidies (regelingen) 15.869 0 15.869 2.792 18.661 3.982 10 26 26 13.981
Incidentele subsidie WKB 10 0 10 ‒ 10 0 0 0 0 0 0
Blue Deal (HGIS) 2.500 0 2.500 4.000 6.500 4.000 0 0 0 0
Partners voor Water 5 (HGIS) 4.000 0 4.000 0 4.000 0 0 0 0 8.802
NGF NL2120 7.033 0 7.033 0 7.033 0 0 0 0 5.079
Overige subsidies 2.326 0 2.326 ‒ 1.198 1.128 ‒ 18 10 26 26 100
Bijdrage aan agentschappen 14.878 0 14.878 1.168 16.046 654 504 504 504 15.789
Bijdrage aan agentschap RWS 14.382 0 14.382 1.054 15.436 504 504 504 504 15.373
Bijdrage aan agentschap KNMI 496 0 496 114 610 150 0 0 0 416
Bijdrage aan medeoverheden 3.214 0 3.214 50 3.264 0 0 0 0 2.000
NGF NL2120 3.164 0 3.164 0 3.164 0 0 0 0 2.000
Overige bijdragen 50 0 50 50 100 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 640 0 640 0 640 0 0 0 0 0
Overige bijdragen 640 0 640 0 640 0 0 0 0 0
11.2 Waterveiligheid 3.441 0 3.441 ‒ 1.009 2.432 ‒ 150 0 0 0 3.308
Opdrachten 3.441 0 3.441 ‒ 1.009 2.432 ‒ 150 0 0 0 3.308
Waterveiligheid 3.391 0 3.391 ‒ 1.166 2.225 ‒ 150 0 0 0 3.208
Overige opdrachten 50 0 50 157 207 0 0 0 0 100
11.3 Grote oppervlaktewateren 1.734 0 1.734 ‒ 795 939 0 0 0 0 1.732
Opdrachten 1.734 0 1.734 ‒ 795 939 0 0 0 0 1.732
RWS Zuid-Westelijke Delta 1.077 0 1.077 ‒ 652 425 0 0 0 0 1.075
Overige opdrachten 657 0 657 ‒ 143 514 0 0 0 0 657
11.4 Waterkwaliteit 24.774 0 24.774 419 25.193 2.039 553 451 0 16.610
Opdrachten 6.754 0 6.754 ‒ 959 5.795 1.348 ‒ 145 ‒ 45 0 4.932
Waarvan RWS (BOA) 4.403 0 4.403 ‒ 4.403 0 ‒ 3.594 ‒ 3.594 ‒ 3.594 ‒ 3.232 0
Noordzee en oceanen 1.758 0 1.758 24 1.782 1.345 ‒ 45 ‒ 45 0 779
WKK opdrachten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 928
Overige opdrachten 593 0 593 3.420 4.013 3.597 3.494 3.594 3.232 3.225
Subsidies (regelingen) 16.330 0 16.330 847 17.177 622 622 412 0 9.988
NGF GPWT 15.980 0 15.980 0 15.980 0 0 0 0 9.988
Overige subsidies 350 0 350 847 1.197 622 622 412 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.690 0 1.690 531 2.221 69 76 84 0 1.690
Overige bijdragen 1.690 0 1.690 531 2.221 69 76 84 0 1.690
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 11 is in 2024 per saldo met € 147,0 miljoen toegenomen en neemt cumulatief af in de periode 2025 t/m 2029 met € 73,3 miljoen.

Dit komt met name door een verplichtingenschuif voor de NGF-projecten NL2120 en Groeiplan Watertechnologie (GPWT): De middelen zijn bij VJN 2023 in een voorlopig ritme toegevoegd aan de IenW-begroting, in afwachting van nadere uitwerking. Inmiddels is duidelijk hoe en in welk ritme de middelen aan de deelnemende partijen zullen worden verstrekt. Dit betekent onder andere dat een belangrijk deel van de verplichtingen naar de consortium deelnemers voor de looptijd van de projecten in 2024 worden aangegaan, waardoor een versnelling van verplichtingenruimte uit latere jaren naar 2024 nodig is. Bij het NGF project GPWT gaat het om € 86,8 miljoen en NL2120 € 55,4 miljoen aan verplichtingenruimte wat uit latere jaren naar 2024 wordt gehaald. Dit leidt tevens tot een aanpassing van de in de ontwerpbegroting 2024 opgenomen begrotingsgrondslagen (zie hieronder).

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Algemeen Waterbeleid

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het gebied van Algemeen Waterbeleid in 2024 met € 2,6 miljoen verlaagd. Tussen 2025 en 2029 neemt het opdrachtenbudget cumulatief met € 12,3 miljoen toe. Dit komt met name door:

2024-2025:

  1. Een herschikking van de HGIS opdrachtenbudget naar HGIS subsidiebudget (per saldo - € 4 miljoen in 2024 en in 2025 van opdrachten naar subsidies) ten behoeve van het Programma International Panel for Deltas & Coastal Areas (IPDC) waarvan Deltares de uitvoerende organisatie is.

2024 t/m 2029:

  1. Cumulatief over deze periode wordt € 21,0 miljoen toegevoegd aan loon- en prijsbijstelling.
  2. Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het opdrachtenbudget van artikel 11. Zie voor een verdere toelichting het

Subsidies

Per saldo is het subsidiebudget met € 2,8 miljoen verhoogd in 2024 en € 4,0 miljoen in 2025. Dit komt met name door de hierboven genoemde herschikking van opdrachten naar subsidies (€ 4,0 miljoen) die in 2024 en 2025 plaatsvindt. Daarnaast zijn er divere kleinere mutaties verwerkt waardoor het budget met ‒ € 1,2 miljoen in 2024 is verlaagd.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties verwerkt in de Eerste suppletoire begroting op dit artikel.

Aanpassing wettelijke begrotingsgrondslagen subsidieverlening

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn in de regel <Verplichtingen> dergelijke subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Voor de subsidie- en specifieke uitkeringverplichtingen die specifiek in onderstaande tabel worden vermeld geldt dat deze begrotingsvermelding de wettelijke grondslag vormt zoals bedoeld in artikel 4.23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht respectievelijk zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht..

€ 10.509.096 Stichting Ecoshape, Building with Nature Voor het overall programmamanagement, het ontwikkelen van fysisch-ecologische, sociaal-economische en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilots Deltasteden en Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan capacity building, valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.898.492 Technische Universiteit Delft Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.470.302 Universiteit Twente Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.989.123 Wageningen Universiteit / Wageningen University Voor het ontwikkelen van sociaal-economische kennis en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.196.000 Stichting IUCN Nederlands Comité (IUCN National Committee of the Netherlands Foundation) Voor het ontwikkelen van institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 282.720 Stichting Natuur & Milieu Voor het ontwikkelen van institutionele kennis voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking, aan Stichting Natuur & Milieu. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 575.800 Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.345.202 Stichting SoortenNL Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 437.900 Stichting Ark Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 246.529 Stichting De Noordzee Voor het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.149.288 Stichting De Natuur- en Milieufederaties Voor het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 556.344 Staatsbosbeheer Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping,het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 371.200 Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels Voor het ontwikkelen van institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 807.000 Stichting Het Wereld Natuur Fonds-Nederland Voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en sociaal-economische kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het versterken van regionale NBS hotspots voor gebiedsgerichte verdieping, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 241.935 Dutch Research Institute for Transitions B.V. Voor het ontwikkelen van sociaal-economische kennis in het kader van NBS kennisverdieping. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 1.312.464 Universiteit Utrecht Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het ontwikkelen van fysisch-ecologische en institutionele kennis en het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, en het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 833.359 Hogeschool Van Hall Larenstein Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 882.643 HZ University of Applied Sciences Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 816.313 Stichting Yuverta Heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor capacity building voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 686.451 Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid Voor het bijdragen aan kennisintegratie en visieontwikkeling voor NBS kennisverdieping, het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren, en het bijdragen aan valorisatie en kennisontsluiting voor NBS kennisdoorwerking. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 8.961.101 Wageningen Environmental Research Voor het inbrengen van kennis over (inter)nationale NBS netwerken, vertalen van praktijkervaringen naar kennis voor nationale en internationale context, ontwikkeling van tools en handreikingen voor het opschalen van NBS en het internationaal valoriseren van NL2120 kennis. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 35.000.000 Stichting Wetsus, European Centre of Excellence for Sustainable Water Technology Voor een continue aanvoer van nieuwe kennis en innovaties vanuit onderzoek en ontwikkeling middels het aanstellen van PhD onderzoekers. 11.04 Waterkwaliteit
€ 5.000.000 Stichting Water Alliance Voor het ondersteunen van startups en MKB middels een ondernemerschapsprogramma gefocust op watertechnologie. 11.04 Waterkwaliteit
€ 5.000.000 Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology Voor het inrichten van en activiteiten uitgevoerd door een Theory of Change kennisteam, een High level expert groep en een innovation squad per focusgebied. 11.04 Waterkwaliteit
€ 29.580.000 Samenwerkingsverband van Waterschap Vechtstromen, Waterschap Zuiderzeeland, Waterschap Drents Overijsselse Delta, Waterschap Vallei & Veluwe, Waterschap Rijn en IJssel Full scale demonstratieprojecten van zuiveringsinfrastructuur: het verwijderen van vervuiling uit rioolwater, persleidingen, gemalen. 11.04 Waterkwaliteit
€ 4.252.000 Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology Voor het (overall) programmamanagement middels een nog op te richten programmabureau aan Stichting Topconsortium for Knowledge and Innovation Watertechnology ten behoeve van TKI Watertechnologie. 11.04 Waterkwaliteit
€ 300.000 KWR Water B.V. voor een deel van de inhoudelijke coördinatie van de pilot projecten binnen programma pilot- en testprojecten. 11.04 Waterkwaliteit
€ 300.000 Stichting Toegepast Onderzoekn Waterbeheer (STOWA) voor een deel van de inhoudelijke coördinatie van de pilot projecten binnen programma pilot- en testprojecten. 11.04 Waterkwaliteit
Wettelijke grondslagen specifieke uitkeringen als onderdeel van de Nationaal Groei Fonds programma's NL2120
Maximum bedrag Ontvanger Artikelonderdeel
€ 2.027.450 Gemeente Dordrecht Voor het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 8.204.000 Gemeente Rotterdam Voor het bijdragen aan de pilot Deltasteden voor NBS praktijkleren. 11.01 Algemeen Waterbeleid
€ 9.551.935 Provincie Friesland Voor het bijdragen aan de pilot Veenweidegebieden voor NBS praktijkleren. 11.01 Algemeen Waterbeleid
Overige wettelijke grondslagen subsidieverleningen
Maximum bedrag Ontvanger Artikelonderdeel
€ 185.000 Provincie Friesland Voor een (jaarlijkse) bijdrage aan de provincie Friesland ten behoeve van het Omgevingsberaad Waddengebied (OBW). Het Omgevingsberaad Waddengebied is het adviesorgaan voor het Bestuurlijk Overleg Waddengebied (BOW). Het is tevens een platform waar gestructureerde discussies over het Waddengebied worden geïnitieerd en waar informatie over het Waddengebied wordt uitgewisseld. 11.01 Algemeen Waterbeleid

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 118.942 0 118.942 91.306 210.248 ‒ 80.694 ‒ 23.616 ‒ 26.849 ‒ 29.539 124.889
Uitgaven 154.175 0 154.175 ‒ 10.112 144.063 ‒ 12.114 ‒ 11.616 ‒ 13.849 ‒ 9.539 134.889
13.4 Ruimtegebruik bodem 154.175 0 154.175 ‒ 10.112 144.063 ‒ 12.114 ‒ 11.616 ‒ 13.849 ‒ 9.539 134.889
Opdrachten 28.778 0 28.778 1.558 30.336 896 894 1.161 1.471 12.858
Bodem en STRONG 17.744 0 17.744 ‒ 300 17.444 0 0 0 0 2.436
RWS Leefomgeving 2.740 0 2.740 0 2.740 0 0 0 0 2.535
Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW) 5.824 0 5.824 1.603 7.427 896 894 1.161 1.471 7.429
Overige opdrachten 2.470 0 2.470 255 2.725 0 0 0 0 458
Subsidies (regelingen) 26.485 0 26.485 1.200 27.685 0 0 0 0 17.992
Bedrijvenregeling 16.000 0 16.000 0 16.000 0 0 0 0 10.000
Subsidie Caribisch Nederland 9.135 0 9.135 1.200 10.335 0 0 0 0 7.992
Overig 1.350 0 1.350 0 1.350 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 8.668 0 8.668 ‒ 283 8.385 0 0 0 0 7.041
Bijdrage aan agentschap RWS 4.154 0 4.154 0 4.154 0 0 0 0 4.153
Bijdrage aan agentschap RIVM 4.514 0 4.514 ‒ 283 4.231 0 0 0 0 2.888
Bijdrage aan medeoverheden 90.236 0 90.236 ‒ 12.587 77.649 ‒ 13.010 ‒ 12.510 ‒ 15.010 ‒ 11.010 96.998
Meerjarenprogramma Bodem 90.236 0 90.236 ‒ 12.587 77.649 ‒ 13.010 ‒ 12.510 ‒ 15.010 ‒ 11.010 96.998
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 8 0 8 0 8 0 0 0 0 0
Overige bijdragen 8 0 8 0 8 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 13 is in 2024 per saldo met € 91,3 miljoen toegenomen en neemt cumulatief af in de periode 2025 t/m 2029 met € 180,0 miljoen.

De toename in 2024 wordt met name verklaard door de verplichtingschuiven om een meerjarige specifieke uitkering voor Bodemsanering aan te kunnen gaan. Hiervoor wordt in 2024 in totaal € 103,2 miljoen aan verplichtingenruimte vanuit latere jaren naar voren gehaald. Voor het overige hangen de wijzigingen in het verplichtingenbudget samen met de uitgavenmutaties die hieronder worden toegelicht.

Uitgaven

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget voor de bijdragen aan medeoverheden in 2024 met € 12,6 miljoen verlaagd en in de periode 2025-2029 neemt het kasbudget voor de bijdragen aan medeoverheden af met cumulatief € 62,6 miljoen:

2024 en verder:

  1. Dit is met name het gevolg van een interdepartementale overboeking van IenW naar BZK ten behoeve van een jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van het gemeentelijke apparaat. Hierdoor neemt het budget af met € 8,6 miljoen per jaar.

2025 t/m 2027:

  1. Daarnaast neemt de bijdrage aan het meerjarenprogramma bodem in de periode 2025-2027 cumulatief af met € 7,5 miljoen. Het programma wordt beperkt getemporiseerd om een bijdrage te kunnen leveren aan een interne herprioritering.

