[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2024D14431, datum: 2024-04-18, bijgewerkt: 2024-06-13 14:10, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36550-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36550 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2024Z06229:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023‒2024
36 550V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 16 februari 2024 de eerste incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Eerste Kamer heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H.G.J. Bruins Slot

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.

Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2024. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de totale omvang van de HGIS voor 2024 toe met EUR 2.402,6 miljoen (uitgaven minus ontvangsten).

HGIS-uitgaven 9.554,1 12.161,8 2.607,7
HGIS-ontvangsten 340,0 555,1 215,1
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten) 9.214,1 11.606,7 2.392,6
  1. De tabel bevat afrondingsverschillen.

De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken, die in de navolgende tabel per categorie worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2024 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.

Enerzijds heeft het kabinet de HGIS uitgaven verhoogd in het kader van de oorlog in OekraĂŻne. Daarnaast stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macro-cijfers ten opzichte van de eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2023. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling, het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (bbp), en de omvang van de Official Development Aid (ODA) met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (bni). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel bbp alsook bni.

Stand HGIS-nota 2024 9.554,1
1) Aanpassing BNI/BBP raming 78,3
2) Eindejaarsmarge 70,5
3) Overboekingen van/naar HGIS 2.616,8
4) Kasschuif ‒ 200
5) Desalderingen 42,1
Stand Voorjaarsnota 2024 12.161,8
  1. De tabel bevat afrondingsverschillen.

Toelichting uitgavenmutaties

Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 2.607,7 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2024 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:

  1. Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het bni (ODA) en de prijscomponent van het bbp (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 78,3 miljoen. Dit betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan.
  2. De eindejaarsmarge, die over 2023 is aangevraagd, is in 2024 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over voornamelijk de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken en Klimaat en Justitie en Veiligheid.
  3. Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een stijging van EUR 2.616,8 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS ten gevolge van de oorlog in OekraĂŻne. Het kabinet heeft hiervoor aanvullend in totaal EUR 2,6 miljard beschikbaar gesteld voor militaire, diplomatieke en humanitaire steun en op het gebied van accountability. Deze middelen worden voornamelijk uitgegeven via de begrotingen van Defensie, Buitenlandse Zaken, JenV en BHOS. De laatste in het oog springende mutatie is de jaarlijkse overheveling van Buitenlandse Zaken aan Defensie voor de BSB-beveiliging van het postennet. Hierdoor neemt de HGIS af met EUR 25,2 miljoen. Het restant van de mutatie is het resultaat van meerdere kleine overboekingen.
  4. Er is een kasschuif verwerkt van 2024 naar 2025 van EUR 200 miljoen. Dit is in het kader van de militaire steun aan OekraĂŻne, waardoor uitgaven pas in 2025 gedaan worden.
  5. Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 11,8 miljoen), hogere ontvangsten vanwege het terugstorten van een dubbele betaling t.b.v. IFC op de begroting van Financiën (EUR 19 miljoen) en hogere diverse ontvangsten van de Europese Investeringsbank (EIB) op de BHOS begroting (EUR 12 miljoen).
Stand HGIS-nota 2024 340.0
Mutaties 215,1
Stand Voorjaarsnota 2024 555,1
  1. De tabel bevat afrondingsverschillen.

Toelichting ontvangstenmutaties

Het ontvangstenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EUR 215,1 miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2024 is gepresenteerd. Dit komt door onder meer ontvangsten t.b.v. Oekraïne (EUR 268 miljoen). Ook wordt er EUR 42,1 miljoen gedesaldeerd. Daarnaast wordt een ontvangst op de BZ-begroting ter hoogte van EUR 95 miljoen doorgeschoven naar 2025 middels een kasschuif.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 1,2 miljard en een daling van de ontvangsten met EUR 162,5 miljoen. De belangrijkste uitgavenmutaties bij de eerste suppletoire begroting worden in de onderstaande tabellen weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.

Vastgestelde begroting 2024 13 449 258
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 2.1 12 000
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 2.4 ‒ 25 230
3) Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 ‒ 903 823
4) Europees Ontwikkelingsfonds 3.2 ‒ 14 331
5) Invoerrechten aan de Europese Unie 3.6 ‒ 400 000
6) Apparaat; personeel 7.1.13 11 150
7) Apparaat; materieel 7.1.14 51 820
8) Nog onverdeeld (HGIS) 6.1 ‒ 11 276
9) Overige mutaties div. 33 292
Stand 1e suppletoire begroting 2024 12 202 860

Toelichting

1) Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid
Het budget voor goede internationale samenwerking stÄłgt in 2024, met name als gevolg van de organisatie van de NAVO-Top 2024, waarvoor de kosten gedeeltelÄłk op de BZ-begroting terecht komen.

2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband
Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog- risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten.

3) Afdrachten aan de Europese Unie
De ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie worden naar beneden bijgesteld als gevolg van een lagere bni-afdracht.

4) Europees Ontwikkelingsfonds
De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2024 zÄłn neerwaarts bÄłgesteld, op basis van een geactualiseerde raming van de Europese Commissie.

5) Invoerrechten aan de Europese Unie
Als gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de cijfers Centraal Economisch Plan (CEP-cijfers) wordt de raming van de EU-invoerrechten naar beneden bÄłgesteld.

6) Apparaat: personeel
De positieve bijstelling van het budget voor personele uitgaven betreft voornamelijk de loon- en prijsontwikkeling.

7) Apparaat: materieel
De positieve bijstelling van het budget voor materiële uitgaven betreft de loon- en prijsontwikkeling (EUR 14,9 miljoen) en de realisatie van de huisvestingsstrategie (EUR 15,8 miljoen) middels de middelenafspraak uitgavenbudget. In de HGIS zijn er correcties voor apparaat opgenomen voor een bedrag van EUR 24 miljoen.

8) Nog onverdeeld (HGIS)
De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van bbp-ramingen door het CPB, de verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2023, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen.

