Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele Raad voor Concurrentievermogen van 19 april 2024 (Kamerstuk 21501-30-601)
Raad voor Concurrentievermogen
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D14632, datum: 2024-04-11, bijgewerkt: 2024-04-16 14:28, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D14632).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Stoffer, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (SGP)
- Mede ondertekenaar: D.S. Nava, griffier
Onderdeel van zaak 2024Z05956:
- Indiener: M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-04-09 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-11 12:00: Raad voor Concurrentievermogen / consumentenbescherming (informeel) d.d. 18 & 19 april 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-04-23 17:00: Procedurevergadering Economische Zaken en Klimaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
2024D14632 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen van 19 april 2024 (Kamerstuk 21 501-30, nr. 601)
De fungerend voorzitter van de commissie,
Stoffer
De griffier van de commissie,
Nava
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
II Antwoord / Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie delen de ambitie van de Europese Unie om onze economie volledig circulair te laten draaien in 2050: schone energie en natuurlijke grondstoffen blijven zoveel mogelijk in kringloop. Een belangrijk onderdeel van de circulaire economie is dat elektronische apparaten zo worden ontworpen dat de mogelijkheden van reparatie en hergebruik optimaal zijn. Deelt de Minister deze mening van deze leden? De levensduur van elektrische apparaten is vaak kort en vervangen is de norm. Veel producten worden zo gemaakt dat het voor de consument niet mogelijk is om het zelf te repareren en zodoende dienen ze een nieuw apparaat te kopen. Als bijvoorbeeld de batterij kapot is, kan die niet worden vervangen. Ziet de Minister mogelijkheden om dit verdienmodel («sell more, sell faster») van bedrijven te doorbereken, zodat repareren de norm wordt en niet vervangen? Deelt de Minister de mening dat enkel een langere garantietermijn dit verdienmodel niet doorbreekt? Welke concrete maatregelen zijn er mogelijk om een langere economische levensduur bij fabrikanten af te dwingen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat consumentenkredieten en woekerrentes te vaak mensen in de schulden brengen. Deze leden zijn van mening dat het verdienmodel van achteraf betalen, ofwel «koop nu, betaal later», pervers is. Deelt de Minister deze mening? Deze leden vinden dat er meer verantwoordelijkheid dient te liggen bij de bedrijven die dit aanbieden. Concreet kan dat betekenen dat als bedrijven niet aantoonbaar hebben gecontroleerd of mensen de aankopen wel konden betalen en de minimumleeftijd hebben, de schuld vervalt. Is de Minister het eens met dit concrete voorstel? Is de Minister bereid dit mee te nemen als onderdeel van de prioriteit consumentenbescherming?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie achten het van belang dat consumenten op het internet goed beschermd worden. Mechanismen zoals «Loot boxes», «pay-to-win» en virtueel geld in videospellen zijn volgens deze leden toe aan regulering om jonge consumenten van de risico’s te behoeden. Zij zijn echter van mening dat deze bescherming voor elke consument maximaal geborgd moet worden, ongeacht leeftijd. Onderschrijft de Minister dat standpunt? Hebben verslavende digitale verdienmodellen überhaupt plek in de Europese markt? In welke vorm vindt de Minister deze drie praktijken wel aanvaardbaar en waarom? Een dergelijke verslavende werking vindt ook plaats op grote online platformen. Daartoe heeft het Europees Parlement een initiatiefrapport ingediend1. Is de Minister bereid om in het overleg expliciet haar steun uit te spreken voor dit rapport en de conclusies te omarmen? Kan zij terugkoppelen met welke andere lidstaten zij hierin optrekt en welke bezwaren er bij andere lidstaten leven? Is de Minister het met deze leden eens dat consumentenwetgeving ook dit soort verslavend ontwerp moet aanpakken, bovenop de digitale dienstenverordening?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen of de Minister, in navolging van de (concept)verklaring onder het Belgisch voorzitterschap voor de informele Telecomraad van 11-12 april, erop kan aandringen dat de Europese Raad en Commissie het initiatiefrapport in volledigheid overnemen. Is zij daarbij bereid om niet akkoord te gaan met verklaringen of voorstellen die minder verstrekkend zijn dan de aanbevelingen uit het rapport? Kan de Minister de steun voor het initiatiefrapport ook op de Consumer Summit volledig uitdragen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich zorgen over de staat van de concurrentie tussen grote online platforms. Is de Minister het met deze leden eens dat het bevorderen van interoperabiliteit tussen sociale media platforms een goede stap is om markttoegang voor concurrenten te vergroten? Is zij bereid hiervoor te pleiten in het overleg en bij de Consumer Summit? Welke maatregelen kan de EU nemen om zogenaamde «killer acquisitions,» waarin grote partijen kleine concurrenten vroegtijdig opkopen, tegen te gaan? Is de Minister het eens met deze leden dat dit een kwalijke vorm van marktverstoring is? Op welke manieren maakt de Minister zich in de EU hard voor een gesegmenteerde advertentiemarkt, waarbij de macht breder verdeeld worden en zich niet concentreert bij een klein aantal grote partijen?
