Amendement van de leden Flach en Erkens over duidelijker regels over overleg met representatieve organisaties
Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)
Amendement
Nummer: 2024D15020, datum: 2024-04-15, bijgewerkt: 2024-04-18 09:57, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36378-26).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.J. Flach, Tweede Kamerlid (SGP)
- Mede ondertekenaar: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36378 -26 Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet) .
Onderdeel van zaak 2024Z06509:
- Indiener: A.J. Flach, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.P.A. Erkens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 378 Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)
Nr. 26 AMENDEMENT VAN DE LEDEN FLACH EN ERKENS
Ontvangen 15 april 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 3.119 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit, voor zover relevant met de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, of de transmissie- en distributiesysteembeheerders voor gas voeren overleg met de relevante representatieve organisaties over het gezamenlijke voorstel voor of aanvulling of wijziging van methoden of voorwaarden, bedoeld in artikel 3.118. De representatieve organisaties zijn rechtspersonen die blijkens hun statuten en feitelijke werkzaamheden onderhavige belangen behartigen.
2. In het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Het tweede lid, laatste zin, is van overeenkomstige toepassing.
II
In artikel 3.120, eerste lid, aanhef, wordt «indien deze» vervangen door «indien de resultaten van het overleg met de representatieve organisaties, bedoeld in artikel 3.119, tweede lid, zijn verwerkt in de methoden of voorwaarden en deze methoden of voorwaarden».
Toelichting
De indieners stellen voor de betrokkenheid van vertegenwoordigers van partijen die diensten leveren of ontvangen in het kader van levering of transport bij de totstandkoming van de methoden en voorwaarden in het kader van het netbeheer, als bedoeld in artikel 3.118, te versterken en tenminste op het huidige niveau te handhaven.
In het wetsvoorstel is de positie van partijen die diensten leveren of ontvangen minder goed verankerd dan in de huidige Elektriciteitswet. In de huidige wet wordt aangegeven dat overleg gevoerd moet worden met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt en dat systeembeheerders aan moeten gegeven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen van deze organisaties. In het wetsvoorstel is dat teruggebracht tot het «betrekken» van deze organisaties «in een transparant en participatief proces». Ook ontbreekt de verantwoordingsplicht met betrekking tot de verwerking van de inbreng van deze organisaties. Het is de bedoeling van de indieners om de betrokkenheid van genoemde organisaties tenminste gelijk te houden aan de betrokkenheid die ze hadden onder de huidige Elektriciteitswet.
De gezamenlijke systeembeheerders dienen over de voorstellen die zien op de methoden en voorwaarden overleg te voeren met representatieve organisaties. Onder «overleg» dient in dit verband te worden verstaan een serieuze poging van betrokken partijen om tot overeenstemming te komen. De betekenis van dit overleg gaat niet zo ver dat partijen tot overeenstemming moeten komen over de voorstellen met betrekking tot de methoden en voorwaarden, voordat deze voorstellen ter goedkeuring kunnen worden voorgelegd aan de Autoriteit Consument en Markt. Wel dienen in het voorstel de opmerkingen en zienswijzen van de representatieve organisaties te zijn verwerkt, zodat de Autoriteit Consument en Markt daarvan kennis kan nemen. De Autoriteit Consument en Markt dient zijn goedkeuring aan het door de systeembeheerders ingediende voorstel evenwel te onthouden indien blijkt dat systeembeheerders onvoldoende hebben getracht tot overeenstemming te komen met representatieve organisaties of als de opmerkingen en zienswijzen van representatieve organisaties onvoldoende zijn verwerkt in de voorstellen. In de voorstellen zullen de systeembeheerders dus genoegzaam moeten motiveren waarom zij bepaalde opmerkingen en zienswijzen van representatieve organisaties niet hebben overgenomen in de voorstellen die ter goedkeuring worden ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt. Bij de beoordeling van genoemde voorstellen zal de Autoriteit Consument en Markt hieraan moeten toetsen.
De indieners stellen tevens voor in het wetsvoorstel af te bakenen welke representatieve organisaties aan het overleg met de systeembeheerders kunnen deelnemen. Een representatieve organisatie moet een rechtspersoon zijn. Het vereiste van rechtspersoonlijkheid waarborgt een zekere mate van continuïteit van werkzaamheden en daarmee kennis en ervaring op het gebied van regulering van energienetten. Een informele vereniging komt dus niet in aanmerking voor de status van representatieve organisatie. Uit de statuten en feitelijke werkzaamheden van een representatieve organisatie moet blijken dat de rechtspersoon de belangen behartigt van een of meer specifieke marktpartijen die netdiensten leveren of afnemen, zoals producenten, verbruikers, beheerders van gesloten distributiesystemen, leveranciers en marktpartijen (als omschreven in artikel 1.1). De statutaire doelstelling van de rechtspersoon moet (mede) zijn gericht op het behartigen van de belangen van een of meer specifieke partijen die actief zijn op het gebied van levering of afname van netdiensten. Ook moet de rechtspersoon feitelijk werkzaamheden uitvoeren die zien op levering of afname van netdiensten. Een rechtspersoon die zich alleen richt op ideële belangen, zoals de bescherming van het milieu of de inrichting van de omgeving, komt dus niet voor de status van representatieve organisatie in aanmerking. Deze eisen waarborgen dat een representatieve organisatie beschikt over de nodige kennis en deskundigheid om voorstellen van systeembeheerders over de methode of voorwaarden (als bedoeld in artikel 3.119, eerste lid) goed te kunnen beoordelen en een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan het overleg tussen systeembeheerders en representatieve organisaties hierover.
Flach
Erkens