Vastgestelde begroting 2024 4 075 549
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Diverse ontvangsten EU 3.10 1 106 590
2) Europees herstelfonds 3.11 ‒ 1 185 101
3) Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 4.20 13 310
4) Diverse ontvangsten apparaat 7.10 ‒ 95 000
5) Overige mutaties div. ‒ 2 300
Stand 1e suppletoire begroting 2024 3 913 048

Toelichting

1) Diverse ontvangsten EU
De actualisatie van de perceptiekostenvergoeding leidt tot een verwachte daling van de ontvangsten, het ontvangstenbudget Overige ontvangsten EU laat daarentegen een stijging zien. Dit komt o.a. door verrekeningen van voorschotten op de invoerrechten en nacalculatie van de EU-afdrachten. Per saldo stijgt het budget op artikelonderdeel 3.10 Diverse ontvangsten EU met ruim EUR 1,1 miljard in 2024.

2) Europees herstelfonds
Nederland verwacht de ontvangsten uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit begin 2025 in plaats van in 2024. Daarom is deze ontvangstenraming in 2024 naar beneden bijgesteld en wordt de ontvangstenraming in 2025 verhoogd.

3) Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
De ontvangsten voor consulaire dienstverlening stijgen met EUR 13 miljoen omdat er meer paspoort en visa aanvragen zijn gedaan.

4) Diverse ontvangsten apparaat
Er is een ontvangst van EUR 95 miljoen verschoven van 2024 naar 2025 in verband met het moment waarop de ontvangsten worden verwacht van een grote verkoop.

4 Beleidsartikelen

4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 99.615 47.250 146.865 1.906 148.771 14.360 32.068 33.438 33.883 169.643
Uitgaven 131.890 47.250 179.140 1.264 180.404 17.100 33.106 32.920 32.920 162.362
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 52.625 45.250 97.875 ‒ 5.615 92.260 16.920 32.920 32.920 32.920 84.735
Subsidies (regelingen) 750 33.000 33.750 865 34.615 800 800 800 800 1.550
Internationaal recht 750 33.000 33.750 865 34.615 800 800 800 800 1.550
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 51.875 12.250 64.125 ‒ 6.480 57.645 16.120 32.120 32.120 32.120 83.185
Verenigde Naties 35.295 0 35.295 4.705 40.000 4.705 4.705 4.705 4.705 40.000
OESO 8.345 0 8.345 ‒ 6.000 2.345 0 0 0 0 7.535
Internationaal Strafhof 4.650 0 4.650 ‒ 4.600 50 0 0 0 0 4.650
Internationaal recht 3.585 12.250 15.835 ‒ 585 15.250 11.415 27.415 27.415 27.415 31.000
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 65.402 2.000 67.402 1.500 68.902 0 0 0 0 67.402
Subsidies (regelingen) 18.722 2.000 20.722 ‒ 558 20.164 ‒ 99 ‒ 126 ‒ 148 ‒ 123 18.972
Mensenrechtenfonds 18.722 2.000 20.722 ‒ 558 20.164 ‒ 99 ‒ 126 ‒ 148 ‒ 123 18.972
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 46.680 0 46.680 2.058 48.738 99 126 148 123 48.430
Mensenrechtenfonds 37.030 0 37.030 2.058 39.088 99 126 148 123 38.780
Mensenrechten multilateraal 9.650 0 9.650 0 9.650 0 0 0 0 9.650
1.3 Gastandbeleid internationale organisaties 13.863 0 13.863 5.379 19.242 180 186 0 0 10.225
Subsidies (regelingen) 6.849 0 6.849 101 6.950 180 186 0 0 4.400
Carnegiestichting 6.849 0 6.849 101 6.950 180 186 0 0 4.400
Bijdrage aan agentschappen 5.448 0 5.448 5.163 10.611 0 0 0 0 4.550
Vredespaleis 5.448 0 5.448 5.163 10.611 0 0 0 0 4.550
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.566 0 1.566 115 1.681 0 0 0 0 1.275
Internationaal Strafhof 796 0 796 0 796 0 0 0 0 725
Nederland Gastland 770 0 770 115 885 0 0 0 0 550
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Geen toelichting nodig.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 1 Versterkte internationale rechtsorde zijn voor 67% juridisch verplicht (stand midden april 2024).


Artikelonderdeel 1.1
De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.1 zijn in 2024 met EUR 5,6 miljoen gedaald ten opzichte van de vastgestelde begroting. Deze wijziging betreft het saldo van meerdere mutaties. Zo is de contributie aan de Verenigde Naties met circa EUR 4,7 miljoen meerjarig verhoogd en is EUR 6 miljoen van de contributie aan OESO voor 2024 betaald in 2023. Verder is ook circa EUR 4,6 miljoen van de bijdrage aan het Internationaal Strafhof voor 2024 betaald in 2023.

Artikelonderdeel 1.2
De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.2 zijn in 2024 ongeveer EUR 1,5 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Deze stijging komt door het amendement Sjoerdsma 36410-V nr. 15 over het terugdraaien van een bezuiniging van EUR 2 miljoen op het Mensenrechtenfonds voor het begrotingsjaar 2024.

Artikelonderdeel 1.3
De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.3 zijn in 2024 circa EUR 5,4 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit komt voornamelijk door de toevoeging van de eindejaarsmarge van EUR 5,2 miljoen voor het Vredespaleis.

