Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Memorie van toelichting
Nummer: 2024D14431, datum: 2024-04-18, bijgewerkt: 2024-06-13 14:10, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36550-V-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36550 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2024Z06229:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-04-24 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-25 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-05-17 14:00: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-06-19 19:15: Wijziging van de begrotingsstaat van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 (Wijziging samenhangende met de voorjaarsnota) (36550-V) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2024-06-25 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023â2024 |
36 550V | Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) |
Nr. 2 |
|
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1Â tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 16Â februari 2024 de eerste incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Eerste Kamer heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom âvastgestelde begrotingâ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H.G.J. Bruins Slot
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
De voorliggende suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2024 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS, alsook de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Conform de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Zie hiervoor onderstaande tabel. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
< 50 | 1 | 2 |
=> 50 en < 200 | 2 | 4 |
=> 200 < 1000 | 5 | 10 |
=> 1000 | 10 | 20 |
In onderdeel 5Â staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.
2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS
In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de HGIS-nota 2024. Zoals uit de hiernavolgende tabel blijkt, neemt de totale omvang van de HGIS voor 2024 toe met EURÂ 2.402,6Â miljoen (uitgaven minus ontvangsten).
HGIS-uitgaven | 9.554,1 | 12.161,8 | 2.607,7 |
HGIS-ontvangsten | 340,0 | 555,1 | 215,1 |
Omvang HGIS (uitgaven min ontvangsten) | 9.214,1 | 11.606,7 | 2.392,6 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
De per saldo toename van het budget kent een aantal oorzaken, die in de navolgende tabel per categorie worden toegelicht. Een meer uitgebreide toelichting is daarnaast ook in de verticale toelichting van de Voorjaarsnota 2024 opgenomen en op de respectievelijke departementale begrotingen weergegeven.
Enerzijds heeft het kabinet de HGIS uitgaven verhoogd in het kader van de oorlog in OekraĂŻne. Daarnaast stijgt het budget vanwege de doorwerking van de bijgestelde macro-cijfers ten opzichte van de eerdere raming zoals deze is opgesteld op Prinsjesdag 2023. Het beschikbare budget voor de HGIS beweegt mee met de economische ontwikkeling, het non-ODA-deel met het prijsniveau van het Bruto Binnenlands Product (bbp), en de omvang van de Official Development Aid (ODA) met de ontwikkeling van het Bruto Nationaal Inkomen (bni). De meest recente CPB-cijfers laten een hoger dan eerder verwachte raming zien van zowel bbp alsook bni.
Stand HGIS-nota 2024 | 9.554,1 |
1) Aanpassing BNI/BBP raming | 78,3 |
2) Eindejaarsmarge | 70,5 |
3) Overboekingen van/naar HGIS | 2.616,8 |
4) Kasschuif | â 200 |
5) Desalderingen | 42,1 |
Stand Voorjaarsnota 2024 | 12.161,8 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
Toelichting uitgavenmutaties
Het uitgavenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EURÂ 2.607,7Â miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2024 is gepresenteerd. Dit kent de volgende oorzaken:
- Op basis van wijzigingen in de CPB-ramingen voor het bni (ODA) en de prijscomponent van het bbp (non-ODA) is de omvang van de HGIS op dit onderdeel gestegen met EUR 78,3 miljoen. Dit betreft met name de ODA-middelen die hoofdzakelijk op de BHOS-begroting staan.
- De eindejaarsmarge, die over 2023 is aangevraagd, is in 2024 toegevoegd aan de HGIS en verdeeld over voornamelijk de begrotingen van Buitenlandse Zaken, Defensie, Economische Zaken en Klimaat en Justitie en Veiligheid.
- Er vinden meerdere overboekingen van en naar de HGIS plaats. Per saldo kent de HGIS op dit onderdeel daardoor een stijging van EUR 2.616,8 miljoen. Een aantal in het oog springende mutaties betreft onder meer de toevoeging van budget aan de HGIS ten gevolge van de oorlog in OekraĂŻne. Het kabinet heeft hiervoor aanvullend in totaal EUR 2,6 miljard beschikbaar gesteld voor militaire, diplomatieke en humanitaire steun en op het gebied van accountability. Deze middelen worden voornamelijk uitgegeven via de begrotingen van Defensie, Buitenlandse Zaken, JenV en BHOS. De laatste in het oog springende mutatie is de jaarlijkse overheveling van Buitenlandse Zaken aan Defensie voor de BSB-beveiliging van het postennet. Hierdoor neemt de HGIS af met EUR 25,2 miljoen. Het restant van de mutatie is het resultaat van meerdere kleine overboekingen.
- Er is een kasschuif verwerkt van 2024 naar 2025 van EUR 200 miljoen. Dit is in het kader van de militaire steun aan OekraĂŻne, waardoor uitgaven pas in 2025 gedaan worden.
- Het saldo van de desalderingen bestaat voornamelijk uit drie mutaties. Enerzijds neemt het budget toe door een positieve desaldering van consulaire ontvangsten op de begroting van Buitenlandse Zaken (EUR 11,8 miljoen), hogere ontvangsten vanwege het terugstorten van een dubbele betaling t.b.v. IFC op de begroting van Financiën (EUR 19 miljoen) en hogere diverse ontvangsten van de Europese Investeringsbank (EIB) op de BHOS begroting (EUR 12 miljoen).
Stand HGIS-nota 2024 | 340.0 |
Mutaties | 215,1 |
Stand Voorjaarsnota 2024 | 555,1 |
- De tabel bevat afrondingsverschillen.
Toelichting ontvangstenmutaties
Het ontvangstenkader van de HGIS neemt per saldo toe met EURÂ 215,1Â miljoen ten opzichte van de stand die in de HGIS nota 2024 is gepresenteerd. Dit komt door onder meer ontvangsten t.b.v. OekraĂŻne (EURÂ 268Â miljoen). Ook wordt er EURÂ 42,1Â miljoen gedesaldeerd. Daarnaast wordt een ontvangst op de BZ-begroting ter hoogte van EURÂ 95Â miljoen doorgeschoven naar 2025 middels een kasschuif.
3 Beleid
3.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen die per saldo leiden tot een verlaging van de geraamde uitgaven op de begroting van Buitenlandse Zaken (V) met EURÂ 1,2Â miljard en een daling van de ontvangsten met EURÂ 162,5Â miljoen. De belangrijkste uitgavenmutaties bij de eerste suppletoire begroting worden in de onderstaande tabellen weergegeven en toegelicht. De uitgebreide toelichtingen zijn per beleidsartikel opgenomen in hoofdstuk 4.
Vastgestelde begroting 2024 | 13 449 258 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 2.1 | 12 000 |
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 2.4 | â 25 230 |
3) Afdrachten aan de Europese Unie | 3.1 | â 903 823 |
4) Europees Ontwikkelingsfonds | 3.2 | â 14 331 |
5) Invoerrechten aan de Europese Unie | 3.6 | â 400 000 |
6) Apparaat; personeel | 7.1.13 | 11 150 |
7) Apparaat; materieel | 7.1.14 | 51 820 |
8) Nog onverdeeld (HGIS) | 6.1 | â 11 276 |
9) Overige mutaties | div. | 33 292 |
Stand 1e suppletoire begroting 2024 | 12 202 860 |
Toelichting
1) Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen
en bondgenootschappelijke veiligheid
Het budget voor goede internationale samenwerking stÄłgt in 2024, met
name als gevolg van de organisatie van de NAVO-Top 2024, waarvoor de
kosten gedeeltelÄłk op de BZ-begroting terecht komen.
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in
internationaal verband
Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op
hoog- risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de
Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) beveiliging van personeel
van een aantal hoog-risicoposten.
3) Afdrachten aan de Europese Unie
De ramingen van de afdrachten aan de Europese Unie worden naar
beneden bijgesteld als gevolg van een lagere bni-afdracht.