Diverse kleinere mutaties verklaren het resterende verschil.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangsten op dit artikel.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 388.768 0 388.768 226.392 615.160 133.755 109.185 105.880 110.271 200.759
Uitgaven 503.006 0 503.006 69.603 572.609 144.789 117.903 119.779 110.271 228.241
14.1 Netwerk 29.251 0 29.251 10.531 39.782 6.388 1.185 471 1.679 10.473
Opdrachten 15.098 0 15.098 6.135 21.233 5.953 876 162 1.370 5.063
Wegverkeersbeleid 9.114 0 9.114 ‒ 2.085 7.029 ‒ 131 ‒ 117 ‒ 117 ‒ 117 3.183
Voertuigen en Digitale Infrastructuur 5.699 0 5.699 239 5.938 ‒ 250 0 0 0 63
Overige opdrachten 285 0 285 7.981 8.266 6.334 993 279 1.487 1.817
Bijdrage aan agentschappen 7.831 0 7.831 1.509 9.340 421 309 309 309 5.410
Bijdrage aan agentschap RWS 7.831 0 7.831 ‒ 172 7.659 421 309 309 309 5.410
Overige bijdragen 0 0 0 1.681 1.681 0 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 5.814 0 5.814 2.487 8.301 14 0 0 0 0
Bijdrage aan Caribisch Nederland 5.694 0 5.694 2.500 8.194 0 0 0 0 0
Regionale bijdrage MIRT 120 0 120 ‒ 13 107 14 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 508 0 508 400 908 0 0 0 0 0
Overige bijdragen 508 0 508 400 908 0 0 0 0 0
14.2 Veiligheid 52.208 0 52.208 ‒ 4.010 48.198 888 878 914 914 17.681
Opdrachten 3.999 0 3.999 ‒ 89 3.910 ‒ 225 ‒ 225 ‒ 287 ‒ 225 4.998
Opdrachten Verkeersveiligheid 3.999 0 3.999 ‒ 89 3.910 ‒ 225 ‒ 225 ‒ 287 ‒ 225 4.998
Subsidies (regelingen) 10.112 0 10.112 1.927 12.039 510 496 558 496 10.089
Veiligheid: Subsidies VVN 4.139 0 4.139 252 4.391 251 257 257 257 4.473
Veiligheid Subsidies SWOV 4.270 0 4.270 177 4.447 176 186 186 186 4.690
Overige subsidies 1.703 0 1.703 1.498 3.201 83 53 115 53 926
Bijdrage aan agentschappen 689 0 689 54 743 39 39 39 39 685
Bijdrage aan agentschap RWS 689 0 689 54 743 39 39 39 39 685
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 0 0 33 33 0 0 0 0 0
Overige Bijdragen 0 0 0 33 33 0 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.408 0 1.408 565 1.973 564 568 604 604 1.909
Bijdrage aan CBR 1.408 0 1.408 565 1.973 564 568 604 604 1.909
(Schade)vergoeding 36.000 0 36.000 ‒ 6.500 29.500 0 0 0 0 0
Stint 36.000 0 36.000 ‒ 6.500 29.500 0 0 0 0 0
14.3 Slimme en duurzame mobiliteit 421.547 0 421.547 63.082 484.629 137.513 115.840 118.394 107.678 200.087
Opdrachten 245.865 0 245.865 ‒ 169.431 76.434 ‒ 122.718 ‒ 47.936 ‒ 5.947 16.932 99.500
Innovatie en Intelligente Transportsystemen 12.522 0 12.522 ‒ 702 11.820 1.557 2.480 1.375 0 116
Klimaatakkoord 64.294 0 64.294 ‒ 53.860 10.434 ‒ 70.069 ‒ 31.510 ‒ 16.326 140 30.281
Verkeersemissies 3.279 0 3.279 ‒ 2.695 584 300 0 0 0 3.163
Laadinfra wegverkeer KF 27.660 0 27.660 ‒ 25.679 1.981 ‒ 41.858 ‒ 58.381 ‒ 58.756 ‒ 57.956 3.967
Programma Vergroening Reisgedrag 42.532 0 42.532 ‒ 33.781 8.751 ‒ 21.900 ‒ 16.852 5.901 23.320 46.498
NGF DMI 16.392 0 16.392 5.750 22.142 2.657 750 750 750 0
Reservering Terugsluis VWH 55.000 0 55.000 ‒ 55.000 0 ‒ 55.000 0 0 0 0
Laadinfra bouw KF 4.000 0 4.000 ‒ 1.479 2.521 50.483 54.845 60.845 50.664 12.362
Overige opdrachten 20.186 0 20.186 ‒ 1.985 18.201 11.112 732 264 14 3.113
Subsidies (regelingen) 158.996 0 158.996 192.696 351.692 242.242 150.498 115.019 90.120 93.857
Duurzame Mobiliteit 7.123 0 7.123 17.476 24.599 21.150 15.000 0 0 0
Elektrisch Vervoer 113.124 0 113.124 38.535 151.659 23.926 16.718 14.670 0 0
Laad en AanZET 0 0 0 68.000 68.000 95.000 0 0 0 0
Bronmaatregelen Stikstof 36.443 0 36.443 12.663 49.106 2.464 ‒ 8.000 ‒ 771 0 24.500
KF Laad en SWiM 0 0 0 54.822 54.822 97.552 125.060 101.120 90.120 68.120
Overige Subsidies 2.306 0 2.306 1.200 3.506 2.150 1.720 0 0 1.237
Bijdrage aan agentschappen 8.386 0 8.386 18.557 26.943 4.289 3.278 2.522 626 6.730
Bijdrage agentschap RWS 1.747 0 1.747 2.837 4.584 98 98 98 98 1.843
Bijdrage agentschap NEA 6.257 0 6.257 ‒ 685 5.572 340 245 245 245 4.294
Bijdrage agentschap RVO 382 0 382 16.022 16.404 3.631 2.715 2.179 283 593
Bijdrage aan agentschap RIVM 0 0 0 383 383 220 220 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 8.300 0 8.300 17.866 26.166 13.700 10.000 6.800 0 0
Duurzame Mobiliteit 7.300 0 7.300 3.850 11.150 3.700 0 0 0 0
Mobiliteit en Gebieden 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 0
Overige bijdragen 0 0 0 14.016 14.016 10.000 10.000 6.800 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 0 0 120 120 0 0 0 0 0
Overige bijdragen 0 0 0 120 120 0 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 0 0 0 3.274 3.274 0 0 0 0 0
Overige bijdragen 0 0 0 3.274 3.274 0 0 0 0 0
Ontvangsten 5.782 0 5.782 0 5.782 0 0 0 0 5.782

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 14 is in 2024 met € 226,4 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 477,8 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

2024:

  1. Het verplichtingenbudget voor de schadevergoedingen Stint neemt toe met € 36,4 miljoen. De regeling is later opengesteld dan verwacht, namelijk in 2024 in plaats van 2023.
  2. Het verplichtingenbudget voor verduurzamen logistiek is verhoogd met € 13,0 miljoen omdat bij een eerdere overboeking van het kasbudget van de reservering klimaatakkoord de verplichtingen niet zijn overgeboekt.
  3. Het verplichtingenbudget van de subsidies SEPP, Seba en AanZet is het restant van het budget uit 2023 dat aan het budget voor 2024 wordt toegevoegd (€ 25,8 miljoen).
  4. Het verplichtingenbudget van de specifieke uitkering voor zero-emissie bussen is het restant van het budget van 2023 dat aan het budget voor 2024 wordt toegevoegd (€ 17,3 miljoen).
  5. Het verplichtingenbudget voor subsidies AanZET, slimme laadinfrastructuur, SWiM en bijbehorende uitvoeringskosten vanuit de reserveringen voor Vrachtwagenheffing wordt met € 13,0 miljoen opgehoogd.

2024 en verder:

  1. Het verplichtingenbudget van de reservering klimaatakkoord wordt uit latere jaren naar voren gehaald (€ 69,3 miljoen) omdat de verplichtingen benodigd zijn in 2024 o.a. voor de gewenste ophoging van het subsidieplafond voor de subsidieregeling voor elektrische bestelauto's (Seba).
  2. Het verplichtingenbudget van de subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWiM) wordt verhoogd met € 15,4 miljoen door een verplichtingenschuif van latere jaren naar 2024, zodat op tijd verplichtingen kunnen worden aangegaan.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Netwerk

Opdrachten

Per saldo is het uitgavenbudget voor opdrachten in 2024 met € 6,1 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 9,6 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024 en verder:

  1. Het toevoegen van de loon- en prijsbijstelling (cumulatief € 37,3 miljoen in de begrotingsperiode).
  2. Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het opdrachtenbudget van artikel 14. Zie voor een verdere toelichting het

2 Verkeersveiligheid

(Schade)vergoedingen

Per saldo is het uitgavenbudget voor (schade)vergoedingen in 2024 met € 6,5 miljoen verlaagd. Het budget voor de compensatieregeling Stint wordt verlaagd met € 6,5 miljoen vanwege een bijstelling op basis van het aantal ingediende aanvragen. Het budget wordt ingezet voor de hierboven genoemde opgaves onder het kopje opdrachten.

3 Slimme en duurzame mobiliteit

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten in 2024 met € 169,4 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 184,1 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024:

  1. Eindejaarsmarge NGF-project Dutch Metropolitan Innovations (DMI): de middelen (€ 6,9 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven, worden aan het uitgavenbudget voor 2024 toegevoegd.
  2. Eindejaarsmarge KF: de middelen (€ 4,4 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven, worden aan het uitgavenbudget 2024 toegevoegd.

2024 ‒ 2025:

  1. Middelen NGF-project DMI: de middelen (- € 1,9 miljoen) worden doorgeschoven naar 2025, een doorwerking van het vertragen in 2023.
  2. Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (- € 21,3 miljoen).

2024 t/m 2026:

  1. Middelen vergroenen reisgedrag voor subsidieregeling touringcars: Uit de middelen bestemd voor vergroenen reisgedrag wordt € 10,0 miljoen overgeboekt naar het financiële instrument subsidies voor de subsidieregeling voor emissieloze touringcars.

2024 t/m 2029:

  1. Uitvoeringskosten RVO: De RVO helpt met het uitvoeren van de verschillende subsidieregelingen van slimme en duurzame mobiliteit. De uitvoeringskosten (€ 24,8 miljoen) worden overgeboekt van het instrument opdrachten naar het instrument bijdragen aan agentschap.
  2. Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (AanZET): Op de reservering klimaatakkoord 2019 staan middelen (- € 153,0 miljoen) voor de stimulering van bestel- en vrachtauto’s. De subsidie voor de AanZET (vrachtauto) wordt verantwoord op de budgetplaats subsidies elektrisch vervoer. Hier worden ook de subsidies van de SEPP (particuliere auto) en SEBA (bestelauto) verantwoord. Een deel van de middelen wordt overgeboekt naar het nieuwe artikel 15 van Vrachtwagenheffing (€ 110,0 miljoen). Bij Ontwerpbegroting 2024 is € 24,7 miljoen naar voor gehaald voor het jaar 2023, omdat er meer animo was. Het budget in 2024 wordt met deze overheveling aangevuld. Zo sluit het kasbudget voor de AanZET weer aan bij de prognose van de RVO.
  3. Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (SEBA): Op de reservering Klimaatakkoord 2019 staan middelen (- € 50,9 miljoen) voor de SEBA (subsidie elektrische bestelauto) gereserveerd. De regeling gaat in 2024 open voor € 60 miljoen. Vanaf 2025 kan er geen subsidie meer worden toegekend aan bestelbussen, omdat alleen het verschil in aanschafprijs tussen nulemissie-voertuigen en fossiele voertuigen gesubsidieerd kan worden en dit steeds kleiner of zelfs negatief wordt. Vorig jaar is namelijk besloten dat de BPM-vrijstelling voor fossiel aangedreven bestelauto’s vervalt per 1 januari 2025. Ook zijn de regels voor de Algemene Groepsvrijstelling (AGVV) veranderd. Met deze overboeking uit de reservering wordt de kas in lijn gebracht met de prognose van de RVO voor de SEBA in totaal.
  4. Kasschuif vergroenen reisgedrag: In totaal wordt € 14,5 miljoen naar latere jaren geschoven, vanwege vertraging in de voorbereiding van regelingen en opdrachten.
  5. Kasschuif opdrachtenbudget van laadinfrastructuur voor wegvervoer: het budget verandert door middelen uit latere jaren naar voren te schuiven (€ 40,0 miljoen). De kasschuif is de optelsom van verschillende ontwikkelingen binnen deze post. De middelen voor logistiek laden kunnen eerder worden uitgegeven, doordat het project versneld kan worden. Ook worden er middelen naar latere jaren geschoven. Zo gaat de regeling voor landelijk dekkend netwerk snelladen een jaar later van start en worden middelen voor Laden OV-bussen naar achteren geschoven om beter aan te sluiten op de vraag uit de sector. Deze schuiven samen resulteren in een schuif van middelen naar eerdere jaren.
  6. Overboeking middelen fietspaden naar Mobiliteitsfonds: De middelen (- € 42,0 miljoen t/m 2030) voor het ontwikkelen van fietspaden worden naar het Mobiliteitsfonds overgeheveld, waar de middelen worden verantwoord.
  7. Laadinfrastructuur wegvervoer KF opdrachten naar subsidies: hiervoor is eerder € 403,8 miljoen toegekend vanuit het KF. Een groot deel van de middelen (- € 325,3 miljoen t/m 2030) is bestemd voor de subsidieregelingen publieke logistieke laadinfrastructuur en private laadinfrastructuur die in 2024 worden opengesteld.

2025 t/m 2028:

  1. Klimaatfondsmiddelen laadinfrastructuur bouw: er wordt € 214,0 miljoen overgeheveld vanuit het KF naar IenW voor schoon en emissieloos bouwen, waarmee stikstofuitstoot tijdens de bouw kan worden verminderd.

2025 t/m 2029:

  1. Vergroening reisvervoer en personengedrag naar waterstoftrein: er wordt € 15,0 miljoen overgeboekt naar artikel 13 op het Mobiliteitsfonds voor de pilot waterstoftrein in 2026, uit het programma vergroening reisvervoer en personengedrag.
  2. Specifieke uitkering basisnetwerk logistiek laden van opdrachten naar bijdragen medeoverheden: Uit het Klimaatfonds is voor slimme laadinfrastructuur € 403,8 miljoen toegevoegd aan de begroting. Met een overboeking wordt een deel van het budget overgeboekt naar specifieke uitkering voor Basisnetwerk voor logistiek laden (€ 18,8 miljoen).
  3. Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (- € 8,2 miljoen).

2027 en verder:

  1. Tweede deel AP-middelen vergroenen reisgedrag: Het resterende bedrag op de aanvullende post voor vergroenen reisgedrag wordt overgeboekt. Het betreft € 120,4 miljoen incidenteel tot en met 2029 voor zero emissie touringcars, stimuleren van deelmobiliteit en verduurzamen woon-werkverkeer. Het betreft € 31,7 miljoen structureel vanaf 2031 voor de uitvoering door uitvoeringsorganisaties RVO en RWS en beleid.

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 192,7 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 666,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024 ‒ 2025:

  1. Reservering klimaatakkoord subsidie waterstof in mobiliteit (SWiM) opdrachten naar subsidies: Onderdeel van de klimaatakkoordmiddelen is een reservering voor tankinfrastructuur, die wordt ingezet voor de subsidie waterstof in mobiliteit (€ 21,3 miljoen).

2024 t/m 2026:

  1. Middelen vergroenen reisgedrag voor subsidieregeling touringcars: Uit de middelen van vergroenen reisgedrag wordt € 10,0 miljoen overgeboekt van opdrachten naar het subsidie instrument voor de subsidieregeling voor emissieloze touringcars.
  2. Opvraag Slimme laadinfrastructuur KF: De middelen (€ 27,0 miljoen) worden ingezet voor de witte vlekken regeling (waar staan de laadpalen, zijn er witte vlekken?), stimuleren slim laden en laden voor logistiek.

2024 t/m 2027:

  1. Kasschuif bronmaatregelen stikstof: Voor het verminderen van stikstof staan er twee subsidies op artikel 14.03, te weten de Subsidieregeling Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel (SSEB) en de Tijdelijke Subsidieregeling Stimulering Modal Shift (TSL). Omdat in 2023 meer kasbudget vanuit 2024 naar 2023 is gehaald om subsidieverhogingen te kunnen financieren is er een relatief groot tekort op het kasbudget ontstaan in 2024 wat nu uit toekomstige jaren wordt teruggehaald (€ 12,7 miljoen).

2024 t/m 2029:

  1. Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (AanZET): Op de reservering klimaatakkoord 2019 staan middelen (€ 153,0 miljoen) voor de stimulering van bestel- en vrachtauto’s. De subsidie voor de AanZET (vrachtauto) wordt verantwoord op de budgetplaats subsidies elektrisch vervoer. Hier worden ook de subsidies van de SEPP (particuliere auto) en SEBA (bestelauto) verantwoord. Een deel van de middelen wordt overgeboekt naar het nieuwe artikel 15 van Vrachtwagenheffing (€ 110,0 miljoen). Bij Ontwerpbegroting 2024 is € 24,7 miljoen naar voor gehaald voor het jaar 2023, omdat er meer animo was. Het budget in 2024 wordt met deze overheveling aangevuld. Zo sluit het kasbudget voor de AanZET weer aan bij de prognose van de RVO.
  2. Reservering klimaatakkoord opdrachten naar subsidies (SEBA): Op de reservering Klimaatakkoord 2019 staan middelen (€ 50,9 miljoen) voor de SEBA (subsidie elektrische bestelauto) gereserveerd. De regeling gaat in 2024 open voor € 60 miljoen. Vanaf 2025 kan er geen subsidie meer worden toegekend aan bestelbussen, omdat alleen het verschil in aanschafprijs tussen nulemissie-voertuigen en fossiele voertuigen gesubsidieerd kan worden en dit steeds kleiner of zelfs negatief wordt. Vorig jaar is namelijk besloten dat de BPM-vrijstelling voor fossiel aangedreven bestelauto’s vervalt per 1 januari 2025. Ook zijn de regels voor de Algemene Groepsvrijstelling (AGVV) veranderd. Met deze overboeking uit de reservering wordt de kas in lijn gebracht met de prognose van de RVO voor de SEBA in totaal.

2024 en verder:

  1. Laadinfrastructuur wegvervoer KF opdrachten naar subsidies: hiervoor is eerder € 403,8 miljoen toegekend vanuit het KF. Een groot deel van de middelen (- € 325,3 miljoen t/m 2030) is bestemd voor de subsidieregelingen publieke logistieke laadinfrastructuur en private laadinfrastructuur die in 2024 worden opengesteld.

2025 t/m 2029:

  1. Klimaatfondsmiddelen SWiM: Vanuit het Klimaatfonds worden middelen (€ 210,0 miljoen) overgeheveld voor de subsidieregeling Waterstof in Mobiliteit (SWiM).

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 18,6 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 11,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutatie:

2024 t/m 2029:

  1. Uitvoeringskosten RVO: De RVO helpt met het uitvoeren van de verschillende subsidieregelingen van slimme en duurzame mobiliteit. De uitvoeringskosten (€ 24,8 miljoen) worden overgeboekt van het instrument opdrachten naar het instrument bijdragen aan agentschap.