4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 262.814 15.730 278.544 96.123 374.667 18.927 ‒ 23.005 ‒ 22.994 ‒ 10.794 287.614
Uitgaven 272.798 15.730 288.528 5.760 294.288 44.345 826 1.053 ‒ 2.746 294.533
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 19.133 0 19.133 17.765 36.898 42.700 3.800 3.800 0 26.840
Subsidies (regelingen) 565 0 565 0 565 0 0 0 0 600
Atlantische Commissie 565 0 565 0 565 0 0 0 0 600
Opdrachten 0 0 0 12.000 12.000 38.900 0 0 0 0
NAVO-top Nederland 2025 0 0 0 12.000 12.000 38.900 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 18.568 0 18.568 5.765 24.333 3.800 3.800 3.800 0 26.240
NAVO 13.600 0 13.600 1.200 14.800 0 0 0 0 21.350
WEU 690 0 690 50 740 0 0 0 0 690
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2.428 0 2.428 0 2.428 0 0 0 0 2.700
Veiligheidsfonds 1.850 0 1.850 4.515 6.365 3.800 3.800 3.800 0 1.500
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 15.027 3.000 18.027 1.000 19.027 0 0 0 0 13.451
Subsidies (regelingen) 12.827 0 12.827 1.000 13.827 0 0 0 0 11.251
Anti-terrorisme instituut 630 0 630 0 630 0 0 0 0 551
Contra-terrorisme 7.420 0 7.420 500 7.920 0 0 0 0 7.420
Cyber security 3.852 0 3.852 0 3.852 0 0 0 0 3.280
Global Forum on Cyber Expertise 925 0 925 500 1.425 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 2.200 3.000 5.200 0 5.200 0 0 0 0 2.200
Contra-terrorisme 880 0 880 0 880 0 0 0 0 880
Cyber security 1.320 3.000 4.320 0 4.320 0 0 0 0 1.320
2.3 Wapenbeheersing 10.982 0 10.982 245 11.227 555 555 555 555 11.349
Opdrachten 465 0 465 990 1.455 0 0 0 0 197
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 465 0 465 0 465 0 0 0 0 197
Conferentie REAIM en follow up 0 0 0 990 990 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 10.517 0 10.517 ‒ 745 9.772 555 555 555 555 11.152
IAEA 7.317 0 7.317 275 7.592 275 275 275 275 7.592
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1.280 0 1.280 700 1.980 200 200 200 200 1.560
CTBTO 1.920 0 1.920 ‒ 1.720 200 80 80 80 80 2.000
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 195.834 10.730 206.564 ‒ 13.100 193.464 ‒ 910 ‒ 3.529 ‒ 3.302 ‒ 3.301 213.071
Subsidies (regelingen) 27.528 5.000 32.528 1.527 34.055 825 825 825 825 28.353
Nederland Helsinki Comité 28 0 28 0 28 0 0 0 0 28
Stabiliteitsfonds 25.000 5.000 30.000 0 30.000 0 0 0 0 25.000
Training buitenlandse diplomaten 2.500 0 2.500 1.527 4.027 825 825 825 825 3.325
Opdrachten 3.170 0 3.170 0 3.170 1.036 0 0 0 0
Makandra 3.170 0 3.170 0 3.170 1.036 0 0 0 0
Bijdrage aan agentschappen 330 0 330 13 343 0 0 0 0 0
Makandra 330 0 330 13 343 0 0 0 0 0
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 134.129 10.000 144.129 11.767 155.896 ‒ 1.149 ‒ 3.737 ‒ 4.815 ‒ 4.814 158.800
OVSE 6.000 0 6.000 0 6.000 0 0 0 0 6.000
Stabiliteitsfonds 45.099 10.000 55.099 4.660 59.759 0 0 0 0 61.727
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 82.937 0 82.937 0 82.937 ‒ 706 ‒ 3.294 ‒ 4.588 ‒ 4.588 91.073
Overige 93 0 93 7.107 7.200 ‒ 443 ‒ 443 ‒ 227 ‒ 226 0
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 25.230 0 25.230 ‒ 25.230 0 0 0 0 0 25.230
Inzet hoog-risico posten 25.230 0 25.230 ‒ 25.230 0 0 0 0 0 25.230
Nog te verdelen 5.447 ‒ 4.270 1.177 ‒ 1.177 0 ‒ 1.622 ‒ 617 688 688 688
Nog te verdelen 5.447 ‒ 4.270 1.177 ‒ 1.177 0 ‒ 1.622 ‒ 617 688 688 688
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 31.822 2.000 33.822 ‒ 150 33.672 2.000 0 0 0 29.822
Subsidies (regelingen) 18.215 2.000 20.215 ‒ 606 19.609 1.621 ‒ 59 ‒ 72 ‒ 2 19.351
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 13.822 2.000 15.822 ‒ 9 15.813 1.626 ‒ 354 ‒ 367 ‒ 297 11.652
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 4.393 0 4.393 ‒ 597 3.796 ‒ 5 295 295 295 7.699
Opdrachten 4.563 0 4.563 0 4.563 0 0 0 0 2.143
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 4.563 0 4.563 0 4.563 0 0 0 0 2.143
Bijdrage aan agentschappen 648 0 648 451 1.099 374 354 367 297 427
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 648 0 648 0 648 0 0 0 0 257
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA 0 0 0 451 451 374 354 367 297 170
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 8.396 0 8.396 5 8.401 5 ‒ 295 ‒ 295 ‒ 295 7.901
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka 8.396 0 8.396 5 8.401 5 ‒ 295 ‒ 295 ‒ 295 7.901
Ontvangsten 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 1.242
Art. Ontvangsten 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 1.242
2.10 Doorberekening Defensie diversen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 242
Doorberekening Defensie diversen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 242
Doorberekening Defensie diversen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 242
2.40 Restituties programma's 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 1.000
Restituties programma's 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 1.000
Restituties programma's 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 1.000

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget van artikel 2 stijgt in 2024 met ruim EUR 96 miljoen. Dit is met name het gevolg van het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen op het Stabiliteitsfonds in het kader van ontmijning en op het budget voor training van buitenlandse diplomaten voor het verlengen van de overeenkomst met Clingendael.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 2 Veiligheid en stabiliteit zijn voor 78% juridisch verplicht (stand midden april 2024).

Artikelonderdeel 2.1
Het budget voor goede internationale samenwerking stijgt in 2024. Dit is met name het gevolg van de organisatie van de NAVO-Top 2025, waarvoor de kosten gedeeltelijk op de BZ-begroting terecht komen (EUR 12 miljoen in 2024). Daarnaast wordt de samenwerking met het Centre for Humanitarian Dialogue in het kader van vrede en veiligheid verlengd wat leidt tot een meerjarige stijging van EUR 3,8 miljoen van het budget van het Veiligheidsfonds, en stijgt de civiele bijdrage aan de NAVO in 2024 met EUR 1,2 miljoen als gevolg van een contributieverhoging.