4) Europees Ontwikkelingsfonds
De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF)
voor 2024 zÄłn neerwaarts bÄłgesteld, op basis van een geactualiseerde
raming van de Europese Commissie.
5) Invoerrechten aan de Europese Unie
Als gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten
op basis van de cijfers Centraal Economisch Plan (CEP-cijfers) wordt de
raming van de EU-invoerrechten naar beneden bÄłgesteld.
6) Apparaat: personeel
De positieve bijstelling van het budget voor personele uitgaven
betreft voornamelijk de loon- en prijsontwikkeling.
7) Apparaat: materieel
De positieve bijstelling van het budget voor materiële uitgaven betreft
de loon- en prijsontwikkeling (EURÂ 14,9Â miljoen) en de realisatie van de
huisvestingsstrategie (EURÂ 15,8Â miljoen) middels de middelenafspraak
uitgavenbudget. In de HGIS zijn er correcties voor apparaat opgenomen
voor een bedrag van EURÂ 24Â miljoen.
8) Nog onverdeeld (HGIS)
De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing
van bbp-ramingen door het CPB, de verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge
2023, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en
overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is
overeengekomen.
Vastgestelde begroting 2024 | 4 075 549 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Diverse ontvangsten EU | 3.10 | 1 106 590 |
2) Europees herstelfonds | 3.11 | â 1 185 101 |
3) Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 4.20 | 13 310 |
4) Diverse ontvangsten apparaat | 7.10 | â 95 000 |
5) Overige mutaties | div. | â 2 300 |
Stand 1e suppletoire begroting 2024 | 3 913 048 |
Toelichting
1) Diverse ontvangsten EU
De actualisatie van de perceptiekostenvergoeding leidt tot een verwachte
daling van de ontvangsten, het ontvangstenbudget Overige ontvangsten EU
laat daarentegen een stijging zien. Dit komt o.a. door verrekeningen van
voorschotten op de invoerrechten en nacalculatie van de EU-afdrachten.
Per saldo stijgt het budget op artikelonderdeel 3.10 Diverse ontvangsten
EU met ruim EURÂ 1,1Â miljard in 2024.
2) Europees herstelfonds
Nederland verwacht de ontvangsten uit de Herstel- en
Veerkrachtfaciliteit begin 2025 in plaats van in 2024. Daarom is deze
ontvangstenraming in 2024 naar beneden bijgesteld en wordt de
ontvangstenraming in 2025 verhoogd.
3) Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen
De ontvangsten voor consulaire dienstverlening stÄłgen met EURÂ 13Â miljoen
omdat er meer paspoort en visa aanvragen zÄłn gedaan.
4) Diverse ontvangsten apparaat
Er is een ontvangst van EURÂ 95Â miljoen verschoven van 2024 naar 2025 in
verband met het moment waarop de ontvangsten worden verwacht van een
grote verkoop.
4 Beleidsartikelen
4.1 Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting â het toevoegen van het jaar t+5 â en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Art. | Verplichtingen | 99.615 | 47.250 | 146.865 | 1.906 | 148.771 | 14.360 | 32.068 | 33.438 | 33.883 | 169.643 |
Uitgaven | 131.890 | 47.250 | 179.140 | 1.264 | 180.404 | 17.100 | 33.106 | 32.920 | 32.920 | 162.362 | |
1.1 | Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 52.625 | 45.250 | 97.875 | â 5.615 | 92.260 | 16.920 | 32.920 | 32.920 | 32.920 | 84.735 |
Subsidies (regelingen) | 750 | 33.000 | 33.750 | 865 | 34.615 | 800 | 800 | 800 | 800 | 1.550 | |
Internationaal recht | 750 | 33.000 | 33.750 | 865 | 34.615 | 800 | 800 | 800 | 800 | 1.550 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 51.875 | 12.250 | 64.125 | â 6.480 | 57.645 | 16.120 | 32.120 | 32.120 | 32.120 | 83.185 | |
Verenigde Naties | 35.295 | 0 | 35.295 | 4.705 | 40.000 | 4.705 | 4.705 | 4.705 | 4.705 | 40.000 | |
OESO | 8.345 | 0 | 8.345 | â 6.000 | 2.345 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.535 | |
Internationaal Strafhof | 4.650 | 0 | 4.650 | â 4.600 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.650 | |
Internationaal recht | 3.585 | 12.250 | 15.835 | â 585 | 15.250 | 11.415 | 27.415 | 27.415 | 27.415 | 31.000 | |
1.2 | Bescherming en bevordering van mensenrechten | 65.402 | 2.000 | 67.402 | 1.500 | 68.902 | 0 | 0 | 0 | 0 | 67.402 |
Subsidies (regelingen) | 18.722 | 2.000 | 20.722 | â 558 | 20.164 | â 99 | â 126 | â 148 | â 123 | 18.972 | |
Mensenrechtenfonds | 18.722 | 2.000 | 20.722 | â 558 | 20.164 | â 99 | â 126 | â 148 | â 123 | 18.972 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 46.680 | 0 | 46.680 | 2.058 | 48.738 | 99 | 126 | 148 | 123 | 48.430 | |
Mensenrechtenfonds | 37.030 | 0 | 37.030 | 2.058 | 39.088 | 99 | 126 | 148 | 123 | 38.780 | |
Mensenrechten multilateraal | 9.650 | 0 | 9.650 | 0 | 9.650 | 0 | 0 | 0 | 0 | 9.650 | |
1.3 | Gastandbeleid internationale organisaties | 13.863 | 0 | 13.863 | 5.379 | 19.242 | 180 | 186 | 0 | 0 | 10.225 |
Subsidies (regelingen) | 6.849 | 0 | 6.849 | 101 | 6.950 | 180 | 186 | 0 | 0 | 4.400 | |
Carnegiestichting | 6.849 | 0 | 6.849 | 101 | 6.950 | 180 | 186 | 0 | 0 | 4.400 | |
Bijdrage aan agentschappen | 5.448 | 0 | 5.448 | 5.163 | 10.611 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.550 | |
Vredespaleis | 5.448 | 0 | 5.448 | 5.163 | 10.611 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.550 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 1.566 | 0 | 1.566 | 115 | 1.681 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.275 | |
Internationaal Strafhof | 796 | 0 | 796 | 0 | 796 | 0 | 0 | 0 | 0 | 725 | |
Nederland Gastland | 770 | 0 | 770 | 115 | 885 | 0 | 0 | 0 | 0 | 550 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Toelichting
Verplichtingen
Geen toelichting nodig.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 1Â Versterkte internationale rechtsorde zijn voor 67% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 1.1
De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.1 zijn in 2024 met
EURÂ 5,6Â miljoen gedaald ten opzichte van de vastgestelde begroting. Deze
wijziging betreft het saldo van meerdere mutaties. Zo is de contributie
aan de Verenigde Naties met circa EURÂ 4,7Â miljoen meerjarig verhoogd en
is EURÂ 6Â miljoen van de contributie aan OESO voor 2024 betaald in 2023.
Verder is ook circa EURÂ 4,6Â miljoen van de bijdrage aan het
Internationaal Strafhof voor 2024 betaald in 2023.
Artikelonderdeel 1.2
De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.2 zijn in 2024 ongeveer
EURÂ 1,5Â miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Deze stijging komt
door het amendement Sjoerdsma 36410-V nr. 15Â over het terugdraaien van
een bezuiniging van EURÂ 2Â miljoen op het Mensenrechtenfonds voor het
begrotingsjaar 2024.
Artikelonderdeel 1.3
De geraamde uitgaven voor artikelonderdeel 1.3 zijn in 2024
circa EURÂ 5,4Â miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit komt
voornamelijk door de toevoeging van de eindejaarsmarge van
EURÂ 5,2Â miljoen voor het Vredespaleis.