Bijdragen aan medeoverheden

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan medeoverheden op artikelonderdeel 14.03 in 2024 met € 8,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 11,3 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.

2024:

  1. Eindejaarsmarge KF: de middelen (€ 4,0 miljoen) die in 2023 niet zijn uitgegeven worden doorgeschoven naar 2024.

2024 t/m 2026:

  1. Klimaatfondsmiddelen slimme laadinfrastructuur KF: de middelen voor mede-overheden (€ 12,0 miljoen) worden ingezet voor de specifieke uitkering voor slim laden. Dit betreft de SPUK-regeling voor de 6 NAL-regio’s (Nationale Agenda Laadinfrastructuur)

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 21.437 627.500 648.937 ‒ 218.428 430.509 12.706 12.239 13.051 13.051 21.453
Uitgaven 34.202 627.500 661.702 ‒ 215.385 446.317 12.785 12.363 13.051 13.051 21.453
16.1 Spoor 13.761 627.500 641.261 ‒ 223.798 417.463 13.060 12.363 13.051 13.051 21.453
Opdrachten 4.535 0 4.535 ‒ 51 4.484 9 ‒ 688 0 0 4.157
ACM 1.807 0 1.807 0 1.807 0 0 0 0 0
Overige opdrachten 2.728 0 2.728 ‒ 51 2.677 9 ‒ 688 0 0 4.157
Subsidies (regelingen) 5.238 75.000 80.238 ‒ 84 80.154 13.000 13.000 13.000 13.000 13.860
Sociale veiligheid Spoor 2.000 0 2.000 0 2.000 0 0 0 0 0
Consumentenorganisaties OV 0 0 0 0 0 0 0 0 0 579
Overige subsidies 3.238 75.000 78.238 ‒ 84 78.154 13.000 13.000 13.000 13.000 13.281
Bijdrage aan agentschappen 844 0 844 372 1.216 51 51 51 51 895
Bijdrage aan agentschap RWS 830 0 830 50 880 50 50 50 50 880
Bijdrage aan agentschap KNMI 14 0 14 1 15 1 1 1 1 15
Bijdrage aan agentschap RVO 0 0 0 321 321 0 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 3.042 552.500 555.542 ‒ 224.035 331.507 0 0 0 0 2.439
CLU Betuweroute en HSL 2.477 0 2.477 0 2.477 0 0 0 0 2.439
Overige bijdragen 565 552.500 553.065 ‒ 224.035 329.030 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 102 0 102 0 102 0 0 0 0 102
Overige bijdragen 102 0 102 0 102 0 0 0 0 102
16.2 Maatregelenpakket OVS 20.441 0 20.441 8.413 28.854 ‒ 275 0 0 0 0
Subsidies (regelingen) 20.441 0 20.441 8.413 28.854 ‒ 275 0 0 0 0
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector 11.356 0 11.356 0 11.356 0 0 0 0 0
Transitievangnet OV 9.085 0 9.085 8.413 17.498 ‒ 275 0 0 0 0
Ontvangsten 46.584 0 46.584 0 46.584 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 16 is in 2024 met € 218,4 miljoen afgenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 64,1 miljoen toegenomen. Dit komt met name door de overboekingen van IenW naar BZK (- € 226,6 miljoen) en doordat de middelen voor de TVOV in 2023 niet tot besteding zijn gekomen en worden doorgeschoven naar 2024 (€ 8,6 miljoen). Dit komt voort uit de systematiek van betalen middels voorschotten.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 OV en Spoor

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van OV en Spoor in 2024 met € 0,084 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2033 met € 117 miljoen verhoogd. Dit komt met name door een overboeking vanuit het MF ter dekking van de aanvraag concessiesubsidie NS als gevolg van de nieuwe HRN concessie (€ 13,0 miljoen structureel van 2025 t/m 2033).

Bijdrage aan medeoverheden

De verlaging van dit artikelonderdeel met € 224 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:

  1. Enkele overboekingen naar het Provinciefonds:

    1. Voor de uitwerking van de eenmalige compenstatie in 2024 a.g.v. de motie Krul voor de herijking van het studentenreisproduct voor de regionale vervoerders (- € 84,7 miljoen);
    2. met het oog op het programma op peil houden c.q. verbeteren van het OV worden extra middelen beschikbaar gesteld a.g.v. motie Bikker(- € 74,5 miljoen);
    3. Ter voorkoming van tariefstijgingen in het regionaal OV zijn extra DU middelen beschikbaar gesteld a.g.v. motie Bikker (- € 67,4 miljoen).

2 Maatregelpakket OVS

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op het gebied van maatregelen OV-sector in 2024 met € 8,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2026 met € 0,3 miljoen verlaagd. Dit komt met name doordat de middelen voor de TVOV die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden doorgeschoven naar 2024. Dit komt voort uit de systematiek van betalen middels voorschotten.

Ontvangsten

Er zijn geen ontvangstenmutaties verwerkt in de Eerste suppletoire begroting op dit artikel.

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 114.121 0 114.121 109.077 223.198 55.518 78.492 60.880 926 13.995
Uitgaven 62.788 0 62.788 36.538 99.326 58.606 58.145 39.758 49.226 59.761
17.1 Luchtvaart 62.788 0 62.788 36.538 99.326 58.606 58.145 39.758 49.226 59.761
Opdrachten 26.050 0 26.050 164 26.214 10.487 2.710 917 958 6.369
Geluidsisolatie Schiphol 0 0 0 131 131 0 0 0 0 0
Caribisch Nederland 467 0 467 ‒ 75 392 ‒ 399 0 0 0 465
NGF Project - Luchtvaart in Transitie 80 0 80 621 701 0 0 0 0 80
GIS-4 regeling 10.366 0 10.366 ‒ 4.627 5.739 3.953 1.176 0 0 0
Programma Omgeving Luchthaven Schiphol 4.275 0 4.275 ‒ 954 3.321 ‒ 111 ‒ 100 0 0 0
Luchtruim Regio Luchthaven 1.071 0 1.071 1.058 2.129 981 0 0 0 1.489
Luchtruimherziening 1.402 0 1.402 1.345 2.747 0 0 0 0 1.118
Overige opdrachten 8.389 0 8.389 2.665 11.054 6.063 1.634 917 958 3.217
Subsidies (regelingen) 34.270 0 34.270 34.336 68.606 48.031 55.479 38.838 48.265 51.481
Tarieven Bonaire 310 0 310 1.360 1.670 550 0 0 0 0
Omploegen graanresten 1.701 0 1.701 199 1.900 6.418 11.000 20.000 20.000 18.500
Klimaatbeleid 0 0 0 250 250 28 0 0 0 0
NGF-project Luchtvaart in transitie 30.405 0 30.405 32.095 62.500 35.935 35.507 5.378 14.800 21.300
Subsidie Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) 1.205 0 1.205 0 1.205 0 0 0 0 269
Overige subsidies 649 0 649 432 1.081 5.100 8.972 13.460 13.465 11.412
Bijdrage aan agentschappen 627 0 627 1.092 1.719 ‒ 126 ‒ 84 3 3 56
Bijdrage aan agentschap RWS 473 0 473 ‒ 16 457 ‒ 297 ‒ 244 3 3 56
Bijdrage aan agentschap KNMI 14 0 14 16 30 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschap RVO 0 0 0 636 636 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschap RIVM 140 0 140 191 331 171 160 0 0 0
Bijdrage aan agentschap RWS (Caribisch Nederland) 0 0 0 265 265 0 0 0 0 0
Bijdrage aan medeoverheden 0 0 0 80 80 0 0 0 0 0
Bijdrage Caribisch Nederland 0 0 0 80 80 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.626 0 1.626 41 1.667 20 0 0 0 1.625
ICAO (HGIS) 1.455 0 1.455 0 1.455 0 0 0 0 1.455
Overige bijdragen 171 0 171 41 212 20 0 0 0 170
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 215 0 215 825 1.040 194 40 0 0 230
Overige bijdragen 215 0 215 825 1.040 194 40 0 0 230
Ontvangsten 12.263 0 12.263 ‒ 10.468 1.795 ‒ 116 5.801 1.453 0 575
Verplichtingen 114.121 0 114.121 109.077 223.198 55.518 78.492 60.880 926
waarvan garantieverplichtingen 51.800 51.800 0 51.800
waarvan overige verplichtingen 62.321 0 62.321 109.077 171.398 55.518 78.492 60.880 926

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 17 is in 2024 met € 109,1 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 176,4 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

2024:

  1. Het verplichtingenbudget wordt met € 5,7 miljoen opgehoogd vanwege het toekennen van de eindejaarsmarge 2023.

2024 en verder:

  1. Het verplichtingenbudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in 2024 met € 96,9 miljoen opgehoogd. Het verplichtingenbudget is opgehoogd met de verplichtingenruimte die in 2023 niet is ingezet (€ 36,1 miljoen) en aanvullende middelen vanuit het NGF (€ 73,3 miljoen). Daarnaast verschuift er verplichtingenruimte van 2024 (- € 12,5 miljoen) en 2029 (- € 20,3 miljoen) naar 2025 (€ 5,8 miljoen) en 2026 (€ 27 miljoen). Er is meer tijd nodig voor het opstellen van de subsidieregelingen en het doen van risicoanalyes dan voorheen gepland. Daarnaast verschuift er verplichtingenruimte vanuit 2029 naar eerdere jaren vanwege de actualisatie van de programmering.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Luchtvaart

Opdrachten

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op artikel 17 in 2024 met € 0,2 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 15,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende aanpassingen:

2024 en verder:

  1. Het opdrachtenbudget wordt in 2024 (€ 4,7 miljoen) en in 2025 (€ 4,3 miljoen) opgehoogd om de de wettelijke en overige beleidstaken uit te kunnen voeren. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het
  2. Het budget voor de vierde gevelisolatieregeling (GIS-4) neemt in 2024 af met € 5,1 miljoen. Deze middelen worden doorgeschoven naar de jaren 2025 (€ 4 miljoen) en 2026 (€ 1,1 miljoen). Het beoordelen van de aanvragen neemt meer tijd in beslag dan voorheen gepland. Vandaar dat een deel van het budget naar achteren geschoven wordt.
  3. Het opdrachtenbudget neemt in de jaren 2024 t/m 2029 met € 3,1 miljoen toe vanwege het toevoegen van de prijsbijstelling.

Subsidies

Per saldo is het kasbudget voor subsidies op artikel 17 in 2024 met € 34,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 218 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties.

2024:

  1. Het subsidiebudget voor de Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam wordt verhoogd voor de versterking, professionalisering en opleiding van deelnemers van de overlegorganen bij de regionale burgerluchthavens van nationale betekenis. Het maximale bedrag per commissie bedraag € 77.500.
  2. Het subsidiebudget voor Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) is verhoogd. Voor een deel van de kosten van de levering van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap. Het bedrag van € 400.000 is exclusief eventuele koersverschillen.

2024 en verder:

  1. Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is voor de jaren 2024 t/m 2029 met in totaal € 121,4 miljoen opgehoogd.

    1. Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in 2024 met € 32,1 miljoen opgehoogd. Dit komt door het toevoegen van het budget dat in 2023 niet tot besteding is gekomen aan het budget voor 2024 (€ 48,1 miljoen) en het toekennen van voorheen voorwaardelijk toegekende middelen vanuit het NGF (€ 10 miljoen). Daarnaast neemt het budget in 2024 met € 26 miljoen af door een kasschuif waarmee subsidiebudget vanuit 2024 naar de jaren 2025 t/m 2027 verplaatst wordt. Dit heeft te maken met vertragingen. Er is meer tijd nodig voor het opstellen van de subsidieregelingen en het doen van risicoanalyes dan voorheen gepland.
    2. Het subsidiebudget voor het NGF-project Luchtvaart in Transitie is in de jaren 2025 t/m 2029 met € 89,3 miljoen opgehoogd. Dit komt door het toekennen van een deel van de middelen die vanuit het NGF voorwaardelijk aan het project waren toegekend (€ 63,3 miljoen). Daarnaast is € 26 miljoen vanuit 2024 naar de jaren 2025 t/m 2029 geschoven.
  2. Het subsidiebudget wordt in 2024 (€ 1,3 miljoen) en in 2025 (€ 3,1 miljoen) opgehoogd. De programmabudgetten van Luchtvaart zijn niet toereikend om alle wettelijke en beleidstaken uit te kunnen voeren. Daarom is ervoor gekozen om de budgetten voor 2024 en 2025 op te hogen om knelpunten op de korte termijn op te kunnen lossen en de continuïteit van het beleidsterein te kunnen borgen. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het

2025 en verder:

  1. Vanuit het Klimaatfonds wordt het subsidiebudget in de jaren 2025 t/m 2030 met € 150 miljoen opgehoogd. Aan artikel 17 wordt € 150 miljoen toegevoegd voor de volgende projecten:

    1. Duurzame luchtvaartbrandstoffen (€ 60 miljoen): Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van e-fuels, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.
    2. Alcohol-to-jet (€ 90 miljoen): Het doel van dit project is het stimuleren van de opschaling van Alcohol-to-jet-brandstoffen (ATJ) op basis van laagwaardige reststromen, zodat voldoende capaciteit beschikbaar is om de luchtvaart verder te verduurzamen.

Ontvangsten

Per saldo is het ontvangstenbudget op artikel 17 in 2024 met € 10,5 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 7,1 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door het aanpassen van de ontvangstenreeks voor GIS-4:

  1. Het ontvangstenbudget is met € 3,9 miljoen verlaagd vanwege het verrekenen van het overschot aan middelen van de GIS-3 regeling met de kosten voor de GIS-4 regeling. Door de luchtvaartmaatschappijen is € 3,9 miljoen te veel betaald voor de GIS-3 regeling. In samenspraak met de luchtvaartmaatschappijen is ervoor gekozen om dit overschot te verrekenen met de kosten voor de GIS-4 regeling. Hierdoor betalen luchtvaartmaatschappijen minder voor de GIS-4 regeling. Daar wordt de ontvangstenreeks op aangepast.
  2. De ontvangstenreeks voor GIS-4 is geactualiseerd naar aanleiding van de afspraken die met de luchtvaartmaatschappijen is gemaakt over het moment waarop de GIS-heffing betaald gaat worden. De GIS-4 regeling wordt gefinancierd door de luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van luchthaven Schiphol door middel van de GIS-heffing.

Wettelijke grondslag subsidieverlening

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel:

  1. is in regel NGF-project Luchtvaart in transitie een bedrag van € 22,2 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.

    1. Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 11,5 miljoen betrekking op een subsidie aan Stichting Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum ten behoeve van ondersteunend onderzoek.
    2. Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 8,5 miljoen betrekking op een subsidie aan TU Delft ten behoeve van ondersteunend onderzoek.
    3. Bovengenoemde subsidies maken onderdeel uit van het deelproject DASAL. Het deelproject DASAL ondersteunt het NGF-project Luchtvaart in Transitie door middel van analyse en monitoring van duurzaamheids-, economische en maatschappelijke effecten (impact) van innovaties in luchtvaarttechnologie, -operaties en -beleid.
  2. is in de regel subsidies tarieven Bonaire een bedrag van € 0,4 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.

    1. Van dit bedrag heeft een bedrag van ten hoogste € 0,4 miljoen (exclusief eventuele koersverschillen, omdat de subsidie in US dollars wordt uitgekeerd) betrekking op een subsidie aan DC-ANSP voor het verlagen van luchtverkeersdienstverleningstarieven. Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport te voorkomen, zal IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) dekken via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap.
  3. is in de regel overige subsidies een bedrag van € 0,65 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen.

    1. Van dit bedrag heeft een bedrag van maximaal € 77.500 per commissie betrekking op een subsidie voor de Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam.