Artikelonderdeel 2.4
Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de BSB-beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten. Er is een bijdrage van EUR 5 miljoen gedaan voor de VN-gezant voor wederopbouw voor Gaza, door een overheveling naar het Stabiliteitsfonds vanuit artikelonderdeel 4.1 Humanitaire Hulp van de BHOS-begroting.

4.3 Artikel 3: Effectieve Europese Samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 11.021.214 595.900 11.617.114 ‒ 1.314.169 10.302.945 ‒ 553.833 363.241 232.666 ‒ 475.297 17.030.917
Uitgaven 11.193.606 595.900 11.789.506 ‒ 1.315.848 10.473.658 ‒ 562.670 359.181 228.416 ‒ 479.547 17.072.265
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 5.970.130 295.000 6.265.130 ‒ 903.823 5.361.307 ‒ 82.856 847.218 733.643 42.680 11.293.944
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 5.970.130 295.000 6.265.130 ‒ 903.823 5.361.307 ‒ 82.856 847.218 733.643 42.680 11.293.944
BNI-afdrachten 4.272.701 295.000 4.567.701 ‒ 903.823 3.663.878 ‒ 82.856 847.218 733.643 42.680 9.367.574
BTW-afdrachten 1.461.809 0 1.461.809 0 1.461.809 0 0 0 0 1.689.707
Plastic-grondslag 235.620 0 235.620 0 235.620 0 0 0 0 236.663
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 85.983 0 85.983 ‒ 14.331 71.652 ‒ 4.777 0 0 0 41.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 85.983 0 85.983 ‒ 14.331 71.652 ‒ 4.777 0 0 0 41.000
Europees Ontwikkelingsfonds 85.983 0 85.983 ‒ 14.331 71.652 ‒ 4.777 0 0 0 41.000
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 18.261 0 18.261 2.181 20.442 3.170 3.170 3.170 3.170 14.170
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 18.261 0 18.261 2.181 20.442 3.170 3.170 3.170 3.170 14.170
Raad van Europa 11.000 0 11.000 2.181 13.181 3.170 3.170 3.170 3.170 14.170
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank 7.261 0 7.261 0 7.261 0 0 0 0 0
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 5.376 0 5.376 223 5.599 793 793 603 603 5.409
Subsidies (regelingen) 348 0 348 0 348 0 0 0 0 348
EIPA 348 0 348 0 348 0 0 0 0 348
Opdrachten 778 0 778 ‒ 253 525 317 317 127 127 335
Europa College beurzenprogramma 570 0 570 ‒ 380 190 190 190 0 0 0
EU-sanctiebeleid 208 0 208 127 335 127 127 127 127 335
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.250 0 4.250 476 4.726 476 476 476 476 4.726
Benelux bijdrage 4.250 0 4.250 476 4.726 476 476 476 476 4.726
3.5 Europese Vredesfaciliteit 129.856 300.900 430.756 ‒ 98 430.658 0 0 0 0 48.742
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 129.856 300.900 430.756 ‒ 98 430.658 0 0 0 0 48.742
Europese Vredesfaciliteit 129.856 300.900 430.756 ‒ 98 430.658 0 0 0 0 48.742
3.6 Invoerrechten aan de Europese Unie 4.984.000 0 4.984.000 ‒ 400.000 4.584.000 ‒ 479.000 ‒ 492.000 ‒ 509.000 ‒ 526.000 5.669.000
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.984.000 0 4.984.000 ‒ 400.000 4.584.000 ‒ 479.000 ‒ 492.000 ‒ 509.000 ‒ 526.000 5.669.000
Invoerrechten 4.984.000 0 4.984.000 ‒ 400.000 4.584.000 ‒ 479.000 ‒ 492.000 ‒ 509.000 ‒ 526.000 5.669.000
Ontvangsten 3.882.204 0 3.882.204 ‒ 78.511 3.803.693 1.065.351 ‒ 123.000 ‒ 127.250 ‒ 131.500 1.417.500
Art. Ontvangsten 3.882.204 0 3.882.204 ‒ 78.511 3.803.693 1.065.351 ‒ 123.000 ‒ 127.250 ‒ 131.500 1.417.500
3.10 Diverse ontvangsten EU 1.245.998 0 1.245.998 1.106.590 2.352.588 ‒ 119.750 ‒ 123.000 ‒ 127.250 ‒ 131.500 1.417.250
Diverse ontvangsten EU 1.245.998 0 1.245.998 1.106.590 2.352.588 ‒ 119.750 ‒ 123.000 ‒ 127.250 ‒ 131.500 1.417.250
Invoerrechten 1.245.998 0 1.245.998 ‒ 100.000 1.145.998 ‒ 119.750 ‒ 123.000 ‒ 127.250 ‒ 131.500 1.417.250
Overige ontvangsten EU 0 0 0 1.206.590 1.206.590 0 0 0 0 0
3.11 Europees herstelfonds 2.635.956 0 2.635.956 ‒ 1.185.101 1.450.855 1.185.101 0 0 0 0
Europees herstelfonds 2.635.956 0 2.635.956 ‒ 1.185.101 1.450.855 1.185.101 0 0 0 0
Europees herstelfonds 2.635.956 0 2.635.956 ‒ 1.185.101 1.450.855 1.185.101 0 0 0 0
3.30 Restitutie Raad van Europa 250 0 250 0 250 0 0 0 0 250
Restitutie Raad van Europa 250 0 250 0 250 0 0 0 0 250
Restitutie Raad van Europa 250 0 250 0 250 0 0 0 0 250

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen op artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie en artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 3 Effectieve Europese samenwerking zijn voor 97% juridisch verplicht (stand midden april 2024).

