Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2024D14418, datum: 2024-04-15, bijgewerkt: 2024-06-04 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36550-VIII-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Mede ondertekenaar: M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36550 VIII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2024Z06223:
- Indiener: R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Medeindiener: M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-16 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-17 12:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-05-23 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-06-20 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-06-25 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023‒2024 |
36 550VIII | Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) |
Nr. 2 |
|
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
- de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
- de begrotingsstaat inzake het agentschap DUO van dit ministerie.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
R.H.Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
M.L.J.Paul
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
In deze Eerste Suppletoire Begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2024.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs is verantwoordelijk voor artikel 1 (Primair onderwijs), artikel 3 (Voortgezet onderwijs) en artikel 9 (Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid). De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is verantwoordelijk voor de overige artikelen. De verdeling van de beleidsterreinen tussen de Ministers en de Staatssecretaris is vastgelegd in de portefeuilleverdeling van Kabinet Rutte IV.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat de belangrijkste suppletoire mutaties op de OCW-begroting (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf 3). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel | Beleidsmatige mutaties | Technische mutaties |
(stand ontwerpbegroting in € miljoen) | (ondergrens in € miljoen) | (ondergrens in € miljoen) |
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantieverplichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.
Dit jaar wordt ook het jaar T+5 getoond in de tabel budgettaire gevolgen van beleid. Jaar T+5 staat voor het begrotingsjaar 2029. Dit is nieuw omdat normaliter alleen naar de begrotingshorizon tot en met T+4 werd gekeken. Het gevolg hiervan is dat de bedragen in de kolom van 2029 een stuk hoger zijn. Hierin zitten namelijk ook de beginstanden van dat jaar verwerkt (ook wel de extrapolatiestanden genoemd). In eerdere jaren werden deze standen pas opgenomen in de Ontwerpbegroting die in september wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.
2 Het beleid
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties ten opzichte van de vastgestelde stand begroting 2024 voor het jaar 2024 weergegeven.
Deze mutaties worden hieronder nader toegelicht.
Vastgestelde begroting 2024 | 55.299.160 | 57.531.978 | 55.927.279 | 55.701.865 | 55.536.856 | ||
Belangrijkste suppletoire mutaties | |||||||
1 | Ontvangen relevante loon- en prijsbijstelling | Diverse | 2.644.964 | 2.719.484 | 2.656.470 | 2.642.208 | 2.630.970 |
2 | Referentieraming inclusief studiefinanciering | Diverse | 12.777 | ‒ 650.895 | ‒ 764.518 | ‒ 771.674 | ‒ 758.345 |
3 | Saldo mee- en tegenvallers | Diverse | ‒ 5.211 | 67.763 | 118.788 | 108.847 | 155.893 |
4 | Saldo in- en extensiveringen | Diverse | ‒ 27.637 | ‒ 7.247 | 12.433 | 6.408 | ‒ 122.042 |
5 | Ingezette eindejaarsmarge | Diverse | 236.030 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6 | Kasschuiven | Diverse | 801.267 | ‒ 868.371 | ‒ 159.221 | 204.172 | 44.065 |
7 | Nationaal Groeifonds | Diverse | 101.790 | 95.981 | 148.066 | 136.721 | 13.521 |
8 | Niet-plafondrelevante mutaties | 11 | ‒ 926.471 | ‒ 884.806 | ‒ 928.498 | ‒ 1.039.804 | ‒ 1.074.754 |
9 | Desalderingen | 3, 14, 15 | 62.948 | 46.810 | 41.810 | 41.810 | 41.810 |
10 | Overig | Diverse | 6.428 | 28.197 | 49.546 | 46.627 | 27.603 |
Stand 1e suppletoire begroting 2024 | Totaal | 58.206.045 | 58.078.894 | 57.102.155 | 57.077.180 | 56.495.577 |
Toelichting belangrijkste uitgavenmutaties
1. Ontvangen relevante loon- en prijsbijstelling
Het kabinet besluit dit jaar alle loon- en prijsontwikkeling (lpo) uit te keren over de departementale begrotingen, ter compensatie van stijgende lonen en prijzen. In tabel 2 is de verdeling van de lpo over de artikelen te zien. De relevante lpo-tranche 2024 die OCW ontvangt bedraagt in 2024 € 2.645,0 miljoen.
1 | Primair onderwijs | 873.152 | 867.231 | 869.380 | 867.707 | 865.374 | 867.248 |
3 | Voortgezet onderwijs | 633.215 | 636.148 | 631.966 | 628.919 | 622.892 | 620.028 |
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 300.115 | 300.616 | 300.659 | 300.205 | 297.769 | 296.736 |
6 | Hoger beroepsonderwijs | 237.581 | 231.366 | 225.619 | 219.778 | 221.200 | 217.184 |
7 | Wetenschappelijk onderwijs | 360.003 | 360.556 | 363.707 | 362.368 | 364.264 | 363.178 |
8 | Internationaal beleid | 897 | 884 | 883 | 883 | 883 | 883 |
9 | Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid | 14.938 | 22.216 | 22.311 | 22.827 | 22.737 | 22.651 |
11 | Studiefinanciering | 30.927 | 104.896 | 48.507 | 47.255 | 42.485 | 41.996 |
12 | Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten | 2.357 | 2.328 | 2.359 | 2.382 | 2.401 | 2.394 |
13 | Lesgelden | 857 | 848 | 901 | 897 | 901 | 900 |
14 | Cultuur | 56.089 | 59.435 | 57.432 | 57.343 | 57.191 | 56.996 |
15 | Media | 32.576 | 32.309 | 32.331 | 32.412 | 32.557 | 32.988 |
16 | Onderzoek en wetenschapsbeleid | 80.110 | 78.738 | 78.935 | 78.121 | 78.656 | 77.773 |
25 | Emancipatie | 1.087 | 1.130 | 1.032 | 1.085 | 971 | 971 |
91 | Nog onverdeeld | 0 | 0 | 0 | 0 | 574 | 574 |
95 | Apparaat Kerndepartement | 21.060 | 20.783 | 20.448 | 20.026 | 20.115 | 20.162 |
Totaal | 2.644.964 | 2.719.484 | 2.656.470 | 2.642.208 | 2.630.970 | 2.622.662 |
2. Referentieraming inclusief studiefinanciering
Er vindt op de referentieraming en de raming van de studiefinanciering (hierna sf-raming) een per saldo tegenvaller van € 12,8 miljoen plaats in 2024 op de uitgaven. Deze tegenvaller wordt grotendeels veroorzaakt door een tegenvaller op de referentieraming van € 24,4 miljoen. Hier zitten verschillende bewegingen onder, allen ten opzichte van de Referentieraming van vorig jaar. Er worden onder andere meer leerlingen in de basisschoolleeftijd geraamd. Vanaf 2025 leidt de referentieraming tot meevallers vanwege een aanzienlijke bijstelling naar beneden van het aantal geraamde geboorten in de CBS bevolkingsprognose en tevens een kleine bijstelling naar beneden van het aantal in te stromen vo-leerlingen uit het buitenland. Daarnaast is het aantal studenten in het ho aanzienlijk lager, omdat de doorstroom vanuit het voortgezet onderwijs en het mbo naar het ho lager is dan voorheen verwacht en omdat de instroom van internationale studenten lager is dan eerder geraamd. Per saldo leiden deze effecten structureel tot een meevaller van € 499,8 miljoen op de referentieraming.
Daarnaast doen er zich meevallers voor op de relevante sf-raming van € 11,6 miljoen in 2024. Dit wordt veroorzaakt door het lagere aantal studenten dat doorwerkt in deze raming en daarnaast is er een lagere verwachting te zien in de omzettingen van prestatiebeurzen naar giften (op het moment van afstuderen). Structureel leidt de sf-raming tot een meevaller van € 297,2 miljoen.
1 | Primair onderwijs | 62.839 | ‒ 57.380 | ‒ 74.170 | ‒ 48.435 | 16.853 | ‒ 23.271 |
3 | Voortgezet onderwijs | ‒ 38.154 | ‒ 98.211 | ‒ 117.553 | ‒ 93.806 | ‒ 73.214 | ‒ 64.050 |
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | ‒ 300 | ‒ 23.400 | ‒ 18.300 | ‒ 26.300 | ‒ 27.400 | ‒ 18.900 |
6 | Hoger beroepsonderwijs | 0 | ‒ 131.716 | ‒ 186.294 | ‒ 222.047 | ‒ 239.222 | ‒ 237.531 |
7 | Wetenschappelijk onderwijs | 0 | ‒ 97.836 | ‒ 134.919 | ‒ 152.570 | ‒ 158.432 | ‒ 156.081 |
11, 12, 13 | Studiefinanciering (relevant) | ‒ 11.608 | ‒ 242.352 | ‒ 233.282 | ‒ 228.516 | ‒ 276.930 | ‒ 297.202 |
Totaal | 12.777 | ‒ 650.895 | ‒ 764.518 | ‒ 771.674 | ‒ 758.345 | ‒ 797.035 |
3. Saldo overige mee- en tegenvallers
Naast de referentieraming en sf-raming vindt er per saldo een meevaller van € 5,2 miljoen plaats op de OCW-begroting in 2024. Deze meevaller wordt onder andere veroorzaakt door een meevaller op de subsidieregeling school en omgeving van € 44,5 miljoen. Een deel van deze regeling is in 2023 al uitgekeerd en komt niet tot betaling in 2024 en 2025. Daarnaast vindt er een tegenvaller van € 46,6 miljoen plaats op de bekostiging van de nieuwkomers in het po. Dit wordt veroorzaakt door een blijvend hoge instroom van nieuwkomers en een verbeterde ramingsmethodiek waarbij wordt gerekend met de beleidsmatig vastgestelde bedragen voor nieuwkomers in het primair onderwijs en een nauwkeurigere inschatting van de werkelijke instroom.
4. Saldo in- en extensiveringen
Binnen de OCW-begroting worden een aantal extensiveringen gedaan om een deel van de intensiveringen te dekken. Hieronder worden enkele grotere in- en extensiveringen nader toegelicht:
- lerarenbeurs ophogen: De Lerarenbeurs stimuleert de verhoging van het opleidings- en kwalificatieniveau van leraren. Gezien de overvraging van de beurs in het afgelopen jaar, wordt het budget voor de komende jaren opgehoogd met cumulatief € 9,3 miljoen in de periode 2024 tot en met 2026;
- ophoging budget zij-instroom: De Regeling zij-instroom is een instrument in het bestrijden van het lerarentekort, waarbij momenteel het aantal aanvragen het budget overstijgt. De regeling wordt opgehoogd met cumulatief € 14,8 miljoen in 2024 en 2025 om aan het stijgend aantal aanvragen te kunnen voldoen;
- digitaal examineren: OCW zal met deze middelen een programma opzetten waarmee onderzocht wordt op welke manier het verder digitaliseren van het examineren kan worden vormgegeven, enerzijds om het examen nauwer aan te kunnen laten sluiten op belangrijke vaardigheden van leerlingen en anderzijds om processen rondom het examineren efficiënter in te richten. Het betreft incidentele middelen voor het voorbereiden en uitvoeren van een experimenteer- en leerfase van cumulatief € 26,0 miljoen tot en met 2029;
- masterplan Campussen Groningen: Naar aanleiding van de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is door het kabinet een meerjarig investeringspakket toegezegd ten behoeve van brede sociaal-economische ontwikkeling in Groningen. Onderdeel van dit pakket is het versterken van het kennis- en innovatie ecosysteem, door middel van campusontwikkeling. Het investeringspakket bedraagt cumulatief € 50,0 miljoen en wordt gedekt via extensiveringen binnen de OCW-begroting op de artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie), artikel 6 (Hoger onderwijs), artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) en artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid);
- energie 2024: In 2023 is structureel een extra tranche loon- en prijsbijstelling (lpo) toegekend aan de OCW-begroting in verband met gestegen energielasten. Deze lpo-middelen voor 2024 voor het funderend onderwijs (€ 30,6 miljoen) worden geëxtensiveerd;
- G5: Door de overgang van een betaling per schooljaar naar een betaling per kalenderjaar voor de convenanten G5 valt er in 2025 eenmalig € 18,4 miljoen vrij.
5. Eindejaarsmarge
De totale onderuitputting in 2023 bedroeg € 494,0 miljoen. Conform begrotingsregels wordt maximaal 1% van het gecorrigeerde begrotingstotaal als eindejaarsmarge toegevoegd aan de begroting voor 2024. De totaal beschikbare eindejaarsmarge in 2024 komt daarmee voor OCW uit op € 470,9 miljoen. In tabel 4 is de inzet van de eindejaarsmarge uitgesplitst. Van de eindejaarsmarge wordt € 103,5 miljoen ingezet voor openstaande verplichtingen voor het kwijtschelden van DUO schulden bij gedupeerden en ex-partners als gevolg van de kinderopvangtoeslagenaffaire (KOT). Dit budget is niet volledig tot besteding gekomen in 2023 en is nodig voor uitbetalingen in 2024 en verder. Daarnaast wordt € 84,1 miljoen ingezet voor diverse andere openstaande verplichtingen vanuit 2023. Dit zijn verplichtingen die in 2023 zijn aangegaan, niet tot besteding zijn gekomen, en in 2024 alsnog moeten worden voldaan. Deze openstaande verplichtingen zijn reeds bij de Tweede Suppletoire begroting of in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld aan de Tweede en Eerste Kamer. De hoogste openstaande verplichting betreft die op het budget bekostiging aan Oekraïense nieuwkomers ter hoogte van € 23,8 miljoen. Daarnaast wordt € 48,4 miljoen ingezet voor diverse problematiek op de OCW-begroting. Er wordt in totaal € 236,0 miljoen van de eindejaarsmarge op de OCW-begroting ingezet. De resterende € 234,9 miljoen wordt niet overgeheveld naar de OCW-begroting en ingezet ter verbetering van het Rijksbrede beeld.
Maximale EJM 1% | 470.942 | |
11 | Maatregelen kabinetsreactie POK | 103.543 |
Diverse | Openstaande verplichtingen | 84.109 |
Diverse | Overige inzet | 48.378 |
Saldo na inzet EJM op OCW-begroting | 234.912 | |
Niet overgeheveld naar OCW-begroting en ingezet voor het Rijksbrede beeld | ‒ 234.912 | |
Saldo eindejaarsmarge | 0 |
6. Kasschuiven
Op de begroting worden diverse meerjarige kasschuiven doorgevoerd, om de budgetten in overeenstemming te brengen met het verwachte bestedingsritme. De grootste kasschuif betreft een schuif van € 1,0 miljard op het budget van de reisvoorziening van de vervoersbedrijven. Hiermee wordt de betaling aan de vervoersbedrijven (gedeeltelijk) al aan het eind van het voorafgaande jaar in plaats van aan het begin van het betreffende jaar gedaan (in dit geval in 2024 in plaats van in 2025), zonder af te wijken van de afspraken met de vervoerbedrijven. Met deze kasschuif wordt op verzoek van het kabinet een bijdrage geleverd aan de optimalisering van het kasritme van de Staat over de jaren heen.
7. Nationaal Groeifonds
In tabel 5 staan de middelen voor het Nationaal Groeifonds uiteengezet. Hierin zijn de volgende zaken verwerkt:
- in de derde ronde van het NGF zijn de middelen voor een aantal OCW-projecten (deels) toegekend. Deze middelen worden bij Voorjaarsnota overgeheveld naar de OCW-begroting. Het gaat om de NGF-projecten Innovatie huisvesting (cumulatief € 124,2 miljoen), Techkwadraat (cumulatief € 145,8 miljoen), Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) (cumulatief € 102,3 miljoen) en Impuls open leermiddelen (cumulatief € 20,5 miljoen);
- de openstaande verplichtingen op lopende projecten waarvoor in 2023 verplichtingen zijn aangegaan, maar niet tot besteding zijn gekomen, maar wel tot betaling komen in 2024. Deze openstaande verplichtingen zijn reeds bij de Tweede Suppletoire begroting of in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld aan de Tweede en Eerste Kamer;
- twee kasschuiven waarbij middelen naar achteren worden geschoven op twee NGF-projecten. Het gaat om de Biotech booster waarbij er € 25,1 miljoen vanuit 2024 wordt geschoven naar latere jaren en het NGF Collectief Laaggeletterdheid waarbij er € 1,0 miljoen van 2024 naar 2025 wordt geschoven.
1, 3, 95 | Open leermateriaal | 1.035 | 11.594 | 7.932 | 0 | 0 | 0 |
1, 3, 95 | Ontwikkelkracht | 13.029 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3, 95 | Digitaal onderwijs goed geregeld | 1.544 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4 | Collectief laagopgeleiden en laaggeletterden reeks en kasschuif | 5.903 | 1.037 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6 | Nationale LLO Katalysator | 31.223 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6 | Digitaliseringsimpuls onderwijs NL | 38.678 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16 | Biotech booster reeks en kasschuif | ‒ 22.372 | 18.034 | 6.335 | 704 | 0 | 0 |
16 | Einsteintelescope | 6.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16 | Big chemistry | 1.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3, 95 | Huisvesting | 16.558 | 5.513 | 45.443 | 43.167 | 13.521 | 0 |
3, 95 | Techkwadraat | 6.400 | 45.103 | 46.456 | 47.850 | 0 | 0 |
14 | CIIIC | 700 | 14.700 | 41.900 | 45.000 | 0 | 0 |
95 | NGF apparaatskosten | 892 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 101.790 | 95.981 | 148.066 | 136.721 | 13.521 | 0 |
8. Niet-plafondrelevante mutaties
De niet-plafondrelevante (NR) mutaties hebben betrekking op de studiefinanciering. Het betreft hier de tranche 2024 van de niet-plafondrelevante prijsbijstelling van € 198,2 miljoen.