Bovenstaande begrotingsvermeldingen voor Stichting Koninklijk Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum, TU Delft, De Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Maastricht en Rotterdam en Dutch Carribbean Air Navigation Service Provider (DC-ANSP) vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 303.462 0 303.462 61.363 364.825 19.224 19.038 38.033 43.293 60.910
Uitgaven 195.353 0 195.353 ‒ 40.630 154.723 ‒ 7.245 91.368 70.693 44.570 56.990
18.1 Scheepvaart en havens 195.353 0 195.353 ‒ 40.630 154.723 ‒ 7.245 91.368 70.693 44.570 56.990
Opdrachten 23.410 0 23.410 4.325 27.735 9.422 9.512 5.741 84 10.241
Topsector Logistiek 0 0 0 4.482 4.482 6.500 8.600 0 0 0
Caribisch Nederland 100 0 100 20 120 0 0 0 0 100
NGF Project - Digitale Infrastructuur Logistiek 14.500 0 14.500 ‒ 1.124 13.376 398 ‒ 448 5.920 0 0
KF - zero emissie 2.032 0 2.032 ‒ 1.698 334 ‒ 2.062 ‒ 2.605 ‒ 2.605 ‒ 2.605 0
NGF Project - Maritiem Masterplan 142 0 142 ‒ 140 2 ‒ 143 ‒ 150 0 30 0
Zeehavens 2.196 0 2.196 863 3.059 ‒ 47 ‒ 65 ‒ 175 ‒ 188 2.472
Zeevaart 2.798 0 2.798 ‒ 1.544 1.254 ‒ 673 ‒ 714 ‒ 764 ‒ 1.216 862
Overige opdrachten 1.642 0 1.642 3.466 5.108 5.449 4.894 3.365 4.063 6.807
Subsidies (regelingen) 167.936 0 167.936 ‒ 49.550 118.386 ‒ 19.899 80.409 63.505 43.579 43.250
Topsector Logistiek 0 0 0 1.500 1.500 0 0 0 0 0
Walstroom 100.415 0 100.415 ‒ 67.622 32.793 ‒ 19.155 49.105 32.861 5.035 0
Innovatieve Duurzame Binnenvaart 13.330 0 13.330 12.124 25.454 9.725 11.750 11.750 11.750 2.000
NGF Project - Zero-emissie binnenvaart batterij-elektrisch 25.100 0 25.100 5.700 30.800 0 0 0 0 0
NGF Project - Maritiem Masterplan 29.011 0 29.011 ‒ 5.471 23.540 ‒ 13.729 9.400 2.500 2.000 5.300
KF - zero emissie 0 0 0 0 0 550 1.000 1.000 1.000 0
Overige subsidies 80 0 80 4.219 4.299 2.710 9.154 15.394 23.794 35.950
Bijdrage aan agentschappen 2.256 0 2.256 4.410 6.666 3.201 1.416 1.416 876 2.165
Bijdrage aan agentschap RWS 1.818 0 1.818 1.588 3.406 1.400 615 615 75 1.314
NGF Project - Maritiem Masterplan RVO 438 0 438 203 641 200 0 0 0 0
Overige bijdragen 0 0 0 2.619 2.619 1.601 801 801 801 851
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.644 0 1.644 15 1.659 14 14 14 14 1.210
CCR/ IMO HGIS 1.141 0 1.141 14 1.155 14 14 14 14 1.155
Overige bijdragen 503 0 503 1 504 0 0 0 0 55
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 107 0 107 170 277 17 17 17 17 124
Overige 107 0 107 170 277 17 17 17 17 124
Ontvangsten 0 0 0 716 716 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 18 is in 2024 met € 61,4 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 124,7 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door de volgende mutaties:

2024:

  1. Het verplichtingenbudget neemt met € 5,7 miljoen toe door het toevoegen van de verplichtingenruimte voor het NGF-project Zero Emission Services dat in 2023 niet is ingezet.

2024 en verder:

  1. Het verplichtingenbudget voor de Walstroomregeling neemt in 2024 met € 14,9 miljoen toe. Dit is deels (€ 8,3 miljoen) een gevolg van verplichtingruimte uit 2023 welke is opgevraagd bij VJN24 en ingezet zal worden op de uitbreiding van de stikstofregeling. Deels (€ 6,6 miljoen) betreft dit een schuif naar voren om de aangepaste planning met inzet op walstroom Rijksligplaatsen te kunnen realiseren.

2025:

  1. Het verplichtingenbudget voor 2025 wordt met € 3,0 miljoen oppgehoogd voor een bijdrage aan de haven in Saba. De verplichtingenruimte stond voorheen begroot in 2023 maar is wegens vertraging bij de opbouw van de haven in Saba doorgeschoven naar 2025.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Scheepvaart en Havens

Opdrachten

Het kasbudget voor opdrachten is in 2024 met € 4,3 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 28,7 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

2024:

  1. Het opdrachtenbudget voor het NGF-project Digitale Infrastructuur Logistiek wordt met € 4,7 miljoen verhoogd. Dit zijn de middelen die in 2023 door vertraging van een aantal onderzoeksopdrachten niet tot besteding zijn gekomen.

2024 en verder:

  1. Naar aanleiding van de verlenging van het programma Topsector Logistiek (TSL) wordt er € 19,3 miljoen overgeboekt vanuit het Mobiliteitsfonds naar de beleidsbegroting. De middelen voor de TSL staan gereserveerd op het Mobiliteitsfonds en worden overgeboekt naar de beleidsbegrotingsbegroting waar de uitgaven worden gedaan en verantwoord in de jaren 2024 t/m 2026.
  2. Binnen het opdrachtenbudget voor het NGF-project Digitale Infrastructuur Logistiek schuiven er middelen vanuit de jaren 2024 (- € 5,9 miljoen) en 2026 (- € 0,4 miljoen) naar 2025 (€ 0,4 miljoen) en 2027 (€ 5,9 miljoen). De kasschuif is gedaan op basis van de geactualiseerde planning voor het project.
  3. Aan het opdrachtenbudget wordt een bedrag van € 5,1 miljoen in de jaren 2024 t/m 2029 toegevoegd aan prijsbijstelling.

2025 en verder:

  1. Het opdrachtenbudget wordt in de jaren 2025 t/m 2029 met in totaal € 11,9 miljoen verhoogd voor de uitgaven in het kader van CER/NIS2. De Critical Entities Resilience Directive (CER-richtlijn) en de Network and Information Security Directive (NIS2-richtlijn) zijn gericht op een versterking van de fysieke, digitale en economische weerbaarheid van Europese lidstaten. Het budget dat aan het opdrachtenbudget op artikel 18 wordt toegevoegd is voor het implementeren van de twee richtlijnen. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het

Subsidies

Het kasbudget voor subsidies is in 2024 met € 49,5 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 193,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de volgende mutatie:

2024:

  1. Vanuit de Aanvullende Post bij het minsterie van Financïen worden stikstofmiddelen toegevoegd aan het subsidiebudget voor de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen (€ 8 miljoen). Het gaat om het laatste deel van de Hordijkgelden voor verduurzaming van de binnenvaart.
  2. Het opdrachtenbudget voor het NGF-project Zero Emission Services (ZES) wordt met € 5,7 miljoen verhoogd. Dit zijn de middelen die in 2023 door vertraging bij het opstellen van de subsidieregeling niet tot besteding zijn gekomen.
  3. Het subsidiebudget op artikel 18 wordt in 2024 opgehoogd met € 3,5 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds (€ 3 miljoen) en artikel 97 (€ 0,5 miljoen) voor een subsidiebijdrage aan de Koninklijke Nederlandse reddingsmaatschappij (KNRM).

2024 en verder:

  1. Het kasritme voor de subsidie Walstroom is op basis van nieuwe prognoses aangepast. Aangezien de eerste voorschotten later zullen worden uitbetaald dan voorheen voorzien verschuift er € 86,6 miljoen uit de jaren 2024 en 2025 naar de jaren 2026 t/m 2028.
  2. Door een kasschuif worden de middelen die in 2024 vanuit het NGF ontvangen zijn voor het NGF-project Maritiem Masterplan in het meest actuele ritme gezet. Hierbij schuiven er middelen vanuit 2024 en 2025 (- € 19,2 miljoen) naar de jaren 2026 t/m 2028 (€ 19,2 miljoen)
  3. Vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien wordt € 50 miljoen ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de Tijdelijke subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen. De ontvangen middelen worden door een kasschuif verdeeld over de jaren en in een realistisch kasritme gezet. Hierbij verschuift € 4 miljoen vanuit 2025 naar 2024 en € 36 miljoen vanuit 2025 naar de jaren 2026 t/m 2028 (€ 12 miljoen per jaar).
  4. Daarnaast wordt vanuit de aanvullende post € 3,3 miljoen ontvangen voor de verduurzaming van zeevaart. Met deze middelen zullen voorbereidende werkzaamheden worden verricht voor 3 pilots voor de verduurzaming van de zeevaart.

2025:

  1. Vanuit de aanvullende post bij het ministerie van Financien wordt budget ontvangen voor de stikstofopgave waarbij € 50 miljoen wordt ontvangen voor schone motoren als aanvulling op de subsidieregeling verduurzaming binnenvaartschepen. Daarnaast wordt € 3,3 miljoen aan het subsidiebudget toegevoegd voor 3 pilots ten aanzien van verduurzaming van de zeevaart.

2025 en verder:

  1. Voor de verduurzaming van de zeevaart wordt in de jaren 2025 t/m 2029 € 109,6 miljoen aan het subsidiebudget toegevoegd vanuit het Klimaatfonds. Deze middelen worden ingezet voor duurzame en energiebesparende aandrijftechnieken bij zeeschepen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.7 Artikel 19 Internationaal Beleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 10.370 0 10.370 342 10.712 1.272 1.278 1.274 1.260 11.124
Uitgaven 10.479 0 10.479 601 11.080 1.272 1.278 1.274 1.260 10.514
19.2 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking 10.479 0 10.479 601 11.080 1.272 1.278 1.274 1.260 10.514
Opdrachten 3.923 0 3.923 ‒ 409 3.514 517 858 854 850 5.609
Uitvoering internationaal HGIS 1.358 0 1.358 ‒ 300 1.058 0 0 0 0 2.150
Uitvoering niet-HGIS 1.249 0 1.249 165 1.414 479 814 813 809 2.044
Overige opdrachten 1.316 0 1.316 ‒ 274 1.042 38 44 41 41 1.415
Subsidies (regelingen) 1.692 0 1.692 73 1.765 335 0 0 0 0
Interreg 1.622 0 1.622 ‒ 262 1.360 0 0 0 0 0
Overige subsidies 70 0 70 335 405 335 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 2.520 0 2.520 637 3.157 420 420 420 410 2.761
Bijdrage aan RWS 421 0 421 112 533 25 25 25 15 267
Bijdrage aan RVO 2.099 0 2.099 220 2.319 395 395 395 395 2.494
Bijdrage aan RIVM 0 0 0 305 305 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 2.344 0 2.344 300 2.644 0 0 0 0 2.144
Bijdrage HGIS 2.144 0 2.144 300 2.444 0 0 0 0 2.144
Bijdrage niet-HGIS 200 0 200 0 200 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 19 opgehoogd met cumulatief € 6,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de volgende mutaties:

2025 en verder:

  1. Een verhoging van de uitgaven van cumulatief € 5,4 miljoen voor het programma Ruimtevaart. Om aan de Europese verplichtingen te voldoen moet een Competent PRS Authority (CPA) worden ingericht. Daarnaast is er een hogere gebruiksvergoeding van het Galileo Sensor Station op Bonarie voor de periode 2025-2044 door een stijging in de grondstofprijzen en kosten van de materialen.
  2. De resterende € 0,9 cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Uitgaven

De uitgavenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Wettelijke grondslag subsidieverlening

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 0,670 miljoen aan subsidieverplichtingen voor de jaren 2024 en 2025 opgenomen. Dit bedrag (€ 0,335 miljoen per jaar) heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan de Urban Futures Studio van de Universiteit Utrecht met als doel een bijdrage te leveren aan de verduurzaming van de stedelijke ontwikkeling in Afrika. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 56.708 0 56.708 10.594 67.302 3.551 3.141 3.115 3.100 59.688
Uitgaven 59.400 0 59.400 8.812 68.212 3.551 3.141 3.115 3.100 59.688
20.1 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder 59.400 0 59.400 8.812 68.212 3.551 3.141 3.115 3.100 59.688
Opdrachten 11.835 0 11.835 4.946 16.781 398 301 276 261 9.066
Geluid- en luchtsanering 6.603 0 6.603 751 7.354 202 148 123 108 3.681
Waarvan RWS 3.605 0 3.605 ‒ 1.513 2.092 ‒ 1.145 ‒ 1.188 ‒ 1.188 ‒ 1.188 917
Waarvan RIVM 1.617 0 1.617 4.841 6.458 91 91 91 91 3.208
Overige opdrachten 10 0 10 867 877 1.250 1.250 1.250 1.250 1.260
Bijdrage aan agentschappen 16.528 0 16.528 2.722 19.250 4.947 7.145 7.161 7.172 21.795
Bijdrage aan agentschap RWS 3.128 0 3.128 567 3.695 190 189 189 190 3.317
Bijdrage aan agentschap KNMI 11 0 11 4 15 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschap RVO 620 0 620 321 941 37 37 37 37 657
Bijdrage aan agentschap RIVM 12.769 0 12.769 1.830 14.599 4.720 6.919 6.935 6.945 17.821
Bijdrage aan medeoverheden 30.574 0 30.574 1.131 31.705 ‒ 1.807 ‒ 4.319 ‒ 4.336 ‒ 4.347 28.349
Uitvoering geluidsanering 25.574 0 25.574 ‒ 104 25.470 ‒ 1.982 ‒ 4.319 ‒ 4.336 ‒ 4.347 28.349
Programma NSL 5.000 0 5.000 1.235 6.235 175 0 0 0 0
Bekostiging 463 0 463 13 476 13 14 14 14 478
Overige bekostiging 463 0 463 13 476 13 14 14 14 478
Ontvangsten 0 0 0 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 20 opgehoogd met € 10,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 16,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt onder andere door een eenzijdige ophoging van het verplichtingenbudget van € 1,8 miljoen voor de uitvoeringskosten van de subsidieregeling Sanering verkeerslawaai onder de Omgevingswet.

Het resterende bedrag wordt verklaard door de hieronder toegelichte uitgaven.

Uitgaven

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 4,9 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024:

  1. Een overboeking van €2,1 miljoen vanuit het Mobiliteitsfonds voor de opdracht aan RIVM voor het Schone Lucht Akkoord (SLA). Het gaat hier om een reservering in het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) die nu wordt aangesproken.
  2. Een overboeking van € 1,5 miljoen van artikel 21 voor de opdracht aan RIVM. Als gevolg van de stijgende tarieven en borging van taken is extra financiering benodigd met betrekking tot het programma Duurzame Leefomgeving.
  3. Een ophoging van het uitgavenbudget met € 1,0 miljoen vanwege lagere werkelijke kosten dan de voorschotten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai ( BSV) voor de afwikkeling van verleende subsidies inzake de regeling sanering verkeerslawaai. De ophoging voor de daaropvolgende jaren wordt onder Bijdragen aan agentschappen geboekt.
  4. De resterende € 0,3 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan agentschappen

De Bijdragen aan agentschappen zijn toegenomen met € 2,7 miljoen in 2024 en cumulatief € 33,6 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt veroorzaakt door:

2024:

  1. Een overboeking van € 1,1 miljoen van het Mobiliteitsfonds voor de Specifieke uitkeringen in het kader van Schone Lucht Akkoord (SPUK-SLA). De benodigde middelen worden jaarlijks naar behoefte overgeboekt voor de afwikkeling van de SPUKS die zijn toegekend in 2021, 2022 en 2023 en de opdracht aan het RIVM.

2025 t/m 2029:

  1. Een ophoging van het uitgavenbudget van cumulatief € 5,0 miljoen over de periode 2025 t/m 2029 vanwege lagere werkelijke kosten dan de voorschotten van het Bureau Sanering Verkeerslawaai ( BSV) voor de afwikkeling van verleende subsidies inzake de regeling sanering verkeerslawaai.