Artikelonderdeel 3.1
Bij de eerste suppletoire begroting worden de ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie in 2024 in totaal met EUR 904 miljoen en in 2025 met EUR 83 miljoen naar beneden bijgesteld. In 2026-2027 gaat het om een bijstelling naar boven van in totaal EUR 1,6 miljard. Deze wijzigingen zijn het gevolg van bijstellingen van de bni-afdracht. De invoerrechten worden vanaf het begrotingsjaar 2024 apart verantwoord op artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten aan de Europese Unie.

De neerwaartse bijstelling in 2024 komt geheel door mutaties op de bni-afdracht.
Ten eerste is de opvraging van de middelen door de Commissie naar aanleiding van de vierde aanvullende Europese begroting over 2023 over de jaargrens geschoven. Om deze reden wordt dit bedrag pas in 2024 opgehaald bij de lidstaten. Omdat het hier gaat om een verlaging van de begroting leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van EUR -193 miljoen in 2024.
Ten tweede is een correctie geboekt van de nacalculatie 2023 van EUR 556 miljoen (over het boekjaar 2022). Deze mutatie was op de bni-afdracht geboekt als negatieve uitgave, maar is verplaatst naar de overige ontvangsten (zie mutaties artikelonderdeel 3.10). De mutatie moet dus in samenhang gezien worden met de overige ontvangsten en is saldoneutraal.
Ten derde is een omvangrijke neerwaartse bijstelling geboekt in 2024 van EUR 1,3 miljard als gevolg van verwachte onderuitputting op de cohesiefondsen in 2024 en 2025. Uw Kamer is eerder per brief geïnformeerd dat de besluitvorming rondom de herziening van het meerjarig financieel kader (MFK) afgewacht zou worden, voordat de onderuitputting op de EU-begroting, met name bij de cohesiefondsen, verwerkt zou worden in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten.
De besluitvorming over de MFK-herziening is inmiddels afgerond. Over de uitkomsten bent u per brief geïnformeerd. De budgettaire effecten zijn grotendeels verwerkt in een incidentele suppletoire begroting1 maar nog niet de gehele impact was toen duidelijk. Inmiddels is via de aangepaste versie van de MFK-verordening ook het ritme van de bezuinigingen en intensiveringen op de speciale instrumenten boven de MFK-plafonds bekend. Dit leidt op EU-niveau in totaal tot een per saldo verhoging van de speciale instrumenten van EUR 1,6 miljard. Hierover leest u meer in de Kamerbrief over de Eerste aanvullende Europese begroting 20242. Ook wordt het exacte ritme van de Oekraïne-faciliteit verwerkt. De MFK-herziening leidt wel tot extra afdrachten, maar deze kunnen gedekt worden uit de eerder genoemde onderuitputting. De verwachting is dat de resterende onderuitputting in de jaren 2026-2027 alsnog uitgegeven zal worden. Om die reden is besloten de onderuitputting door te schuiven naar deze jaren.

De opwaartse bijstelling in 2025 betreft de nacalculatie 2024 (over het boekjaar 2023) over de bni- en btw-afdracht. Op basis van de vastgestelde bni- en btw-cijfers wordt de raming van de Nederlandse afdracht opwaarts bijgesteld met EUR 260 miljoen. De nacalculatie over de plastic-afdracht betreft een teruggave van EUR 44 miljoen en is daarom op artikelonderdeel 3.10 ontvangsten geboekt. Netto betreft de nacalculatie een eenmalige hogere afdracht van EUR 216 miljoen.

Artikelonderdeel 3.2
De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor 2024 en 2025 zijn neerwaarts bijgesteld, op basis van een geactualiseerde raming van de Europese Commissie.

Artikelonderdeel 3.3
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 3.3, een hechtere Europese waardengemeenschap, laat een structurele stijging zien. Deze stijging is het gevolg van een verhoogde contributie aan de Raad van Europa (RvE), onder andere als gevolg van het wegvallen van de contributie van Rusland en de financiering van nieuwe prioriteiten voortkomend uit de RvE-top van Reykjavik.

Artikelonderdeel 3.6
De invoerrechten worden door een technische correctie met EUR 400 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is het een gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de CEP-cijfers (Centraal Economisch Plan – raming van het CPB). Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van FinanciĂ«n en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect en zodat de nationale ramingen van de inkomsten- en uitgavenkant van de invoerrechten gelijk zijn aan elkaar. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2025-2028.

Ontvangsten

Artikelonderdeel 3.10
De diverse ontvangsten van de EU worden in totaal met EUR 1,1 miljard naar boven bijgesteld in 2024. Dit heeft een aantal oorzaken.
Ten eerste worden de ontvangsten met EUR 556 miljoen naar boven bijgesteld vanwege de nacalculatie 2023 (over het boekjaar 2022). Dit betreft een technische verschuiving van de bni-afdracht naar de ontvangsten en de mutatie is dus saldoneutraal. Zie ook toelichting artikelonderdeel 3.1.
Ten tweede wordt de nacalculatie 2024 (over het boekjaar 2023) voor de plastic-afdracht verwerkt. Dit betreft een verhoging van de ontvangsten van EUR 44 miljoen.
Ten derde wordt de perceptiekostenvergoeding naar beneden bijgesteld. Nederland mag 25% van de totale invoerrechten zelf houden, ter dekking van de gemaakte kosten voor de inning ervan. Deze korting geldt ook voor eventuele nabetalingen. De perceptiekostenvergoeding wordt bij eerste suppletoire begroting met EUR 100 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is het gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van CEP-cijfers. Bij de invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten-en uitgavenkant van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit saldo-effect. Deze bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2025-2028.

Als laatste wordt een aantal voorschotten aan de Europese Commissie verrekend3. Dit betreft de verrekening met de EU van verschillende casussen over onder voorbehoud afgedragen traditionele eigen middelen (TEM). Het gaat om de zonnepanelencasus, de lage waarde textiel en schoenen (LWTS) casus en verschillende kleinere casussen. Voor de zonnepanelencasus heeft Nederland EUR 634 miljoen vooruitbetaald, hiervan krijgt Nederland EUR 405,6 miljoen terug. Voor de LWTS casus ontvangt Nederland EUR 46,2 miljoen terug van de EUR 148,3 miljoen die was vooruitbetaald. In 2023 heeft Nederland reeds EUR 83,8 miljoen hiervan ontvangen. Voor de overige casussen krijgt Nederland EUR 167,3 miljoen terug van de EUR 236,3 miljoen die was vooruitbetaald.