Daarnaast is er een meevaller op de niet relevante sf-raming van € 1,1 miljard. Dit wordt verklaard door het lagere aantal studenten in de referentieraming en doordat op alle niveaus het percentage studenten dat leent daalt.
9. Desalderingen
Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Mediareserve van € 45,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming.
10. Overig
Dit saldo bestaat uit verschillende technische mutaties:
- een meevaller op Covid-19 budgetten als gevolg van het aflopen van het Nationaal Programma Onderwijs. Door het aflopen van het programma vallen de resterende middelen vrij. Daarnaast worden hier enkele openstaande verplichtingen verwerkt voor het Nationaal Programma Onderwijs met betrekking tot monitoring en evaluatie en de maatwerkregeling ventilatie wegens vertraging in de afhandeling van bezwaarschriften;
- een toevoeging van de middelen die OCW in 2023 heeft ontvangen voor de financiering van kennisopbouw en samenwerking bij programma’s voor cultuur in Oekraïne wordt toegevoegd aan 2024;
- overboekingen met andere departementen;
- technische mutaties en interne overboekingen.
Vastgestelde begroting 2024 | 2.038.040 | 2.220.961 | 2.292.730 | 2.369.227 | 2.445.758 | ||
Belangrijkste suppletoire mutaties | |||||||
1 | Referentieraming inclusief studiefinanciering | Diverse | ‒ 60.489 | ‒ 61.427 | ‒ 28.606 | 8.125 | 48.837 |
2 | Saldo in- en extensiveringen | 11 | ‒ 1.067 | ‒ 1.600 | ‒ 1.600 | 0 | 0 |
3 | Kasschuif | 12 | 8.500 | ‒ 1.500 | ‒ 3.500 | ‒ 3.500 | 0 |
4 | Niet-plafondrelevante mutaties | 11 | 87.372 | 70.796 | 53.349 | 34.958 | 15.548 |
5 | Desalderingen | 3, 14, 15 | 62.948 | 46.810 | 41.810 | 41.810 | 41.810 |
6 | Overig | Diverse | 15.564 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Stand 1e suppletoire begroting 2024 | Totaal | 2.150.868 | 2.274.040 | 2.354.183 | 2.450.620 | 2.551.953 |
Toelichting belangrijkste ontvangstenmutaties
1. Referentieraming inclusief studiefinanciering
Op de ontvangsten vindt een tegenvaller plaats van € 60,5 miljoen in 2024. Dit wordt veroorzaakt doordat de relevante renteontvangsten in 2024 omlaag zijn bijgesteld met € 43,3 miljoen. De relevante renteontvangsten vallen in de eerste jaren tegen doordat er bij de vorige raming geen rekening was gehouden met het deel van de studenten voor wie er wel rente wordt gerekend maar nog niet hoeft af te lossen. Daarnaast vindt er een structurele tegenvaller plaats van € 22,2 miljoen op de ontvangstenraming van de studiefinancieringsraming. Deze wordt met name veroorzaakt door een tegenvaller op de lesgeldontvangsten. Dit wordt veroorzaakt doordat meer studenten kiezen om het lesgeld in termijnen te betalen, waardoor de ontvangsten structureel naar achter schuiven.
2. Saldo in- en extensiveringen
De wettelijke rente die DUO rekent aan studenten die een betalingsregeling willen treffen bij DUO wordt op 0 procent gezet in de jaren 2024, 2025 en 2026. Hiermee wordt voorkomen dat het voor studenten financieel gunstiger is om geen betalingsregeling af te sluiten met DUO, maar direct met het CJIB, omdat het CJIB geen rente rekent. Dit leidt tot cumulatief € 4,3 miljoen lagere ontvangsten.
3. Kasschuif
Dit betreft middelen voor het op 0 procent zetten van de rente op de gepauzeerde schulden van de gedupeerden en ex-partners als gevolg van de KOT. Middels een kasschuif worden deze middelen in het juiste kasritme gezet.
4. Niet-plafondrelevante mutaties
De niet-plafondrelevante ontvangsten zijn op de ontvangsten van de studiefinancieringsraming in de eerste jaren hoger dan geraamd door extra ontvangsten op de rentedragende studielening. Dit wordt mogelijk verklaard door de positieve rente. Structureel worden geen hogere ontvangsten verwacht.
5. Desalderingen
Dit betreft desalderingen van uitgaven en ontvangsten. De grootste desaldering binnen dit bedrag betreft de dotatie aan de Algemene Mediareserve van € 45,3 miljoen. Hiermee wordt aansluiting gevonden op de geactualiseerde Ster-raming.
6. Overig
Dit saldo bestaat met name uit coronamiddelen die op de cultuurbegroting beschikbaar waren voor de Opengestelde Monumenten Lening waarvan € 25,6 miljoen niet is benut.
3 De beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 15.363.520 | 0 | 15.363.520 | 2.152.844 | 17.516.364 | 496.395 | 653.574 | 901.159 | 884.166 | 16.174.271 |
Uitgaven | 15.428.036 | 0 | 15.428.036 | 1.026.547 | 16.454.583 | 787.502 | 664.837 | 903.619 | 883.186 | 16.163.158 |
Bekostiging | 14.033.924 | 0 | 14.033.924 | 899.344 | 14.933.268 | 677.307 | 713.655 | 738.023 | 800.853 | 14.651.948 |
Bekostiging po-instellingen | 13.765.148 | 0 | 13.765.148 | 922.394 | 14.687.542 | 799.573 | 783.707 | 808.075 | 870.905 | 14.427.089 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 30.142 | 0 | 30.142 | 324 | 30.466 | 327 | 327 | 327 | 327 | 30.725 |
Aanvullende bekostiging | 207.029 | 0 | 207.029 | ‒ 25.284 | 181.745 | ‒ 106.103 | ‒ 72.289 | ‒ 72.289 | ‒ 72.289 | 160.619 |
Aanpak lerarentekort G5 | 31.605 | 0 | 31.605 | 1.910 | 33.515 | ‒ 16.490 | 1.910 | 1.910 | 1.910 | 33.515 |
Subsidies (regelingen) | 703.480 | 0 | 703.480 | 105.966 | 809.446 | 76.911 | ‒ 84.994 | 133.262 | 49.974 | 755.639 |
Onderwijsvoorziening jonggehandicapten | 27.878 | 0 | 27.878 | 6.256 | 34.134 | 7.326 | 7.326 | 7.326 | 7.326 | 35.204 |
Nederlands onderwijs buitenland | 14.528 | 0 | 14.528 | 0 | 14.528 | 800 | 800 | 800 | 800 | 15.328 |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 18.051 | 0 | 18.051 | 998 | 19.049 | 998 | 998 | 998 | 998 | 19.049 |
School en omgeving | 174.404 | 0 | 174.404 | ‒ 3.240 | 171.164 | ‒ 23.577 | 11.928 | 15.139 | 15.139 | 281.846 |
Basisvaardigheden | 224.765 | 0 | 224.765 | 72.282 | 297.047 | 67.828 | ‒ 126.969 | 96.418 | 12.365 | 240.540 |
NGF Open Leermateriaal | 3.790 | 0 | 3.790 | 443 | 4.233 | 11.594 | 7.932 | 0 | 0 | 0 |
NGF Digitaal Onderwijs | 5.300 | 0 | 5.300 | 1.284 | 6.584 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.750 |
Schoolmaaltijden | 101.260 | 0 | 101.260 | 2.485 | 103.745 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Brugfunctionaris | 40.285 | 0 | 40.285 | 1.624 | 41.909 | 1.909 | 1.909 | 2.309 | 2.309 | 42.594 |
Overige subsidies | 93.219 | 0 | 93.219 | 23.834 | 117.053 | 10.033 | 11.082 | 10.272 | 11.037 | 118.328 |
Opdrachten | 42.683 | 0 | 42.683 | ‒ 12.766 | 29.917 | ‒ 5.282 | ‒ 6.303 | ‒ 5.835 | ‒ 5.826 | 34.269 |
Opdrachten | 42.683 | 0 | 42.683 | ‒ 12.766 | 29.917 | ‒ 5.282 | ‒ 6.303 | ‒ 5.835 | ‒ 5.826 | 34.269 |
Bijdrage aan agentschappen | 39.813 | 0 | 39.813 | 4.211 | 44.024 | 4.465 | 4.214 | 4.186 | 4.217 | 46.329 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 39.813 | 0 | 39.813 | 4.211 | 44.024 | 4.465 | 4.214 | 4.186 | 4.217 | 46.329 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 11.189 | 0 | 11.189 | 456 | 11.645 | 181 | 181 | 181 | 166 | 8.179 |
Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds | 8.393 | 0 | 8.393 | 319 | 8.712 | 44 | 44 | 44 | 29 | 5.246 |
UWV | 2.796 | 0 | 2.796 | 137 | 2.933 | 137 | 137 | 137 | 137 | 2.933 |
Bijdrage aan medeoverheden | 596.753 | 0 | 596.753 | 29.530 | 626.283 | 34.114 | 38.278 | 33.682 | 33.682 | 652.963 |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid | 572.386 | 0 | 572.386 | 34.040 | 606.426 | 33.955 | 36.184 | 36.184 | 36.184 | 645.432 |
Caribisch Nederland | 19.878 | 0 | 19.878 | ‒ 3.321 | 16.557 | 163 | 2.098 | ‒ 3.081 | ‒ 3.081 | 2.463 |
Scholenprogramma Groningen | 3.089 | 0 | 3.089 | ‒ 89 | 3.000 | ‒ 89 | ‒ 89 | 494 | 494 | 3.583 |
Ventilatie in scholen | 0 | 0 | 0 | 300 | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 1.400 | 0 | 1.400 | ‒ 1.400 | 0 | 85 | 85 | 85 | 85 | 1.485 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 194 | 0 | 194 | ‒ 194 | 0 | ‒ 194 | ‒ 194 | 120 | 120 | 13.831 |
Brede scholen | 194 | 0 | 194 | ‒ 194 | 0 | ‒ 194 | ‒ 194 | 120 | 120 | 13.831 |
Ontvangsten | 9.208 | 0 | 9.208 | 0 | 9.208 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.208 |
Verplichtingen | 15.363.520 | 0 | 15.363.520 | 2.152.844 | 17.516.364 | 496.395 | 653.574 | 901.159 | 884.166 | 16.174.271 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 1.384 | 1.384 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overig | 15.363.520 | 0 | 15.363.520 | 2.151.460 | 17.514.980 | 496.395 | 653.574 | 901.159 | 884.166 | 16.174.271 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 2,2 miljard verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2025 in het najaar van 2024 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 1,0 miljard verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met € 899,3 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 798,7 miljoen;
- een aanpassing naar aanleiding van de jaarlijkse raming van het aantal verwachte leerlingen in het primair onderwijs. Op het budget van 2024 resulteert dit in een opwaartse bijstelling van € 62,8 miljoen (zie ook het algemene deel);
- een verhoging van het budget voor de nieuwkomersbekostiging met € 46,6 miljoen als gevolg van de doorrekening van het verwachte aantal nieuwkomers;
- een verhoging van € 23,8 miljoen in het kader van de openstaande verplichting voor Oekraïense nieuwkomers in verband met een vertraagde betaling (zoals gemeld in de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’);
- een overboeking van € 24,5 miljoen vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) om het budget van de arbeidsmarkttoelage op juiste wijze te verdelen over de artikelen;
- een overboeking van € 24,4 miljoen naar artikel 14 (Cultuur) ten behoeve van de Bibliotheek op school;
- een verlaging van de beschikbaar gestelde middelen ter compensatie van de energielasten voor 2024 ad € 14,7 miljoen;
- een overboeking naar overige subsidies van de middelen (€ 12,4 miljoen) die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor Verzuim en Onderwijszorgarrangementen (OZA);
- een overboeking van € 12,0 miljoen naar het instrument overige subsidies bij artikel 3 (Voortgezet onderwijs). Dit betreft middelen die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor professionalisering van leerkrachten in het kader van het bijgestelde curriculum. Het budget wordt verschoven in de tijd en zal vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) tot uitgaven leiden in de jaren 2025, 2026 en 2027.
Zoals aangegeven in de begroting 2024 is voor het programma schoolmaaltijden (€ 166,0 miljoen in 2024) een deel van de dekking (tijdelijk) gevonden op de bekostiging po (€ 13,4 miljoen) en bekostiging vo (€ 8,6 miljoen). Aangezien er voldoende eindejaarsmarge beschikbaar is, wordt het terugdraaien van deze extensivering op de bekostiging in de voorjaarsnota 2024 verwerkt.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 106,0 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door:
- twee overboekingen van € 64,2 miljoen en € 33,1 miljoen vanaf artikel 3 (Voortgezet onderwijs) voor de subsidieregelingen Basisvaardigheden en School en Omgeving, zodat deze middelen juist over de artikelen verdeeld staan;
- een toevoeging aan het budget van € 36,5 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;
- een neerwaartse bijstelling van het budget van School en Omgeving met € 34,2 miljoen ter correctie van een voortijdige betaling in 2023;
- een overboeking vanaf het instrument bekostiging van de middelen (€ 12,4 miljoen) die vanuit het coalitieakkoord beschikbaar zijn gekomen voor Verzuim en OZA.
Amendement Ceder
In het kader van het amendement van het lid Ceder c.s. (36410-VIII-66) wordt het budget met € 0,5 miljoen verhoogd en verlaagd. Zie hiervoor de brief ‘Reactie moties- en amendementen funderend onderwijs’.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget wordt per saldo met € 29,5 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 34,7 miljoen;
- een verlaging van het budget voor onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland in 2024 met € 7,5 miljoen. Deze verlaging is onderdeel van een kasschuif waarbij het budget in 2025 en 2026 wordt verhoogd. Hiermee wordt de verdeling van de middelen over de jaren aangepast op de actuele planning van de onderwijshuisvestingsconvenanten Caribisch Nederland;
- een verhoging van het budget met € 5,0 miljoen in het kader van de openstaande verplichting naar aanleiding van de vertraagde uitvoering van de onderwijshuisvestingsconvenanten Caribisch Nederland (zoals in 2023 in de 2e suppletoire begroting en de brief ‘Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota’ gemeld).
Toelichting bijdrage OCW aan scholenprogramma Groningen
In 2016 is tussen OCW, Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de betrokken schoolbesturen en gemeenten afgesproken dat in het Groningse aardbevingsgebied 101 scholen aardbevingsbestendig en toekomstbestendig worden gemaakt. Aan het scholenprogramma dragen, naast de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) (€ 172,5 miljoen), de gemeenten en schoolbesturen (€ 44,5 miljoen), het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (€ 23,5 miljoen) en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (€ 50,0 miljoen; waarvan € 3,0 miljoen per jaar tot en met 2034) bij.
Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente zijn opgenomen. Voor de bijdrage aan de gemeenten voor het kalenderjaar 2024 zal dit (net als voor kalenderjaar 2023) als wettelijke grondslag gelden op basis van artikel 4.23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Het Hogeland | 417.520 |
Groningen | 134.834 |
Midden-Groningen | 896.924 |
Eemsdelta | 1.550.722 |
Totaal | 3.000.000 |
3.2 Beleidsartikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 11.290.093 | 0 | 11.290.093 | 1.498.524 | 12.788.617 | 344.096 | 377.641 | 541.335 | 490.076 | 11.119.375 |
Uitgaven | 11.459.272 | 0 | 11.459.272 | 492.179 | 11.951.451 | 587.557 | 470.649 | 636.632 | 506.712 | 11.680.809 |
Bekostiging | 10.512.339 | 0 | 10.512.339 | 524.387 | 11.036.726 | 434.142 | 418.406 | 432.338 | 447.456 | 10.606.251 |
Bekostiging vo-instellingen | 10.364.349 | 0 | 10.364.349 | 516.823 | 10.881.172 | 478.428 | 462.705 | 476.637 | 491.755 | 10.507.325 |
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen | 0 | 0 | 0 | 100 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 23.804 | 0 | 23.804 | 232 | 24.036 | 232 | 232 | 232 | 232 | 24.033 |
Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters | 119.646 | 0 | 119.646 | 7.232 | 126.878 | ‒ 44.518 | ‒ 44.531 | ‒ 44.531 | ‒ 44.531 | 74.893 |
Aanvullende regelingen leerlingendaling | 4.540 | 0 | 4.540 | 0 | 4.540 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 744.532 | 0 | 744.532 | ‒ 54.047 | 690.485 | 145.157 | 42.825 | 193.590 | 48.318 | 852.017 |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo | 25.076 | 0 | 25.076 | 1.210 | 26.286 | 1.028 | 1.028 | 1.028 | 1.028 | 18.968 |
Subsidieregeling structureel voorkomen onnodig zittenblijven | 5.637 | 0 | 5.637 | ‒ 5.637 | 0 | ‒ 5.767 | ‒ 5.982 | ‒ 5.982 | ‒ 5.982 | 0 |
Praktijkgerichte programma's | 10.501 | 0 | 10.501 | 569 | 11.070 | 5.819 | 569 | ‒ 4.681 | 2 | 0 |
Regeling Heterogene brugklassen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.861 | 1.861 | 1.861 | 1.861 | 57.361 |
Basisvaardigheden | 254.366 | 0 | 254.366 | ‒ 54.014 | 200.352 | 49.916 | ‒ 74.813 | 67.413 | 13.683 | 271.919 |
Maatschappelijke diensttijd | 121.177 | ‒ 1.000 | 120.177 | ‒ 1.264 | 118.913 | ‒ 946 | 0 | 0 | 0 | 181.753 |
School en omgeving | 111.510 | 0 | 111.510 | ‒ 44.767 | 66.743 | ‒ 3.750 | 7.430 | 9.468 | 9.468 | 178.345 |
NGF Ontwikkelkracht | 19.972 | 0 | 19.972 | 8.931 | 28.903 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Schoolmaaltijden | 64.740 | 0 | 64.740 | 1.699 | 66.439 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Brugfunctionaris VO | 11.538 | 0 | 11.538 | ‒ 18 | 11.520 | 0 | 0 | 625 | 625 | 12.163 |
NGF Techkwadraat | 0 | 0 | 0 | 5.775 | 5.775 | 44.459 | 45.793 | 47.167 | 0 | 0 |
NGF Huisvesting | 0 | 0 | 0 | 16.108 | 16.108 | 5.054 | 44.975 | 42.690 | 13.034 | 0 |
Overige subsidies | 120.015 | 1.000 | 121.015 | 17.361 | 138.376 | 47.483 | 21.964 | 34.001 | 14.599 | 131.508 |
Opdrachten | 80.477 | 0 | 80.477 | ‒ 2.363 | 78.114 | ‒ 2.090 | ‒ 446 | 888 | 1.070 | 88.708 |
Opdrachten | 63.925 | 0 | 63.925 | ‒ 2.363 | 61.562 | ‒ 2.090 | ‒ 446 | 888 | 1.070 | 68.336 |
MDT opdrachten | 16.552 | 0 | 16.552 | 0 | 16.552 | 0 | 0 | 0 | 0 | 20.372 |
Bijdrage aan agentschappen | 70.009 | 0 | 70.009 | 10.427 | 80.436 | 7.826 | 7.345 | 7.297 | 7.349 | 79.690 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 70.009 | 0 | 70.009 | 10.427 | 80.436 | 7.826 | 7.345 | 7.297 | 7.349 | 79.690 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 51.567 | 0 | 51.567 | 13.765 | 65.332 | 2.512 | 2.509 | 2.509 | 2.509 | 53.785 |
College voor Toetsen en Examens | 4.957 | 0 | 4.957 | 8.071 | 13.028 | ‒ 14 | ‒ 17 | ‒ 17 | ‒ 17 | 4.649 |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen | 46.610 | 0 | 46.610 | 5.694 | 52.304 | 2.526 | 2.526 | 2.526 | 2.526 | 49.136 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 348 | 0 | 348 | 10 | 358 | 10 | 10 | 10 | 10 | 358 |
GRAZ (ECML) en PISA | 348 | 0 | 348 | 10 | 358 | 10 | 10 | 10 | 10 | 358 |
Ontvangsten | 7.391 | 0 | 7.391 | 7.000 | 14.391 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.391 |
Verplichtingen | 11.290.093 | 0 | 11.290.093 | 1.498.524 | 12.788.617 | 344.096 | 377.641 | 541.335 | 490.076 | 11.119.375 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | ‒ 5.375 | ‒ 5.375 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overig | 11.290.093 | 0 | 11.290.093 | 1.503.899 | 12.793.992 | 344.096 | 377.641 | 541.335 | 490.076 | 11.119.375 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,5 miljard verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 ten behoeve van het bekostigingsjaar 2025 in het najaar van 2024 al wordt verplicht. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 492,2 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor het instrument bekostiging wordt per saldo met € 524,4 miljoen verhoogd. De verhoging wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 van € 586,8 miljoen;
- een aanpassing naar aanleiding van de jaarlijkse raming van het aantal verwachte leerlingen in het voortgezet onderwijs. Op het budget van 2024 resulteert dit in een neerwaartse bijstelling van € 38,2 miljoen (zie ook het algemene deel);
- een overboeking van € 24,5 miljoen naar artikel 1 (Primair onderwijs) om het budget van de arbeidsmarkttoelage op juiste wijze te verdelen over de artikelen;
- een verlaging van de beschikbaar gestelde middelen ter compensatie van de energielasten ad € 15,9 miljoen;
- een overboeking van € 10,6 miljoen vanaf het instrument subsidies ten behoeve van de schoolleidersbeurs voortgezet onderwijs.
Zoals aangegeven in de begroting 2024 is voor het programma schoolmaaltijden (€ 166,0 miljoen in 2024) een deel van de dekking (tijdelijk) gevonden op de bekostiging po (€ 13,4 miljoen) en bekostiging vo (€ 8,6 miljoen). Aangezien er voldoende eindejaarsmarge beschikbaar is, wordt het terugdraaien van deze extensivering op de bekostiging in de voorjaarsnota 2024 verwerkt.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 54,0 miljoen verlaagd. Dit wordt met name verklaard door:
- twee overboekingen van € 64,2 miljoen en € 33,1 miljoen naar artikel 1 (Primair onderwijs) voor de subsidieregelingen Basisvaardigheden en School en Omgeving, zodat deze middelen juist verdeeld staan over de artikelen;
- een toevoeging aan het budget van € 36,9 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;
- de extra investeringen van € 21,9 miljoen in 2024 naar aanleiding van de goedgekeurde aanvragen voor het Nationaal Groeifonds (Innovatie Onderwijshuisvesting ad € 16,1 miljoen; Techkwadraat ad € 5,8 miljoen);
- neerwaartse bijstelling van het budget van School en Omgeving met € 10,3 miljoen ter correctie van een voortijdige betaling in 2023;
- een overboeking van € 5,6 miljoen naar het instrument bekostiging in navolging van de afspraak in het sectorakkoord VO 2014-2017 om de beschikbaar gestelde middelen voor het voorkomen van onnodig zittenblijven, doorontwikkeld tot de subsidieregeling Structureel voorkomen onnodig zittenblijven, na afloop van de regeling toe te voegen aan de lumpsum.
Amendement Westerveld
In het kader van het amendement van het lid Westerveld 36410-VIII-39 wordt het budget met € 1,0 miljoen verhoogd en verlaagd. Zie hiervoor de brief ‘Reactie moties- en amendementen funderend onderwijs.'
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor het instrument bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 10,4 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk verklaard door:
- een toevoeging aan het budget van € 3,5 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024;
- een overboeking van € 3,0 miljoen voor het uitvoeren van activiteiten binnen KOMEX (Kostprijsmodel examens);
- een toevoeging van € 2,5 miljoen ten behoeve van het professionaliseringsplan van DUO.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Het budget voor het instrument bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 13,8 miljoen verhoogd. Dit wordt grotendeels verklaard door:
- een overboeking van € 7,5 miljoen vanuit artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneducatie) ten behoeve van het werkprogramma van het CvTE;
- een toevoeging van € 2,5 miljoen ter correctie van een eerdere aanvraag van Cito op de WaU-middelen;
- een toevoeging aan het budget van € 2,8 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met € 7,0 miljoen verhoogd.
3.3 Beleidsartikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 6.498.888 | 500 | 6.499.388 | 484.037 | 6.983.425 | 534.165 | 320.763 | 332.376 | 266.663 | 5.847.359 |
Uitgaven | 5.642.932 | 500 | 5.643.432 | 238.468 | 5.881.900 | 314.520 | 335.834 | 346.001 | 314.024 | 5.887.555 |
Bekostiging | 4.976.105 | 0 | 4.976.105 | 246.430 | 5.222.535 | 280.728 | 287.421 | 308.011 | 279.952 | 5.209.871 |
Bekostiging mbo-instellingen | 4.078.966 | 0 | 4.078.966 | 240.382 | 4.319.348 | 235.625 | 241.165 | 263.229 | 230.244 | 4.460.601 |
Bekostiging Caribisch Nederland | 12.200 | 0 | 12.200 | ‒ 201 | 11.999 | ‒ 200 | ‒ 200 | ‒ 200 | ‒ 200 | 12.242 |
Bekostiging vavo | 87.079 | 0 | 87.079 | 4.641 | 91.720 | 4.641 | 4.641 | 4.647 | 4.647 | 91.826 |
Loopbaanoriëntatie | 0 | 0 | 0 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 |
Kwaliteitsafspraken investeringsbudget | 704.330 | 0 | 704.330 | 0 | 704.330 | 0 | 0 | 0 | 0 | 540.033 |
Regionaal Investeringsfonds | 47.819 | 0 | 47.819 | ‒ 25.731 | 22.088 | 3.662 | 4.815 | 3.335 | 8.261 | 32.958 |
Regionaal Programma | 35.211 | 0 | 35.211 | ‒ 4.661 | 30.550 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 40.211 |
Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid | 10.500 | 0 | 10.500 | 0 | 10.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies (regelingen) | 377.663 | 500 | 378.163 | ‒ 22.419 | 355.744 | ‒ 20.024 | ‒ 6.925 | ‒ 18.188 | ‒ 22.097 | 324.298 |
Praktijkleren | 259.046 | 0 | 259.046 | 15.038 | 274.084 | 12.265 | 18.779 | 11.303 | 10.772 | 231.910 |
NGF Laaggeletterdheid | 3.600 | 0 | 3.600 | 784 | 4.384 | 683 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal | 14.270 | 0 | 14.270 | 464 | 14.734 | 373 | 623 | 623 | 669 | 13.235 |
Loopbaanoriëntatie | 34.082 | 0 | 34.082 | ‒ 32.000 | 2.082 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | ‒ 32.000 | 0 |
Doorstroom beroepskolom | 33.180 | 0 | 33.180 | ‒ 3.360 | 29.820 | 0 | 6.720 | 3.360 | 0 | 50.000 |
Vakwedstrijden mbo | 4.928 | 0 | 4.928 | 262 | 5.190 | 262 | 262 | 262 | 262 | 5.190 |
Overige subsidies | 28.557 | 500 | 29.057 | ‒ 3.607 | 25.450 | ‒ 1.607 | ‒ 1.309 | ‒ 1.736 | ‒ 1.800 | 23.963 |
Opdrachten | 16.471 | 0 | 16.471 | 6.954 | 23.425 | ‒ 111 | 944 | 1.744 | 1.744 | 8.453 |
Opdrachten | 16.471 | 0 | 16.471 | 6.954 | 23.425 | ‒ 111 | 944 | 1.744 | 1.744 | 8.453 |
Bijdrage aan agentschappen | 24.514 | 0 | 24.514 | 4.505 | 29.019 | 3.237 | 2.991 | 3.473 | 3.488 | 28.734 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 21.268 | 0 | 21.268 | 4.351 | 25.619 | 3.083 | 2.837 | 3.319 | 3.334 | 25.334 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 3.246 | 0 | 3.246 | 154 | 3.400 | 154 | 154 | 154 | 154 | 3.400 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 99.894 | 0 | 99.894 | ‒ 7.398 | 92.496 | 4.630 | 4.897 | 4.854 | 4.830 | 95.306 |
College voor Toetsen en Examens | 11.861 | 0 | 11.861 | ‒ 11.861 | 0 | ‒ 468 | ‒ 468 | ‒ 468 | ‒ 468 | 10.393 |
Wet SLOA | 70 | 0 | 70 | ‒ 70 | 0 | ‒ 70 | ‒ 31 | ‒ 31 | ‒ 31 | 1.903 |
SBB | 82.802 | 0 | 82.802 | 4.371 | 87.173 | 4.836 | 5.064 | 5.021 | 4.997 | 76.456 |
NWO Comenius | 4.240 | 0 | 4.240 | 6 | 4.246 | 283 | 283 | 283 | 283 | 5.584 |
NCP NLQF | 921 | 0 | 921 | 156 | 1.077 | 49 | 49 | 49 | 49 | 970 |
Bijdrage aan medeoverheden | 148.285 | 0 | 148.285 | 10.396 | 158.681 | 46.060 | 46.506 | 46.107 | 46.107 | 220.893 |
RMC's | 40.694 | 0 | 40.694 | 6.274 | 46.968 | ‒ 244 | ‒ 244 | ‒ 244 | ‒ 244 | 66.951 |
Educatie | 85.462 | 0 | 85.462 | 6.551 | 92.013 | 5.004 | 4.950 | 4.551 | 4.551 | 90.013 |
Regionaal Programma | 22.129 | 0 | 22.129 | ‒ 2.929 | 19.200 | 31.800 | 31.800 | 31.800 | 31.800 | 53.929 |
Masterplan Campus Groningen | 0 | 0 | 0 | 500 | 500 | 9.500 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Ontvangsten | 4.700 | 0 | 4.700 | 0 | 4.700 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.700 |
Verplichtingen | 6.498.888 | 500 | 6.499.388 | 484.037 | 6.983.425 | 534.165 | 320.763 | 332.376 | 266.663 | 5.847.359 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 14.669 | 14.669 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 6.498.888 | 500 | 6.499.388 | 469.368 | 6.968.756 | 534.165 | 320.763 | 332.376 | 266.663 | 5.847.359 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden in 2024 met € 484,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 245,6 miljoen) wordt grotendeels veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 op het instrument bekostiging van circa € 271,0 miljoen. Deze loon- en prijsbijstelling voor het jaar 2025 wordt in het najaar van 2024 verplicht aan de mbo-instellingen.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 238,5 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt in 2024 per saldo met € 246,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
- de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bekostiging structureel voor circa € 271,0 miljoen wordt opgehoogd;
- de middelen beschikbaar gesteld om de gevolgen van krimp in het mbo op te vangen van € 30,0 miljoen voor 2024 worden doorgeschoven naar 2027 doordat er wordt gewacht op besluitvorming over exacte besteding totdat het interdepartementale beleidsonderzoek MBO was afgerond;
- de middelen voor de regeling aanvullende bekostiging loopbaanoriëntatie van € 32,0 miljoen worden structureel overgeboekt van het instrument subsidie naar het instrument bekostiging;
- in 2024 wordt circa € 25,7 miljoen van de beschikbare middelen voor het instrument Regionaal Investeringsfonds (RIF) doorgeschoven naar latere jaren om de uitgaven weer in overeenstemming te brengen met het verwachte betalingsritme;
- de bekostiging voor mbo-instellingen wordt neerwaarts bijgesteld op basis van de meest actuele referentieraming. Dit heeft te maken met de verwachte krimp in het mbo in de komende jaren, en de trend dat steeds minder jongeren binnen het mbo doorstromen vanwege de aantrekkingskracht van de huidige krappe arbeidsmarkt;
- een eenmalige intensivering van in totaal € 50,0 miljoen voor het masterplan campus Groningen in de jaren 2024 tot en met 2029. Deze intensivering wordt gedekt via verschillende extensiveringen binnen de OCW-begroting. Voor artikel 4 betekent dit een tijdelijke verlaging van de bekostiging bij mbo-instellingen voor de jaren 2025 tot en met 2029 van circa € 3,0 miljoen per jaar;
- daarnaast wordt de bekostiging van mbo-instellingen vanaf 2031 structureel met € 5,0 miljoen verlaagd ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector (Kamerstukken II, 33009, nr. 141);
- voor de zomer van 2024 wordt het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk naar de Tweede Kamer gestuurd. In voorbereiding hierop wordt vanaf 2025 structureel € 5,0 miljoen overgeboekt van de mbo-bekostiging naar het regionaal programma voor scholen.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt in 2024 per saldo met circa € 22,4 miljoen verlaagd. Deze verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door:
- de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemene deel), waardoor subsidies met circa € 14,8 miljoen structureel wordt opgehoogd;
- een kasschuif op het instrument doorstroom beroepskolom van € 10,1 miljoen in 2024 naar de jaren 2026 en 2027 is noodzakelijk om de kasgevolgen van deze regeling in overeenstemming te brengen met het (verwachte) betalingsritme aan de onderwijsinstellingen;
- de structurele overboeking van € 32,0 miljoen voor de regeling loopbaanoriëntatie van het instrument subsidie naar het instrument bekostiging.
Amendement Soepboer
Met het amendement Soepboer wordt voor de looptijd van het Bestuursakkoord Friese Taal en Cultuur (vijf jaren) een jaarlijks bedrag van € 0,5 miljoen ter beschikking gesteld. De dekking hiervan wordt gevonden in artikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid, waarvan 2024 gedekt wordt op subsidies, en 2025 tot en met 2028 gedekt wordt op NWO praktijkgericht onderzoek.
Bijdrage aan medeoverheden
Het budget voor bijdrage aan medeoverheden wordt in 2024 per saldo met circa € 10,4 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
- de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bijdrage aan medeoverheden structureel circa € 7,9 miljoen wordt opgehoogd;
- een verhoging vanuit het coalitieakkoord van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op het educatiebudget in het kader van taalonderwijs aan anderstalige volwassenen van in totaal circa € 2,9 miljoen, waarvan € 2,0 miljoen in 2024;
- een incidentele verhoging van in totaal € 50 miljoen op het budget masterplan campus Groningen, waarvan € 0,5 miljoen in 2024. Deze wordt gedekt via verschillende extensiveringen binnen de OCW-begroting op de artikel 4, artikel 6 (Hoger onderwijs), artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) en artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid);
- voor de zomer van 2024 wordt het wetsvoorstel van school naar duurzaam werk naar de Tweede Kamer gestuurd. In voorbereiding hierop wordt vanaf 2025 structureel € 31,8 miljoen aan middelen beschikbaar gesteld voor het regionaal programma aan gemeenten. Deze structurele ophoging komt door een overboeking vanuit SZW van € 5,1 miljoen, een overboeking vanuit het Gemeentefonds van de decentralisatie-uitkering Jeugd van € 21,7 miljoen en een overheveling vanuit het RMC van € 5,0 miljoen.