4.2 Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting â het toevoegen van het jaar t+5 â en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Art. | Verplichtingen | 262.814 | 15.730 | 278.544 | 96.123 | 374.667 | 18.927 | â 23.005 | â 22.994 | â 10.794 | 287.614 |
Uitgaven | 272.798 | 15.730 | 288.528 | 5.760 | 294.288 | 44.345 | 826 | 1.053 | â 2.746 | 294.533 | |
2.1 | Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 19.133 | 0 | 19.133 | 17.765 | 36.898 | 42.700 | 3.800 | 3.800 | 0 | 26.840 |
Subsidies (regelingen) | 565 | 0 | 565 | 0 | 565 | 0 | 0 | 0 | 0 | 600 | |
Atlantische Commissie | 565 | 0 | 565 | 0 | 565 | 0 | 0 | 0 | 0 | 600 | |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 12.000 | 12.000 | 38.900 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
NAVO-top Nederland 2025 | 0 | 0 | 0 | 12.000 | 12.000 | 38.900 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 18.568 | 0 | 18.568 | 5.765 | 24.333 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 0 | 26.240 | |
NAVO | 13.600 | 0 | 13.600 | 1.200 | 14.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | 21.350 | |
WEU | 690 | 0 | 690 | 50 | 740 | 0 | 0 | 0 | 0 | 690 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 2.428 | 0 | 2.428 | 0 | 2.428 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.700 | |
Veiligheidsfonds | 1.850 | 0 | 1.850 | 4.515 | 6.365 | 3.800 | 3.800 | 3.800 | 0 | 1.500 | |
2.2 | Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 15.027 | 3.000 | 18.027 | 1.000 | 19.027 | 0 | 0 | 0 | 0 | 13.451 |
Subsidies (regelingen) | 12.827 | 0 | 12.827 | 1.000 | 13.827 | 0 | 0 | 0 | 0 | 11.251 | |
Anti-terrorisme instituut | 630 | 0 | 630 | 0 | 630 | 0 | 0 | 0 | 0 | 551 | |
Contra-terrorisme | 7.420 | 0 | 7.420 | 500 | 7.920 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.420 | |
Cyber security | 3.852 | 0 | 3.852 | 0 | 3.852 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.280 | |
Global Forum on Cyber Expertise | 925 | 0 | 925 | 500 | 1.425 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 2.200 | 3.000 | 5.200 | 0 | 5.200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.200 | |
Contra-terrorisme | 880 | 0 | 880 | 0 | 880 | 0 | 0 | 0 | 0 | 880 | |
Cyber security | 1.320 | 3.000 | 4.320 | 0 | 4.320 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.320 | |
2.3 | Wapenbeheersing | 10.982 | 0 | 10.982 | 245 | 11.227 | 555 | 555 | 555 | 555 | 11.349 |
Opdrachten | 465 | 0 | 465 | 990 | 1.455 | 0 | 0 | 0 | 0 | 197 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 465 | 0 | 465 | 0 | 465 | 0 | 0 | 0 | 0 | 197 | |
Conferentie REAIM en follow up | 0 | 0 | 0 | 990 | 990 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 10.517 | 0 | 10.517 | â 745 | 9.772 | 555 | 555 | 555 | 555 | 11.152 | |
IAEA | 7.317 | 0 | 7.317 | 275 | 7.592 | 275 | 275 | 275 | 275 | 7.592 | |
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties | 1.280 | 0 | 1.280 | 700 | 1.980 | 200 | 200 | 200 | 200 | 1.560 | |
CTBTO | 1.920 | 0 | 1.920 | â 1.720 | 200 | 80 | 80 | 80 | 80 | 2.000 | |
2.4 | Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 195.834 | 10.730 | 206.564 | â 13.100 | 193.464 | â 910 | â 3.529 | â 3.302 | â 3.301 | 213.071 |
Subsidies (regelingen) | 27.528 | 5.000 | 32.528 | 1.527 | 34.055 | 825 | 825 | 825 | 825 | 28.353 | |
Nederland Helsinki Comité | 28 | 0 | 28 | 0 | 28 | 0 | 0 | 0 | 0 | 28 | |
Stabiliteitsfonds | 25.000 | 5.000 | 30.000 | 0 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25.000 | |
Training buitenlandse diplomaten | 2.500 | 0 | 2.500 | 1.527 | 4.027 | 825 | 825 | 825 | 825 | 3.325 | |
Opdrachten | 3.170 | 0 | 3.170 | 0 | 3.170 | 1.036 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Makandra | 3.170 | 0 | 3.170 | 0 | 3.170 | 1.036 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 330 | 0 | 330 | 13 | 343 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Makandra | 330 | 0 | 330 | 13 | 343 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 134.129 | 10.000 | 144.129 | 11.767 | 155.896 | â 1.149 | â 3.737 | â 4.815 | â 4.814 | 158.800 | |
OVSE | 6.000 | 0 | 6.000 | 0 | 6.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.000 | |
Stabiliteitsfonds | 45.099 | 10.000 | 55.099 | 4.660 | 59.759 | 0 | 0 | 0 | 0 | 61.727 | |
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties | 82.937 | 0 | 82.937 | 0 | 82.937 | â 706 | â 3.294 | â 4.588 | â 4.588 | 91.073 | |
Overige | 93 | 0 | 93 | 7.107 | 7.200 | â 443 | â 443 | â 227 | â 226 | 0 | |
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | 25.230 | 0 | 25.230 | â 25.230 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25.230 | |
Inzet hoog-risico posten | 25.230 | 0 | 25.230 | â 25.230 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 25.230 | |
Nog te verdelen | 5.447 | â 4.270 | 1.177 | â 1.177 | 0 | â 1.622 | â 617 | 688 | 688 | 688 | |
Nog te verdelen | 5.447 | â 4.270 | 1.177 | â 1.177 | 0 | â 1.622 | â 617 | 688 | 688 | 688 | |
2.5 | Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 31.822 | 2.000 | 33.822 | â 150 | 33.672 | 2.000 | 0 | 0 | 0 | 29.822 |
Subsidies (regelingen) | 18.215 | 2.000 | 20.215 | â 606 | 19.609 | 1.621 | â 59 | â 72 | â 2 | 19.351 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 13.822 | 2.000 | 15.822 | â 9 | 15.813 | 1.626 | â 354 | â 367 | â 297 | 11.652 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 4.393 | 0 | 4.393 | â 597 | 3.796 | â 5 | 295 | 295 | 295 | 7.699 | |
Opdrachten | 4.563 | 0 | 4.563 | 0 | 4.563 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.143 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 4.563 | 0 | 4.563 | 0 | 4.563 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.143 | |
Bijdrage aan agentschappen | 648 | 0 | 648 | 451 | 1.099 | 374 | 354 | 367 | 297 | 427 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 648 | 0 | 648 | 0 | 648 | 0 | 0 | 0 | 0 | 257 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA | 0 | 0 | 0 | 451 | 451 | 374 | 354 | 367 | 297 | 170 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 8.396 | 0 | 8.396 | 5 | 8.401 | 5 | â 295 | â 295 | â 295 | 7.901 | |
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen Shiraka | 8.396 | 0 | 8.396 | 5 | 8.401 | 5 | â 295 | â 295 | â 295 | 7.901 | |
Ontvangsten | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.242 | |
Art. | Ontvangsten | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.242 |
2.10 | Doorberekening Defensie diversen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 242 |
Doorberekening Defensie diversen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 242 | |
Doorberekening Defensie diversen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 242 | |
2.40 | Restituties programma's | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.000 |
Restituties programma's | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.000 | |
Restituties programma's | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.000 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget van artikel 2Â stijgt in 2024 met ruim EURÂ 96Â miljoen. Dit is met name het gevolg van het aangaan van nieuwe meerjarige verplichtingen op het Stabiliteitsfonds in het kader van ontmijning en op het budget voor training van buitenlandse diplomaten voor het verlengen van de overeenkomst met Clingendael.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 2Â Veiligheid en stabiliteit zijn voor 78% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 2.1
Het budget voor goede internationale samenwerking stijgt in 2024. Dit is
met name het gevolg van de organisatie van de NAVO-Top 2025, waarvoor de
kosten gedeeltelijk op de BZ-begroting terecht komen (EURÂ 12Â miljoen in
2024). Daarnaast wordt de samenwerking met het Centre for
Humanitarian Dialogue in het kader van vrede en veiligheid verlengd
wat leidt tot een meerjarige stijging van EURÂ 3,8Â miljoen van het budget
van het Veiligheidsfonds, en stijgt de civiele bijdrage aan de NAVO in
2024 met EURÂ 1,2Â miljoen als gevolg van een contributieverhoging.