Artikelonderdeel 3.11
Tot en met 2026 maakt Nederland aanspraak op EUR 5,4 miljard uit de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Volgens planning dient Nederland in het najaar 2024 het tweede betaalverzoek in. Uitbetaling geschiedt pas na goedkeuring door de Europese Raad op basis van een beoordeling door de Europese Commissie. De kans is groot dat Nederland het geld pas begin 2025 ontvangt. Daarom is het bedrag van circa EUR 1,2 miljard van 2024 naar 2025 verschoven.

Geldstromen richting de EU

Om een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU wordt met ingang van de Ontwerpbegroting 2024 in de BZ-begrotingsstukken een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van:
– Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en plastic-afdrachten);
– Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten);
– Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding
– Artikel 9 Begroting FinanciĂ«n: Vertragingsrente betaald aan de Europese Commissie

H5 (BZ) 3.1 Nationale afdrachten 5 970 130 295 000 6 265 130 ‒ 903 823 5 361 307 ‒ 82 856 847 218 733 643 42 680 11 293 944
Bni-afdracht 4 272 701 295 000 4 567 701 ‒ 903 823 3 663 878 ‒ 82 856 847 218 733 643 42 680 9 367 574
Btw-afdracht 1 461 809 0 1 461 809 0 1 461 809 0 0 0 0 1 689 707
Plastic 235 620 0 235 620 0 235 620 0 0 0 0 236 663
H5 (BZ) 3.6 Invoer-rechten 4 984 000 0 4 984 000 ‒ 400 000 4 584 000 ‒ 479 000 ‒ 492 000 ‒ 509 000 ‒ 526 000 5 669 000
H5 (BZ) 3.10 Ontvangsten EU 1 245 998 0 1 245 998 1 106 590 2 352 588 ‒ 119 750 ‒ 123 000 ‒ 127 250 ‒ 131 500 1 417 250
Perceptie-kosten
vergoeding
1 245 998 0 1 245 998 ‒ 100 000 1 145 998 ‒ 119 750 ‒ 123 000 ‒ 127 250 ‒ 131 500 1 417 250
Overige ontvangsten EU 0 0 0 1 206 590 1 206 590 0 0 0 0 0
H9 (FIN) 9.44.2 Vertragings-rente 0 0 0 199 0 0 0 0 0 0
Totaal 9 708 132 295 000 10 003 132 ‒ 2 410 214 7 592 719 ‒ 442 106 478 218 351 893 ‒ 351 820 15 545 694

4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 62.738 270 63.008 13.487 76.495 1.351 3.564 1.964 13.564 56.151
Uitgaven 61.221 270 61.491 10.732 72.223 595 1.218 1.163 1.270 59.791
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 14.587 270 14.857 1.995 16.852 ‒ 10 0 0 0 14.723
Subsidies (regelingen) 1.560 270 1.830 995 2.825 ‒ 10 0 0 0 1.560
Gedetineerdenbegeleiding 1.560 270 1.830 995 2.825 ‒ 10 0 0 0 1.560
Inkomensoverdrachten 540 0 540 0 540 0 0 0 0 540
Gedetineerdenbegeleiding 540 0 540 0 540 0 0 0 0 540
Opdrachten 12.487 0 12.487 1.000 13.487 0 0 0 0 12.623
Consulaire bijstand 409 0 409 0 409 0 0 0 0 409
Reisdocumenten en verkiezingen 5.314 0 5.314 0 5.314 0 0 0 0 5.350
Consulaire opleidingen 400 0 400 0 400 0 0 0 0 400
Consulaire informatiesystemen 6.364 0 6.364 1.000 7.364 0 0 0 0 6.464
4.2 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 16.827 0 16.827 5.191 22.018 630 630 630 630 17.464
Opdrachten 15.799 0 15.799 5.191 20.990 630 630 630 630 16.436
Ambtsberichtenonderzoek 150 0 150 0 150 0 0 0 0 150
Visumverlening 2.858 0 2.858 ‒ 800 2.058 0 0 0 0 2.858
Legalisatie en verificatie 80 0 80 0 80 0 0 0 0 80
Consulaire informatiesystemen 12.711 0 12.711 5.991 18.702 630 630 630 630 13.348
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.028 0 1.028 0 1.028 0 0 0 0 1.028
Bijdragen asiel en migratie 1.028 0 1.028 0 1.028 0 0 0 0 1.028
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7.500 0 7.500 875 8.375 125 738 738 738 8.794
Subsidies (regelingen) 4.762 0 4.762 ‒ 98 4.664 125 738 738 738 8.794
Internationaal cultuurbeleid 4.762 0 4.762 ‒ 98 4.664 125 738 738 738 8.794
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 2.738 0 2.738 973 3.711 0 0 0 0 0
Internationaal cultuurbeleid 2.738 0 2.738 973 3.711 0 0 0 0 0
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 22.307 0 22.307 2.671 24.978 ‒ 150 ‒ 150 ‒ 205 ‒ 98 18.810
Subsidies (regelingen) 8.436 0 8.436 1.336 9.772 ‒ 724 ‒ 724 ‒ 779 ‒ 672 7.508
Instituut Clingendael 2.800 0 2.800 ‒ 750 2.050 ‒ 750 ‒ 750 ‒ 750 ‒ 750 2.050
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 3.058 0 3.058 2.000 5.058 0 0 0 0 3.058
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 49 0 49 272 321 22 22 22 22 71
Publieksdiplomatie 2.229 0 2.229 ‒ 186 2.043 0 0 0 0 2.229
Onderzoeksprogramma 100 0 100 0 100 0 0 0 0 100
Academische Leerstoel Anton de Kom 200 0 200 0 200 4 4 ‒ 51 56 0
Opdrachten 10.612 0 10.612 ‒ 451 10.161 574 574 574 574 8.256
Adviesraad Internationale Vraagstukken 597 0 597 149 746 74 74 74 74 671
Instituut Clingendael 1.150 0 1.150 300 1.450 0 0 0 0 1.000
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 1.000 0 1.000 0 1.000 0 0 0 0 1.000
Algemene voorlichting 2.790 0 2.790 ‒ 1.400 1.390 0 0 0 0 2.790
Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten 2.000 0 2.000 500 2.500 500 500 500 500 2.500
Onderzoeksprogramma 3.075 0 3.075 0 3.075 0 0 0 0 295
Bijdrage aan agentschappen 400 0 400 1.000 1.400 0 0 0 0 400
Algemene voorlichting 0 0 0 1.000 1.000 0 0 0 0 0
Verkeersnotificaties 400 0 400 0 400 0 0 0 0 400
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 2.859 0 2.859 786 3.645 0 0 0 0 2.646
Europese bewustwording 463 0 463 600 1.063 0 0 0 0 250
Publieksdiplomatie 2.396 0 2.396 186 2.582 0 0 0 0 2.396
Ontvangsten 67.674 0 67.674 11.010 78.684 14.165 13.714 13.358 9.666 82.446
Art. Ontvangsten 67.674 0 67.674 11.010 78.684 14.165 13.714 13.358 9.666 82.446
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 21.000 0 21.000 ‒ 1.500 19.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 19.500
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 21.000 0 21.000 ‒ 1.500 19.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 19.500
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 21.000 0 21.000 ‒ 1.500 19.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 ‒ 1.500 19.500
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 45.600 0 45.600 13.310 58.910 16.465 16.014 15.658 11.966 62.672
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 45.600 0 45.600 13.310 58.910 16.465 16.014 15.658 11.966 62.672
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 45.600 0 45.600 13.310 58.910 16.465 16.014 15.658 11.966 62.672
4.40 Doorberekening Defensie diversen 874 0 874 ‒ 800 74 ‒ 800 ‒ 800 ‒ 800 ‒ 800 74
Doorberekening Defensie diversen 874 0 874 ‒ 800 74 ‒ 800 ‒ 800 ‒ 800 ‒ 800 74
Doorberekening Defensie diversen 874 0 874 ‒ 800 74 ‒ 800 ‒ 800 ‒ 800 ‒ 800 74
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 200 0 200 0 200 0 0 0 0 200
Ontvangsten verkeersnotificaties 200 0 200 0 200 0 0 0 0 200
Ontvangsten verkeersnotificaties 200 0 200 0 200 0 0 0 0 200

