[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de uitkomst van het advies van de landsadvocaat over geautomatiseerde selectietechnieken (Kamerstuk 32761-294)

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2024D14883, datum: 2024-04-12, bijgewerkt: 2024-04-16 15:32, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D14883).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z04134:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2024D14883 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 12 april 2024 enkele vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Financiën voorgelegd over zijn op 13 maart 2024 toegezonden brief inzake de uitkomst van het advies van de landsadvocaat over geautomatiseerde selectietechnieken (Kamerstuk 32 761, nr. 294).

De fungerend voorzitter van de commissie,

Tielen

Adjunct-griffier van de commissie,

Kruithof

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief «Uitkomst van het advies van de landsadvocaat over geautomatiseerde selectietechnieken» en hebben hierover enkele vragen.

Volgens de landsadvocaat kan het profileringsbegrip in de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ruim worden uitgelegd en volgens de Staatssecretaris «een stuk ruimer» dan eerder werd aangenomen. Kan de Staatssecretaris een overzicht verstrekken van de interpretatie zoals toegepast door de Staatssecretaris en de interpretatie van de landsadvocaat? En zijn er ook potentiële gevolgen van deze ruimte in de AVG buiten de domeinen Belastingen en Toeslagen om, bijvoorbeeld voor het bedrijfsleven?

De leden van de PVV-fractie menen te lezen dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen «selectieregels» en al dan niet aanwezige «geautomatiseerde besluitvorming». Klopt dit? En is de Staatssecretaris van mening dat er voor het gebruik van «geautomatiseerde besluitvorming» striktere eisen en voorwaarden moeten gelden dan bij «geautomatiseerde selectieregels»?

Deze leden constateren dat de Staatssecretaris het advies van de landsadvocaat met betrekking tot «geautomatiseerde besluitvorming» als volgt duidt:

«Verder bespreekt de landsadvocaat in het advies wat moet worden verstaan onder geautomatiseerde besluitvorming, waarbij in de context van de geschetste werkwijzen met name van belang is wanneer sprake is van een besluit dat de betrokkene anders dan een besluit met rechtsgevolgen in aanmerkelijke mate treft.»

De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris om toe te lichten of hiermee een differentiatie in type besluit wordt beoogd. Of, en zo ja, hoe moeten deze besluiten bestuursrechtelijk geduid worden in het kader van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht? Kan de Staatssecretaris in dit verband nader duiden op basis waarvan «aanmerkelijke mate» zonder jurisprudentie, naar de mening van de landsadvocaat, toch wordt meegewogen in de beoordeling van het besluit? En welke invulling geeft de Staatssecretaris aan het begrip «aanmerkelijke mate»?

In de brief wordt aangegeven dat de conclusies van de landsadvocaat in potentie een vergaande impact hebben. De leden van de PVV-fractie vragen de Staatssecretaris nader toe te lichten waaruit die impact exact bestaat en wat in dit kader onder «vergaand» moet worden verstaan.

Kan de Staatssecretaris nader toelichten welke wetenschappers zijn gevraagd om te onderzoeken welke ruimte de overheid heeft om geautomatiseerde selectietechnieken toe te passen, welke onderzoeksvraag exact voor ligt, wat de reikwijdte van het onderzoek is en wanneer het onderzoek opgeleverd gaat worden?

De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris kan aangeven of de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) inmiddels om advies is gevraagd. Inzake welke «relevante vraagpunten» is advies gevraagd en wanneer verwacht de AP dit advies te vertrekken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief «Uitkomst van het advies van de landsadvocaat over geautomatiseerde selectietechnieken». Zij hebben nog meerdere vragen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat het verbod op geautomatiseerde besluitvorming niet de gevallen omvat waarin er sprake is van een menselijke tussenkomst. Er is sprake van een menselijke tussenkomst wanneer het menselijke toezicht zinvol is en niet slechts symbolisch. Is er in alle gevallen van besluitvorming sprake van menselijke tussenkomst? Hoe wordt bepaald wat wel en niet symbolisch is? Hoe wordt er gecontroleerd of er wel of geen sprake is van symbolisch menselijk toezicht?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de kans groter is dat eventuele (andere) onregelmatigheden aan het licht komen, met als mogelijk gevolg dat de aangifte of aanvraag inhoudelijk negatiever wordt beoordeeld. Dit kan uiteraard ook negatieve gevolgen hebben voor de betrokkenen. Welke andere gevolgen kan deze negatieve beoordeling nog meer hebben? Voor welke doelgroepen is deze negatieve beoordeling het meest ingrijpend? Worden deze groepen na een aantal onregelmatigheden collectief handmatig beoordeeld? Zorgen deze handmatige beoordelingen voor grote groepen voor een extra werkdruk bij de diensten?