3.4 Beleidsartikel 6. Hoger onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 4.529.816 | 0 | 4.529.816 | 247.181 | 4.776.997 | ‒ 8.923 | ‒ 21.443 | 94.719 | ‒ 100.132 | 3.972.996 |
Uitgaven | 4.530.410 | 0 | 4.530.410 | 299.872 | 4.830.282 | 108.006 | 73.878 | 9.284 | ‒ 88.709 | 3.990.315 |
Bekostiging | 4.337.840 | 0 | 4.337.840 | 212.118 | 4.549.958 | 89.596 | 56.004 | ‒ 8.463 | ‒ 108.178 | 3.907.908 |
Bekostiging onderwijsdeel | 3.737.469 | 0 | 3.737.469 | 179.892 | 3.917.361 | 79.537 | 45.950 | ‒ 18.517 | ‒ 118.232 | 3.709.481 |
Bekostiging ontwerp en ontwikkeling | 151.379 | 0 | 151.379 | 8.148 | 159.527 | 8.066 | 8.061 | 8.061 | 8.061 | 159.441 |
Studievoorschot kwaliteitsafspraken | 410.024 | 0 | 410.024 | 22.085 | 432.109 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen | 1.975 | 0 | 1.975 | 0 | 1.975 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Fonds onderzoek en wetenschap | 36.993 | 0 | 36.993 | 1.993 | 38.986 | 1.993 | 1.993 | 1.993 | 1.993 | 38.986 |
Subsidies (regelingen) | 135.827 | 0 | 135.827 | 67.932 | 203.759 | ‒ 1.394 | ‒ 1.434 | ‒ 1.453 | 257 | 395 |
Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding | 2.638 | 0 | 2.638 | 0 | 2.638 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NGF Aanpak professionalisering leraren | 3.527 | 3.527 | ‒ 1.576 | 1.951 | ‒ 1.631 | ‒ 1.638 | ‒ 1.695 | 0 | 0 | |
NGF Katalysator | 78.476 | 0 | 78.476 | 31.329 | 109.805 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NGF Digitale impuls | 45.000 | 0 | 45.000 | 38.063 | 83.063 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige subsidies | 6.186 | 0 | 6.186 | 116 | 6.302 | 237 | 204 | 242 | 257 | 395 |
Bijdrage aan agentschappen | 18.910 | 0 | 18.910 | 1.838 | 20.748 | 1.947 | 1.839 | 1.816 | 1.828 | 26.494 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 18.910 | 0 | 18.910 | 1.838 | 20.748 | 1.947 | 1.839 | 1.816 | 1.828 | 26.494 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 37.833 | 0 | 37.833 | 17.984 | 55.817 | 17.857 | 17.469 | 17.384 | 17.384 | 55.518 |
NWO: Promotiebeurs voor leraren | 11.346 | 0 | 11.346 | 610 | 11.956 | 610 | 610 | 610 | 610 | 11.956 |
NWO: NRO-programma's Hoger Onderwijs | 21.151 | 0 | 21.151 | 1.138 | 22.289 | 1.203 | 1.184 | 1.184 | 1.184 | 23.178 |
Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) | 5.336 | 0 | 5.336 | 1.634 | 6.970 | 1.442 | 1.073 | 988 | 988 | 5.782 |
Bijdrage RWT Nuffic | 0 | 0 | 0 | 10.155 | 10.155 | 10.155 | 10.155 | 10.155 | 10.155 | 10.155 |
Bijdrage RWT. Centr. Stud | 0 | 0 | 0 | 4.447 | 4.447 | 4.447 | 4.447 | 4.447 | 4.447 | 4.447 |
Ontvangsten | 17 | 0 | 17 | 0 | 17 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 |
Verplichtingen | 4.529.816 | 0 | 4.529.816 | 247.181 | 4.776.997 | ‒ 8.923 | ‒ 21.443 | 94.719 | ‒ 100.132 | 3.972.996 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | ‒ 7.987 | ‒ 7.987 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 4.529.816 | 0 | 4.529.816 | 255.168 | 4.784.984 | ‒ 8.923 | ‒ 21.443 | 94.719 | ‒ 100.132 | 3.972.996 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 247,2 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 299,9 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
- bijstelling van de verplichtingenraming omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor zowel 2024 als 2025 in het jaar 2024 verplicht worden (€ 227,4 miljoen);
- garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen die in 2024 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (€ 8,0 miljoen).
- bijstelling van de verplichtingenraming omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2024 voor 2025 in het jaar 2024 verplicht wordt (€ 131,7 miljoen);
- bijstelling van de verplichtingenraming om het verplichtingenbedrag 2024 helemaal aan te laten sluiten op de uitgaven, inclusief het overlopende deel van de NGF-projecten uit 2023 (€ 140,4 miljoen).
Uitgaven
De uitgaven worden met € 299,9 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 212,1 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
- de doorverdeling (€ 233,5 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie het algemeen deel);
- een kasschuif (€ 21,1 miljoen uit 2024 en € 2,7 miljoen uit 2025) naar 2026 om weer aan te sluiten op de tweede tranche van de uitgaven voor ‘vitalisering/krimp’;
- overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 0,3 miljoen.
De resterende middelen voor halvering van het collegegeld (deze maatregel is stopgezet vanaf collegejaar 2024/2025) worden afgeboekt van de OCW-begroting (€ 133 miljoen in de periode 2028-2030, € 12 miljoen per jaar in de periode 2031-2064 en € 7 miljoen structureel vanaf 2065) ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector. Daarnaast wordt ter dekking de bekostiging van het HBO hiervoor vanaf 2031 structureel met € 3,2 miljoen verlaagd. Ook deze middelen worden afgeboekt (Kamerstukken II, 33009, nr 141).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 67,9 miljoen verhoogd. Het betreft:
- de onderuitputting op de NGF-projecten LLO-katalysator (€ 31,2 miljoen) en Npuls (€ 38,7 miljoen) die conform de begrotingsregels worden meegenomen naar 2024 in de 100% Eindejaarsmarge van het investeringsplafond;
- overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 2,0 miljoen.
Bijdrage aan agentschappen en bijdrage aan ZBO’s/RWT's
Het budget voor de bijdrage aan agentschappen en de bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 19,9 miljoen verhoogd in 2024. Deze verhoging wordt veroorzaakt door:
- de overboeking van de uitgaven voor de wettelijke taak van Nuffic en het Landelijk Centrum Studiekeuze van subsidies op artikel 7 (Wetenschappelijk onderwijs) naar bijdrage aan RWT’s op artikel 6 (€ 13,9 miljoen);
- overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verhogen met € 6,0 miljoen.
3.5 Beleidsartikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 7.165.172 | 0 | 7.165.172 | 549.103 | 7.714.275 | 206.800 | 189.428 | 191.847 | 33.944 | 7.391.215 |
Uitgaven | 7.076.407 | 0 | 7.076.407 | 346.096 | 7.422.503 | 245.671 | 212.135 | 193.550 | 145.313 | 7.316.340 |
Bekostiging | 7.047.046 | 0 | 7.047.046 | 360.378 | 7.407.424 | 259.484 | 225.776 | 207.420 | 159.197 | 7.302.054 |
Bekostiging onderwijsdeel | 2.997.688 | 0 | 2.997.688 | 152.974 | 3.150.662 | 66.717 | 33.042 | 14.651 | ‒ 33.606 | 3.307.184 |
Bekostiging onderzoeksdeel | 2.843.411 | 0 | 2.843.411 | 146.607 | 2.990.018 | 144.800 | 144.731 | 144.733 | 144.733 | 2.983.026 |
Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs en onderzoek | 804.295 | 0 | 804.295 | 40.077 | 844.372 | 40.114 | 40.150 | 40.183 | 40.217 | 851.761 |
Studievoorschot kwaliteitsafspraken | 249.422 | 0 | 249.422 | 12.867 | 262.289 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Fonds onderzoek en wetenschap | 152.230 | 0 | 152.230 | 7.853 | 160.083 | 7.853 | 7.853 | 7.853 | 7.853 | 160.083 |
Subsidies (regelingen) | 22.726 | 0 | 22.726 | ‒ 14.561 | 8.165 | ‒ 14.239 | ‒ 14.073 | ‒ 14.201 | ‒ 14.205 | 7.730 |
Nuffic | 9.779 | 0 | 9.779 | ‒ 9.779 | 0 | ‒ 9.779 | ‒ 9.779 | ‒ 9.779 | ‒ 9.779 | 0 |
Studiekeuze123 | 4.264 | 0 | 4.264 | ‒ 4.264 | 0 | ‒ 4.264 | ‒ 4.264 | ‒ 4.264 | ‒ 4.264 | 0 |
Vluchteling Studenten UAF | 2.751 | 0 | 2.751 | ‒ 823 | 1.928 | ‒ 181 | 126 | 126 | 126 | 2.570 |
Handicap & Studie | 981 | 0 | 981 | 70 | 1.051 | 75 | 68 | 48 | 43 | 885 |
Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) | 394 | 0 | 394 | 70 | 464 | 62 | 69 | 60 | 69 | 343 |
Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) | 279 | 0 | 279 | 59 | 338 | 59 | 59 | 59 | 59 | 338 |
Open en online onderwijs | 480 | 0 | 480 | 0 | 480 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige subsidies | 3.798 | 0 | 3.798 | 106 | 3.904 | ‒ 211 | ‒ 352 | ‒ 451 | ‒ 459 | 3.594 |
Opdrachten | 3.468 | 0 | 3.468 | 116 | 3.584 | 263 | 269 | 168 | 158 | 3.226 |
Opdrachten | 3.468 | 0 | 3.468 | 116 | 3.584 | 263 | 269 | 168 | 158 | 3.226 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 3.167 | 0 | 3.167 | 163 | 3.330 | 163 | 163 | 163 | 163 | 3.330 |
Europees Universitair Instituut Florence (EUI) | 2.036 | 0 | 2.036 | 105 | 2.141 | 105 | 105 | 105 | 105 | 2.141 |
United Nations University (UNU) | 1.131 | 0 | 1.131 | 58 | 1.189 | 58 | 58 | 58 | 58 | 1.189 |
Ontvangsten | 16 | 0 | 16 | 0 | 16 | 0 | 0 | 0 | 0 | 16 |
Verplichtingen | 7.165.172 | 0 | 7.165.172 | 549.103 | 7.714.275 | 206.800 | 189.428 | 191.847 | 33.944 | 7.391.215 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | ‒ 12.774 | ‒ 12.774 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 7.165.172 | 0 | 7.165.172 | 561.877 | 7.727.049 | 206.800 | 189.428 | 191.847 | 33.944 | 7.391.215 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 549,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 346,1 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
- bijstelling van de verplichtingenraming omhoog omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor zowel 2024 als 2025 in het jaar 2024 verplicht worden (€ 362,7 miljoen);
- garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan universiteiten die in 2024 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (€ 12,8 miljoen).
- bijstelling van de verplichtingenraming omlaag omdat de aanpassing van de studentenaantallen uit de referentieraming 2024 voor 2025 in het jaar 2024 verplicht wordt (€ 97,8 miljoen);
- bijstelling van de verplichtingenraming omlaag om het verplichtingenbedrag 2024 helemaal aan te laten sluiten op de uitgaven (€ 49,1 miljoen).
Uitgaven
De uitgaven worden met € 346,1 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 360,4 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
- de doorverdeling (€ 362,1 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie het algemeen deel);
- overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 1,7 miljoen.
De resterende middelen voor halvering van het collegegeld (deze maatregel is stopgezet vanaf collegejaar 2024/2025) worden afgeboekt van de OCW-begroting (€ 70 miljoen in de periode 2028-2030, € 6 miljoen per jaar in de periode 2031-2064 en € 3 miljoen structureel vanaf 2065) ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector. Daarnaast wordt ter dekking de bekostiging van het WO hiervoor vanaf 2031 structureel met € 4,9 miljoen verlaagd. Ook deze middelen worden afgeboekt (Kamerstukken II, 33009, nr 141).
Amendement De Hoop
Conform het amendement van Kamerlid De Hoop (PvdA) worden structureel middelen beschikbaar gesteld voor een bachelor Fries (€ 0,3 miljoen). Op hoofdlijnen worden de afspraken vanaf 2025 hierover vastgelegd in de BFTK (bestuursafspraken Fries april 2024). In een convenant dat eind dit jaar wordt afgesloten zullen de meer precieze afspraken voor de komende jaren worden vastgelegd. De aanbevelingen van het KNAW-rapport worden hierbij meegenomen. Via het convenant wordt ook invulling gegeven aan de motie betreffende de wettelijke verankering van het academisch Fries.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 14,6 miljoen verlaagd. Het betreft:
- de overboeking van de uitgaven voor de wettelijke taak van Nuffic en het Landelijk Centrum Studiekeuze van subsidies op artikel 7 naar bijdrage aan RWT’s op artikel 6 (Hoger onderwijs) van € 13,9 miljoen;
- overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verlagen met € 0,7 miljoen.
Opdrachten en bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor de opdrachten en de bijdrage aan (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd in 2024. Deze verhoging wordt veroorzaakt door:
- overige mutaties (met name de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten en -artikelen) die het budget per saldo in totaal verhogen met € 0,3 miljoen.
3.6 Beleidsartikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 21.578 | 0 | 21.578 | 6.091 | 27.669 | 6.059 | 5.008 | 5.028 | 4.708 | 25.976 |
Subsidies (regelingen) | 8.607 | 0 | 8.607 | 1.044 | 9.651 | 1.101 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | 9.609 |
Stichting Ons Erfdeel | 185 | 0 | 185 | 0 | 185 | 0 | 0 | 0 | 0 | 185 |
Stichting Nuffic | 1.060 | 0 | 1.060 | 52 | 1.112 | 52 | 52 | 52 | 52 | 1.112 |
Nationaal Agentschap Erasmus+ Onderwijs & Training | 4.339 | 0 | 4.339 | 323 | 4.662 | 216 | 216 | 216 | 216 | 4.555 |
Internationalisering onderwijs | 1.136 | 0 | 1.136 | ‒ 103 | 1.033 | 33 | 33 | 33 | 33 | 1.169 |
Duitsland Instituut Amsterdam | 896 | 0 | 896 | 44 | 940 | 44 | 44 | 44 | 44 | 940 |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) | 667 | 0 | 667 | 19 | 686 | 19 | 19 | 19 | 19 | 686 |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur | 157 | 0 | 157 | ‒ 30 | 127 | 0 | 0 | 0 | 0 | 157 |
Overige incidentele subsidies | 167 | 0 | 167 | 739 | 906 | 737 | 736 | 736 | 736 | 805 |
Opdrachten | 3.205 | 0 | 3.205 | 2.890 | 6.095 | 2.679 | 1.629 | 1.629 | 1.629 | 4.696 |
Opdrachten | 3.205 | 0 | 3.205 | 2.890 | 6.095 | 2.679 | 1.629 | 1.629 | 1.629 | 4.696 |
Bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 | 1.650 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 9.286 | 0 | 9.286 | 507 | 9.793 | 629 | 629 | 649 | 329 | 9.541 |
Nederlandse Taalunie | 7.680 | 0 | 7.680 | 284 | 7.964 | 281 | 281 | 281 | 281 | 7.872 |
Europa College Brugge | 34 | 0 | 34 | 1 | 35 | 1 | 1 | 1 | 1 | 35 |
Unesco | 57 | 0 | 57 | 2 | 59 | 2 | 2 | 2 | 2 | 59 |
OESO CERI | 98 | 0 | 98 | 3 | 101 | 3 | 3 | 3 | 3 | 101 |
Fulbright Center | 410 | 0 | 410 | 12 | 422 | 12 | 12 | 12 | 12 | 422 |
EU-programma's en activiteiten | 22 | 0 | 22 | 1 | 23 | 1 | 1 | 1 | 1 | 23 |
Overige bijdragen | 985 | 0 | 985 | 204 | 1.189 | 329 | 329 | 349 | 29 | 1.029 |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 480 | 0 | 480 | 0 | 480 | 0 | 0 | 0 | 0 | 480 |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) | 480 | 0 | 480 | 0 | 480 | 0 | 0 | 0 | 0 | 480 |
Ontvangsten | 99 | 0 | 99 | 0 | 99 | 0 | 0 | 0 | 0 | 99 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 6,1 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 6,1 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,0 miljoen verhoogd.
Het betreft onder andere:
- een verhoging van per saldo € 0,4 miljoen van de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel);
- een verhoging van het budget van per saldo € 0,6 miljoen voor de Subsidieregeling Koninkrijksbeurzenprogramma stcrt-2024-5652-n1.Deze regeling is bedoeld voor verstrekken van subsidie ter ondersteuning van onderwijsmobiliteit binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
Opdrachten
Het budget wordt verhoogd met € 2,9 miljoen. Dit betreft onder
andere:
- een verhoging van per saldo € 0,2 miljoen van de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel);
- een verhoging van € 1,1 miljoen voor het aandeel van de onderwijsdirecties in de gegunde aanbesteding om de internationalisering te bevorderen;
- een verhoging van € 1,5 miljoen door een herschikking van de budgetten voor de Caribische landen van het Koninkrijk der Nederlanden;
- diverse overige mutaties (met name overboekingen van en naar andere beleidsinstrumenten/-artikelen en andere departementen) die het budget in totaal verhogen met € 0,1 miljoen.