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt met ruim EUR 13 miljoen. Dit komt met name omdat er wordt geïnvesteerd in informatiesystemen voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen en er verplichtingen zijn aangegaan voor het uitdragen van de Nederlandse waarden en belangen.

Uitgaven

De uitgaven voor 2024 op artikel 4 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden zijn voor 72% juridisch verplicht (stand midden april 2024).

Artikelonderdeel 4.1
Het budget voor consulaire dienstverlening stijgt. Dit komt omdat er betalingen uit 2023 zijn doorgeschoven naar 2024. Het gaat hierbij om Gedetineerdenbegeleiding (EUR 1 miljoen) en Consulaire Informatiesystemen (EUR 1 miljoen).

Artikelonderdeel 4.2
De toename in kosten komt deels omdat betalingen uit 2023 pas in 2024 hebben plaatsgevonden. Dit geldt voor Visumverlening (EUR 800.000) en Consulaire Informatiesystemen Vreemdelingenbeleid (EUR 6 miljoen). Hierbij is rekening gehouden met de inflatie door een loon- en prijsbijstelling.

Artikelonderdeel 4.3
Het budget voor Internationaal Cultuurbeleid neemt toe voor het organiseren van de UNESCO Conferentie in 2024. Dit is ter markering van het 70-jarige jubileum van het Haags verdrag voor bescherming van erfgoed in conflict uit 1954.

Voor 2026 tot en met 2028 komt er jaarlijks EUR 738.000 vrij voor het nieuwe Internationaal Cultuurbeleid en voor koloniale collecties. Deze bijdrage heeft als doel de (internationale) toegankelijkheid van de koloniale collecties in Nederland te bevorderen en de internationale museale samenwerking te versterken. Dit is in het kader van het Herdenkingsjaar en het slavernijverleden.

Na de invasie door Rusland is OekraĂŻne in 2023 als prioriteitsland aangemerkt in ons Internationale Cultuurbeleid. Hierdoor zijn er extra middelen beschikbaar gesteld. Het culturele budget voor de post in Moskou wordt naar beneden bijgesteld.

Artikelonderdeel 4.4
Het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB) dient ter versterking van het buitenlandbeleid van Nederland en wordt in toenemende mate ingezet (EUR 2 miljoen extra in 2024). De afgelopen jaren vond dan ook vanwege vroegtijdige uitputting incidentele ophoging plaats. Vanwege het door de veranderende geopolitieke situatie toegenomen belang meer te investeren in de bilaterale relaties is vastgesteld dat ophoging van het POBB noodzakelijk is.

Clingendael krijgt een opdracht van EUR 300.000 voor het inwinnen van kennis via het China Kennisnetwerk (CKN) en de Rusland/Oost-Europa Kennis Alliantie (REKA) van Clingendael. De Russische oorlog tegen Oekraïne heeft geleid tot een (blijvend) toegenomen vraag naar kennis en expertise inzake Oost-Europa.

Het budget voor het Koninklijk Huis wordt verhoogd met EUR 500.000 door hogere kosten van inkomende en uitgaande staatsbezoeken, werkbezoeken, en het diner en de nieuwjaarsreceptie van het Corps Diplomatique.

Voor de bijdrage aan (inter)nationale organisaties, komt er EUR 600.000 bij voor Europese Bewustwording. Dit is een eindejaarsmarge boeking door een vertraagde inkoopopdracht. Dit betreft de uitvoering van een kamermotie.