Vragen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie ondersteunen de Minister graag in haar oproep om betaalde «loot boxes» aan te merken als oneerlijke handelspraktijk en vooral kinderen hiertegen beter te beschermen. Deze leden zijn van mening dat kinderen kwetsbaar zijn tegen deze oneerlijke handelspraktijk en op dit moment nog onvoldoende beschermd worden hiertegen. Deze leden vragen wat het Europese krachtenveld is met betrekking tot dit punt, en of hier sinds de uitgebrachte Nederlandse consumentenagenda al voortgang op is geboekt door de Minister.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de tweede ronde tafel zich zal focussen op de noodzaak van een eerlijke en efficiënte interne markt, zowel voor consumenten als voor handelaren en dat de Raad zich nu vooral zal focussen op de aandachtspunten die er zijn op de interne markt voor consumenten. Deze leden vragen in hoeverre het belang van consumenten in relatie tot de interne markt wordt meegenomen in het rapport van de heer Enrico Letta over de Europese interne markt.
Vragen van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie heeft met interesse kennisgenomen van de Nederlandse inzet voor de informele raad concurrentievermogen en heeft naar aanleiding hiervan een aantal vragen.
De leden van de NSC-fractie zouden graag ook op Europees niveau aandacht willen vragen voor het thema bestaanszekerheid van burgers. Stijgende prijzen voor bijvoorbeeld energie, brandstof, levensmiddelen, bankproducten en bouwmaterialen worden in tijden van inflatie in sommige gevallen versterkt door marktmacht in de waardeketens. Ziet de Minister mogelijkheid om dit onderwerp in te brengen tijdens de ronde tafel?
In november 2023 publiceerde Ecorys in opdracht van het ministerie het rapport over territoriale leveringsbeperkingen. De leden van de NSC-fractie zouden graag weten wat er sindsdien gedaan is met dit rapport en de in het rapport gesuggereerde oplossingen. Zijn er vervolgacties die de Minister in Europees verband zou kunnen bespreken?
Daarnaast vragen de leden van de NSC-fractie graag aandacht voor de rentes op spaarrekeningen in relatie tot de stijgende rente op kapitaalmarkten en de stijgende winsten van banken. Hoe is het beeld in andere Europese landen? Hoe wordt er in andere landen gekeken naar het vertalen van hogere rentes naar consumenten?
Voor de leden van de NSC-fractie is het onderwerp «graaiflatie», waarbij levensmiddelenproducten vaak minder product leveren voor dezelfde prijs, een belangrijk onderwerp van gesprek. Wat is de status van deze discussie op Europees niveau? Wordt er door de Consumer Protection Cooperation (CPC) al onderzoek verricht? Zou de Minister dit punt willen opbrengen in de discussie?
Vragen van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen (Raad) d.d. 18 en 19 april 2024 en leggen de Minister graag nog enkele vragen voor over haar inzet in Europa. In het commissiedebat Marktordening & consumentenbescherming op 24 april 2024 zullen zij daar ook op ingaan.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse de beantwoording van de vragen gelezen die zij de Minister hebben voorgelegd ter voorbereiding van de Raad van 7 maart 2024. Deze leden hebben enkele resterende vragen over de inzet van de Minister inzake territoriale leveringsbeperkingen voor producenten, gezien deze beperkingen leiden tot negatieve gevolgen, zoals een hogere prijs voor de consument. Zij bewaren hun verdere vragen over het onderzoek van Ecorys voor het commissiedebat Marktordening & consumentenbescherming, maar delen de mening van deze Minister dat een Europese oplossing voor de hand ligt, gezien de leveringsbeperkingen de Europese interne markt betreffen. Deze leden nemen kennis van de inzet van de Minister om de Europese Commissie te mobiliseren om de belemmeringen te adresseren. Graag horen zij van de Minister wat haar precieze inzet in de aanstaande informele Raad hierop zal zijn. Neemt zij hierbij de conclusie over mogelijke juridische oplossingen uit het onderzoek van Ecorys mee? Zo ja, wat is hierop haar inzet?
De leden van de D66-fractie nemen kennis van de inzet van de Minister op de hervorming en aanscherping van de Europese consumentenregels. Kan de Minister verduidelijken hoe de Europese agenda uit 2020 en de Nederlandse agenda uit 2023 zich tot elkaar verhouden? Hoe staan de andere lidstaten tegenover de voorstellen die deze Minister doet in het kader van hervorming en aanscherping van de Europese consumentenregels? Zijn er lidstaten die, vergelijkbaar met Nederland, ook een aangescherpte vorm van de Europese consumentenagenda in nationale regelgeving hebben geïmplementeerd? Zo ja, om welke lidstaten gaat dit, en gaan zij verder of minder verder dan Nederland in hun kaders?
II Antwoord / Reactie van de Minister
VERSLAG over verslavend ontwerp van onlinediensten en consumentenbescherming op de interne markt van de EU | A9-0340/2023 | Europees Parlement (europa.eu)↩︎