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget wordt verhoogd met € 1,7 miljoen door een herschikking van de
budgetten van de Caribische landen van het Koninkrijk der
Nederlanden.
3.7 Beleidsartikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 242.989 | 0 | 242.989 | 7.799 | 250.788 | 163.778 | 150.889 | 149.403 | 149.314 | 405.237 |
Uitgaven | 254.489 | 0 | 254.489 | 7.799 | 262.288 | 163.778 | 150.889 | 149.403 | 149.314 | 405.436 |
Bekostiging | 95.951 | 0 | 95.951 | ‒ 12.701 | 83.250 | 139.194 | 139.357 | 140.222 | 140.222 | 255.925 |
Tekorten regios | 95.951 | 0 | 95.951 | ‒ 12.701 | 83.250 | 139.194 | 139.357 | 140.222 | 140.222 | 255.925 |
Subsidies (regelingen) | 152.048 | 0 | 152.048 | 18.205 | 170.253 | 23.516 | 10.282 | 7.933 | 7.842 | 140.619 |
Lerarenbeurs | 64.837 | 0 | 64.837 | 5.859 | 70.696 | 9.284 | 6.534 | 3.534 | 3.534 | 62.928 |
Zij-instroom | 82.831 | 0 | 82.831 | 12.847 | 95.678 | 13.961 | 4.483 | 5.134 | 5.043 | 73.995 |
Overige subsidies | 4.380 | 0 | 4.380 | ‒ 501 | 3.879 | 271 | ‒ 735 | ‒ 735 | ‒ 735 | 3.696 |
Opdrachten | 2.664 | 0 | 2.664 | 1.899 | 4.563 | 650 | 858 | 858 | 858 | 4.547 |
Opdrachten | 2.664 | 0 | 2.664 | 1.899 | 4.563 | 650 | 858 | 858 | 858 | 4.547 |
Bijdrage aan agentschappen | 3.826 | 0 | 3.826 | 396 | 4.222 | 418 | 392 | 390 | 392 | 4.345 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 3.826 | 0 | 3.826 | 396 | 4.222 | 418 | 392 | 390 | 392 | 4.345 |
Ontvangsten | 7.000 | 0 | 7.000 | 0 | 7.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.000 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 7,8 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 7,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt in 2024 per saldo met € 12,7 miljoen verlaagd. In de jaren daarna wordt het budget verhoogd met € 139,2 miljoen in 2025 tot € 140,2 miljoen in 2028. Deze verschuivingen worden voornamelijk veroorzaakt door:
- in 2024 is er onderuitputting op de regeling onderwijsregio’s. Dit veroorzaakte een meevaller van € 14,5 miljoen;
- vanaf 2025 worden middelen vanuit de regeling Professionalisering en begeleiding startende leraren en schoolleiders (PBSS) vanuit artikel 1 (Primair onderwijs) van de OCW begroting en de Regeling aanvullende bekostiging strategisch personeelsbeleid, begeleiding en verzuim vo (SHRM) vanuit artikel 3 (Voortgezet onderwijs) van de OCW begroting toegevoegd aan het budget voor de Onderwijsregio’s, in navolging van bestuurlijke afspraken. Dit gaat in totaal om € 125,6 miljoen;
- daarnaast wordt aan dit budget loonbijstelling toegevoegd van € 5,8 miljoen.
Subsidies
Het budget voor het instrument subsidies wordt per saldo met € 18,2 miljoen verhoogd in 2024. In de jaren hierna wordt het budget ook verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
- een verhoging van het budget voor de Lerarenbeurs. Het budget voor de lerarenbeurs wordt in 2024 met € 2,0 miljoen verhoogd, in 2025 met € 5,8 miljoen en in 2026 met € 3,0 miljoen. Daarnaast wordt er loon- en prijsbijstelling toegevoegd van € 3,9 miljoen in 2024 en € 3,5 miljoen in daaropvolgende jaren;
- het hoofdbudget zij-instroom wordt verhoogd, ten behoeve van een verhoging van het budget voor de subsidieregeling zij-instroom. Het budget wordt verhoogd met € 6,4 miljoen in 2024 en € 8,4 miljoen in 2025. Deze intensivering worden gedekt vanuit middelen die vrijvallen bij de convenanten G5 op artikel 1 (Primair onderwijs) door een overgang van financiering per schooljaar naar per kalenderjaar;
- daarnaast wordt het hoofdbudget zij-instroom verhoogd vanwege onder andere loon- en prijsbijstelling, ter hoogte van € 4,7 miljoen in 2024 tot € 4,0 miljoen in 2029.
3.8 Beleidsartikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 6.283.902 | ‒ 167.500 | 6.116.402 | 177.453 | 6.293.855 | ‒ 1.982.903 | ‒ 1.065.557 | ‒ 1.180.980 | ‒ 1.211.907 | 5.951.544 | |
Uitgaven | 6.283.902 | ‒ 167.500 | 6.116.402 | 177.453 | 6.293.855 | ‒ 1.982.903 | ‒ 1.065.557 | ‒ 1.180.980 | ‒ 1.211.907 | 5.951.544 | |
Inkomensoverdracht | 1.365.838 | ‒ 167.500 | 1.198.338 | 1.079.634 | 2.277.972 | ‒ 1.118.922 | ‒ 159.004 | ‒ 164.924 | ‒ 229.685 | 3.543.228 | |
Basisbeurs gift (R) | 381.474 | 0 | 381.474 | ‒ 7.266 | 374.208 | ‒ 12.238 | ‒ 39.910 | ‒ 66.259 | ‒ 88.745 | 1.268.588 | |
Aanvullende beurs gift (R) | 790.816 | 0 | 790.816 | 21.695 | 812.511 | 17.273 | 24.876 | 46.565 | 57.807 | 1.078.817 | |
Reisvoorziening gift (R) | 16.735 | ‒ 167.500 | ‒ 150.765 | 989.254 | 838.489 | ‒ 1.217.629 | ‒ 191.863 | ‒ 187.421 | ‒ 228.945 | 994.823 | |
Studievoorschotvouchers (R) | 91 | 0 | 91 | 3 | 94 | 28.437 | 649 | 386 | 0 | 0 | |
Caribisch Nederland gift (R) | 3.101 | 0 | 3.101 | ‒ 924 | 2.177 | ‒ 924 | ‒ 924 | ‒ 924 | ‒ 924 | 2.177 | |
Tegemoetkoming doelgroep leenstelsel (R) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 33.163 | 3.839 | 2.447 | 1.435 | 22.161 | |
Overige uitgaven (R) | 173.621 | 0 | 173.621 | 76.872 | 250.493 | 32.996 | 44.329 | 40.282 | 29.687 | 176.662 | |
Leningen | 4.706.920 | 0 | 4.706.920 | ‒ 926.471 | 3.780.449 | ‒ 884.806 | ‒ 928.498 | ‒ 1.039.804 | ‒ 1.074.754 | 2.257.771 | |
Basisbeurs prestatiebeurs (NR) | 1.273.711 | 0 | 1.273.711 | 33.365 | 1.307.076 | 37.108 | 23.963 | 20.144 | 49.747 | 128.313 | |
Aanvullende beurs prestatiebeurs (NR) | 354.348 | 0 | 354.348 | ‒ 9.621 | 344.727 | ‒ 5.216 | ‒ 16.590 | ‒ 43.797 | ‒ 54.818 | 78.664 | |
Reisvoorziening (NR) | 274.413 | 0 | 274.413 | ‒ 157.334 | 117.079 | ‒ 134.425 | ‒ 104.774 | ‒ 123.382 | ‒ 98.160 | 84.407 | |
Rentedragende lening (NR) | 2.503.933 | 0 | 2.503.933 | ‒ 722.808 | 1.781.125 | ‒ 708.295 | ‒ 752.045 | ‒ 814.442 | ‒ 871.295 | 1.773.041 | |
Collegegeldkrediet (NR) | 298.972 | 0 | 298.972 | ‒ 87.144 | 211.828 | ‒ 90.807 | ‒ 93.388 | ‒ 95.191 | ‒ 96.322 | 200.759 | |
Leven lang leren krediet (NR) | 28.080 | 0 | 28.080 | ‒ 5.182 | 22.898 | ‒ 7.282 | ‒ 7.282 | ‒ 7.282 | ‒ 7.282 | 22.963 | |
Overige uitgaven (NR) | ‒ 26.537 | 0 | ‒ 26.537 | 22.253 | ‒ 4.284 | 24.111 | 21.618 | 24.146 | 3.376 | ‒ 30.376 | |
Bijdrage aan agentschappen | 211.144 | 0 | 211.144 | 24.290 | 235.434 | 20.825 | 21.945 | 23.748 | 92.532 | 150.545 | |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 211.144 | 0 | 211.144 | 24.290 | 235.434 | 20.825 | 21.945 | 23.748 | 92.532 | 150.545 | |
Ontvangsten | 1.600.852 | 0 | 1.600.852 | 40.872 | 1.641.724 | 20.160 | 29.557 | 47.841 | 70.810 | 2.118.589 | |
Ontvangen rente (R) | 200.690 | 0 | 200.690 | ‒ 45.893 | 154.797 | ‒ 49.982 | ‒ 23.089 | 13.636 | 56.066 | 418.219 | |
Ontvangsten Caribisch Nederland (R) | 528 | 0 | 528 | 193 | 721 | 168 | 140 | 109 | 76 | 795 | |
Overige ontvangsten (R) | 20.842 | 0 | 20.842 | ‒ 800 | 20.042 | ‒ 822 | ‒ 843 | ‒ 862 | ‒ 880 | 18.848 | |
Terugontvangen lening (NR) | 1.378.792 | 0 | 1.378.792 | 87.341 | 1.466.133 | 70.765 | 53.318 | 34.927 | 15.517 | 1.680.696 | |
Ontvangsten Caribisch Nederland (NR) | 0 | 0 | 0 | 31 | 31 | 31 | 31 | 31 | 31 | 31 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Toelichting instrumenten (algemeen):
Zowel voor de uitgaven als de ontvangsten wordt een onderscheid gemaakt tussen relevant en niet-relevant. Relevant betekent: relevant voor het uitgavenplafond. Uitgangspunt in de begrotingsregels is dat uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook relevant zijn voor het uitgavenplafond. Zoals opgenomen in Miljoenennota 2022 is de behandeling van prestatiebeurzen voor het EMU-saldo veranderd door gewijzigde inzichten van Eurostat en daarmee CBS.
In deze begroting van OCW worden de prestatiebeursuitgaven als niet-relevant behandeld (zolang die nog niet zijn omgezet in een gift); in de weergave van het EMU-saldo worden zij wel als relevant weergegeven, middels een correctie op het EMU-saldo. De relevante uitgaven in deze begroting worden daarom hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en uitgekeerde prestatiebeurs die wordt omgezet in een gift. Overige niet-relevante uitgaven zijn de rentedragende leningen. Deze uitgaven zijn niet-relevant voor het uitgavenplafond, maar worden wel meegerekend in de EMU-schuld.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op leningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van de rentedragende leningen
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De totale verplichtingen op artikel 11 worden met € 177,5 miljoen naar boven bijgesteld.
Uitgaven
De totale uitgaven op artikel 11 worden met € 177,5 miljoen naar boven bijgesteld. Het betreft een bijstelling van de inkomensoverdrachten naar boven van € 1.079,6 miljoen, grotendeels als gevolg van een kasschuif vanuit 2025; een bijstelling omlaag van de leningen met € 926,5 miljoen, grotendeels omdat er minder geleend wordt; en een bijstelling omhoog van het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) met € 24,3 miljoen. Hieronder wordt per instrument toegelicht hoe de bijstellingen tot stand zijn gekomen.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
De relevante uitgaven worden met € 1.079,6 miljoen verhoogd. Dit bestaat uit de volgende elementen:
de uitgaven aan de basisbeurs worden per saldo met € 7,3 miljoen verlaagd;
- dit betreft een bijstelling omlaag van € 2,6 miljoen op de omzettingen. Het grootste deel van de omzettingen vindt in januari plaats, voor 2024 zijn deze uitgaven al bekend;
- daarnaast zijn de uitgaven aan basisbeurs die direct als gift uitgekeerd worden € 4,7 miljoen lager. Dit komt allereerst door een neerwaartse bijstelling van € 8,3 miljoen vanwege een lager aantal studenten dan geraamd. Daarnaast is in de bijstelling van de basisbeurs gift de prijsbijstelling van € 3,6 miljoen verwerkt;
de relevante uitgaven aan de aanvullende beurs worden per saldo met € 21,7 miljoen verhoogd;
- de omzettingen zijn met € 12,5 miljoen omhoog bijgesteld;
- de uitgaven aan de aanvullende beurs die direct als gift worden uitgekeerd zijn omhoog bijgesteld met € 9,1 miljoen. Dit komt allereerst door een neerwaartse bijstelling van € 3,3 miljoen vanwege lagere aantallen studenten. Door de prijsbijstelling wordt het bedrag met € 12,4 miljoen verhoogd;
de reisvoorziening wordt per saldo met € 989,3 miljoen verhoogd. Hier liggen de volgende verklaringen aan ten grondslag;
- het budget kosten OV-contract is met € 884,8 miljoen verhoogd. Dit komt vooral door een kasschuif van € 1,0 miljard op het budget van de reisvoorziening voor de openbaarvervoersbedrijven van 2025 naar 2024. Met deze kasschuif wordt op verzoek van het kabinet een bijdrage geleverd aan de optimalisering van het kasritme van de Staat over de jaren heen. Daarnaast is het budget met € 120,3 miljoen verlaagd vanwege lagere prijzen en lagere aantallen studenten vanaf 2024. De lagere prijzen zijn het gevolg van het periodieke herijkingsonderzoek van het studentenreisproduct op basis van het aantal gereisde kilometers door studenten. Dit onderzoek is afgerond in 2023. Uit het onderzoek is gebleken dat studenten minder reizen, waardoor de prijs van het studentenreisproduct ook omlaag gaat. Het kabinet heeft eerder besloten om in 2024 een extra herijkingsonderzoek uit te voeren. In afwachting van deze extra herijking wordt een reservering aangemaakt op de Aanvullende Post (AP), die beschikbaar is voor de OCW begroting wanneer er sprake is van een eventuele tegenvaller bij de aankomende herijking. Deze reservering heeft een oploop doordat het plafondrelevante deel van de verlaging van het OV-contract oploopt in de tijd. De reservering valt vrij aan het generale beeld wanneer deze bij de herijking niet nodig blijkt te zijn. In deze bijstelling zit ook € 1,1 miljoen verwerkt aan vergoeding voor de OV-bedrijven voor de kwijtschelding OV-boetes als gevolg van de kinderopvangtoeslagenaffaire. Door de prijsbijstelling wordt de reisvoorziening op deze post met € 4,0 miljoen omhoog bijgesteld;
- de reisvoorziening direct gift is met € 17,6 miljoen omlaag bijgesteld. Dit is het gevolg van het lagere normbedrag voor de reisvoorziening en lagere aantallen;
- de omzettingen van prestatiebeurs in gift zijn per saldo met € 18,1 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens;
- de bijdrage studerenden aan OV is met € 140,1 miljoen naar boven bijgesteld. Dit betreft een technische tegenboeking waarmee voorkomen wordt dat de waarde van de OV-kaart dubbel geboekt wordt (enerzijds door toekenning aan de student, anderzijds door de betaling aan de OV-bedrijven). Doordat het een tegenboeking betreft, betekent deze positieve mutatie dus eigenlijk een lager bedrag aan toekenningen. Dit wordt veroorzaakt door de lagere prijs van het studentenreisproduct en de lagere aantallen studenten;
- de bijstelling op de studievoorschotvouchers en de tegemoetkoming is het gevolg van prijsbijstelling;
- het budget voor Caribisch Nederland is met € 0,9 miljoen naar beneden bijgesteld. Vanaf 2024 worden de uitgaven aan Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevante en naar niet-relevante uitgaven. Voorheen werden alle uitgaven aan Caribisch Nederland als relevante uitgaven geboekt;
- de relevante overige uitgaven worden per saldo met € 76,9 miljoen verhoogd. Het budget wordt met € 64,6 miljoen verhoogd voor middelen ten behoeve van de kwijtschelding van studieschulden van toeslagengedupeerden. De uitvoering van de hersteloperatie duurt langer dan gedacht, waardoor er uitgaven uit 2023 doorschuiven naar 2024 en verder. Als laatste worden de overige uitgaven met € 12,3 miljoen naar boven bijgesteld, als gevolg van de hogere realisatiegegevens.