Artikelonderdeel 2.4
Conform geldende systematiek wordt het budget voor de inzet op
hoog-risicoposten overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de
BSB-beveiliging van personeel van een aantal hoog-risicoposten. Er is
een bijdrage van EURÂ 5Â miljoen gedaan voor de VN-gezant voor wederopbouw
voor Gaza, door een overheveling naar het Stabiliteitsfonds vanuit
artikelonderdeel 4.1 Humanitaire Hulp van de BHOS-begroting.
4.3 Artikel 3: Effectieve Europese Samenwerking
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting â het toevoegen van het jaar t+5 â en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Art. | Verplichtingen | 11.021.214 | 595.900 | 11.617.114 | â 1.314.169 | 10.302.945 | â 553.833 | 363.241 | 232.666 | â 475.297 | 17.030.917 |
Uitgaven | 11.193.606 | 595.900 | 11.789.506 | â 1.315.848 | 10.473.658 | â 562.670 | 359.181 | 228.416 | â 479.547 | 17.072.265 | |
3.1 | Afdrachten aan de Europese Unie | 5.970.130 | 295.000 | 6.265.130 | â 903.823 | 5.361.307 | â 82.856 | 847.218 | 733.643 | 42.680 | 11.293.944 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 5.970.130 | 295.000 | 6.265.130 | â 903.823 | 5.361.307 | â 82.856 | 847.218 | 733.643 | 42.680 | 11.293.944 | |
BNI-afdrachten | 4.272.701 | 295.000 | 4.567.701 | â 903.823 | 3.663.878 | â 82.856 | 847.218 | 733.643 | 42.680 | 9.367.574 | |
BTW-afdrachten | 1.461.809 | 0 | 1.461.809 | 0 | 1.461.809 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.689.707 | |
Plastic-grondslag | 235.620 | 0 | 235.620 | 0 | 235.620 | 0 | 0 | 0 | 0 | 236.663 | |
3.2 | Europees Ontwikkelingsfonds | 85.983 | 0 | 85.983 | â 14.331 | 71.652 | â 4.777 | 0 | 0 | 0 | 41.000 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 85.983 | 0 | 85.983 | â 14.331 | 71.652 | â 4.777 | 0 | 0 | 0 | 41.000 | |
Europees Ontwikkelingsfonds | 85.983 | 0 | 85.983 | â 14.331 | 71.652 | â 4.777 | 0 | 0 | 0 | 41.000 | |
3.3 | Een hechtere Europese waardengemeenschap | 18.261 | 0 | 18.261 | 2.181 | 20.442 | 3.170 | 3.170 | 3.170 | 3.170 | 14.170 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 18.261 | 0 | 18.261 | 2.181 | 20.442 | 3.170 | 3.170 | 3.170 | 3.170 | 14.170 | |
Raad van Europa | 11.000 | 0 | 11.000 | 2.181 | 13.181 | 3.170 | 3.170 | 3.170 | 3.170 | 14.170 | |
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbank | 7.261 | 0 | 7.261 | 0 | 7.261 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.4 | Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 5.376 | 0 | 5.376 | 223 | 5.599 | 793 | 793 | 603 | 603 | 5.409 |
Subsidies (regelingen) | 348 | 0 | 348 | 0 | 348 | 0 | 0 | 0 | 0 | 348 | |
EIPA | 348 | 0 | 348 | 0 | 348 | 0 | 0 | 0 | 0 | 348 | |
Opdrachten | 778 | 0 | 778 | â 253 | 525 | 317 | 317 | 127 | 127 | 335 | |
Europa College beurzenprogramma | 570 | 0 | 570 | â 380 | 190 | 190 | 190 | 0 | 0 | 0 | |
EU-sanctiebeleid | 208 | 0 | 208 | 127 | 335 | 127 | 127 | 127 | 127 | 335 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 4.250 | 0 | 4.250 | 476 | 4.726 | 476 | 476 | 476 | 476 | 4.726 | |
Benelux bijdrage | 4.250 | 0 | 4.250 | 476 | 4.726 | 476 | 476 | 476 | 476 | 4.726 | |
3.5 | Europese Vredesfaciliteit | 129.856 | 300.900 | 430.756 | â 98 | 430.658 | 0 | 0 | 0 | 0 | 48.742 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 129.856 | 300.900 | 430.756 | â 98 | 430.658 | 0 | 0 | 0 | 0 | 48.742 | |
Europese Vredesfaciliteit | 129.856 | 300.900 | 430.756 | â 98 | 430.658 | 0 | 0 | 0 | 0 | 48.742 | |
3.6 | Invoerrechten aan de Europese Unie | 4.984.000 | 0 | 4.984.000 | â 400.000 | 4.584.000 | â 479.000 | â 492.000 | â 509.000 | â 526.000 | 5.669.000 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 4.984.000 | 0 | 4.984.000 | â 400.000 | 4.584.000 | â 479.000 | â 492.000 | â 509.000 | â 526.000 | 5.669.000 | |
Invoerrechten | 4.984.000 | 0 | 4.984.000 | â 400.000 | 4.584.000 | â 479.000 | â 492.000 | â 509.000 | â 526.000 | 5.669.000 | |
Ontvangsten | 3.882.204 | 0 | 3.882.204 | â 78.511 | 3.803.693 | 1.065.351 | â 123.000 | â 127.250 | â 131.500 | 1.417.500 | |
Art. | Ontvangsten | 3.882.204 | 0 | 3.882.204 | â 78.511 | 3.803.693 | 1.065.351 | â 123.000 | â 127.250 | â 131.500 | 1.417.500 |
3.10 | Diverse ontvangsten EU | 1.245.998 | 0 | 1.245.998 | 1.106.590 | 2.352.588 | â 119.750 | â 123.000 | â 127.250 | â 131.500 | 1.417.250 |
Diverse ontvangsten EU | 1.245.998 | 0 | 1.245.998 | 1.106.590 | 2.352.588 | â 119.750 | â 123.000 | â 127.250 | â 131.500 | 1.417.250 | |
Invoerrechten | 1.245.998 | 0 | 1.245.998 | â 100.000 | 1.145.998 | â 119.750 | â 123.000 | â 127.250 | â 131.500 | 1.417.250 | |
Overige ontvangsten EU | 0 | 0 | 0 | 1.206.590 | 1.206.590 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.11 | Europees herstelfonds | 2.635.956 | 0 | 2.635.956 | â 1.185.101 | 1.450.855 | 1.185.101 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Europees herstelfonds | 2.635.956 | 0 | 2.635.956 | â 1.185.101 | 1.450.855 | 1.185.101 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Europees herstelfonds | 2.635.956 | 0 | 2.635.956 | â 1.185.101 | 1.450.855 | 1.185.101 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3.30 | Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 250 |
Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 250 | |
Restitutie Raad van Europa | 250 | 0 | 250 | 0 | 250 | 0 | 0 | 0 | 0 | 250 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen op artikelonderdeel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie en artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten muteren mee met de uitgaven, zoals hieronder toegelicht.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 3Â Effectieve Europese samenwerking zijn voor 97% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 3.1
Bij de eerste suppletoire begroting worden de ramingen van de afdrachten
aan de Europese Unie in 2024 in totaal met EURÂ 904Â miljoen en in 2025
met EURÂ 83Â miljoen naar beneden bijgesteld. In 2026-2027 gaat het om een
bijstelling naar boven van in totaal EURÂ 1,6Â miljard. Deze wijzigingen
zijn het gevolg van bijstellingen van de bni-afdracht. De invoerrechten
worden vanaf het begrotingsjaar 2024 apart verantwoord op
artikelonderdeel 3.6 Invoerrechten aan de Europese Unie.