Ontvangsten

Artikelonderdeel 4.20
De ontvangsten voor consulaire dienstverlening stijgen met EUR 13 miljoen omdat er meer paspoort en visa aanvragen zijn gedaan. Dit komt door de 10-jaars piek, aangezien documenten die zijn uitgegeven sinds 9 maart 2014 10 jaar geldig zijn. Hiermee heeft BZ een structurele hogere ontvangst van circa EUR 10 miljoen per jaar die hoger zijn dan in de periode voor corona. In 2024 wordt EUR 4 miljoen gedesaldeerd met artikel 7 (apparaat). Bovendien wordt EUR 7,8 miljoen gebruikt om verschillende tegenvallers en intensiveringen op te vangen.

5 Niet-beleidsartikelen

5.1 Artikel 5: Geheim

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Art. Verplichtingen 11.875 0 11.875 ‒ 11.276 599 ‒ 46.318 ‒ 29.930 ‒ 28.029 ‒ 25.060 119.032
Uitgaven 11.875 0 11.875 ‒ 11.276 599 ‒ 46.318 ‒ 29.930 ‒ 28.029 ‒ 25.060 119.032
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 11.875 0 11.875 ‒ 11.276 599 ‒ 46.318 ‒ 29.930 ‒ 28.029 ‒ 25.060 119.032
Nog onverdeeld (HGIS) 11.875 0 11.875 ‒ 11.276 599 ‒ 46.318 ‒ 29.930 ‒ 28.029 ‒ 25.060 119.032
Nog onverdeeld (HGIS) 11.875 0 11.875 ‒ 11.276 599 ‒ 46.318 ‒ 29.930 ‒ 28.029 ‒ 25.060 119.032
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Het budget voor het artikel - Nog onverdeeld - heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2023, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder de organisatie van de NAVO-Top in 2025 en het opvangen van verhogingen van verschillende contributies.

5.3 Artikel 7: Apparaat

In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.

Verplichtingen 1 077 118 0 1 077 118 76 070 1 153 188 4 370 24 273 24 024 23 925 1 019 339
Uitgaven 1 118 718 0 1 118 718 62 970 1 181 688 4 370 24 273 24 024 23 925 1 019 339
7.1.13 Personele uitgaven 667 523 0 667 523 11 150 678 673 8 729 8 632 8 533 8 434 678 602
Eigen personeel 655 523 0 655 523 11 150 666 673 8 729 8 632 8 533 8 434 666 602
Inhuur extern 12 000 0 12 000 0 12 000 0 0 0 0 12 000
Overige personele uitgaven 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
7.1.14 Materiele uitgaven 451 195 0 451 195 51 820 503 015 ‒ 4 359 15 641 15 491 15 491 340 737
ICT 71 758 0 71 758 ‒ 5 458 66 300 2 542 2 542 2 542 2 542 73 449
Bijdragen aan SSO's 54 147 0 54 147 6 089 60 236 6 089 6 089 6 089 6 089 60 236
Overige materieel 325 290 0 325 290 51 189 376 479 ‒ 12 990 7 010 6 860 6 860 207 052
7.2 Koersverschillen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 124 671 0 124 671 ‒ 95 000 29 671 95 000 0 0 0 28 571
7.10 Diverse ontvangsten 124 671 0 124 671 ‒ 95 000 29 671 95 000 0 0 0 28 571
7.11 Koersverschillen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen zijn gelijk aan de uitgaven binnen het apparaatsartikel. Voor de aankoop van het pand in Brussel (in 2022) zijn de verplichtingen in 2024 EUR 28,5 miljoen lager.

Uitgaven

Artikelonderdeel 7.1.13
De uitgaven voor personeel nemen voornamelijk toe door de volgende mutaties:

  1. Een stijging van ongeveer EUR 8 miljoen komt door de loon- en prijsbijstelling (LPB) voor zowel de kosten van het personeel op het departement als de kosten voor het uitgezonden personeel en lokaal personeel op de posten. Deze uitgaven voor LPB worden gefinancierd vanuit de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).
  2. Verder is er een eindejaarmarge van EUR 1,5 miljoen ten behoeve van het onderzoek naar de loonvaststellingssystematiek voor de lokale medewerkers.
  3. Interdepartementale overboekingen ad EUR 1,6 miljoen als bijdrage voor de inzet van personeel bij Buitenlandse Zaken t.b.v. andere departementen.

Artikelonderdeel 7.1.14
De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De belangrijkste meerjarige mutaties zijn:

  1. De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14,9 miljoen. Deze stijgingen zijn meerjarig.
  2. De begroting voor de ICT kosten over 2024 is lager vanwege uitgaven voor licenties die nog eind 2023 hebben plaatsgevonden.
  3. Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 15,8 miljoen toegevoegd in 2024. In de voorjaarsnota was er al een bedrag van EUR 13,1 naar 2024 geschoven. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.
  4. In de HGIS zijn er correcties voor apparaat opgenomen. Dit betreffen eindejaarsmarges en een dekking voor het gas. Het saldo van deze mutaties is gebruikt om de overprogrammering op het apparaat te dekken. Dit betreft een bedrag van EUR 24 miljoen.
  5. Voor 2025 is er een reservering van EUR 20 miljoen geboekt op apparaat (Overig materieel). Dit bedrag zal worden meegenomen als overprogrammering.

Ontvangsten

Voor de ontvangsten is een ontvangst van EUR 95 miljoen verschoven van 2024 naar 2025. Dit in verband met het moment waarop de ontvangsten worden verwacht van een grote verkoop.


  1. __Kamerstukken 2023-2024, 21501-20, nr. 2021 en https://www.rijksfinancien.nl/incidentele-suppletoire-begrotingen/2024/ISB1/V↩

  2. __Kamerstukken 2023-2024, 21501-03-182 en Begrotingsraad | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩

  3. __Kamerstukken 2023-2024, 31934, nr. 78 en www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2024Z05740&did=2024D13296↩