Leningen
De niet-relevante uitgaven worden per saldo met € 926,5 miljoen verlaagd. Dit bestaat uit de volgende onderdelen:
de niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs worden met € 33,4 miljoen omhoog bijgesteld;
- dit betreft allereerst de toekenningen prestatiebeurs. Deze worden omhoog bijgesteld met € 39,5 miljoen. Dit komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 24,2 miljoen vanwege minder uitwonende beurzen en lagere aantallen studenten. Anderzijds is er voor € 63,7 miljoen aan prijsbijstelling verwerkt;
- de tegenboeking van de omzettingen van prestatiebeurs in gift zorgt voor een opwaartse bijstelling van € 2,6 miljoen;
- de tegenboeking voor de omzetting naar lening zorgt voor neerwaartse bijstelling van € 8,7 miljoen.
de niet-relevante uitgaven aan de aanvullende beurs zijn met € 9,6 miljoen naar beneden bijgesteld;
- dit betreft een opwaartse bijstelling van € 11,0 miljoen op de toekenningen prestatiebeurs. Dit komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 22,5 miljoen voornamelijk als gevolg van lagere aantallen studenten. Anderzijds is er voor € 11,5 miljoen aan prijsbijstelling verwerkt;
- daarnaast zijn de omzettingen van prestatiebeurs naar gift, die hiertegen geboekt worden, met € 12,5 omlaag bijgesteld;
- de tegenboeking voor de omzettingen naar lening zorgt voor een neerwaartse bijstelling van € 8,1 miljoen;
de niet-relevante uitgaven OV worden met € 157,3 miljoen naar beneden bijgesteld;
- dit betreft voornamelijk lagere toekenningen prestatiebeurs, met € 132,8 miljoen, als gevolg van de lagere prijs van het OV;
- de omzettingen naar gift zijn € 21,9 miljoen lager op deze post;
- als laatste zijn de omzettingen naar lening € 2,7 miljoen lager dan geraamd;
de uitgaven op de post rentedragende lening (niet-relevant) zijn per saldo neerwaarts bijgesteld met € 722,8 miljoen;
- er is sprake van een dalende trend in het percentage leners die niet alleen verband houdt met de herinvoering van de basisbeurs in het hbo en het wo. Dit zorgt voor lagere uitgaven aan de rentedragende lening (neerwaartse bijstelling van € 796,6 miljoen). Daarnaast is er een bijstelling als gevolg van lagere aantallen studenten (neerwaartse bijstelling van € 36,0 miljoen). Tot slot is er voor € 90,3 miljoen aan prijsbijstelling voor 2024 toegekend;
- op deze post vindt daarnaast de tegenboeking op de omzettingen naar lening plaats. Dit is een bijstelling naar boven van € 19,5 miljoen;
- de uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn verlaagd met € 87,1 miljoen. Deze bijstelling komt, evenals bij de rentedragende lening, door de dalende trend in het percentage studenten dat naar verwachting gebruik gaat maken van het krediet (neerwaartse bijstelling van € 90,3 miljoen). Door lagere aantallen zijn de uitgaven op deze post met € 5,6 miljoen naar beneden bijgesteld. Daarnaast is er voor € 8,8 miljoen aan prijscompensatie voor 2024 toegekend;
- het budget voor het levenlanglerenkrediet wordt met € 5,2 miljoen naar beneden bijgesteld op basis van realisatiegegevens. Er wordt minder gebruik gemaakt van het krediet dan verwacht (neerwaartse bijstelling van € 6,0 miljoen). Daarnaast is er voor € 0,8 miljoen aan prijscompensatie voor 2024 toegekend;
- er is een kleine bijstelling op de post Caribisch Nederland leningen (NR). Vanaf 2024 worden de uitgaven aan Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevant en niet-relevante uitgaven;
- de niet-relevante overige uitgaven zijn met € 22,3 miljoen omlaag bijgesteld op basis van realisatiegegevens.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 24,3 miljoen verhoogd. Als gevolg van de lagere volumes uit de referentieraming wordt het budget met € 0,6 miljoen verlaagd. Door de doorverdeling van de prijsbijstelling tranche 2024 stijgt het budget met € 10,6 miljoen. Ook is het budget voor de uitvoering van de kwijtschelding van studieschulden van toeslagengedupeerden met € 1,7 miljoen verhoogd. De uitvoering van de hersteloperatie duurt langer dan gedacht, waardoor er uitgaven uit 2023 doorschuiven naar 2024 en verder. DUO loopt op het gebied van informatie- en systeembeveiliging risico, om te kunnen voldoen aan de meest actuele compliancy is het budget verhoogd met € 6,5 miljoen. Tevens is het budget verhoogd met € 0,9 miljoen voor dekking van de gestegen huisvestingslasten. En voor de vernieuwde IKB-regeling die effectief is per 1 januari 2023 is het budget verhoogd met € 2,6 miljoen. Daarnaast is het budget verhoogd met € 1,6 miljoen voor meerkosten op het vlak van ICT. Naar aanleiding van de brief over de controle van de uitwonendenbeurs, het debat met de Tweede Kamer hierover en de hieruit voortvloeiende activiteiten wordt het DUO budget verhoogd met € 1,0 miljoen.
Ontvangsten
De ontvangsten worden met € 40,9 miljoen verhoogd. Dit wordt veroorzaakt door een daling van de relevante ontvangsten van € 46,5 miljoen en een stijging van de niet-relevante ontvangsten met € 87,4 miljoen.
de relevante ontvangsten worden omlaag bijgesteld met € 46,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:
- renteontvangsten: deze post is met € 45,9 miljoen verlaagd in 2024. Dit betreft vooral lagere renteontvangsten: in de raming was rekening gehouden met renteontvangsten van studenten die nog studeerden. Deze rente wordt wel geheven, maar de ontvangsten doen zich pas voor zodra deze studenten in de aflosfase zitten. De renteontvangsten groeien daardoor langzamer in dan gedacht;
- overige ontvangsten: deze post is met € 0,8 miljoen verlaagd op basis van realisatiegegevens;
- ontvangsten Caribisch Nederland: deze post is met 0,2 miljoen verhoogd op basis van realisatiegegevens;
- de niet-relevante ontvangsten worden grotendeels gevormd door de terugontvangen lening en worden omhoog bijgesteld met € 87,3 miljoen op basis van realisatiegegevens. Dit is het gevolg van hoger dan verwachte extra ontvangsten (ontvangsten boven op de reguliere termijnontvangsten);
- er is een kleine bijstelling op ontvangsten Caribisch Nederland (NR). Vanaf 2024 worden de ontvangsten op Caribisch Nederland uitgesplitst naar relevante en niet-relevante ontvangsten.
3.9 Beleidsartikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 78.250 | 0 | 78.250 | ‒ 2.127 | 76.123 | ‒ 6.075 | ‒ 8.483 | ‒ 8.842 | ‒ 8.536 | 71.556 |
Uitgaven | 78.250 | 0 | 78.250 | ‒ 2.127 | 76.123 | ‒ 6.075 | ‒ 8.483 | ‒ 8.842 | ‒ 8.536 | 71.556 |
Inkomensoverdracht | 75.211 | 0 | 75.211 | ‒ 2.370 | 72.841 | ‒ 6.376 | ‒ 8.778 | ‒ 9.142 | ‒ 8.845 | 68.026 |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) | 3.985 | 0 | 3.985 | ‒ 552 | 3.433 | ‒ 552 | ‒ 552 | ‒ 552 | ‒ 552 | 3.433 |
Deeltijd vo (R) | 1.964 | 0 | 1.964 | 373 | 2.337 | 373 | 373 | 373 | 373 | 2.337 |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) | 5.933 | 0 | 5.933 | 345 | 6.278 | ‒ 19 | ‒ 370 | ‒ 539 | ‒ 603 | 5.494 |
Meerderjarige scholieren vo (R) | 59.725 | 0 | 59.725 | ‒ 2.421 | 57.304 | ‒ 5.840 | ‒ 7.841 | ‒ 8.020 | ‒ 7.693 | 53.266 |
Meerderjarige scholieren vso (R) | 3.604 | 0 | 3.604 | ‒ 115 | 3.489 | ‒ 338 | ‒ 388 | ‒ 404 | ‒ 370 | 3.496 |
Leningen | 14 | 0 | 14 | 0 | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 |
STOEB/ALR (NR) | 14 | 0 | 14 | 0 | 14 | 0 | 0 | 0 | 0 | 14 |
Bijdrage aan agentschappen | 3.025 | 0 | 3.025 | 243 | 3.268 | 301 | 295 | 300 | 309 | 3.516 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 3.025 | 0 | 3.025 | 243 | 3.268 | 301 | 295 | 300 | 309 | 3.516 |
Ontvangsten | 2.184 | 0 | 2.184 | ‒ 56 | 2.128 | ‒ 170 | ‒ 240 | ‒ 249 | ‒ 240 | 1.995 |
Tegemoetkoming lerarenopleiding en deeltijd vo (R) | 290 | 0 | 290 | ‒ 29 | 261 | ‒ 29 | ‒ 29 | ‒ 29 | ‒ 29 | 261 |
Meerderjarige scholieren v(s)o en vavo (R) | 1.894 | 0 | 1.894 | ‒ 27 | 1.867 | ‒ 141 | ‒ 211 | ‒ 220 | ‒ 211 | 1.734 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 2,1 miljoen verlaagd.
Uitgaven
De uitgaven aan de WTOS worden per saldo met € 2,1 miljoen verlaagd. Dit betreft een neerwaartse bijstelling van € 2,4 miljoen op de inkomensoverdrachten en een opwaartse bijstelling van € 0,2 miljoen op de bijdrage aan agentschappen. Hieronder zal per instrument worden toegelicht wat de oorzaken van de bijstellingen zijn.
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdracht
De raming wordt per saldo met € 2,4 miljoen verlaagd. Dat komt enerzijds door een neerwaartse bijstelling van € 4,6 miljoen. Daarnaast is er een toekenning van de prijscompensatie van € 2,2 miljoen.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 0,1 miljoen verlaagd.
3.10 Beleidsartikel 13. Lesgeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 17.086 | 0 | 17.086 | 1.825 | 18.911 | 1.892 | 1.764 | 1.745 | 1.763 | 19.716 |
Bijdrage aan agentschappen | 17.086 | 0 | 17.086 | 1.825 | 18.911 | 1.892 | 1.764 | 1.745 | 1.763 | 19.716 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 17.086 | 0 | 17.086 | 1.825 | 18.911 | 1.892 | 1.764 | 1.745 | 1.763 | 19.716 |
Ontvangsten | 266.696 | 0 | 266.696 | ‒ 16.500 | 250.196 | ‒ 13.721 | ‒ 9.674 | ‒ 8.009 | ‒ 6.185 | 330.957 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,8 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Het uitgavenbudget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs wordt per saldo met € 1,8 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door de lpo tranche 2024.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 16,5 miljoen verlaagd. De tegenvaller wordt grotendeels veroorzaakt door betalingen van lesgeld in termijnen, waardoor de ontvangsten structureel naar achteren worden geschoven.
3.11 Beleidsartikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 1.304.479 | 0 | 1.304.479 | 108.893 | 1.413.372 | 104.630 | 126.744 | 117.314 | 67.839 | 1.377.039 |
Bekostiging | 1.046.522 | 0 | 1.046.522 | 47.740 | 1.094.262 | 55.238 | 58.878 | 58.831 | 58.055 | 1.216.540 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen | 245.493 | 0 | 245.493 | 7.005 | 252.498 | 14.431 | 15.307 | 15.255 | 16.229 | 291.960 |
Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen | 275.033 | 0 | 275.033 | 15.606 | 290.639 | 13.938 | 13.759 | 13.849 | 13.846 | 289.277 |
Museale instellingen met een wettelijke taak | 260.738 | 0 | 260.738 | 24.498 | 285.236 | 10.090 | 9.829 | 9.967 | 9.967 | 272.048 |
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen | 43.307 | 0 | 43.307 | ‒ 1.103 | 42.204 | 1.657 | 2.758 | 2.777 | 2.794 | 96.851 |
Digitale openbare bibliotheek | 18.599 | 0 | 18.599 | 648 | 19.247 | 752 | 752 | 752 | 752 | 19.458 |
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten | 13.903 | 0 | 13.903 | 559 | 14.462 | 559 | 559 | 559 | 559 | 14.462 |
Monumentenzorg | 155.787 | 0 | 155.787 | ‒ 4.003 | 151.784 | 252 | 2.552 | 2.713 | 3.296 | 167.413 |
Archieven incl. Regionale Historische Centra | 33.645 | 0 | 33.645 | 4.529 | 38.174 | 11.901 | 11.704 | 11.301 | 8.954 | 35.978 |
Cultuureducatie met Kwaliteit | 17 | 0 | 17 | 1 | 18 | 1.658 | 1.658 | 1.658 | 1.658 | 29.093 |
Subsidies (regelingen) | 96.368 | 0 | 96.368 | 38.701 | 135.069 | 41.699 | 60.970 | 51.052 | 3.068 | 66.203 |
Verbreden inzet cultuur | 22.005 | 0 | 22.005 | ‒ 1.793 | 20.212 | 633 | 469 | 993 | 993 | 22.588 |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) | 9.626 | 0 | 9.626 | 569 | 10.195 | ‒ 123 | 2 | 2 | 2 | 9.048 |
Programma leesbevordering | 12.791 | 0 | 12.791 | 33.953 | 46.744 | 25.020 | 17.513 | 3.574 | 528 | 12.258 |
Creatieve Industrie | 2.457 | 0 | 2.457 | ‒ 148 | 2.309 | 130 | 117 | 117 | 112 | 2.615 |
Specifiek cultuurbeleid | 46.642 | 0 | 46.642 | 2.582 | 49.224 | 796 | 626 | 1.064 | 1.384 | 18.556 |
Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | 2.847 | 0 | 2.847 | 2.838 | 5.685 | 543 | 343 | 302 | 49 | 1.138 |
NGF CIIIC | 0 | 0 | 0 | 700 | 700 | 14.700 | 41.900 | 45.000 | 0 | 0 |
Opdrachten | 33.385 | 0 | 33.385 | ‒ 4.921 | 28.464 | 552 | 2.217 | 2.715 | 2.034 | 29.967 |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis | 2.141 | 0 | 2.141 | ‒ 3 | 2.138 | 110 | 110 | 110 | 110 | 2.251 |
Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed | 17.882 | 0 | 17.882 | ‒ 1.448 | 16.434 | 3.614 | 1.725 | 673 | 422 | 14.358 |
Overige opdrachten | 13.362 | 0 | 13.362 | ‒ 3.470 | 9.892 | ‒ 3.172 | 382 | 1.932 | 1.502 | 13.358 |
Bijdrage aan agentschappen | 56.562 | 0 | 56.562 | 4.310 | 60.872 | 2.610 | 2.977 | 2.973 | 2.939 | 58.207 |
Nationaal Archief | 56.562 | 0 | 56.562 | 4.310 | 60.872 | 2.610 | 2.977 | 2.973 | 2.939 | 58.207 |
Bijdragen aan medeoverheden | 69.653 | 0 | 69.653 | 22.952 | 92.605 | 4.442 | 1.613 | 1.654 | 1.654 | 4.044 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 1.989 | 0 | 1.989 | 111 | 2.100 | 89 | 89 | 89 | 89 | 2.078 |
Ontvangsten | 3.549 | 0 | 3.549 | 36.172 | 39.721 | 0 | 0 | 0 | 0 | 494 |
Verplichtingen | 3.053.806 | 0 | 3.053.806 | 412.957 | 3.466.763 | 53.079 | 48.413 | 35.941 | 31.492 | 786.119 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 56.288 | 56.288 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 3.053.806 | 0 | 3.053.806 | 356.669 | 3.410.475 | 53.079 | 48.413 | 35.941 | 31.492 | 786.119 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht. De bedragen «Stand vastgestelde begroting 2024» bij ‘Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed’ en ‘Overige opdrachten’ wijken af van de stand gepubliceerd in de ontwerpbegroting 2024. Deze bedragen waren in de gepubliceerde versie verwisseld en zijn nu gecorrigeerd.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 413,0 miljoen verhoogd. Het verschil van € 304,1 miljoen tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
- per saldo een verhoging/verlaging van de garantieverplichtingen met € 56,3 miljoen;
- een verhoging van € 146,2 miljoen voor de loon- en prijsbijstelling tranche 2024. Dit is nodig omdat in 2024 de verplichtingen van de culturele basisinfrastructuur 2025-2028 en de subsidie voor publieksactiviteiten museale instellingen met een wettelijke taak worden aangegaan, op loon- en prijsniveau 2024;
- een verhoging van € 102,3 miljoen voor projecten in het kader van Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) beschikbaar gesteld uit het budget van het Nationaal Groeifonds. De uitgaven vinden plaats in de periode 2024-2028.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 108,9 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 47,7 miljoen verhoogd. Dit saldo bestaat uit diverse mutaties, waarvan de grootste hier worden toegelicht. Voor loon- en prijsbijstelling is € 44,8 miljoen geraamd. Voor de zomer wordt de loon- en prijsbijstelling verstrekt aan instellingen en fondsen in de culturele basisinfrastructuur en de musea die via de Erfgoedwet worden bekostigd. Daarnaast is via desaldering de raming van het Nationaal Restauratiefonds verhoogd met € 9,6 miljoen voor de verduurzaming van museale instellingen bij het Nationaal Restauratiefonds. Ook is een kasschuif gedaan van € 4,9 miljoen van 2024 naar de jaren 2025-2028 voor het programma ‘Oorlog voor de rechter’. Deze kasschuif is bedoeld om het budget in de pas te laten lopen met de verwachte budgettaire behoefte van het Nationaal Archief die het programma uitvoert.
Voor de implementatie van de Nieuwe Archiefwet is er in de periode 2024-2029 budget beschikbaar van in totaal € 33,2 miljoen. Deze middelen zijn onder andere bestemd voor opleidingen, ter dekking van kosten bij de inspectie, en ter dekking van de implementatie lagere overheden. Daarnaast wordt er budget gebruikt voor de selectiedatabase. In het huidige regeerakkoord is benoemd dat de nieuwe archiefwet consistent geïmplementeerd wordt.