De neerwaartse bijstelling in 2024 komt geheel door mutaties op de
bni-afdracht.
Ten eerste is de opvraging van de middelen door de Commissie naar
aanleiding van de vierde aanvullende Europese begroting over 2023 over
de jaargrens geschoven. Om deze reden wordt dit bedrag pas in 2024
opgehaald bij de lidstaten. Omdat het hier gaat om een verlaging van de
begroting leidt dit tot een neerwaartse bijstelling van EURÂ -193Â miljoen
in 2024.
Ten tweede is een correctie geboekt van de nacalculatie 2023 van
EURÂ 556Â miljoen (over het boekjaar 2022). Deze mutatie was op de
bni-afdracht geboekt als negatieve uitgave, maar is verplaatst naar de
overige ontvangsten (zie mutaties artikelonderdeel 3.10). De mutatie
moet dus in samenhang gezien worden met de overige ontvangsten en is
saldoneutraal.
Ten derde is een omvangrijke neerwaartse bijstelling geboekt in 2024 van
EURÂ 1,3Â miljard als gevolg van verwachte onderuitputting op de
cohesiefondsen in 2024 en 2025. Uw Kamer is eerder per brief
geĂŻnformeerd dat de besluitvorming rondom de herziening van het
meerjarig financieel kader (MFK) afgewacht zou worden, voordat de
onderuitputting op de EU-begroting, met name bij de cohesiefondsen,
verwerkt zou worden in de raming van de Nederlandse EU-afdrachten.
De besluitvorming over de MFK-herziening is inmiddels afgerond. Over de
uitkomsten bent u per brief geĂŻnformeerd. De budgettaire effecten zijn
grotendeels verwerkt in een incidentele suppletoire begroting1 maar nog niet de gehele impact was
toen duidelijk. Inmiddels is via de aangepaste versie van de
MFK-verordening ook het ritme van de bezuinigingen en intensiveringen op
de speciale instrumenten boven de MFK-plafonds bekend. Dit leidt op
EU-niveau in totaal tot een per saldo verhoging van de speciale
instrumenten van EURÂ 1,6Â miljard. Hierover leest u meer in de Kamerbrief
over de Eerste aanvullende Europese begroting 20242.
Ook wordt het exacte ritme van de OekraĂŻne-faciliteit verwerkt. De
MFK-herziening leidt wel tot extra afdrachten, maar deze kunnen gedekt
worden uit de eerder genoemde onderuitputting. De verwachting is dat de
resterende onderuitputting in de jaren 2026-2027 alsnog uitgegeven zal
worden. Om die reden is besloten de onderuitputting door te schuiven
naar deze jaren.
De opwaartse bijstelling in 2025 betreft de nacalculatie 2024 (over het boekjaar 2023) over de bni- en btw-afdracht. Op basis van de vastgestelde bni- en btw-cijfers wordt de raming van de Nederlandse afdracht opwaarts bijgesteld met EURÂ 260Â miljoen. De nacalculatie over de plastic-afdracht betreft een teruggave van EURÂ 44Â miljoen en is daarom op artikelonderdeel 3.10 ontvangsten geboekt. Netto betreft de nacalculatie een eenmalige hogere afdracht van EURÂ 216Â miljoen.
Artikelonderdeel 3.2
De Nederlandse afdrachten aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) voor
2024 en 2025 zijn neerwaarts bijgesteld, op basis van een
geactualiseerde raming van de Europese Commissie.
Artikelonderdeel 3.3
Het uitgavenbudget op artikelonderdeel 3.3, een hechtere Europese
waardengemeenschap, laat een structurele stijging zien. Deze stijging is
het gevolg van een verhoogde contributie aan de Raad van Europa (RvE),
onder andere als gevolg van het wegvallen van de contributie van Rusland
en de financiering van nieuwe prioriteiten voortkomend uit de RvE-top
van Reykjavik.
Artikelonderdeel 3.6
De invoerrechten worden door een technische correctie met
EURÂ 400Â miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is het een gevolg van een
bijstelling van de raming van de invoerrechten op basis van de
CEP-cijfers (Centraal Economisch Plan â raming van het CPB). Bij de
invoerrechten treedt er gedurende het jaar onbedoeld een saldo-effect
op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de inkomsten- en uitgavenkant
van de Rijksbegroting een andere raming wordt gebruikt, respectievelijk
de raming van het ministerie van Financiën en de raming van de Europese
Commissie. Er wordt drie keer per jaar een actualisatie geboekt op de
invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding om te corrigeren voor dit
saldo-effect en zodat de nationale ramingen van de inkomsten- en
uitgavenkant van de invoerrechten gelijk zijn aan elkaar. Deze
bijstelling van de raming heeft ook effect op de jaren 2025-2028.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 3.10
De diverse ontvangsten van de EU worden in totaal met EURÂ 1,1Â miljard
naar boven bijgesteld in 2024. Dit heeft een aantal oorzaken.
Ten eerste worden de ontvangsten met EURÂ 556Â miljoen naar boven
bijgesteld vanwege de nacalculatie 2023 (over het boekjaar 2022). Dit
betreft een technische verschuiving van de bni-afdracht naar de
ontvangsten en de mutatie is dus saldoneutraal. Zie ook toelichting
artikelonderdeel 3.1.
Ten tweede wordt de nacalculatie 2024 (over het boekjaar 2023) voor de
plastic-afdracht verwerkt. Dit betreft een verhoging van de ontvangsten
van EURÂ 44Â miljoen.
Ten derde wordt de perceptiekostenvergoeding naar beneden bijgesteld.
Nederland mag 25% van de totale invoerrechten zelf houden, ter dekking
van de gemaakte kosten voor de inning ervan. Deze korting geldt ook voor
eventuele nabetalingen. De perceptiekostenvergoeding wordt bij eerste
suppletoire begroting met EURÂ 100Â miljoen naar beneden bijgesteld. Dit
is het gevolg van een bijstelling van de raming van de invoerrechten op
basis van CEP-cijfers. BÄł de invoerrechten treedt er gedurende het jaar
onbedoeld een saldo-effect op. Dit verschil ontstaat doordat er aan de
inkomsten-en uitgavenkant van de RÄłksbegroting een andere raming wordt
gebruikt, respectievelijk de raming van het ministerie van Financiën en
de raming van de Europese Commissie. Er wordt drie keer per jaar een
actualisatie geboekt op de invoerrechten en de perceptiekostenvergoeding
om te corrigeren voor dit saldo-effect. Deze bÄłstelling van de raming
heeft ook effect op de jaren 2025-2028.
