De sluiting van de Van Brienenoordschool in Rotterdam
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D14864, datum: 2024-04-12, bijgewerkt: 2024-05-27 14:12, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z06430).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Pijpelink, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2024Z06430:
- Gericht aan: M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
- Indiener: A. Pijpelink, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z06430
Vragen van het lid Pijpelink (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over de sluiting van de Van Brienenoordschool in Rotterdam (ingezonden 12 april 2024).
Vraag 1
Klopt het dat de kwaliteit van het onderwijs op de Van Brienenoordschool al sinds 2015 ter discussie stond? En dat duidelijk was dat bij het kwaliteitsonderzoek alles onvoldoende was, behalve de eindopbrengsten, waarvan de norm was verlaagd door corona? Waarom heeft de Onderwijsinspectie niet eerder ingegrepen? Waarom is de school niet onder verscherpt toezicht gesteld?
Vraag 2
Waarom kiest u ervoor om oud-leerlingen van de Van Brienenoordschool, die zijn verdeeld over zo’n 25 scholen, niet als groep te monitoren? Bent u het met ons eens dat wanneer er bij bijna alle leerlingen onderwijsachterstanden van soms wel drie jaar zijn vastgesteld, het belangrijk is om te blijven monitoren of de leerlingen deze leerachterstanden hebben ingehaald?
Vraag 3
Bent u het eens dat wanneer de oud-leerlingen in de Van Brienenoordschool worden meegenomen in het reguliere toezicht van de Inspectie, hun individuele achterblijvende resultaten misschien niet opvallen vanwege goede leerresultaten van andere leerlingen? En bent u het eens dat wanneer er pas wordt ingegrepen nadat de eindresultaten daar aanleiding toe geven, we deze groep kinderen voor de tweede keer in de kou laten staan?
Vraag 4
Hebben de scholen die op dit moment de oud-leerlingen van de Van Brienenoordschool hebben opgevangen, genoeg middelen om de onderwijsachterstanden in te halen? Is er door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een bedrag beschikbaar gesteld? Is dat geld ook beschikbaar gesteld voor leerlingen die eerder de school hebben verlaten? Is er sprake van een herstelprogramma voor deze oud-leerlingen?
Vraag 5
Hoe gaat u voorkomen dat een situatie zoals op de van Brienenoordschool zich nog eens voordoet, waarbij leerlingen een leerachterstand hebben van enkele jaren?