Ten slotte ontvangt het Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis een tegemoetkoming van € 5,0 miljoen vanwege een noodgedwongen verhuizing het Prins Willem-Alexanderhof (Den Haag) naar een pand in eigendom. De tegemoetkoming is bestemd voor de eenmalige verhuiskosten en kosten voor de (museale) inrichting.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 38,7 miljoen verhoogd. Naast aanvullend budget voor loon- en prijsbijstelling (€ 4,0 miljoen) en diverse andere kleinere mutaties, is € 24,4 miljoen overgeboekt van artikel 3 (Voortgezet onderwijs) voor de gezamenlijke beleidsinzet van SCM en MPVO voor Leesbevordering via de Bibliotheek op school als onderdeel van het Masterplan Basisvaardigheden. Voor hetzelfde doel is uit de eindejaarsmarge € 14,9 miljoen beschikbaar gekomen te verdelen over de jaren 2024 en 2025. Daarnaast is uit de eindejaarsmarge € 2,4 miljoen voor leesbevordering beschikbaar gesteld.
Deels uit de eindejaarsmarge is een totaalbudget van € 11,5 miljoen beschikbaar om de noodgedwongen verhuizing van het Literatuurmuseum van het Prins Willem-Alexanderhof (Den Haag) naar Utrecht mede mogelijk te maken. De tegemoetkoming is bestemd voor de eenmalige verhuiskosten en kosten voor de (museale) inrichting. De bijdrage wordt verdeeld over meerdere jaren beschikbaar gesteld.
Ten slotte was een verschuiving van € 4,9 miljoen van het instrument subsidies naar het instrument bijdragen aan medeoverheden nodig om de middelen voor impuls jongerencultuur en talentontwikkeling aan de 19 cultuurregio’s beschikbaar te stellen.
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met bijna € 23,0 miljoen verhoogd. Naast aanvullend budget voor loon- en prijsbijstelling (€ 3,1 miljoen), is per saldo € 8,5 miljoen overgeboekt naar dit instrument vanuit de financiële instrumenten Bekostiging en Subsidies, waaronder middelen voor de uitvoeringsagenda Faro. Uit de eindejaarsmarge is € 11,3 miljoen toegevoegd aan het subsidieplafond van de Regeling eenmalige specifieke uitkeringen lokale bibliotheekvoorzieningen voor versterking van het bibliotheeknetwerk in gemeenten.
Uitvoeringsagenda Faro
Op 10 januari 2024 heeft het Koninkrijk der Nederlanden het ‘Kaderverdrag van de Raad van Europa inzake de waarde van cultureel erfgoed voor de samenleving (Verdrag van Faro)’ ondertekend. De gemeente Zaanstad, de gemeente Leiden en het Openbaar Lichaam voor Saba hebben los van elkaar een eigen, onderscheidenlijk project ingediend waarvoor zij een financiële bijdrage krijgen. Omdat het om specifieke projecten gaat, die beoordeeld zijn op hun inhoudelijke bijdrage aan het realiseren van de Uitvoeringsagenda Faro, waarover derhalve afspraken zijn gemaakt over de besteding van gelden tussen de rijksoverheid en de betreffende decentrale overheden, en waaruit geen recht op financiering voor andere decentrale overheden voor vergelijkbare projecten ontstaat, zal deze financiële ondersteuning worden verstrekt in de vorm van een specifieke, dan wel bijzondere uitkering via de OCW-begroting. In de eerste tabel hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet, maximaal te ontvangen bedragen in euro’s per decentrale overheid zijn opgenomen. In de tweede tabel hieronder is een overzicht opgenomen waarin, conform artikel 91, eerste lid, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba maximaal te ontvangen bedragen in US Dollars per decentrale overheid zijn opgenomen. Voor de bijdrage aan de betreffende decentrale overheden voor het kalenderjaar 2024 zal de begroting als wettelijke grondslag gelden op basis van artikel 4:23, derde lid, aanhef en onderdeel c, van de Algemene wet bestuursrecht.
Gemeente Zaanstad | € 41.125 |
Gemeente Leiden | € 62.300 |
Totaal | € 103.425 |
Public Entity of Saba | $ 62.900 |
Totaal | $ 62.900 |
Ontvangsten
De ontvangstenraming wordt verhoogd met € 36,2 miljoen. Het grootste deel (€ 25,6 miljoen) betreft de invordering van restanten van budget dat als gevolg van Covid-19 beschikbaar was gesteld voor de Opengestelde Monumentenlening. Van de museale instellingen met een wettelijke taak wordt € 9,6 miljoen ingevorderd door lagere vaststelling van huisvestingssubsidies (als gevolg van het vervallen van btw-plichtigheid voor het onderhoud en het beheer van de Rijkscollectie). Via desaldering blijven deze middelen beschikbaar voor een verduurzamingsfonds voor de museale instellingen.
3.12 Beleidsartikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Uitgaven | 1.213.908 | 0 | 1.213.908 | 78.650 | 1.292.558 | 79.116 | 74.141 | 74.222 | 74.367 | 1.294.889 |
Bekostiging | 1.172.494 | 0 | 1.172.494 | 75.095 | 1.247.589 | 74.350 | 52.267 | 70.092 | 70.237 | 1.268.733 |
Landelijke publieke omroep | 917.872 | 0 | 917.872 | 41.278 | 959.150 | 47.038 | 47.172 | 47.264 | 47.384 | 968.725 |
Regionale omroep | 182.083 | 0 | 182.083 | 5.563 | 187.646 | 6.335 | ‒ 8.156 | 11.597 | 12.478 | 211.499 |
Stichting Omroep Muziek | 22.384 | 0 | 22.384 | 656 | 23.040 | 603 | 575 | 575 | 575 | 20.175 |
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) | 30.585 | 0 | 30.585 | 965 | 31.550 | 926 | 927 | 859 | 859 | 29.392 |
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek | 3.005 | 0 | 3.005 | 204 | 3.209 | 97 | 99 | 98 | 93 | 2.967 |
Co-productiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO) | 5.522 | 0 | 5.522 | 162 | 5.684 | 162 | 162 | 162 | 162 | 5.684 |
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) | 1.830 | 0 | 1.830 | 54 | 1.884 | 54 | 54 | 54 | 54 | 1.884 |
Stichting Nederlandse Lokale Publieke Omroepen (NLPO) | 1.890 | 0 | 1.890 | 55 | 1.945 | 55 | 55 | 55 | 55 | 1.945 |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve | 6.497 | 0 | 6.497 | 26.222 | 32.719 | 19.458 | 11.757 | 9.806 | 8.955 | 26.104 |
Overige bekostiging media | 826 | 0 | 826 | ‒ 64 | 762 | ‒ 378 | ‒ 378 | ‒ 378 | ‒ 378 | 358 |
Subsidies (regelingen) | 33.624 | 0 | 33.624 | 1.722 | 35.346 | 1.756 | 18.621 | 758 | 758 | 15.576 |
Subsidies | 1.862 | ‒ 300 | 1.562 | 93 | 1.655 | 44 | 44 | 44 | 44 | 946 |
Onderzoeksjournalistiek | 12.181 | 300 | 12.481 | 625 | 13.106 | 799 | 717 | 714 | 714 | 14.630 |
Lokale journalistiek | 19.581 | 0 | 19.581 | 1.004 | 20.585 | 913 | 17.860 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 730 | 0 | 730 | 31 | 761 | 34 | 37 | 37 | 37 | 754 |
Opdrachten | 730 | 0 | 730 | 31 | 761 | 34 | 37 | 37 | 37 | 754 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 6.981 | 0 | 6.981 | 1.797 | 8.778 | 2.971 | 3.211 | 3.330 | 3.330 | 9.742 |
Commissariaat voor de Media | 6.981 | 0 | 6.981 | 1.797 | 8.778 | 2.971 | 3.211 | 3.330 | 3.330 | 9.742 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 79 | 0 | 79 | 5 | 84 | 5 | 5 | 5 | 5 | 84 |
European Audiovisual Observatory | 79 | 0 | 79 | 5 | 84 | 5 | 5 | 5 | 5 | 84 |
Ontvangsten | 135.660 | 0 | 135.660 | 45.340 | 181.000 | 46.810 | 41.810 | 41.810 | 41.810 | 165.500 |
Reclame ontvangsten | 135.660 | 0 | 135.660 | 45.340 | 181.000 | 46.810 | 41.810 | 41.810 | 41.810 | 165.500 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 109,2 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt veroorzaakt door de hieronder toegelichte uitgavenmutaties (€ 78,7 miljoen). Daarnaast wordt de verplichtingenstand aangesloten op de voorgenomen uitgaven uit de mediabegrotingsbrief.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 78,7 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 75,1 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
- toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (€ 30,6 miljoen);
- een overboeking van € 1,1 miljoen van de post dotatie/onttrekking AMr en € 0,4 miljoen van de post overige bekostiging naar het instrument bijdragen aan ZBO’s / RWT’s in verband met de financiering van de uitbreiding van de (wettelijke) taken van het Commissariaat (€ 1,5 miljoen);
- een verhoging van de dotatie aan de AMr als gevolg van de geactualiseerde raming van de reclameopbrengsten voor 2024 in de mediabegrotingsbrief 2024 (€ 45,3 miljoen);
- daarnaast is er een overboeking binnen het instrument bekostiging van de post dotatie/ onttrekking AMr naar de Landelijke Publieke Omroep (€ 18,0 miljoen) voor de dekking van de meerkosten bij de aankoop van rechten voor uitzending van de zogenaamde superevenementen (het EK en WK voetbal (vrouwen en mannen) en de Olympische Spelen (inclusief Paralympische Spelen)).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,7 miljoen verhoogd als gevolg van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024.
Amendement Sneller en Paternotte
Als gevolg van het amendement Sneller en Paternotte (Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 410 VIII, nr. 38) is voor 2024 € 0,3 miljoen beschikbaar om extra te investeren in persvrijheid en persveiligheid. De middelen worden in overleg met PersVeilig ingezet voor de in het amendement genoemde doelen.
Bijdragen aan ZBO's / RWT's
Het budget voor bijdragen aan ZBO's / RWT's wordt per saldo met € 1,8 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
- toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (€ 0,2 miljoen);
- een overboeking van € 1,1 miljoen van de post dotatie/onttrekking AMr en € 0,4 miljoen van de post overige bekostiging naar het instrument bijdragen aan ZBO’s / RWT’s in verband met de financiering van de uitbreiding van de (wettelijke) taken van het Commissariaat (€ 1,5 miljoen).
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 45,3 miljoen verhoogd. Hiermee wordt de raming aangepast aan de raming van de reclameopbrengsten in de mediabegrotingsbrief 2024.
Dotatie Algemene Mediareserve
Aan de AMr wordt op basis van de huidige ramingen eind 2024 € 32,7 miljoen toegevoegd.
Saldo AMr per 01-01-2024 | 189.053 |
Directe mutaties AMr | - |
Mutaties AMr via begroting | 32.719 |
Verwacht saldo AMr per 31-12-2024 | 221.772 |
3.13 Beleidsartikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 1.683.746 | ‒ 500 | 1.683.246 | 138.127 | 1.821.373 | 107.598 | 100.011 | 94.825 | 96.545 | 1.720.202 |
Uitgaven | 1.739.520 | ‒ 500 | 1.739.020 | 81.570 | 1.820.590 | 107.598 | 100.011 | 94.825 | 96.545 | 1.720.202 |
Bekostiging | 1.389.267 | 0 | 1.389.267 | 93.769 | 1.483.036 | 78.702 | 77.909 | 76.828 | 76.458 | 1.444.111 |
NWO | 563.764 | 0 | 563.764 | 71.932 | 635.696 | 70.280 | 69.932 | 69.494 | 69.571 | 628.051 |
KNAW | 105.320 | 0 | 105.320 | 7.160 | 112.480 | 6.044 | 5.791 | 5.790 | 5.774 | 110.365 |
KB | 64.780 | 0 | 64.780 | 3.353 | 68.133 | 3.658 | 6.440 | 7.417 | 8.818 | 67.069 |
NWO Talentenontwikkeling | 175.486 | 0 | 175.486 | ‒ 9.601 | 165.885 | ‒ 9.601 | ‒ 9.601 | ‒ 9.601 | ‒ 9.601 | 165.885 |
NWO TTW | 8.463 | 0 | 8.463 | 4.537 | 13.000 | ‒ 463 | ‒ 463 | ‒ 463 | ‒ 463 | 8.000 |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur | 58.586 | 0 | 58.586 | ‒ 3.206 | 55.380 | ‒ 3.206 | ‒ 3.206 | ‒ 3.206 | ‒ 3.206 | 55.380 |
NWO Praktijkgericht Onderzoek | 60.380 | 0 | 60.380 | 4.975 | 65.355 | 2.916 | 2.916 | 2.916 | 2.916 | 61.110 |
Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek | 21.755 | 0 | 21.755 | 7.293 | 29.048 | 3.333 | 2.136 | 341 | 347 | 16.082 |
Poolonderzoek | 3.234 | 0 | 3.234 | ‒ 87 | 3.147 | ‒ 87 | ‒ 87 | ‒ 87 | ‒ 87 | 1.500 |
Caribisch Nederland | 2.644 | 0 | 2.644 | ‒ 144 | 2.500 | ‒ 144 | ‒ 144 | ‒ 144 | ‒ 144 | 2.500 |
NWO NWA | 140.160 | 0 | 140.160 | ‒ 4.076 | 136.084 | ‒ 5.377 | ‒ 7.154 | ‒ 6.978 | ‒ 6.524 | 130.000 |
NWO Fonds onderzoek en wetenschap | 168.827 | 0 | 168.827 | 10.838 | 179.665 | 10.554 | 10.554 | 10.554 | 8.262 | 181.506 |
NWO Praktijk onderzoek en wetenschap | 15.868 | 0 | 15.868 | 795 | 16.663 | 795 | 795 | 795 | 795 | 16.663 |
Subsidies (regelingen) | 138.958 | ‒ 500 | 138.458 | 66.728 | 205.186 | 103.636 | 92.086 | 86.217 | 86.089 | 132.027 |
VSC | 191 | 0 | 191 | 298 | 489 | 298 | 298 | 298 | 298 | 489 |
Naturalis Biodiversity Center | 8.502 | 0 | 8.502 | 408 | 8.910 | 1.708 | 1.708 | 1.708 | 1.708 | 10.207 |
BPRC | 11.989 | 0 | 11.989 | 576 | 12.565 | 576 | 576 | 576 | 576 | 12.565 |
NCWT/NEMO | 3.991 | 0 | 3.991 | ‒ 98 | 3.893 | ‒ 98 | ‒ 98 | ‒ 98 | ‒ 98 | 3.892 |
STT | 254 | 0 | 254 | 13 | 267 | 13 | 13 | 13 | 13 | 267 |
Stichting AAP | 1.192 | 0 | 1.192 | 58 | 1.250 | 58 | 58 | 58 | 58 | 1.250 |
Nationale coördinatie | 5.268 | ‒ 500 | 4.768 | 443 | 5.211 | 2.813 | 3.326 | 3.101 | ‒ 1.203 | 3.319 |
Subsidie Fonds onderzoek en wetenschap | 5.229 | 0 | 5.229 | 79.478 | 84.707 | 79.346 | 79.346 | 79.333 | 84.213 | 86.664 |
Nationaal Groeifonds | 75.400 | 0 | 75.400 | ‒ 14.172 | 61.228 | 18.034 | 6.335 | 704 | 0 | 10.850 |
Delta Climate Center | 26.942 | 0 | 26.942 | ‒ 800 | 26.142 | 364 | 0 | 0 | 0 | 2.000 |
Neth.Acad.of Enginer | 0 | 0 | 0 | 524 | 524 | 524 | 524 | 524 | 524 | 524 |
Opdrachten | 12.591 | 0 | 12.591 | ‒ 3.829 | 8.762 | ‒ 1.056 | 2.081 | 2.056 | 2.374 | 10.956 |
Opdrachten | 2.156 | 0 | 2.156 | 1.692 | 3.848 | ‒ 383 | ‒ 279 | ‒ 1.350 | ‒ 1.350 | 1.556 |
Opdrachten Fonds onderzoek en wetenschap | 10.435 | 0 | 10.435 | ‒ 5.521 | 4.914 | ‒ 673 | 2.360 | 3.406 | 3.724 | 9.400 |
Bijdrage aan agentschappen | 82.798 | 0 | 82.798 | ‒ 79.268 | 3.530 | ‒ 78.538 | ‒ 76.903 | ‒ 75.415 | ‒ 73.515 | 10.693 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 963 | 0 | 963 | 542 | 1.505 | 1.294 | 2.929 | 4.417 | 6.317 | 8.575 |
RVO Fonds onderzoek en wetenschap | 81.835 | 0 | 81.835 | ‒ 79.810 | 2.025 | ‒ 79.832 | ‒ 79.832 | ‒ 79.832 | ‒ 79.832 | 2.118 |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 115.906 | 0 | 115.906 | 4.170 | 120.076 | 4.854 | 4.838 | 5.139 | 5.139 | 122.415 |
EMBC | 1.317 | 0 | 1.317 | 0 | 1.317 | 0 | 0 | 38 | 38 | 1.355 |
EMBL | 7.716 | 0 | 7.716 | 0 | 7.716 | 0 | 0 | 260 | 260 | 9.176 |
ESA | 35.338 | 0 | 35.338 | 1.030 | 36.368 | 1.030 | 1.030 | 1.030 | 1.030 | 36.368 |
CERN | 60.620 | 0 | 60.620 | 3.140 | 63.760 | 3.509 | 3.493 | 3.493 | 3.493 | 64.287 |
ESO | 10.804 | 0 | 10.804 | 111 | 10.915 | 422 | 422 | 425 | 425 | 11.229 |
NTU/INL | 111 | 0 | 111 | ‒ 111 | 0 | ‒ 107 | ‒ 107 | ‒ 107 | ‒ 107 | 0 |
Ontvangsten | 101 | 0 | 101 | 0 | 101 | 0 | 0 | 0 | 0 | 101 |
waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige verplichtingen | 1.683.746 | ‒ 500 | 1.683.246 | 138.127 | 1.821.373 | 107.598 | 100.011 | 94.825 | 96.545 | 1.720.202 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget wordt met € 138,1 miljoen verhoogd. Het verschil in ophoging van het verplichtingenbudget en uitgavenbudget bedraagt € 56,6 miljoen. Het extra verplichtingenbudget dient voor de nog te verplichten instellingssubsidie van BPRC voor 2024, het verplichten van de extra middelen ten behoeve van de instandhouding van de huisvesting van de Koninklijke Bibliotheek en tot slot de in 2024 verwachte verplichtingen voor projecten uit het Nationaal Groeifonds.