Als laatste wordt een aantal voorschotten aan de Europese Commissie
verrekend3. Dit betreft de verrekening met de
EU van verschillende casussen over onder voorbehoud afgedragen
traditionele eigen middelen (TEM). Het gaat om de zonnepanelencasus, de
lage waarde textiel en schoenen (LWTS) casus en verschillende kleinere
casussen. Voor de zonnepanelencasus heeft Nederland EURÂ 634Â miljoen
vooruitbetaald, hiervan krijgt Nederland EURÂ 405,6Â miljoen terug. Voor
de LWTS casus ontvangt Nederland EURÂ 46,2Â miljoen terug van de
EURÂ 148,3Â miljoen die was vooruitbetaald. In 2023 heeft Nederland reeds
EURÂ 83,8Â miljoen hiervan ontvangen. Voor de overige casussen krijgt
Nederland EURÂ 167,3Â miljoen terug van de EURÂ 236,3Â miljoen die was
vooruitbetaald.
Artikelonderdeel 3.11
Tot en met 2026 maakt Nederland aanspraak op EURÂ 5,4Â miljard uit de
Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Volgens planning dient Nederland in
het najaar 2024 het tweede betaalverzoek in. Uitbetaling geschiedt pas
na goedkeuring door de Europese Raad op basis van een beoordeling door
de Europese Commissie. De kans is groot dat Nederland het geld pas begin
2025 ontvangt. Daarom is het bedrag van circa EURÂ 1,2Â miljard van 2024
naar 2025 verschoven.
Geldstromen richting de EU
Om een integraal beeld te geven van alle geldstromen richting de EU
wordt met ingang van de Ontwerpbegroting 2024 in de BZ-begrotingsstukken
een extracomptabele tabel opgenomen met een totaaloverzicht van:
â Artikel 3.1: Nationale afdrachten aan de Europese Unie (bni, btw en
plastic-afdrachten);
â Artikel 3.6: Traditionele eigen middelen (TEM; invoerrechten);
â Artikel 3.10: Perceptiekostenvergoeding
â Artikel 9 Begroting FinanciĂ«n: Vertragingsrente betaald aan de
Europese Commissie
H5 (BZ) | 3.1 | Nationale afdrachten | 5 970 130 | 295 000 | 6 265 130 | â 903 823 | 5 361 307 | â 82 856 | 847 218 | 733 643 | 42 680 | 11 293 944 |
Bni-afdracht | 4 272 701 | 295 000 | 4 567 701 | â 903 823 | 3 663 878 | â 82 856 | 847 218 | 733 643 | 42 680 | 9 367 574 | ||
Btw-afdracht | 1 461 809 | 0 | 1 461 809 | 0 | 1 461 809 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 689 707 | ||
Plastic | 235 620 | 0 | 235 620 | 0 | 235 620 | 0 | 0 | 0 | 0 | 236 663 | ||
H5 (BZ) | 3.6 | Invoer-rechten | 4 984 000 | 0 | 4 984 000 | â 400 000 | 4 584 000 | â 479 000 | â 492 000 | â 509 000 | â 526 000 | 5 669 000 |
H5 (BZ) | 3.10 | Ontvangsten EU | 1 245 998 | 0 | 1 245 998 | 1 106 590 | 2 352 588 | â 119 750 | â 123 000 | â 127 250 | â 131 500 | 1 417 250 |
Perceptie-kosten vergoeding |
1 245 998 | 0 | 1 245 998 | â 100 000 | 1 145 998 | â 119 750 | â 123 000 | â 127 250 | â 131 500 | 1 417 250 | ||
Overige ontvangsten EU | 0 | 0 | 0 | 1 206 590 | 1 206 590 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
H9 (FIN) | 9.44.2 | Vertragings-rente | 0 | 0 | 0 | 199 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 9 708 132 | 295 000 | 10 003 132 | â 2 410 214 | 7 592 719 | â 442 106 | 478 218 | 351 893 | â 351 820 | 15 545 694 |
4.4 Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
Budgettaire gevolgen van beleid
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting â het toevoegen van het jaar t+5 â en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Art. | Verplichtingen | 62.738 | 270 | 63.008 | 13.487 | 76.495 | 1.351 | 3.564 | 1.964 | 13.564 | 56.151 |
Uitgaven | 61.221 | 270 | 61.491 | 10.732 | 72.223 | 595 | 1.218 | 1.163 | 1.270 | 59.791 | |
4.1 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 14.587 | 270 | 14.857 | 1.995 | 16.852 | â 10 | 0 | 0 | 0 | 14.723 |
Subsidies (regelingen) | 1.560 | 270 | 1.830 | 995 | 2.825 | â 10 | 0 | 0 | 0 | 1.560 | |
Gedetineerdenbegeleiding | 1.560 | 270 | 1.830 | 995 | 2.825 | â 10 | 0 | 0 | 0 | 1.560 | |
Inkomensoverdrachten | 540 | 0 | 540 | 0 | 540 | 0 | 0 | 0 | 0 | 540 | |
Gedetineerdenbegeleiding | 540 | 0 | 540 | 0 | 540 | 0 | 0 | 0 | 0 | 540 | |
Opdrachten | 12.487 | 0 | 12.487 | 1.000 | 13.487 | 0 | 0 | 0 | 0 | 12.623 | |
Consulaire bijstand | 409 | 0 | 409 | 0 | 409 | 0 | 0 | 0 | 0 | 409 | |
Reisdocumenten en verkiezingen | 5.314 | 0 | 5.314 | 0 | 5.314 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.350 | |
Consulaire opleidingen | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 400 | |
Consulaire informatiesystemen | 6.364 | 0 | 6.364 | 1.000 | 7.364 | 0 | 0 | 0 | 0 | 6.464 | |
4.2 | Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren | 16.827 | 0 | 16.827 | 5.191 | 22.018 | 630 | 630 | 630 | 630 | 17.464 |
Opdrachten | 15.799 | 0 | 15.799 | 5.191 | 20.990 | 630 | 630 | 630 | 630 | 16.436 | |
Ambtsberichtenonderzoek | 150 | 0 | 150 | 0 | 150 | 0 | 0 | 0 | 0 | 150 | |
Visumverlening | 2.858 | 0 | 2.858 | â 800 | 2.058 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.858 | |
Legalisatie en verificatie | 80 | 0 | 80 | 0 | 80 | 0 | 0 | 0 | 0 | 80 | |
Consulaire informatiesystemen | 12.711 | 0 | 12.711 | 5.991 | 18.702 | 630 | 630 | 630 | 630 | 13.348 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 1.028 | 0 | 1.028 | 0 | 1.028 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.028 | |
Bijdragen asiel en migratie | 1.028 | 0 | 1.028 | 0 | 1.028 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.028 | |
4.3 | Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 7.500 | 0 | 7.500 | 875 | 8.375 | 125 | 738 | 738 | 738 | 8.794 |
Subsidies (regelingen) | 4.762 | 0 | 4.762 | â 98 | 4.664 | 125 | 738 | 738 | 738 | 8.794 | |
Internationaal cultuurbeleid | 4.762 | 0 | 4.762 | â 98 | 4.664 | 125 | 738 | 738 | 738 | 8.794 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 2.738 | 0 | 2.738 | 973 | 3.711 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Internationaal cultuurbeleid | 2.738 | 0 | 2.738 | 973 | 3.711 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.4 | Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 22.307 | 0 | 22.307 | 2.671 | 24.978 | â 150 | â 150 | â 205 | â 98 | 18.810 |
Subsidies (regelingen) | 8.436 | 0 | 8.436 | 1.336 | 9.772 | â 724 | â 724 | â 779 | â 672 | 7.508 | |
Instituut Clingendael | 2.800 | 0 | 2.800 | â 750 | 2.050 | â 750 | â 750 | â 750 | â 750 | 2.050 | |
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid | 3.058 | 0 | 3.058 | 2.000 | 5.058 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.058 | |
Internationale manifestaties en diverse bijdragen | 49 | 0 | 49 | 272 | 321 | 22 | 22 | 22 | 22 | 71 | |
Publieksdiplomatie | 2.229 | 0 | 2.229 | â 186 | 2.043 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.229 | |