2024 en verder:

  1. Een herschikking van € 1,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 24,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 ter dekking van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden voor een duurzame leefomgeving. Als gevolg van de stijgende tarieven en wettelijke basistaken is extra financiering benodigd. Dekking t/m 2029 komt vanuit het programma Geluidsanering.
  2. De resterende € 0,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 4,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan medeoverheden

De Bijdragen aan medeoverheden zijn toegenomen met € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief afgenomen met € 19,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt veroorzaakt door:

2024:

  1. Ontvangen eindejaarsmarge en loonbijstelling van € 1,5 miljoen.

2024 en verder:

  1. Een herschikking binnen artikel 20 van - € 1,3 miljoen in 2024 en cumulatief - € 24,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 ter dekking van de door RIVM uit te voeren werkzaamheden voor een duurzame leefomgeving.
  2. Ontvangst van de prijsbijstelling van € 0,9 miljoen in 2024 en cumulatief € 4,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.9 Artikel 21 Circulaire Economie

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 81.984 0 81.984 40.305 122.289 62.291 ‒ 7.070 ‒ 9.582 2.793 64.419
Uitgaven 82.391 0 82.391 1.415 83.806 19.149 27.668 23.186 11.246 64.954
21.5 Duurzaam Productketens 82.391 0 82.391 1.415 83.806 19.149 27.668 23.186 11.246 64.954
Opdrachten 36.167 0 36.167 ‒ 13.261 22.906 ‒ 12.236 5.074 14.075 4.263 24.044
Uitvoering Duurzame productketens 11.726 0 11.726 219 11.945 ‒ 2.291 ‒ 563 1.454 521 7.549
KF - Circulair doen en gedrag 2.200 0 2.200 ‒ 289 1.911 ‒ 1.417 ‒ 2.594 ‒ 2.594 ‒ 3.258 2.792
KF - Plastics norm 13.070 0 13.070 ‒ 11.768 1.302 ‒ 11.205 4.177 14.970 6.755 6.755
KF - Biobased bouwen 1.600 0 1.600 ‒ 1.436 164 2.664 3.859 0 0 0
Overige opdrachten 7.571 0 7.571 13 7.584 13 195 245 245 6.948
Subsidies (regelingen) 20.865 0 20.865 12.467 33.332 24.162 18.414 5.084 2.674 14.246
Subsidies duurzame productketens 18.865 0 18.865 2.180 21.045 721 531 552 269 7.972
KF - DEI + CE 2.000 0 2.000 ‒ 1.140 860 ‒ 959 ‒ 762 ‒ 732 ‒ 895 3.024
KF - circulair doen en gedrag 0 0 0 220 220 1.380 2.610 2.610 3.300 3.250
KF - Plastics norm 0 0 0 11.207 11.207 23.020 16.035 2.654 0 0
Bijdrage aan agentschappen 23.847 0 23.847 909 24.756 4.121 4.121 3.968 4.250 26.097
Bijdrage aan RWS 10.773 0 10.773 1.180 11.953 1.831 1.831 1.831 1.831 12.604
Bijdrage aan RVO 11.905 0 11.905 ‒ 3 11.902 2.502 2.502 2.349 2.631 12.536
Bijdrage aan RIVM 1.169 0 1.169 ‒ 268 901 ‒ 212 ‒ 212 ‒ 212 ‒ 212 957
Bijdrage aan medeoverheden 1.005 0 1.005 1.230 2.235 3.042 0 0 0 0
Caribisch Nederland afvalbeheer 1.005 0 1.005 1.230 2.235 3.042 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 50 0 50 11 61 1 1 1 1 51
Overige bijdragen 50 0 50 11 61 1 1 1 1 51
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 457 0 457 59 516 59 58 58 58 516
Overige bijdragen 457 0 457 59 516 59 58 58 58 516
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 21 is in 2024 met € 40,3 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 53,5 miljoen afgenomen. Dit wordt met name verklaard door:

2024 t/m 2027:

  1. Een verplichtingenschuif waarbij € 38,0 miljoen naar voren wordt geschoven naar 2024 vanuit de drie daaropvolgende jaren. Dit is voor de subsidieregeling DEI+Circulaire Economie. In het voorjaar van 2024 wordt de eerste subsidieregeling opengezet en in het najaar van 2024 volgt de tweede tranche via de openstelling van de DEI regeling van EZK. De tranches bedragen beiden € 20,0 miljoen.

2025:

  1. Een overboeking vanuit het Klimaatfonds voor de plastic norm en uitvoeringskosten ten behoeve van maatwerkafspraken afvalverbrandingsinstallaties. Hiervoor wordt € 60,0 miljoen aan verplichtingen aangegaan. De uitgaven vinden plaats in de periode 2025 t/m 2029.

De resterende bedragen worden verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

5 Duurzame productieketens

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is afgenomen met € 13,3 miljoen in 2024 en € 12,2 miljoen in 2025. In de periode 2026 t/m 2029 is het opdrachtenbudget cumulatief met € 24,7 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024:

  1. € 1,1 miljoen aan eindejaarsmarge en € 1,5 miljoen aan loonbijstelling.
  2. Een overboeking van - € 1,5 miljoen naar artikel 20 voor de opdracht aan RIVM. Als gevolg van de stijgende tarieven en borging van taken is extra financiering benodigd met betrekking tot het programma Duurzame Leefomgeving.
  3. Een overheveling naar BZK van - € 1,4 miljoen voor de Nationale Aanpak Biobased Bouwen. Hiervoor worden gelden overgeheveld vanuit het beschikbaar gestelde budget uit het Klimaatfonds.
  4. Een overboeking naar artikel 21 van € 1,0 miljoen voor opdrachtverlening aan het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI) voor normontwikkeling op het terrein van transportleidingen.

2024 en 2025:

  1. Daarnaast worden binnen de HXII begroting middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor de circulaire ketenprojecten. Op basis van een geactualiseerde prognose van RVO is het beschikbare budget in 2024 met € 2,3 miljoen en in 2025 met € 2,2 miljoen verlaagd. Zie voor een verdere toelichting het

2025 en 2026:

  1. Een overboeking van € 2,8 miljoen in 2025 en € 3,9 miljoen in 2026 vanuit het Klimaatfonds voor innovatieregelingen en het begeleiden van inkoopprocessen door opdrachtgevers op het terrein van biobased bouwen.

2025 t/m 2029

  1. De € 60,0 miljoen aan middelen vanuit het Klimaatfonds voor de plastic Hub en uitvoeringskosten ten behoeve van maatwerkafspraken afvalverbrandingsinstallaties. Er wordt in 2025 € 12,0 miljoen uitgegeven en in de daaropvolgende jaren wordt € 21,0 miljoen, € 18,0 miljoen, € 6,0 miljoen en € 3,0 miljoen uitgegeven.

2024 en verder:

  1. Een herschikking binnen artikel 21 van - € 11,2 miljoen in 2024 en cumulatief - € 41,7 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent de plastics norm worden ingezet als subsidies in plaats van opdrachten. Dit is voor de subsidieregeling platic hub waarbij omgeschakeld wordt van primair fossiel plastic naar plasticrecyclaat en biogebaseerd plastic.
  2. Een herschikking binnen artikel 21 van - € 0,2 miljoen in 2024 en cumulatief - € 13,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent circulair doen en gedrag worden herschikt naar het instrument subsidies. Dit is voor een onderwijssubsidie en een aantal incidentele subsidies omtrent on the job training.
  3. Een herschikking van € 2,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 1,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 voor de door RVO uit te voeren werkzaamheden in het kader van de subsidieregeling Recycling en levensduurverlenging. Doordat de uitvoeringskosten van maatregelen uit het Klimaatfonds daaruit gedekt worden, worden middelen overgeheveld naar het opdrachtenbudget.
  4. Een overboeking van - € 1,3 miljoen in 2024 en - € 6,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 naar art. 98. Dit is voor de uitvoering van diverse klimaatmaatregelen in het kader van de nationale klimaatopgave van 55% CO2- reductie in 2030 en de versnelling van de transitie naar circulaire plasticketens. Het gaat hierbij om middelen die eerder zijn ontvangen vanuit het Klimaatfonds tot en met 2030.
  5. Een herschikking voor de opdrachtverlening aan RWS van structureel - € 1,2 miljoen in 2024. Dit is voor ondersteuning van de ontwikkeling van een strategische aanpak voor Circulaire Economie (CE) op regionale schaal.
  6. Een overboeking vanuit het Klimaatfonds van € 0,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 9,3 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 voor de uitvoeringskosten bijmenging plastic.
  7. Toevoegen van € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 5,0 miljoen over de periode 2025 t/m 2029 aan prijsbijstelling.
  8. De resterende - € 0,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 5,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Subsidies

Het subsidiebudget is in 2024 met € 12,5 miljoen toegenomen en cumulatief € 52,8 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024 en verder:

  1. Een herschikking binnen artikel 21 van € 11,2 miljoen in 2024 en cumulatief € 41,7 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. De uit het Klimaatfonds verkregen middelen omtrent de plastics norm worden ingezet als subsidies in plaats van opdrachten. De toelichting hiervoor wordt onder het instrument opdrachten gegeven.
  2. Ontvangst van de Eindejaarsmarge en prijsbijstelling van € 1,1 miljoen in 2024 en cumulatief € 3,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.
  3. De resterende - € 0,2 miljoen in 2024 en cumulatief € 7,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan medeoverheden

De Bijdragen aan medeoverheden zijn toegenomen met € 1,2 miljoen in 2024 en € 3,0 miljoen in 2025. Dit wordt veroorzaakt door:

2024:

  1. Een overboeking van LNV van € 4,2 miljoen voor het Afvalbeheer op de BES eilanden. Het gaat hier om extra coalitieakkoordmiddelen die zijn toegekend voor de uitvoering van de eerste fase (tot 2025) van het Natuur en milieubeleidsplan Caribisch Nederland 2020-2030.
  2. Een kasschuif van 2024 naar 2025 van € 3,0 miljoen voor het programma Afvalbeheer op Caribisch Nederland (CN). Als gevolg van achterblijvende capaciteit op de eilanden is de verwachting dat de beoogde projecten later starten dan voorzien.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

Wettelijke grondslag subsidieverlening

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 1,1 miljoen aan subsidieverplichtingen voor de jaren 2024 en 2025 opgenomen. Dit bedrag (€0,55 miljoen per jaar) heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Het Groene Brein voor het Versnellingshuis Nederland Circulair! in samenwerking met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Nederland.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 1,8 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Milieu Centraal voor het uitvoeren van de basisactiviteiten gericht op de kerntaak van consumentenvoorlichting en het zijn van een onafhankelijke vraagbaak voor consumenten en media op verschillende duurzaamheidsthema’s, zoals circulaire economie, omgevingsveiligheid, het voorkomen van milieurisico's, klimaatadaptatie en duurzame mobiliteit. Milieu Centraal dient hiervoor een gefundeerde kennisbasis op te bouwen, deze te ontsluiten en te onderhouden.

In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is een bedrag van € 2,1 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de verlening van een subsidie aan Stichting Milieu Centraal voor nadere focusactiviteiten gericht op consumentenvoorlichting, zoals circulaire leefstijl, groene tuinen, houtstook, biociden en gewasberschermingsmiddelen, elektrisch vervoer, asbestdaken en andere toepassingen.

Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 76.752 0 76.752 174.543 251.295 3.190 1.179 1.147 1.130 99.915
Uitgaven 86.362 0 86.362 ‒ 8.637 77.725 3.190 1.179 1.147 1.130 99.600
22.1 Veiligheid chemische stoffen 24.072 0 24.072 4.661 28.733 ‒ 6.922 ‒ 6.611 ‒ 7.882 ‒ 7.896 15.843
Opdrachten 6.922 0 6.922 2.234 9.156 3.293 3.604 2.333 2.319 9.004
KF: NVS 0 0 0 897 897 700 500 250 250 250
Waarvan RWS 1.841 0 1.841 776 2.617 775 775 775 775 2.622
Waarvan RIVM 1.080 0 1.080 592 1.672 1.944 1.945 1.945 1.945 3.026
Uitvoering Veiligheid 1.215 0 1.215 ‒ 501 714 ‒ 429 ‒ 430 ‒ 453 ‒ 467 184
Uitvoering stoffen en Milieu & Gezondheid 1.234 0 1.234 181 1.415 220 731 ‒ 267 ‒ 267 1.285
Overige opdrachten 1.552 0 1.552 289 1.841 83 83 83 83 1.637
Subsidies (regelingen) 0 0 0 143 143 0 0 0 0 0
Overige subsidies 0 0 0 143 143 0 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 16.069 0 16.069 1.338 17.407 ‒ 10.280 ‒ 10.280 ‒ 10.280 ‒ 10.280 5.693
Bijdrage aan RWS 2.869 0 2.869 ‒ 756 2.113 ‒ 756 ‒ 756 ‒ 756 ‒ 756 2.113
Bijdrage aan RIVM 12.856 0 12.856 2.097 14.953 ‒ 9.539 ‒ 9.539 ‒ 9.539 ‒ 9.539 3.319
Overige bijdragen 344 0 344 ‒ 3 341 15 15 15 15 261
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 0 0 600 600 0 0 0 0 0
Overig 0 0 0 600 600 0 0 0 0 0
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.081 0 1.081 346 1.427 65 65 65 65 1.146
Bijdrage aan CTGB 1.081 0 1.081 296 1.377 65 65 65 65 1.146
Overige Bijdragen 0 0 0 50 50 0 0 0 0 0
22.2 Veiligheid biotechnologie 6.155 0 6.155 ‒ 369 5.786 137 138 138 138 6.302
Opdrachten 1.171 0 1.171 303 1.474 ‒ 28 ‒ 27 ‒ 27 ‒ 27 1.152
Uitvoering veiligheid GGO 1.111 0 1.111 ‒ 70 1.041 30 31 31 31 1.150
Overige opdrachten 60 0 60 373 433 ‒ 58 ‒ 58 ‒ 58 ‒ 58 2
Bijdrage aan agentschappen 4.984 0 4.984 ‒ 672 4.312 165 165 165 165 5.150
Bijdrage aan agentschap RIVM 3.284 0 3.284 ‒ 875 2.409 62 62 62 62 3.347
Bijdrage aan Cogem 1.700 0 1.700 203 1.903 103 103 103 103 1.803
22.3 Veiligheid bedrijven en transport 56.135 0 56.135 ‒ 12.929 43.206 9.975 7.652 8.891 8.888 77.455
Opdrachten 37.415 0 37.415 ‒ 15.888 21.527 525 ‒ 1.669 ‒ 430 ‒ 506 54.075
Omgevingsveiligheid 7.618 0 7.618 ‒ 3.499 4.119 ‒ 2.405 ‒ 2.490 ‒ 2.487 ‒ 2.487 13.613
Asbest 5.321 0 5.321 ‒ 3.916 1.405 ‒ 2.704 ‒ 4.356 ‒ 3.020 ‒ 3.096 13.556
Waarvan RWS 1.352 0 1.352 1.889 3.241 1.888 1.888 1.888 1.888 3.244
VTH 20.504 0 20.504 ‒ 11.331 9.173 564 593 493 493 17.401
Overige opdrachten 2.620 0 2.620 969 3.589 3.182 2.696 2.696 2.696 6.261
Subsidies (regelingen) 7.575 0 7.575 638 8.213 215 85 85 158 2.991
inricht & transp 7.001 0 7.001 204 7.205 198 68 68 68 2.399
regeling vuurwerkverbod 0 0 0 260 260 0 0 0 0 0
Overige subsidies 574 0 574 174 748 17 17 17 90 592
Bijdrage aan agentschappen 6.639 0 6.639 2.596 9.235 9.180 9.180 9.180 9.180 15.820
Bijdrage aan RWS 4.151 0 4.151 1.136 5.287 1.079 1.079 1.079 1.079 5.230
Bijdrage aan RVO 406 0 406 ‒ 30 376 ‒ 30 ‒ 30 ‒ 30 ‒ 30 376
Bijdrage aan RIVM 2.082 0 2.082 1.490 3.572 8.131 8.131 8.131 8.131 10.214
Bijdrage aan medeoverheden 300 0 300 29 329 ‒ 141 ‒ 141 ‒ 141 ‒ 141 159
Bijdrage Caribisch Nederland 300 0 300 ‒ 291 9 ‒ 141 ‒ 141 ‒ 141 159 159
Overige bijdragen 0 0 0 320 320 0 0 0 ‒ 300 0
Inkomensoverdrachten 4.206 0 4.206 ‒ 304 3.902 196 197 197 197 4.410
Inkomensoverdrachten mesothelioom 4.206 0 4.206 ‒ 304 3.902 196 197 197 197 4.410
Ontvangsten 250 0 250 0 250 0 0 0 0 250

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget op artikel 22 met € 174,5 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 9,5 miljoen. Dit komt met name door de volgende mutaties:

2024:

  1. Een verhoging van het verplichtingenbudget met € 185,0 miljoen voor de overname van de Kerncentrale Dodewaard (KCD) door de Staat. Het kabinet heeft besloten om de aandelen van de NV Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland (GKN), de vergunninghouder van de kerncentrale Dodenwaard, over te nemen en via het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onder te brengen bij de NV Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA is een 100% staatsdeelneming). Bovenop de reeds op de Aanvullende Post bij Financiën gereserveerde € 40,0 miljoen heeft het kabinet € 145,0 miljoen extra vrijgemaakt voor een overeenkomst met GKN om de meerkosten rondom de beheer- en ontmantelingsfase te betalen.
  2. Een verplichtingenschuif van - € 2,0 miljoen om de subsidie safety deal 2024 aan RVO te kunnen verstrekken.

De resterende bedragen worden verklaard door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

1 Veiligheid chemische stoffen

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 2,2 miljoen toegenomen en cumulatief € 13,9 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024:

  1. Een herschikking binnen artikel 22 van € 0,7 miljoen voor opdrachten voor zeer zorgwekkende stoffen (ZZS). Het is voor een bijdrage aan college voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De opdrachten zijn normstelling ZZS en persistente stoffen en kennis in de keten biociden.

2024 en verder:

  1. Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,0 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel € 2,4 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit betreft de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.
  2. Een overboeking van het Klimaatfonds van € 0,6 miljoen in 2024 en cumulatief € 2,0 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit is voor het programma nucleaire veiligheid. Het gaat hier om middelen uit het Klimaatfonds voor de periode 2024-2030.
  3. De resterende bedragen worden verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan agentschappen

Het uitgavenbudget voor bijdrage aan agentschappen is in 2024 met € 1,3 miljoen toegenomen en in de daaropvolgende jaren jaarlijks met € 10,3 miljoen afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024 en verder:

  1. Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,3 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel - €10,3 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.
  2. Een herschikking binnen artikel 22 van structureel € 0,9 miljoen voor de opdracht aan RWS voor inwerkingtreding Omgevingswet.
  3. Ontvangst van de loonbijstelling van structureel € 1,0 miljoen.