Uitgaven
Het uitgavenbudget wordt met € 81,6 miljoen verhoogd. Deze verhoging heeft te maken met onderstaande mutaties.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 93,8 miljoen verhoogd. Deze verhoging is een gevolg van onder meer de volgende mutaties:
- de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de bekostiging voor € 70,4 miljoen in 2024 en € 68,5 miljoen structureel wordt opgehoogd;
- diverse overboekingen vanuit andere artikelen en departementen ten behoeve van onderzoekscalls en -projecten vanuit de NWA, het NRO, de STT en NWO Praktijkgericht onderzoek (SIA) (€ 18,6 miljoen);
- bijdragen van andere directies en departementen (€ 1,9 miljoen) in de hoofdbekostiging van NWO, KNAW en KB ten behoeve van diverse projecten en de implementatie van de Europese NIS2-richtlijn;
- de bekostiging van de KB wordt vanaf 2025 jaarlijks oplopend tot € 8,0 miljoen structureel verhoogd om de tegenvallers uit stijgende huisvestingskosten te dekken;
- uitgaven (€ 2,9 miljoen) waarvan de besteding bij nadere uitwerking via het bekostiginginstrument vormgegeven worden, zoals bijvoorbeeld de uitvoeringskosten van de sectorplannen (via NWO) of de subsidie «Hestia-beurzen» (via het NWO-onderdeel Fonds Onderzoek en Wetenschap);
- de bekostiging van NWO wordt voor 2025 tot en met 2029 met € 0,9 miljoen jaarlijks verlaagd ter dekking van de campussen Groningen. Zie voor nadere toelichting artikel 4 (Beroepsonderwijs en volwasseneducatie);
- de bekostiging van NWO wordt vanaf 2031 structureel met € 3,7 miljoen verlaagd ter dekking van het investeringspakket voor het ondernemingsklimaat van de microchipsector (Kamerstukken II, 33009, nr 141).
Amendement Soepboer
In het kader van het amendement Soepboer vindt een overboeking plaats van € 0,5 miljoen van 2025 tot 2028 van het instrument NWO praktijkgericht onderzoek naar artikel 4 MBO ten behoeve van de dekking voor de inrichting en uitvoering van een practoraat «Friese taal en Geletterdheid in de meertalige context» (Amendement van het lid Soepboer c.s., Kamerstukken II, 36410-VIII, nr. 54).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 66,7 miljoen verhoogd. Deze verandering is voornamelijk het resultaat van:
- het binnen het Fonds Onderzoek en Wetenschap overhevelen van de subsidieregeling Horizon Europe van het instrument Bijdragen aan agentschappen naar Subsidies (€ 79,1 miljoen). Dit betreft een boekhoudkundige wijziging, er zijn geen inhoudelijke gevolgen;
- het met een kasschuif in lijn brengen van de budgetten voor het NGF-project Biotech Booster op met het verwachte kasritme in de komende jaren en de diverse openstaande verplichtingen op de NGF-projecten (per saldo € 14,1 miljoen in 2024);
- de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 (zie ook algemeen deel), waardoor de subsidies voor € 6,9 miljoen in 2024 en € 5,5 miljoen structureel worden opgehoogd;
- uitgaven (per saldo € 4,7 miljoen) waarvan de besteding bij nadere uitwerking via andere instrumenten loopt dan dit subsidie-instrument, zoals de «Hestia-beurzen» (via het NWO-onderdeel Fonds Onderzoek en Wetenschap).
Daarnaast vindt er vanaf 2025 binnen subsidies een extensivering plaats van structureel € 1,3 miljoen op nationale coördinatie. Dit wordt ingezet als intensivering voor Naturalis Biodiversity Center. Onderzoek van EY concludeert dat de subsidie aan Naturalis onvoldoende toereikend is. Naar aanleiding van dit onderzoek, worden er hiermee extra middelen beschikbaar gesteld voor Naturalis.
Amendement Soepboer
In het kader van het amendement Soepboer vindt een overboeking plaats van € 0,5 miljoen in 2024 naar artikel 4 MBO ten behoeve van de dekking voor de inrichting en uitvoering van een practoraat «Friese taal en Geletterdheid in de meertalige context» (Amendement van het lid Soepboer c.s., Kamerstukken II, 36410-VIII, nr. 54).
Opdrachten
Het budget voor opdrachten wordt met € 3,8 miljoen verlaagd.
Bijdrage aan agentschappen
Het budget voor agentschappen wordt per saldo met € 79,3 miljoen verlaagd. Deze verlaging hangt samen met het overhevelen van de regeling Horizon Europe naar het instrument Subsidies. Tegelijkertijd stijgt het budget de komende jaren als gevolg van de uitvoeringskosten van de screeningswet die in voorbereiding is. De totale kosten voor de uitvoering van de screeningswet worden begroot op € 11,3 miljoen structureel, waarvan nu € 7,9 miljoen aanvullend wordt gedekt vanuit de meevaller op de referentieraming en studiefinancieringsraming.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 4,2 miljoen verhoogd. Dit komt door de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 en extra uitgaven door een wisselkoerstegenvaller binnen de contributies aan (inter)nationale organisaties.
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget blijft ongewijzigd ten opzichte van de begroting.
3.14 Beleidsartikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 7.835 | 0 | 7.835 | 4.724 | 12.559 | ‒ 161 | 995 | 636 | 991 | 20.158 |
Uitgaven | 20.965 | 0 | 20.965 | 2.826 | 23.791 | 852 | 1.852 | 1.485 | 1.371 | 20.158 |
Bekostiging | 13.263 | 0 | 13.263 | 704 | 13.967 | 701 | 698 | 698 | 584 | 11.584 |
Kennisinfrastructuur: Gender- en lhbti- gelijkheid | 13.263 | 0 | 13.263 | 704 | 13.967 | 701 | 698 | 698 | 584 | 11.584 |
Subsidies (regelingen) | 4.874 | 0 | 4.874 | 723 | 5.597 | 787 | 261 | 204 | 204 | 4.461 |
Gender- en lhbti- gelijkheid 2022-2027 | 4.874 | 0 | 4.874 | 723 | 5.597 | 787 | 261 | 204 | 204 | 4.461 |
Opdrachten | 1.947 | 0 | 1.947 | 2.115 | 4.062 | 80 | 1.609 | 490 | 490 | 2.200 |
Bijdrage aan medeoverheden | 881 | 0 | 881 | ‒ 716 | 165 | ‒ 716 | ‒ 716 | 93 | 93 | 1.913 |
Gemeentefonds gender- en lhbti- gelijkheid | 881 | 0 | 881 | ‒ 716 | 165 | ‒ 716 | ‒ 716 | 93 | 93 | 1.913 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In de kolom «Mutaties 1e suppletoire begroting 2024» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen zijn met € 4,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de loon- en prijsbijstelling tranche 2024 voor de jaren 2024-2027 in het jaar 2024 verplicht worden. Zie het algemene deel voor een verdere toelichting op de loon- en prijsbijstelling.
Uitgaven
De uitgaven zijn met € 2,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 0,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de lpo tranche 2024.
Subsidies
De uitgaven zijn per saldo met € 0,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de lpo tranche 2024 € 0,2 miljoen, een openstaande verplichting € 0,3 miljoen en een bijdrage vanuit artikel 6 (Hoger onderwijs) aan het nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag van € 0,3 miljoen (2025; € 0,3 miljoen).
Opdrachten
De uitgaven zijn per saldo met € 2,1 miljoen verhoogd. Dit betreft onder andere de lpo tranche 2024 (€ 0,1 miljoen) en extra middelen in het kader van het Nationaal actieprogramma seksueel grensoverschrijdend gedrag € 0,5 miljoen in 2024 (2025; € 0,2 miljoen, 2026; € 0,03 miljoen). Tevens is voor de verlenging van het Nationaal actieprogramma SGGSG tot eind 2026 een bedrag van € 1,1 miljoen toegevoegd aan de begroting in het jaar 2026. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden tussen de instrumenten (€ 0,5 miljoen). In het kader van de herpositionering en duurzame borging van de archief- en bibliotheekfunctie op het gebied van gendergelijkheid en de daarmee verwachte kosten is een bedrag van € 1,0 miljoen toegevoegd aan de begroting.
Bijdrage aan medeoverheden
De uitgaven zijn met € 0,7 miljoen verlaagd. Dit betreft € 0,8 miljoen aan overboekingen naar het gemeentefonds in het kader van de programma's Regenboogsteden en Veilige steden. Voor de jaren 2024-2026 is € 0,1 miljoen per jaar toegevoegd aan de begroting ten behoeve van het Programma Veilig steden.
4 De niet-beleidsartikelen
4.1 Niet beleidsartikel 91. Nog onverdeeld
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 574 | 11.166 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 574 | 11.166 |
Loonbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Prijsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onvoorzien | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 574 | 11.166 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven.
4.2 Niet-beleidsartikel 95. Apparaat Kerndepartement
Budgettaire gevolgen van beleid
Verplichtingen | 395.426 | 0 | 395.426 | 40.743 | 436.169 | 28.713 | 31.174 | 32.029 | 22.157 | 407.694 |
Uitgaven | 395.426 | 0 | 395.426 | 40.743 | 436.169 | 28.713 | 31.174 | 32.029 | 22.157 | 407.694 |
Personele uitgaven | 329.287 | 0 | 329.287 | 40.558 | 369.845 | 27.750 | 30.211 | 31.066 | 21.444 | 330.340 |
waarvan eigen personeel | 316.914 | 0 | 316.914 | 33.967 | 350.881 | 25.070 | 28.136 | 27.521 | 21.444 | 318.283 |
waarvan externe inhuur | 7.710 | 0 | 7.710 | 6.591 | 14.301 | 2.680 | 2.075 | 3.545 | 0 | 7.489 |
waarvan overige personele uitgaven | 4.663 | 0 | 4.663 | 0 | 4.663 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.568 |
Materiële uitgaven | 66.139 | 0 | 66.139 | 185 | 66.324 | 963 | 963 | 963 | 713 | 77.354 |
waarvan ICT | 7.275 | 0 | 7.275 | 491 | 7.766 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8.109 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 24.490 | 0 | 24.490 | 62 | 24.552 | 293 | 293 | 293 | 293 | 24.773 |
waarvan overige materiële uitgaven | 34.374 | 0 | 34.374 | ‒ 368 | 34.006 | 670 | 670 | 670 | 420 | 44.472 |
Begrotingsreserve schatkistbankieren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 567 | 0 | 567 | 0 | 567 | 0 | 0 | 0 | 0 | 567 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2024" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2024» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 40,7 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 40,7 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 40,6 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
- doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2024: € 21,1 miljoen (zie het algemeen deel);
- diverse kasschuiven (per saldo € 2,9 miljoen in 2024) om budget door te schuiven naar de jaren waarin de uitgaven plaatsvinden;
- diverse interdepartementale overboekingen: € 6,7 miljoen. Hiervan komt het grootste deel van BZK, € 5,0 miljoen voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag);
- diverse interne overboekingen (per saldo € 12,6 miljoen): Het betreft hier voornamelijk uitvoeringskosten voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) waarvoor het budget nog niet aan het apparaatsbudget was toegevoegd (€ 7,3 miljoen);
- overige mutaties: toevoeging middelen eindejaarsmarge, middelen Nationaal Groeifonds en extensiveringen op artikel 95 (per saldo € 3,0 miljoen).
Materiële uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.
5 Agentschappen
5.1 Agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, examens, informatievoorziening, alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering, waarbij de burger en instellingen centraal worden gesteld. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het Inkoop Uitvoeringscentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern OCW en haar diensten en andere overheidsorganen.
Baten | |||
- Omzet | 445.212 | 42.872 | 488.084 |
waarvan omzet moederdepartement | 354.673 | 42.872 | 397.545 |
waarvan omzet overige departementen | 84.128 | ‒ | 84.128 |
waarvan omzet derden | 6.411 | ‒ | 6.411 |
Rentebaten | ‒ | ‒ | ‒ |
Vrijval voorzieningen | ‒ | ‒ | ‒ |
Bijzondere baten | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal baten | 445.212 | 42.872 | 488.084 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | 406.812 | 42.872 | 449.684 |
- Personele kosten | 295.950 | 28.935 | 324.885 |
waarvan eigen personeel | 248.475 | 24.443 | 272.918 |
waarvan inhuur externen | 39.537 | 3.853 | 43.390 |
waarvan overige personele kosten | 7.938 | 639 | 8.577 |
- Materiële kosten | 110.862 | 13.937 | 124.799 |
waarvan apparaat ICT | 30.261 | 3.614 | 33.875 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 27.219 | 3.451 | 30.670 |
waarvan overige materiële kosten | 53.382 | 6.872 | 60.254 |
Rentelasten | 1.100 | 0 | 1.100 |
Afschrijvingskosten | 35.700 | 0 | 35.700 |
- Materieel | 13.000 | 0 | 13.000 |
waarvan apparaat ICT | 12.500 | 0 | 12.500 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 500 | 0 | 500 |
- Immaterieel | 22.700 | 0 | 22.700 |
Overige lasten | 1.500 | 0 | 1.500 |
waarvan dotaties voorzieningen | 1500 | 0 | 1500 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 445.112 | 42.872 | 487.984 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 100 | 0 | 100 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 100 | 0 | 100 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
De baten in de 1e suppletoire begroting stijgen met € 42,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 (€ 445,2 miljoen). De lasten stijgen eveneens met € 42,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 (€ 445,2 miljoen).
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement in de 1e suppletoire begroting is € 42,9 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024. De stijging heeft betrekking op de toegekende loon- en prijsbijstelling 2024 (€ 16,7 miljoen), additionele werkzaamheden op het gebied van informatie- en systeembeveiliging teneinde aan de meest actuele compliancy vereisten te voldoen (€ 12,6 miljoen) en toegekende middelen ter dekking van gestegen huisvestingslasten (€ 1,7 miljoen) respectievelijk de vernieuwde IKB-regeling die effectief is per 1 januari 2023 (€ 5,0 miljoen). Daarnaast is sprake van meerkosten op het vlak van ICT (€ 1,9 miljoen), additionele dienstverlening op het gebied van examens (€ 4,1 miljoen) en het naar voren halen van de werkzaamheden van de subsidieregeling STAP-budget (€ 0,9 miljoen).
Lasten
Apparaatskosten
De apparaatskosten in de 1e suppletoire begroting zijn € 42,9 miljoen hoger ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024. De personele kosten stijgen met € 28,9 miljoen en de materiële kosten stijgen met € 14,0 miljoen. In de stijging zijn de toekenning van de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling (€ 16,7 miljoen), werkzaamheden op het gebied van informatie- en systeembeveiliging (€ 12,6 miljoen) en de gestegen kosten voor huisvesting (€ 1,7 miljoen) respectievelijk IKB (€ 5,0 miljoen) opgenomen. Daarnaast komt de stijging voort uit meerkosten op het vlak van ICT (€ 1,9 miljoen), additionele dienstverlening op het gebied van examens (€ 4,1 miljoen) en het naar voren halen van de werkzaamheden van de subsidieregeling STAP-budget (€ 0,9 miljoen).
Kasstroomoverzicht
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 20.231 | 0 | 20.231 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 445.212 | 42.872 | 488.084 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 409.512 | ‒ 42.872 | ‒ 452.384 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 35.700 | 0 | 35.700 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 73.600 | ‒ 20.700 | ‒ 94.300 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 73.600 | ‒ 20.700 | ‒ 94.300 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 35.700 | 10.061 | ‒ 25.639 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 73.600 | 20.700 | 94.300 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 37.900 | 30.761 | 68.661 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 20.231 | 10.061 | 30.292 |
Toelichting
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2024 met de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling en overige bijstellingen. Daarnaast is de aangevraagde leenfaciliteit verwerkt evenals de daarbij behorende investeringen en zijn de verwachte aflossingen op reeds afgesloten leningen aangepast.