Onderzoeksprogramma | 100 | 0 | 100 | 0 | 100 | 0 | 0 | 0 | 0 | 100 | |
Academische Leerstoel Anton de Kom | 200 | 0 | 200 | 0 | 200 | 4 | 4 | â 51 | 56 | 0 | |
Opdrachten | 10.612 | 0 | 10.612 | â 451 | 10.161 | 574 | 574 | 574 | 574 | 8.256 | |
Adviesraad Internationale Vraagstukken | 597 | 0 | 597 | 149 | 746 | 74 | 74 | 74 | 74 | 671 | |
Instituut Clingendael | 1.150 | 0 | 1.150 | 300 | 1.450 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.000 | |
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.000 | |
Algemene voorlichting | 2.790 | 0 | 2.790 | â 1.400 | 1.390 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.790 | |
Koninklijk Huis ¿ inkomende en uitgaande bezoeken, officiële ontvangsten | 2.000 | 0 | 2.000 | 500 | 2.500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 2.500 | |
Onderzoeksprogramma | 3.075 | 0 | 3.075 | 0 | 3.075 | 0 | 0 | 0 | 0 | 295 | |
Bijdrage aan agentschappen | 400 | 0 | 400 | 1.000 | 1.400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 400 | |
Algemene voorlichting | 0 | 0 | 0 | 1.000 | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verkeersnotificaties | 400 | 0 | 400 | 0 | 400 | 0 | 0 | 0 | 0 | 400 | |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 2.859 | 0 | 2.859 | 786 | 3.645 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.646 | |
Europese bewustwording | 463 | 0 | 463 | 600 | 1.063 | 0 | 0 | 0 | 0 | 250 | |
Publieksdiplomatie | 2.396 | 0 | 2.396 | 186 | 2.582 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.396 | |
Ontvangsten | 67.674 | 0 | 67.674 | 11.010 | 78.684 | 14.165 | 13.714 | 13.358 | 9.666 | 82.446 | |
Art. | Ontvangsten | 67.674 | 0 | 67.674 | 11.010 | 78.684 | 14.165 | 13.714 | 13.358 | 9.666 | 82.446 |
4.10 | Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 21.000 | 0 | 21.000 | â 1.500 | 19.500 | â 1.500 | â 1.500 | â 1.500 | â 1.500 | 19.500 |
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 21.000 | 0 | 21.000 | â 1.500 | 19.500 | â 1.500 | â 1.500 | â 1.500 | â 1.500 | 19.500 | |
Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland | 21.000 | 0 | 21.000 | â 1.500 | 19.500 | â 1.500 | â 1.500 | â 1.500 | â 1.500 | 19.500 | |
4.20 | Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 45.600 | 0 | 45.600 | 13.310 | 58.910 | 16.465 | 16.014 | 15.658 | 11.966 | 62.672 |
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 45.600 | 0 | 45.600 | 13.310 | 58.910 | 16.465 | 16.014 | 15.658 | 11.966 | 62.672 | |
Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 45.600 | 0 | 45.600 | 13.310 | 58.910 | 16.465 | 16.014 | 15.658 | 11.966 | 62.672 | |
4.40 | Doorberekening Defensie diversen | 874 | 0 | 874 | â 800 | 74 | â 800 | â 800 | â 800 | â 800 | 74 |
Doorberekening Defensie diversen | 874 | 0 | 874 | â 800 | 74 | â 800 | â 800 | â 800 | â 800 | 74 | |
Doorberekening Defensie diversen | 874 | 0 | 874 | â 800 | 74 | â 800 | â 800 | â 800 | â 800 | 74 | |
4.41 | Ontvangsten verkeersnotificaties | 200 | 0 | 200 | 0 | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 200 |
Ontvangsten verkeersnotificaties | 200 | 0 | 200 | 0 | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 200 | |
Ontvangsten verkeersnotificaties | 200 | 0 | 200 | 0 | 200 | 0 | 0 | 0 | 0 | 200 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget voor het onderdeel Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden stijgt met ruim EURÂ 13Â miljoen. Dit komt met name omdat er wordt geĂŻnvesteerd in informatiesystemen voor consulaire dienstverlening aan vreemdelingen en er verplichtingen zijn aangegaan voor het uitdragen van de Nederlandse waarden en belangen.
Uitgaven
De uitgaven voor 2024 op artikel 4Â Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden zijn voor 72% juridisch verplicht (stand midden april 2024).
Artikelonderdeel 4.1
Het budget voor consulaire dienstverlening stijgt. Dit komt omdat er
betalingen uit 2023 zijn doorgeschoven naar 2024. Het gaat hierbij om
Gedetineerdenbegeleiding (EURÂ 1Â miljoen) en Consulaire
Informatiesystemen (EURÂ 1Â miljoen).
Artikelonderdeel 4.2
De toename in kosten komt deels omdat betalingen uit 2023 pas in 2024
hebben plaatsgevonden. Dit geldt voor Visumverlening (EURÂ 800.000) en
Consulaire Informatiesystemen Vreemdelingenbeleid (EURÂ 6Â miljoen).
Hierbij is rekening gehouden met de inflatie door een loon- en
prijsbijstelling.
Artikelonderdeel 4.3
Het budget voor Internationaal Cultuurbeleid neemt toe voor het
organiseren van de UNESCO Conferentie in 2024. Dit is ter markering van
het 70-jarige jubileum van het Haags verdrag voor bescherming van
erfgoed in conflict uit 1954.
Voor 2026 tot en met 2028 komt er jaarlijks EURÂ 738.000 vrij voor het nieuwe Internationaal Cultuurbeleid en voor koloniale collecties. Deze bijdrage heeft als doel de (internationale) toegankelijkheid van de koloniale collecties in Nederland te bevorderen en de internationale museale samenwerking te versterken. Dit is in het kader van het Herdenkingsjaar en het slavernijverleden.
Na de invasie door Rusland is OekraĂŻne in 2023 als prioriteitsland aangemerkt in ons Internationale Cultuurbeleid. Hierdoor zijn er extra middelen beschikbaar gesteld. Het culturele budget voor de post in Moskou wordt naar beneden bijgesteld.
Artikelonderdeel 4.4
Het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB) dient ter
versterking van het buitenlandbeleid van Nederland en wordt in
toenemende mate ingezet (EURÂ 2Â miljoen extra in 2024). De afgelopen
jaren vond dan ook vanwege vroegtijdige uitputting incidentele ophoging
plaats. Vanwege het door de veranderende geopolitieke situatie
toegenomen belang meer te investeren in de bilaterale relaties is
vastgesteld dat ophoging van het POBB noodzakelijk is.
Clingendael krijgt een opdracht van EURÂ 300.000 voor het inwinnen van kennis via het China Kennisnetwerk (CKN) en de Rusland/Oost-Europa Kennis Alliantie (REKA) van Clingendael. De Russische oorlog tegen OekraĂŻne heeft geleid tot een (blijvend) toegenomen vraag naar kennis en expertise inzake Oost-Europa.
Het budget voor het Koninklijk Huis wordt verhoogd met EURÂ 500.000 door hogere kosten van inkomende en uitgaande staatsbezoeken, werkbezoeken, en het diner en de nieuwjaarsreceptie van het Corps Diplomatique.
Voor de bijdrage aan (inter)nationale organisaties, komt er EURÂ 600.000 bij voor Europese Bewustwording. Dit is een eindejaarsmarge boeking door een vertraagde inkoopopdracht. Dit betreft de uitvoering van een kamermotie.