3 Veiligheid bedrijven en transport

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is in 2024 met € 15,9 miljoen afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024:

  1. Binnen de HXII begroting worden middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor het Vergunningstelsel Toezicht en Handhaving (VTH) programma (€ 7,6 miljoen) en het pogramma omgevingsveiligheid (€ 0,4 miljoen). Zie voor een verdere toelichting het
  2. Een bedrag van € 3,8 miljoen is ingezet voor het aangaan en verlengen van inhuur voor VTH.
  3. Een herschikking binnen artikel 22 van - € 3,0 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.
  4. Een overboeking naar artikel 21 van - € 1,0 miljoen voor opdrachtverlening aan het Nederlands Normalisatie Instituut NNI voor normontwikkeling op het terrein van transportleidingen.
  5. De resterende - € 0,5 miljoen wordt verklaard door diverse kleine mutaties.

Bijdragen aan agentschappen

Het uitgavenbudget voor bijdrage aan agentschappen is in 2024 met € 2,6 miljoen en daaropvolgend structureel met € 9,2 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:

2024 en verder:

  1. Een herschikking binnen artikel 22 van € 1,4 miljoen in 2024 en daaropvolgend structureel € 8,0 miljoen voor de opdracht aan RIVM en RWS. Dit is voor de programmakosten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, veiligheid stoffen en onderzoeken IJmond.
  2. Een herschikking binnen artikel 22 van structureel € 0,7 miljoen voor de opdracht aan RWS voor inwerkingtreding van de Omgevingswet.
  3. Ontvangst van de loonbijstelling van structureel € 0,4 miljoen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer)

.

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 64.512 0 64.512 6.998 71.510 10.501 16.301 12.948 7.401 63.635
Uitgaven 66.002 0 66.002 6.948 72.950 10.451 15.751 12.398 6.851 64.298
23.1 Meteorologie en seismologie 51.146 0 51.146 3.607 54.753 2.977 3.672 3.454 3.834 47.957
Bijdrage aan agentschappen 47.059 0 47.059 3.128 50.187 2.759 2.780 2.720 2.709 43.398
Waarvan bijdragen aan agentschap KNMI 47.059 0 47.059 3.128 50.187 2.759 2.780 2.720 2.709 43.398
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.087 0 4.087 479 4.566 218 892 734 1.125 4.559
Contributie WMO (HGIS) 905 0 905 173 1.078 0 0 0 0 905
Contributie ECMWF (HGIS) 3.147 0 3.147 295 3.442 218 892 734 1.125 3.619
Overige bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 35 0 35 11 46 0 0 0 0 35
23.2 Aardobservatie 14.856 0 14.856 3.341 18.197 7.474 12.079 8.944 3.017 16.341
Bijdrage aan agentschappen 14.856 0 14.856 3.341 18.197 7.474 12.079 8.944 3.017 16.341
KNMI: Bijdrage voor Aardobservatie 14.856 0 14.856 3.341 18.197 7.474 12.079 8.944 3.017 16.341
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

De verplichtingen op artikel 23 nemen in 2024 toe met € 7,0 miljoen, en cumulatief met € 52,0 miljoen in de periode 2025-2029. Voor het overgrote deel hangt dit samen met de toename in kasbudget zoals hieronder toegelicht. Voor het overige betreft het een ophoging van het verplichtingenbudget op het artikel meteorologie en seismologie om het verplichtingenbudget gelijk te maken aan kasbudget, voor agentschapsbijdragen is dit een vereiste (€ 0,55 miljoen vanaf 2025).

Uitgaven

1 Meteorologie en seismologie

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen in 2024 toegenomen met € 3,1 miljoen, en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 13,7 miljoen.

De toename in 2024 wordt met name verklaard door de toedeling van de ontvangen loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 2,0 miljoen), aanvullende middelen voor de ontwikkeling en het onderhouden, beheren en up-to-date houden van een robuuste (efficiënter en veiliger) open data dienstverlening door het KNMI (€ 0,6 miljoen) en enkele kleinere mutaties die bij elkaar optellen tot €0,5 miljoen. Deze mutaties zijn structureel en verklaren daarmee ook de cumulatieve toename in het kasbudget voor de periode 2025-2029.

2 Aardobservatie

Bijdragen aan agentschappen

Per saldo is het kasbudget voor bijdragen aan agentschappen 2024 met € 3,3 miljoen toegenomen, en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 34,5 miljoen.

De toename wordt met name verklaard door aanvullend budget om de jaarlijkse contributies aan EUMETSAT te kunnen voldoen (€ 3,2 miljoen in 2024, cumulatief € 30,2 miljoen in de jaren 2025 t/m 2029). Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het Voor het overige betreft het de toedeling van de prijsbijstelling (0,4 miljoen in 2024 en €1,8 miljoen in de jaren erna).

Ontvangsten

Op dit artikel worden geen ontvangsten geboekt.

3.12 Artikel 24 Inspectie Leefomgeving en Transport

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 203.031 0 203.031 9.591 212.622 16.892 15.110 14.233 14.409 206.526
Uitgaven 203.031 0 203.031 16.591 219.622 16.892 15.110 14.233 14.409 206.526
24.1 Personele uitgaven 181.399 0 181.399 15.166 196.565 16.249 14.562 13.788 14.285 200.980
Personele uitgaven 181.399 0 181.399 15.166 196.565 16.249 14.562 13.788 14.285 200.980
Eigen personeel 157.393 0 157.393 13.006 170.399 12.325 12.362 12.188 12.685 163.715
Externe Inhuur 24.006 0 24.006 2.160 26.166 3.924 2.200 1.600 1.600 37.265
24.2 Materiële uitgaven 21.632 0 21.632 1.425 23.057 643 548 445 124 5.546
Materiële uitgaven 21.632 0 21.632 1.425 23.057 643 548 445 124 5.546
ICT 246 0 246 0 246 0 0 0 0 138
Bijdragen aan SSOs 56 0 56 10.000 10.056 0 0 0 0 0
overige materiele uitgaven 21.330 0 21.330 ‒ 8.575 12.755 643 548 445 124 5.408
Ontvangsten 14.948 0 14.948 0 14.948 0 0 0 0 14.948

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Per saldo is het verplichtingenbudget met € 9,6 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 75,0 miljoen) Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast heeft eind 2023 een verplichtingenschuif plaatsgevonden om contracten met externe inzet en licenties te verlengen voor 2024 om te borgen dat specifieke kennis bij de ILT beschikbaar blijft en werkzaamheden niet vertragen. Het verplichtingenkader is eind 2023 verhoogd met € 7,0 miljoen euro, wat leidt tot een verlaging in het verplichtingenkader 2024 van € 7,0 miljoen euro.

Uitgaven

1 Personele uitgaven

Het budget voor personele uitgaven is verhoogd met € 16,6 miljoen en cumulatief € 73,2 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit wordt verklaard door de volgende mutaties:

2023 t/m 2029:

  1. Een bijdrage voor de Looncompensatie van € 10,9 miljoen in 2024 en cumulatief € 54,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.
  2. Een bijdrage vanuit artikel 99 van € 2 miljoen in 2024 en cumulatief € 10 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit betreft de coalitie akkoord middelen voor het overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering ter verbetering van de publieke dienstverlening, met als doel beter aan te sluiten op de verwachtingen en behoeften van mensen en bedrijven. Met deze tweede tranche zijn alle middelen verdeeld.
  3. Een optelling van extra middelen voor nieuwe taken voor de ILT van € 2,3 miljoen in 2024 en cumulatief € 10,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 1.052.388 0 1.052.388 47.488 1.099.876 47.489 47.489 47.489 47.489 1.099.877
Uitgaven 1.052.276 0 1.052.276 60.894 1.113.170 47.489 47.489 47.489 47.489 1.099.877
25.1 Brede doeluitkering 1.052.276 0 1.052.276 60.894 1.113.170 47.489 47.489 47.489 47.489 1.099.877
Bijdrage aan medeoverheden 1.052.276 0 1.052.276 60.894 1.113.170 47.489 47.489 47.489 47.489 1.099.877
Overige bijdragen 1.052.276 0 1.052.276 60.894 1.113.170 47.489 47.489 47.489 47.489 1.099.877
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt per saldo met € 47,5 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 237,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Daarnaast is in 2023 het verplichtingenbudget opgehoogd met € 13,4 miljoen om de BDU 2024 beschikking op tijd aan te kunnen gaan. In de 1e suppletoire begroting 2024 wordt hetzefde budget afgeboekt in 2024.

Uitgaven

1 Brede Doeluitkering

Het budget wordt per saldo met € 60,9 miljoen verhoogd in 2024 en cumulatief met € 237,4 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt metname door:

2024:

  1. Een overboeking vanuit het Mobilitetisfonds ter dekking van de BDU-beschikking 2024 voor Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA) (€ 4,3 miljoen).
  2. Een overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds ter dekking van de BDU-beschikking 2024 voor de planuitwerkingsfase van een aantal projecten (€ 9,1 miljoen).

2024-2029

  1. Met de 1ste suppletoire begroting is de loon en prijsbijstelling toegevoegd aan artikel 25 voor structureel € 47,5 miljoen per jaar.

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 11.533.634 ‒ 28.400 11.505.234 ‒ 1.332.794 10.172.440 ‒ 9.791.498 540.381 767.291 632.090 31.377
Uitgaven 11.533.484 ‒ 28.400 11.505.084 ‒ 1.331.257 10.173.827 ‒ 9.845.098 540.781 767.591 632.090 31.377
26.1 Bijdrage Mobiliteitsfonds 9.883.320 ‒ 28.400 9.854.920 ‒ 875.957 8.978.963 ‒ 9.670.716 506.400 517.434 670.306 127.819
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 9.883.320 ‒ 28.400 9.854.920 ‒ 875.957 8.978.963 ‒ 9.670.716 506.400 517.434 670.306 127.819
Overige bijdragen 9.883.320 ‒ 28.400 9.854.920 ‒ 875.957 8.978.963 ‒ 9.670.716 506.400 517.434 670.306 127.819
26.2 Bijdrage Deltafonds 1.650.164 0 1.650.164 ‒ 455.300 1.194.864 ‒ 174.382 34.381 250.157 ‒ 38.216 ‒ 96.442
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 1.650.164 0 1.650.164 ‒ 455.300 1.194.864 ‒ 174.382 34.381 250.157 ‒ 38.216 ‒ 96.442
Overige bijdragen 1.650.164 0 1.650.164 ‒ 455.300 1.194.864 ‒ 174.382 34.381 250.157 ‒ 38.216 ‒ 96.442
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Uitgaven

1. Bijdrage aan het Mobiliteitsfonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Mobiliteitsfonds is in 2024 met € 876,0  miljoen afgenomen en in de periode 2025 t/m 2029 cumulatief met € 7.848,8 miljoen. Voor meer details wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Mobiliteitsfonds.

2. Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het aan het Deltafonds is 2024 met €455,3 miljoen verlaagd en in de periode 2025 t/m 2029 cumulatief met € 24,5 miljoen verlaagd. Voor meer details wordt verwezen naar de 1e suppletoire begroting van het Deltafonds.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Art. Verplichtingen 49.995 0 49.995 9.917 59.912 2.644 2.385 2.533 5.587 48.701
Uitgaven 48.709 0 48.709 11.969 60.678 2.662 2.403 2.533 1.818 48.851
97.1 Algemeen departement 48.709 0 48.709 8.966 57.675 2.662 2.403 2.533 1.818 48.851
Opdrachten 35.456 0 35.456 8.129 43.585 2.641 2.406 2.663 1.950 35.886
van A naar Beter 1.735 0 1.735 48 1.783 48 48 45 45 1.780
Externe juridische advisering 1.936 0 1.936 52 1.988 54 53 51 49 1.731
Onderzoeken PBL 2.841 0 2.841 993 3.834 83 83 72 72 2.527
Onderzoeken ANVS 4.476 0 4.476 56 4.532 131 131 132 129 4.534
DCC 8.899 0 8.899 0 8.899 0 0 0 0 8.588
Regeringsvliegtuig 9.859 0 9.859 7.364 17.223 319 318 318 317 9.964
Overige opdrachten 5.710 0 5.710 ‒ 384 5.326 2.006 1.773 2.045 1.338 6.762
Subsidies (regelingen) 388 0 388 ‒ 359 29 ‒ 359 ‒ 359 ‒ 482 ‒ 482 10
Overige subsidies 388 0 388 ‒ 359 29 ‒ 359 ‒ 359 ‒ 482 ‒ 482 10
Bijdrage aan agentschappen 12.865 0 12.865 380 13.245 380 356 352 350 12.955
Bijdrage aan agentschap RWS 3.191 0 3.191 0 3.191 0 0 0 0 3.138
Bijdrage aan agentschap KNMI 237 0 237 9 246 9 9 9 9 242
Overige bijdragen 9.437 0 9.437 371 9.808 371 347 343 341 9.575
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 0 0 816 816 0 0 0 0 0
Overige bijdragen 0 0 0 816 816 0 0 0 0 0
97.3 Testen reizigers 0 0 0 3.003 3.003 0 0 0 0 0
Opdrachten 0 0 0 3.003 3.003 0 0 0 0 0
Testen COVID-19 0 0 0 3.003 3.003 0 0 0 0 0
Ontvangsten 1.101 0 1.101 1.000 2.101 0 0 0 0 1.380

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 97 is in 2024 met € 9,9 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 18,7 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van overlopende kasmiddelen voor COVID (€ 2,1 miljjoen 2024) en 2 verplichtingenophogingen voor het gelijktrekken met de kasbudgetten correcties (€ 3,8 miljoen in 2028 en 2029).

Uitgaven

1 Algemeen departement

Opdrachten

2024:

  1. Regeringsvliegtuig: het budget is ogehoogd om de toegenomen exploitatiekosten (o.a. onderhoud, personeel, brandstof) te kunnen dekken (€ 7,0 miljoen) Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, zie voor een verdere toelichting het ;
  2. Strooizout Oekraïne (HGIS): Nederland heeft in 2023 toegezegd 45 miljoen kilo strooizout te doneren aan Oekraïne. In 2024 zal nog een factuur voor het transport van het strooizout betaald moeten worden € 0,8 miljoen;
  3. Uitgaven PBL voor EU projecten: ACHIEVE, BIO-Agora, ECEMF, ELEVATE, ForestPaths, LAMASUS, NaturaConnect € 1 miljoen;
  4. Bijdrage vanuit centraal budget art 97, algemeen departementale aangelegenheden, aan FM-Haaglanden (Rijksbrede SSO), ter verbetering van de werkomgeving (-€ 0,7 miljoen);
  5. Voor het jubilieum van de Koninklijke Nederlandse reddingsmaatschappij wordt een bijdrage geleverd voor de historische zeilvoot. vanuit artikel 97 naar artikel 18 maritieme zaken (-€ 0,5 miljoen);
  6. Diverse (-€ 0,3 miljoen).

2024 en verder:

  1. Toegewezen loon-en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,2 miljoen, 2025 € 1,2 miljoen, 2026 € 1,1 miljoen, 2027 € 1,1 miljoen, 2028 € 1,1 miljoen, 2029 € 1,1 miljoen);
  2. Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 0,8 miljoen, 2025 € 1,8 miljoen, 2026 € 1,6 miljoen, 2027 € 1,7 miljoen, 2028 € 1,0 miljoen, 2029 € 1,0 miljoen, 2030 € 1,0 miljoen).

3 COVID-19 Testen reizen

Per saldo is het kasbudget voor opdrachten op het COVID-19 testen reizen in 2024 met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit komt door de generaal ontvangen middelen voor de COVID-directie om aan overlopende opdrachten te kunnen voldoen.

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 betreft EU ontvangsten van PBL voor de projecten: ACHIEVE, BIO-Agora, ECEMF, ELEVATE, ForestPaths, LAMASUS, NaturaConnect.

Wettelijke grondslag subsidieverlening

In de begroting is ook rekening gehouden met de subsidie Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling. Deze uitgaven hangen samen met subsidies die IenW verstrekt. In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in regel 1 een bedrag van maximaal €54.000 aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2024 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor de Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling aan de Technische Universiteit Delft. Jaarlijks (in 2024, 2025 en 2026) zal een voorschot worden verleend van €18.000. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht. Hiervoor wordt bij VJN een verplichtingenmutatie uitgevoerd vanuit 2025 en 2026 om de verplichting meerjarig vast te kunnen leggen.