De leden van de VVD-fractie lezen dat één profilerend criterium binnen een combinatie met ook niet-profilerende criteria al kan leiden tot de conclusie dat er sprake is van profilering. Hoe kan de effectiviteit en doeltreffendheid gewaarborgd blijven wanneer profilerende criteria worden verwijderd? Zorgt het verwijderen van profilerende criteria voor minder negatieve beoordelingen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de Kamerbrief en het advies van de landsadvocaat en zijn benieuwd naar de uitkomst van het nader (juridisch) advies.

De leden van de NSC-fractie vragen of de Staatssecretaris de opvatting van deze leden deelt dat ongeacht dit advies, het in de vervolgstappen überhaupt van belang is dat de wettelijke basis onder wat in Nederland al dan niet via algoritmische profilering is toegestaan, flink verstevigd wordt. Ook vragen zij of de Staatssecretaris het ermee eens is dat er duidelijkere kaders moeten komen omtrent hoe burgers over de uit algoritmes volgende besluitvorming op de hoogte gesteld worden.

De leden van de NSC-fractie vragen of het advies aan de in de brief van 13 maart 2024 aangeduide wetenschappers en de AP reeds is gevraagd. Wanneer worden deze adviezen verwacht? Kan de Staatssecretaris die zo spoedig mogelijk met de Kamer delen?

De leden van de NSC-fractie vragen wat in het licht van privacyaspecten de verschillen zijn tussen Heidi I en Heidi II. Waarin voldeed Heidi I niet aan de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens? Wanneer en waarom zijn de eerdere aangekoppelde functies en aanvullingen in Heidi II verwijderd, waardoor een afgeslankte versie is ontstaan? Welke functies zijn, naast de aanvullende voorziening rondom mijnbelastingdienst.nl en een dataset van de Fraude Signalering Voorziening (FSV), niet meer opgenomen?

De leden van de NSC-fractie vragen tevens wanneer het externe onderzoek rondom het Risico Analyse Model (RAM) is afgerond. Waarom is Heidi II niet eerder dan december 2023 feitelijk afgesloten voor informatieverstrekking aan de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD)? Wanneer wordt de Kamer nader geïnformeerd over het toekomstige gebruik van portaldata door Dienst Toeslagen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken omtrent de uitkomst van het advies van de landsadvocaat over geautomatiseerde selectietechnieken.

Deze leden constateren dat de Staatssecretaris in zijn brief het volgende heeft geschreven:

«In dit laatste arrest is sprake van profilering bij een scoringssysteem voor de kredietwaardigheid van personen. Bij de Belastingdienst en Dienst Toeslagen worden de gebruikte selectietechnieken overigens zo ingezet dat er geen sprake kan zijn van ongerechtvaardigd onderscheid of discriminatie op basis van bijvoorbeeld religie of etniciteit. Het advies van de landsadvocaat heeft daar dan ook geen betrekking op.»

De leden van de BBB-fractie vragen of hieruit kan worden opgemaakt dat problematische selectietechnieken zich altijd fixeren op religie en/of etniciteit. Zijn er geen andere selectietechnieken denkbaar die als discriminerend kunnen worden aangemerkt buiten deze criteria?

Voorts schrijft de Staatssecretaris het volgende:

«De Belastingdienst en Dienst Toeslagen verzorgen met het heffen en innen van belastingen en uitkeren van toeslagen een cruciale overheidstaak. Gezien de enorme aantallen aangiften en aanvragen kan dit niet zonder gebruik van geautomatiseerde selectietechnieken en geautomatiseerde individuele besluitvorming om de dienstverlening en het toezicht efficiënt vorm te geven.»

De leden van de BBB-fractie vragen welke selectietechnieken en criteria het meest cruciaal zijn volgens de Staatssecretaris.