Ontvangsten
Artikelonderdeel 4.20
De ontvangsten voor consulaire dienstverlening stijgen met
EURÂ 13Â miljoen omdat er meer paspoort en visa aanvragen zijn gedaan. Dit
komt door de 10-jaars piek, aangezien documenten die zijn uitgegeven
sinds 9Â maart 2014 10Â jaar geldig zijn. Hiermee heeft BZ een structurele
hogere ontvangst van circa EURÂ 10Â miljoen per jaar die hoger zijn dan in
de periode voor corona. In 2024 wordt EURÂ 4Â miljoen gedesaldeerd met
artikel 7Â (apparaat). Bovendien wordt EURÂ 7,8Â miljoen gebruikt om
verschillende tegenvallers en intensiveringen op te vangen.
5 Niet-beleidsartikelen
5.1 Artikel 5: Geheim
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting â het toevoegen van het jaar t+5 â en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Art. | Verplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.10 | Geheim | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
5.2 Artikel 6: HGIS onverdeeld
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting â het toevoegen van het jaar t+5 â en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Art. | Verplichtingen | 11.875 | 0 | 11.875 | â 11.276 | 599 | â 46.318 | â 29.930 | â 28.029 | â 25.060 | 119.032 |
Uitgaven | 11.875 | 0 | 11.875 | â 11.276 | 599 | â 46.318 | â 29.930 | â 28.029 | â 25.060 | 119.032 | |
6.1 | Nog onverdeeld (HGIS) | 11.875 | 0 | 11.875 | â 11.276 | 599 | â 46.318 | â 29.930 | â 28.029 | â 25.060 | 119.032 |
Nog onverdeeld (HGIS) | 11.875 | 0 | 11.875 | â 11.276 | 599 | â 46.318 | â 29.930 | â 28.029 | â 25.060 | 119.032 | |
Nog onverdeeld (HGIS) | 11.875 | 0 | 11.875 | â 11.276 | 599 | â 46.318 | â 29.930 | â 28.029 | â 25.060 | 119.032 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Toelichting
Het budget voor het artikel - Nog onverdeeld - heeft betrekking op de HGIS en dit neemt structureel af. De reeks binnen dit artikel is met name bedoeld om jaarlijks de loon- en prijsbijstelling te kunnen uitkeren en incidentele initiatieven of tegenvallers te dekken. De mutatie betreft het saldo van bijstellingen op grond van aanpassing van bbp-ramingen door het CPB, verwerking van de HGIS-eindejaarsmarge 2023, het verwerken van de loon- en prijsbijstellingen binnen de HGIS en overboekingen naar diverse begrotingen zoals binnen de HGIS is overeengekomen. Binnen de HGIS is budget vrijgemaakt voor het oplossen van een aantal knelpunten, waaronder de organisatie van de NAVO-Top in 2025 en het opvangen van verhogingen van verschillende contributies.
5.3 Artikel 7: Apparaat
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting â het toevoegen van het jaar t+5 â en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
Verplichtingen | 1 077 118 | 0 | 1 077 118 | 76 070 | 1 153 188 | 4 370 | 24 273 | 24 024 | 23 925 | 1 019 339 | |
Uitgaven | 1 118 718 | 0 | 1 118 718 | 62 970 | 1 181 688 | 4 370 | 24 273 | 24 024 | 23 925 | 1 019 339 | |
7.1.13 | Personele uitgaven | 667 523 | 0 | 667 523 | 11 150 | 678 673 | 8 729 | 8 632 | 8 533 | 8 434 | 678 602 |
Eigen personeel | 655 523 | 0 | 655 523 | 11 150 | 666 673 | 8 729 | 8 632 | 8 533 | 8 434 | 666 602 | |
Inhuur extern | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 12 000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 12 000 | |
Overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
7.1.14 | Materiele uitgaven | 451 195 | 0 | 451 195 | 51 820 | 503 015 | â 4 359 | 15 641 | 15 491 | 15 491 | 340 737 |
ICT | 71 758 | 0 | 71 758 | â 5 458 | 66 300 | 2 542 | 2 542 | 2 542 | 2 542 | 73 449 | |
Bijdragen aan SSO's | 54 147 | 0 | 54 147 | 6 089 | 60 236 | 6 089 | 6 089 | 6 089 | 6 089 | 60 236 | |
Overige materieel | 325 290 | 0 | 325 290 | 51 189 | 376 479 | â 12 990 | 7 010 | 6 860 | 6 860 | 207 052 | |
7.2 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 124 671 | 0 | 124 671 | â 95 000 | 29 671 | 95 000 | 0 | 0 | 0 | 28 571 | |
7.10 | Diverse ontvangsten | 124 671 | 0 | 124 671 | â 95 000 | 29 671 | 95 000 | 0 | 0 | 0 | 28 571 |
7.11 | Koersverschillen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen zijn gelijk aan de uitgaven binnen het apparaatsartikel. Voor de aankoop van het pand in Brussel (in 2022) zijn de verplichtingen in 2024 EURÂ 28,5Â miljoen lager.
Uitgaven
Artikelonderdeel 7.1.13
De uitgaven voor personeel nemen voornamelijk toe door de
volgende mutaties:
- Een stijging van ongeveer EUR 8 miljoen komt door de loon- en prijsbijstelling (LPB) voor zowel de kosten van het personeel op het departement als de kosten voor het uitgezonden personeel en lokaal personeel op de posten. Deze uitgaven voor LPB worden gefinancierd vanuit de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).
- Verder is er een eindejaarmarge van EUR 1,5 miljoen ten behoeve van het onderzoek naar de loonvaststellingssystematiek voor de lokale medewerkers.
- Interdepartementale overboekingen ad EUR 1,6 miljoen als bijdrage voor de inzet van personeel bij Buitenlandse Zaken t.b.v. andere departementen.
Artikelonderdeel 7.1.14
De uitgaven op materieel gebied nemen meerjarig toe. De
belangrijkste meerjarige mutaties zijn:
- De budgetten stijgen door de loon- en prijsontwikkeling, waardoor het budget ten aanzien van ICT en overige materiële uitgaven toeneemt. Deze uitgaven worden vanuit de voorziening binnen de HGIS gefinancierd. In totaal stijgen de budgetten hierdoor met ongeveer EUR 14,9 miljoen. Deze stijgingen zijn meerjarig.
- De begroting voor de ICT kosten over 2024 is lager vanwege uitgaven voor licenties die nog eind 2023 hebben plaatsgevonden.
- Tot slot wordt er middels de middelenafspraak uitgavenbudget ten aanzien van de realisatie van de huisvestingsstrategie EUR 15,8 miljoen toegevoegd in 2024. In de voorjaarsnota was er al een bedrag van EUR 13,1 naar 2024 geschoven. Dit budget is nodig om opvolging te geven aan de huisvestingsstrategie van het ministerie om de huisvestingsportefeuille doelmatig, duurzaam, veilig en toekomstbestendig te maken.
- In de HGIS zijn er correcties voor apparaat opgenomen. Dit betreffen eindejaarsmarges en een dekking voor het gas. Het saldo van deze mutaties is gebruikt om de overprogrammering op het apparaat te dekken. Dit betreft een bedrag van EUR 24 miljoen.
- Voor 2025 is er een reservering van EUR 20 miljoen geboekt op apparaat (Overig materieel). Dit bedrag zal worden meegenomen als overprogrammering.
Ontvangsten
Voor de ontvangsten is een ontvangst van EURÂ 95Â miljoen verschoven van 2024 naar 2025. Dit in verband met het moment waarop de ontvangsten worden verwacht van een grote verkoop.
__Kamerstukken 2023-2024, 21501-20, nr. 2021 en https://www.rijksfinancien.nl/incidentele-suppletoire-begrotingen/2024/ISB1/Vâ©ïž
__Kamerstukken 2023-2024, 21501-03-182 en Begrotingsraad | Tweede Kamer der Staten-Generaalâ©ïž
__Kamerstukken 2023-2024, 31934, nr. 78 en www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2024Z05740&did=2024D13296â©ïž