4.2 Artikel 98 Apparaatuitgaven Kerndepartement

Art. Verplichtingen 458.464 0 458.464 52.211 510.675 37.319 33.782 23.227 24.774 420.321
Uitgaven 467.459 0 467.459 44.899 512.358 41.153 38.002 24.732 22.647 420.383
98.1 Personele uitgaven 335.890 0 335.890 51.988 387.878 34.081 24.041 21.291 19.250 301.527
Personele uitgaven 335.890 0 335.890 51.988 387.878 34.081 24.041 21.291 19.250 301.527
Eigen personeel 300.694 0 300.694 31.009 331.703 26.439 22.248 20.273 20.073 289.116
Externe inhuur 31.684 0 31.684 20.979 52.663 9.642 3.793 3.018 1.177 10.888
Overige personele uitgaven 3.512 0 3.512 0 3.512 ‒ 2.000 ‒ 2.000 ‒ 2.000 ‒ 2.000 1.523
98.2 Materiële uitgaven 131.569 0 131.569 ‒ 7.089 124.480 7.072 13.961 3.441 3.397 118.856
Materiële uitgaven 131.569 0 131.569 ‒ 7.089 124.480 7.072 13.961 3.441 3.397 118.856
ICT 45.243 0 45.243 ‒ 6.150 39.093 3.732 10.651 1.579 1.579 35.092
Bijdrage aan SSO's 61.013 0 61.013 3.937 64.950 1.946 1.895 1.895 1.895 60.612
Overige materiële uitgaven 25.313 0 25.313 ‒ 4.876 20.437 1.394 1.415 ‒ 33 ‒ 77 23.152
Ontvangsten 5.627 0 5.627 ‒ 900 4.727 ‒ 900 ‒ 900 ‒ 900 ‒ 900 4.251

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget op artikel 98 is in 2024 met € 52,2 miljoen toegenomen en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 144,2 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties. Het verschil is voornamelijk het gevolg van (eerdere) verplichtingenschuiven van 2025 t/m 2028 naar 2024 (€ 5,4 miljoen) voor verlenging van het contract voor programmabeheersing onder de raamovereenkomst voor Advies- en Ingenieursdiensten (BADI-1). Dit t.b.v. de programma's Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing. Daarnaast een kasschuif van 2024 (-€ 2,0 miljoen) naar 2025 (€ 0,9 miljoen) en 2026 (€ 1,1 miljoen) voor project Pallas, waarvan de verplichtingen al in eerdere jaren zijn aangegaan. Tevens heeft in 2028 en 2029 een correctie op de verplichtingen plaatsgevonden om deze gelijk te trekken met de kasbudgetten op Ontwerpbegroting 2024 (€ 2,2 miljoen).

Uitgaven

98.01 Personele uitgaven

Per saldo is het kasbudget voor personele uitgaven in 2024 met € 52,0 miljoen verhoogd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 118,1 miljoen. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

De hogere uitgaven voor eigen personeel is met name het gevolg van:

2024:

  1. Herschikking vanuit inhuur t.b.v. Programma Omgeving Luchthaven Schiphol (POLS) (€ 0,5 miljoen);
  2. Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van capaciteitsinzet Openbaar Vervoer en Spoor (OVS) (€ 0,7 miljoen);
  3. Herschikking/verdeling centrale middelen vanuit Materieel naar de directies in het kader van de Banenafspraak (€ 0,7 miljoen;
  4. De NGF-middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden toegevoegd aan het budget van 2024 (€ 1,5 miljoen);
  5. Toegekende Eindejaarsmarge a.g.v. overlopende facturen uit 2023 € 3,1 miljoen;
  6. Overboeking uit het KF voor de uitvoering van de Kabinets ambitie nucleair voor het langer openhouden van de kerncentrale Borssele en de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Dit voor de inzet van 3 fte's voor 2024 en projectkosten € 0,4 miljoen;

2024 t/m 2025:

  1. Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van capaciteitsinzet voor de Vrachtwagenheffing 2024 (€ 2,3 miljoen) en 2025(€ 3,1 miljoen), Tijdelijke Tolheffing 2024 (€ 0,7 miljoen) en 2025 (€ 0,3 miljoen).

2024 t/m 2026

  1. Eerder ontvangen middelen van EZK voor Nationaal KlimaatPlatform bestaan deels uit personele kosten en deels uit opdrachten door anderen en moeten dus worden herschikt naar Materiele uitgaven (-€ 1 miljoen per jaar).
  2. Kasschuif: ontvangsten van Pallas voor de vergunningverlening zijn vorig jaar niet gedesaldeerd met de begrotingsvoorstellen van ANVS. Deze middelen worden via een kasschuif in het juiste ritme geschoven (2024 -€ 2,1 miljoen, 2025 € 0,9 miljoen, 2026 € 1,2 miljoen).

2024 t/m 2028

  1. Correctie naar art 14 DGMo voor eerder te veel overgeboekt NGF-middelen naar apparaat (- € 0,8 miljoen per jaar);
  2. Kas- en verplichtingenschuif van 2025 tm 2027 naar 2024 en 2028 t.b.v. Maritiem om kas- en verplichtingenritme beter te laten aansluiten (2024 € 1 miljoen, 2025 -€ 0,1 miljoen, 2026 -€ 0,6 miljoen, 2027 -€ 0,7 miljoen, 2028 € 0,4 miljoen).

2024 en verder:

  1. Overboekingen naar art 24 (ILT) voor de invulling van het Basis op Orde scenario voor de Maritieme Autoriteit (- € 0,7 miljoen jaarlijks);
  2. Overboekingen vanuit art 21 naar apparaat t.b.v. voor de uitvoering van diverse klimaatmaatregelen in het kader van de nationale klimaatopgave van 55% CO2- reductie in 2030 en de versnelling van de transitie naar circulaire plasticketens. Het gaat hierbij om middelen die eerder zijn ontvangen vanuit het Klimaatfonds (2024 € 1,3 miljoen, 2025 en 2026 € 1,4 miljoen en 2027 t/m 2030 1,1 miljoen per jaar);
  3. Omdat steeds meer interne dienstverlening binnen de Bestuurskern wordt ondergebracht bij Rijksbrede sso's of d.m.v. structurele budgetoverboekingen worden verrekend is een centraal budget niet meer noodzakelijk (-€ 0,9 miljoen per jaar structureel);
  4. Steeds meer opdrachten worden met eigen personeel uitgevoerd i.p.v. opdrachten (Materieel) daarom is een herschikking noodzakelijk vanuit overige materiele middelen (€ 0,5 miljoen per jaar structureel);
  5. Toegewezen Loon-en Prijsbijstelling 2024 (2024 € 20,3 miljoen, 2025 €18,4 miljoen, 2026 € 18,0 miljoen, 2027 € 16,9 miljoen, 2028 € 16,6 miljoen, 2029 € 16,2 miljoen);
  6. Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 3,1 miljoen, 2025 € 3,9 miljoen, 2026 € 3,6 miljoen, 2027 €3,7 miljoen, 2028 € 3,5 miljoen, 2029 € 3,6 miljoen, 2030 € 3,4 miljoen).

2025 en verder:

  1. Overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds voor project Digitale Transport Strategie (€ 0,5 miljoen per jaar 2025 tm 2028);
  2. Vanuit de aanvullende post bij Financiën wordt extra budget ontvangen voor de stikstofopgave (2025 € 0,4 miljoen en 2025 tm 2028 € 0,2 miljoen per jaar).
  3. Vanuit het Klimaatfonds wordt budget ontvangen voor verduurzaming van de zeevaart en inzet van waterstof voor de binnenvaart. Hiervoor wordt extra personeel ingezet (2025 tm 2028 € 0,5 miljoen en 2029 € 0,9 miljoen).

De hogere inhuur is met name het gevolg van:

2024:

  1. Overboeking vanuit art 22 voor het aangaan en verlengen van inhuur ten behoeve van het Vergunningstelsel Toezicht en Handhaving (VTH) (€ 3,7 miljoen);
  2. Bijdrage van RWS aan de Vernieuwing/migratie SAP (€ 3,5 miljoen);
  3. Overboeking vanuit het Deltafonds betreffende inhuur voor Cybersecurity (€ 0,8 miljoen); 
  4. Herschikking vanuit ICT t.b.v. capaciteitsinzet voor het project Horizon (Datamanagement) (€ 2,5 miljoen);
  5. De NGF-middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, worden toegevoegd aan het budget van 2024 (€ 0,6 miljoen);
  6. Inhuur t.b.v. parlementaire enquête voor de COVID reizigerstesten (€ 0,2 miljoen);
  7. Toegekende Eindejaarsmarge voor overlopende factureringen o.a. voor het nieuwe bedrijfvoeringssysteem en inhuur procesmanager € 2,7 miljoen;
  8. COVID: middelen voor de COVID-directie die nodig zijn om aan overlopende opdrachten uit voorgaande jaren te kunnen voldoen € 0,1 miljoen.

2024 en 2025:

  1. Extra inzet voor project Herstel en Veerkrachtplan (HVP) (2024 € 0,5 miljoen, 2025 € 0,4 miljoen);
  2. Extra inzet op luchtvaart (2024 € 2,4 miljoen en 2025 € 1,9 miljoen).

2024 t/m 2028

  1. Overboekingen van gereserveerde gelden vanuit het Mobiliteitsfonds voor Vrachtwagenheffing en Tijdelijke Tolheffing 2024 (€ 1,1 miljoen), 2025 (€ 4,6 miljoen), 2026 (€ 1,5 miljoen), 2027 (€ 1,5 miljoen) en 2028 (€ 0,1 miljoen).

2024 en verder:

  1. Overboekingen van art 97 Directie Communicatie (DCO) en Directoraat generaal Water en Bodem zijn gezamenlijk opdrachtgever voor Programma Ons Water. DCO financiert een deel van de capaciteit die extern wordt ingehuurd. DCO heeft budget Ons Water op het programma-artikel 97 staan. Hiervoor wordt structureel budget overgeheveld (€ 0,3 miljoen per jaar);
  2. Toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,7 miljoen, 2025 €1,1 miljoen, 2026 € 0,8 miljoen, 2027 € 0,6 miljoen, 2028 € 0,5 miljoen), 2029 € 0,4 miljoen.

De lagere uitgaven Postactieven is met name het gevolg van:

2025 en verder:

Binnen de HXII begroting worden middelen vrijgemaakt voor een aantal opgaven op het domein van Luchtvaart, Ruimtevaart, NIS/CER2, de Omgevingswet, contributie EUMETSTAT, parlementaire enquête COVID en het Regeringsvliegtuig. Hiervoor is dekking gevonden binnen verschillende begrotingsposten, waaronder het budget voor een compensatieregeling die aflopend is (- € 2,0 miljoen per jaar). Zie voor een verdere toelichting het

98.02 Materiële uitgaven

Per saldo is het kasbudget voor materiële uitgaven in 2024 met € 7,1 miljoen verlaagd en cumulatief in de periode 2025 t/m 2029 met € 31,4 miljoen verhoogd. Dit komt met name door de onderstaande mutaties:

De afname van uitgaven aan ICT betreft voornamelijk:

2024:

  1. Herschikking naar externe inhuur t.b.v. capaciteitsinzet voor het project Horizon (Datamanagement) -(€ 2,5 miljoen);
  2. Overboeking vanuit het Mobiliteitsfonds. Met deze mutatie wordt het aandeel van RWS voor Vernieuwing SAP bijgedragen (€ 3,6 miljoen);
  3. Toegekende Eindejaarsmarge voor overlopende factureringen o.a voor ontwikkeling nieuw bedrijfsvoeringssysteem en dienstverlening ATOS € 1,4 miljoen.

2024 en verder:

  1. Overboeking vanuit art 99 t.b.v. Werk aan uitvoering ANVS; Verbeteren duurzame inzetbaarheid digitale dienstverlening en verbeteren online dienstverlening aan burgers en bedrijven 2024 (€ 0,9 miljoen), 2025 (€ 0,7 miljoen), 2026 e.v. structureel (€ 0,4 miljoen);
  2. Herschikking vanuit overig materieel PBL t.b.v. hogere ICT-kosten door o.a. de jaarlijkse indexaties door Campus en andere dienstverleners (€ 0,8 miljoen);
  3. Toegekende Loon- en Prijsbijstelling 2024 en verder € 0,4 miljoen;
  4. Kasschuiven: voor project Horizon (content management) a.g.v. vertraagde aanbesteding (2024 -€ 9,8 miljoen, 2025 € 1,9 miljoen, 2026 € 7,9 miljoen) en voor uitgaven t.b.v. staatgeheime stukken (ANVS) a.g.v. vertraagde start aanpassingen aan het gebouw Koningskade (2024 -€ 1,2 miljoen, 2026 € 1,2 miljoen). 

Toename Bijdrage rijksbrede sso’s

2024:

  1. Toename van de bijdrage voor Centrale kosten EC-OenP (€ 0,3 miljoen);
  2. Bijdrage vanuit centraal budget art 97, algemeen departementale aangelegenheden, aan FM-Haaglanden, ter verbetering van de werkomgeving (€ 0,7 miljoen).

2024 en verder:

  1. Overboeking naar BZK voor naheffing kosten P-Direkt a.g.v. de groei van het verzorgingsgebied 'IenW’ (- € 0,2);
  2. Afbouw van externe inhuur door PBL naar Bijdrage rijksbrede sso’s (€ 0,2 miljoen);
  3. Toegekende Loon- en Prijsbijstelling 2024 en verder (€ 1,9 miljoen).

Lagere uitgaven Overig materieel overwegend als gevolg van:

2024:

  1. Herschikking/verdeling centrale gereserveerde middelen vanuit Materieel naar de directies in het kader van de Banenafspraak (-€ 0,7 miljoen Bestuurskern, KNMI -€ 0,1 miljoen, ILT -€ 0,6 miljoen en RWS -€ 5,1 miljoen);
  2. Bijdrage vanuit art 11 t.b.v. Noordzeeoverleg (NZO/NZA) (€ 0,4 miljoen);

2024 t/m 2026:

  1. Overboeking vanuit art 99 t.b.v. Werk aan uitvoering ANVS; Verbeteren duurzame inzetbaarheid digitale dienstverlening en verbeteren online dienstverlening aan burgers en bedrijven 2024 (€ 0,2 miljoen), 2025 (€ 0,2 miljoen), 2026 (€ 0,2 miljoen);
  2. Eerder ontvangen middelen van EZK voor Nationaal KlimaatPlatform bestaan deels uit personele kosten en deels uit opdrachten door anderen hiervoor wordt herschikt vanuit personele uitgaven (€ 1 miljoen per jaar 2024 t/m 2026).

2024 en verder:

  1. Steeds meer opdrachten worden met eigen personeel uitgevoerd i.p.v. opdrachten (Materieel) daarom is een herschikking noodzakelijk naar eigen personeel (-€ 0,5 miljoen per jaar structureel);
  2. Herschikking naar ICT t.b.v. hogere ICT-kosten PBL door o.a. de jaarlijkse indexaties door Campus en andere dienstverleners (-€ 0,8 miljoen);
  3. Toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (2024 € 1,4 miljoen, 2025 €1,0 miljoen, 2026 € 1,0 miljoen, 2027 € 0,9 miljoen, 2028 € 0,9 miljoen, 2029 € 1 miljoen);
  4. Overboeking vanuit het KF voor het programma nucleaire veiligheid voor de periode 2024-2030 (2024 € 0,2 miljoen, 2025 t/m 2030 € 0,3 miljoen, per jaar);

Ontvangsten

De ontvangstenmutaties in de 1e suppletoire begroting 2024 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Art. Verplichtingen 8.107 0 8.107 387.610 395.717 390.686 375.337 360.260 344.073 380.116
Uitgaven 7.800 0 7.800 382.715 390.515 390.686 375.337 360.260 344.073 380.116
99.1 Nog Onverdeeld 7.800 0 7.800 382.715 390.515 390.686 375.337 360.260 344.073 380.116
Nog te verdelen 7.800 0 7.800 382.715 390.515 390.686 375.337 360.260 344.073 380.116
Nog te verdelen 7.800 0 7.800 382.715 390.515 390.686 375.337 360.260 344.073 380.116
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget wordt in 2024 met € 387,6 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 1.850,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029. Dit komt met name door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties.

Uitgaven

Nominaal en onvoorzien

Het uitgavenbudget wordt in 2024 met € 382,7 miljoen opgehoogd en cumulatief met € 1.850,5 miljoen in de periode 2025 t/m 2029.

2024 t/m 2029:

  1. Dit komt met name door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van de fondsen voor € 380,5 miljoen in 2024 en € 1871,1 miljoen in de periode 2025 t/m 2029 . De toegevoegde loon- en prijsbijstelling wordt bij de ontwerpbegroting 2025 toebedeeld aan de diverse artikelen binnen het Mobiliteitsfonds en Deltafonds.
  2. Tevens is de loon- en prijsbijstelling en eindejaarsmarge toegevoegd aan de hoofdstuk XII begroting, maar dit is gelijk vanuit artikel 99 verdeeld over de diverse beleidsartikelen.

2025:

  1. Tot slot is er € 4,4 miljoen overgeboekt vanuit het ministerie van BZ voor de kosten die door IenW worden gemaakt voor de organisatie van de NAVO top in 2025. De middelen worden bij de ontwerpbegroting 2025 overgeboekt naar de juiste artikelen.

Ontvangsten

Op dit artikel worden geen ontvangsten geboekt.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap Rijkswaterstaat

Baten
Omzet 3.559.455 157.767 3.717.222
waarvan omzet moederdepartement 3.312.661 38.696 3.351.357
waarvan omzet overige departementen 95.417 15.107 110.524
waarvan omzet derden 221.439 43.944 265.383
waarvan saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud ‒ 183.444 125.383 ‒ 58.061
waarvan saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten 113.382 ‒ 65.363 48.019
Rentebaten 46.172 23.298 69.470
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 1.500 0 1.500
Totaal baten 3.607.127 181.065 3.788.192
Lasten
Apparaatskosten 1.473.123 26.622 1.499.745
- Personele kosten 1.126.870 30.085 1.156.955
waarvan eigen personeel 1.057.498 28.963 1.086.461
waarvan inhuur externen 69.372 1.122 70.494
waarvan overige personele kosten 0 0 0
- Materiele kosten 346.253 ‒ 3.463 342.790
waarvan apparaat ICT 46.983 ‒ 1.147 45.836
waarvan bijdrage aan SSO's 67.848 ‒ 719 67.129
waarvan overige materiele kosten 231.422 ‒ 1.597 229.825
Externe Productkosten 2.101.059 154.834 2.255.893
Rentelasten 2.936 ‒ 1.041 1.895
Afschrijvingskosten 20.359 ‒ 1.438 18.921
- Materieel 20.199 ‒ 1.438 18.761
waarvan apparaat ICT 4.609 808 5.417
waarvan overige materiele afschrijvingskosten 15.590 ‒ 2.246 13.344
- Immaterieel 160 0 160
Overige lasten 8.000 0 8.000
waarvan dotaties voorzieningen 8.000 0 8.000
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 3.605.477 178.977 3.784.454
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 1.650 2.088 3.738
Agentschapsdeel Vpb-lasten 130 0 130
Saldo van baten en lasten 1.520 2.088 3.608
Dotatie aan reserve Rijksrederij 1.520 2.088 3.608
Te verdelen resultaat 0 0 0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de begroting 2024 € 38,7 miljoen is met name veroorzaakt door:

  1. Overheveling van budget uit Aanleg en Vervanging en Renovatie ten behoeven van de overdracht van zij-objecten Hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl (€ 14,4 miljoen);
  2. Programmamiddelen voor het uitvoeren van het onderzoeksprogramma 2024 voor de water en bodemopgaven. Dit onderzoeksprogramma wordt uitgevoerd onder de Subsidieregeling Instituten voor Toegepast Onderzoek (SITO-regeling) (€ 12,2 miljoen);
  3. Apparaatsmiddelen voor de extra capaciteit die RWS levert in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA). Dit betreft alle advieswerkzaamheden die RWS uitvoert in opdracht van IenW (€ 7,6 miljoen);
  4. Bijdrage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) aan het programma Windenergie op zee (€ 3 miljoen). RWS werkt samen met EZK aan het realiseren van de doelstelling in de Routekaart windenergie op zee 2030;
  5. Bijdrage van RWS aan het programma Vernieuwing SAP ( - € 7 miljoen)
  6. Het restant betreft verschillende mutaties kleiner dan € 5,0 miljoen.

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de begroting 2024 € 15,1 miljoen is met name veroorzaakt door de verschuiving van de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet van 2023 naar 2024. RWS ontwikkelt het Digitaal stelsel Omgevingswet (DSO) in opdracht van BZK. Met de verschuiving van de inwerkingtredingdatum blijft het project langer in de ontwikkelfase, waarbij de verwachting was dat DSO nu al in de beheerfase zou zitten. Als gevolg hiervan zullen de opbrengsten in 2024 hoger zijn dan bij het opstellen van de begroting 2024 werd verwacht. Daarnaast verwacht RWS ook een hogere realisatie van het programma Opwek van Energie op Rijksvastgoed (OER).

Omzet derden

Ten opzichte van de begroting 2023 neemt de omzet derden toe met € 43,9 miljoen. Dit is met name veroorzaakt door toename van de energie opbrengsten voor Maasvlakte 2 (€ 35 miljoen) die vanaf 2023 door RWS worden ontvangen. Dit was niet in de begroting 2024 opgenomen. Tegenover deze opbrengsten staan beheerkosten van het windmolenpark. Het positieve saldo is ter dekking van de reguliere energielasten van RWS. Daarnaast een hogere opbrengst op het verhalen van kosten door schaderijdingen en schadevaringen (€ 6,0 miljoen). Het restant betreft mutaties kleiner dan € 5 miljoen.

Saldo op ontvangen bijdragen

In navolging van de aanbeveling uit het rapport doorlichting agentschap Rijkswaterstaat (2021) en toezegging aan de Tweede Kamer over het gebruik en de naamgeving van de balanspost Nog Uit Te Voeren Werkzaamheden (NUTW) zijn de afspraken over het gebruik van de NUTW post opnieuw geformaliseerd. Hierbij is besloten de NUTW te splitsen in een post gerelateerd de bekostiging van de maatregelen ten behoeve van het Basis KwaliteitsNiveau (BKN) voor Exploitatie en Onderhoud en een post voor overige werkzaamheden gefinancierd vanuit EPK-BLS, respectievelijk «Saldo op ontvangen bijdragen exploitatie en onderhoud» en Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten».

Saldo op ontvangen bijdragen voor exploitatie en onderhoud

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven die samenhangen met afspraken over het Basis Kwaliteitsniveau (BKN). De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten in de markt kan zetten dan het aan opbrengsten ontvangt. Op basis daarvan is het de verwachting dat het saldo € 125,4 miljoen minder zal toenemen, ten opzichte van de begroting 2024.

Saldo op ontvangen bijdragen voor te verlenen diensten

Onder dit saldo vallen de ontvangsten en uitgaven in het kader van planstudies, Caribisch Nederland, werken voor en met partners, aanvullende opdrachten van het moederdepartement die niet tot BKN behoren en overige opdrachten. De huidige prognose geeft het beeld dat RWS meer opdrachten heeft gekregen dan werd verwacht bij het opstellen van de begroting 2024, terwijl de uitvoering van die opdrachten deels verder in de tijd ligt, waardoor de uitvoering in 2024 lager uitkomt. Als gevolg hiervan is het de verwachting dat het saldo € 65,4 miljoen minder zal afnemen ten opzichte van die begroting.

Rentebaten

Rentebaten zijn het gevolg van de gestegen rentepercentages sinds 2022, ter bestrijding van de inflatie. Deze stijging van het rentepercentage heeft zich ook voorgedaan na het opstellen van de begroting 2024, hetgeen een toename van de verwachte rentebaten verklaart. Het gaat hier om stijging van 2,9% naar 3,9%. RWS ontvangt rente op de rekening-courant verhouding met het ministerie van Financiën. Deze rentebaten worden ingezet om de misgelopen IBOI op het saldo op ontvangen bijdragen deels te compenseren.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken. Dat de personele kosten zijn toegenomen ten opzichte van de begroting 2024 komt met name door extra capaciteit in het kader van beleidsondersteuning en advisering (BOA), Werken aan Uitvoering en de instroom in het kader van de banenafspraak arbeidsbeperkten.

De hogere inhuur ten opzichte van de begroting is met name het gevolg, krapte op de arbeidsmarkt waardoor RWS, gezien de productieopgave, een hoger beroep op inhuur moet doen dan werd ingeschat bij het opstellen van de begroting.

Externe Productkosten

De hogere externe productkosten ten opzichte van de begroting 2024 ad. € 154,8 miljoen is met name het gevolg van het inpassen van de herstelkosten voor de Prinses Margriettunnel. Daarnaast stijgen de kosten door de uitvoering van het kennisprogramma Water en Bodem 2024, programma OER, opdrachten voor het Nationaal Dataportaal Wegverkeer en toename van kosten als gevolg van schaderijdingen en schadevaringen. Voor meer informatie bij deze posten wordt verwezen naar de toelichting onder Omzet.

Rentelasten

De rentelasten zijn met ‒ € 1 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is met name het gevolg van een lagere realisatie op investeringen in 2023. Hierdoor zijn de rentelasten in 2024 lager dan verwacht.

Afschrijvingskosten

Ten opzichte van de begroting zijn de afschrijvingskosten naar beneden bijgesteld (- € 1,4 miljoen) als gevolg van de lagere realisatie van investeringen in 2023. Dit kent een doorwerking in de afschrijvingskosten in 2024.

Overige lasten

Dotatie aan reserve Rijksrederij

Het verschil tussen de doorbelaste rente en afschrijvingskosten voor de vaartuigen van de Rijksrederij op basis van vervangingswaarde (waarop de tarieven worden gebaseerd) en de afschrijvings- en rentekosten (waarop de vaartuigen worden gewaardeerd) is met € 2 miljoen naar boven bijgesteld. Van het totaal ad. € 11,6 miljoen wordt naar verwachting € 3,6 miljoen gedoteerd aan de reserve Rijksrederij, bestemd voor de aanschaf van nieuwe vaartuigen en € 8,0 miljoen  aan de voorziening groot onderhoud vaartuigen, bestemd voor groot, levensduur verlengend, onderhoud.

1. Rekening courant RHB 1 januari 2024 1.640.942 35.922 1.676.864
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 3.677.189 121.045 3.798.234
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 3.577.248 ‒ 180.415 ‒ 3.757.663
2 Totaal operationele kasstroom 99.941 ‒ 59.370 40.571
Totaal investeringen (-/-) ‒ 59.913 3.890 ‒ 56.023
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 59.913 3.890 ‒ 56.023
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 17.940 2.216 ‒ 15.724
Beroep op leenfaciliteit (+) 56.918 ‒ 3.696 53.222
4. Totaal financieringskasstroom 38.978 ‒ 1.480 37.498
5. Rekening courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3+4) 1.719.948 ‒ 21.038 1.698.910

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2024

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2024. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2023.

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 121,0 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement, overige departementen, derden en de verwachte rentebaten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Omzet» en «Rentebaten».

De hogere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de begroting (€ 180,4 miljoen) worden met name veroorzaakt door de hogere externe productkosten. Zie hiervoor ook de toelichting onder «Externe productkosten».

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar beneden bijgesteld (- € 3,9 miljoen).

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.

De lagere aflossing op leningen is het gevolg van lagere investeringen in 2023, die een doorrekening kent in 2024 (- € 2,2 miljoen).

Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (- € 3,7 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen.

5.2 Agentschap Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Baten
- Omzet 105.908 9.793 115.701
waarvan omzet moederdepartement 71.752 7.961 79.713
waarvan omzet overige departementen 3.596 1.954 5.550
waarvan omzet derden 30.560 ‒ 122 30.438
Rentebaten 1.000 1.000
Vrijval voorzieningen
Bijzondere baten
Totaal baten 105.908 10.793 116.701
Lasten
Apparaatskosten 88.839 5.108 93.947
- Personele kosten 56.349 4.032 60.381
waarvan eigen personeel 48.898 4.106 53.004
waarvan inhuur externen 7.397 ‒ 75 7.322
waarvan overige personele kosten 54 54
- Materiële kosten 32.490 1.077 33.567
waarvan apparaat ICT 14.179 1.335 15.514
waarvan bijdrage aan SSO's 2.490 ‒ 275 2.215
waarvan overige materiële kosten 15.821 17 15.838
Rentelasten 129 129
Afschrijvingskosten 2.187 ‒ 70 2.117
- Materieel 2.060 ‒ 153 1.907
waarvan apparaat ICT 110 ‒ 41 69
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 1.950 ‒ 113 1.837
- Immaterieel 126 83 209
Overige lasten 14.857 7.214 22.071
waarvan aardobservatie 14.857 7.214 22.071
waarvan dotaties voorzieningen
waarvan bijzondere lasten
Totaal lasten 105.883 12.382 118.265
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 25 ‒ 1.588 ‒ 1.563
Agentschapsdeel Vpb-lasten 25 20 45
Saldo van baten en lasten ‒ 1.608 ‒ 1.608

Toelichting

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

Een groot deel van de stijging is te verklaren door extra baten voor aardobservatie (€ 7,2 miljoen) ten behoeve van de hogere contributie aan EUMETSAT . Deze worden deels gefinancierd vanuit een hogere bijdrage aan het agentschap KNMI (€ 3,2 miljoen), vrijgemaakt als onderdeel van de voorjaarsbesluitvorming 2024, en deels vanuit de vooruitontvangen bedragen (€ 4,0 miljoen) voor aardobservatie. Het restant (€ 0,8 miljoen) betreft loon- en prijsbijstelling (€ 2,5 miljoen) en lagere baten vanuit de vooruitontvangen bedragen voor Informatiehuishouding (€ -0,7 miljoen) en Masterplan (€ -1,0 miljoen).

Omzet overige departementen

Dit betreft extra opbrengsten vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in het kader van Seismologie (€ 1,5 miljoen) en regie op de Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO; € 0,6 miljoen).

Omzet derden

Geen bijzonderheden.

Rentebaten

Door de gestegen rente wordt een rentebate verwacht van circa € 1 miljoen.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

Ten opzichte van de vastgestelde begroting wordt er meer personeel aangenomen onder andere om invulling te geven aan gestelde eisen aan de infomatiehuishouding. Tegelijkertijd bevat het nieuwe geraamde bedrag een begrote indexatie van 2,5% op het brutoloon (€ 1,0 miljoen) en een verwachte ophoging van de reservering openstaande verlofuren (€ 1,0 miljoen).

Materiële kosten

De materiële kosten apparaat ICT zijn gestegen met € 1,3 miljoen door diverse projecten. Het betreft het Early Warning Centre (€ 0,4 miljoen), het Masterplan De Bilt (€ 0,4 miljoen) en overige projecten (€ 0,5 miljoen). De lagere Bijdrage aan SSO’s van € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door lagere inhuur binnen het Rijk.

Rentelasten

Dit betreft de rentekosten op de leningen bij het Ministerie van Financien

Afschrijvingskosten

Geen bijzonderheden.

Overige lasten

De contributiekosten EUMETSAT (Aardobservatie) stijgen met € 7,2 miljoen.

Resultaat

Het begrote negatieve resultaat wordt veroorzaakt doordat voor 2024 kosten voor Informatiehuishouding en Lifecyclemanagement zijn begroot (€ 1,6 miljoen) waarvoor vorig jaar middelen aan het Eigen Vermogen zijn toegevoegd (€ 2,1 miljoen). Het Eigen Vermogen is in 2023 mede hierdoor gestegen van € 2,6 miljoen naar € 4,1 miljoen.

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2024 11.029 5.767 16.796
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 4.437 ‒ 1.405 3.032
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 4.109 ‒ 9.458 ‒ 13.567
2. Totaal operationele kasstroom 328 ‒ 10.863 ‒ 10.536
Totaal investeringen (-/-) ‒ 2.590 ‒ 3.310 ‒ 5.900
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
3. Totaal investeringkasstroom ‒ 2.590 ‒ 3.310 ‒ 5.900
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 1.706 ‒ 402 ‒ 2.108
Beroep op leenfaciliteit (+) 2.590 3.310 5.900
4. Totaal financieringskasstroom 884 2.908 3.792
5. Rekening-courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3) 9.650 ‒ 5.498 4.152

Toelichting

Rekening courant RHB 1 januari 2024

Dit is de mutatie naar de werkelijke stand per 1-1-2024. Voor een uitgebreide toelichting zie het jaarverslag 2023.

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.                                                

De mutatie ontvangsten operationele kasstroom betreffen lagere afschrijvingskosten (€ -0,1 miljoen), een ontvangst van het Rijksvastgoedbedrijf van € 0,9 miljoen en een verlaging van de verwachte betalingen luchtvaart van € -2,2 miljoen.                                                

De mutatie uitgaven operationele kasstroom betreffen uitgaven voor diverse projecten voor IenW waarvoor reeds eerder middelen zijn ontvangen (€ -6,1 miljoen, inclusief aardobservatie). Daarnaast bestaan de uitgaven uit een negatief resultaat van € -1,6 miljoen en een afname van de schulden van € -1,8 miljoen.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

Ten opzichte van de begroting zijn de investeringen naar boven bijgesteld (€ - 3,3 miljoen).

Grootste investeringen vinden plaats in de modernisering van de waarneeminfrastructuur (€ 1,7 miljoen), software voor dataleveringen Luchtvaart (€ 0,8 miljoen), vervanging diverse soorten sensoren (€ 0,7 miljoen) en vernieuwing van de windtunnel (€ 0,4 miljoen).

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van het KNMI.

De lagere aflossing op leningen is het gevolg van lagere investeringen in 2023, die een doorrekening kent in 2024. (€ - 0,4 miljoen).

Het hogere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de begroting (€ 3,3 miljoen) is het gevolg van de hierboven genoemde hogere investeringen.