Geannoteerde agenda Europese Jeugdraad 13 mei 2024 en verslag Jeugdraad 23 november 2023
Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Brief regering
Nummer: 2024D15046, datum: 2024-04-15, bijgewerkt: 2024-04-19 08:53, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-34-416).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Beslisnota bij Geannoteerde agenda Europese Jeugdraad 13 mei 2024 en verslag Jeugdraad 23 november 2023
- Verslag Jeugdraad 23-11-2023
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 34-416 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport .
Onderdeel van zaak 2024Z06522:
- Indiener: M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-04-17 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-26 10:00: Formele OJCS Raad op 13 en 14 mei 2024 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-05-23 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 416 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2024
Hierbij bied ik uw Kamer de geannoteerde agenda van de formele Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur-, en Sportraad (OJCS-Raad) aan voor het onderdeel Jeugd, die op maandag 13 mei plaatsvindt, onder het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie in Brussel.
In de bijlage worden de onderwerpen nader toegelicht met per onderwerp het doel van de Raadsbehandeling, de inhoud van het onderwerp en de inzet van Nederland.
Tevens bied ik uw Kamer hierbij het verslag aan van de formele Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur-, en Sportraad (OJCS-Raad) aan voor het onderdeel Jeugd die op 23 november jl. plaatsvond in Brussel.
Ik ben voornemens namens Nederland deel te nemen aan de Jeugdraad.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. van Ooijen
GEANNOTEERDE AGENDA OJCS RAAD-Jeugd
Jeugd – Maandag 13 mei 2024
Voor de Jeugdraad staan de volgende onderwerpen geagendeerd:
• Raadsconclusies inzake de nalatenschap van het Europees Jaar van de Jeugd 2022;
• Raadsconclusies over inclusieve samenlevingen voor jeugdigen;
• Raadsconclusies over de Europese en internationale beleidsagenda met betrekking tot kinderen, jongeren en kinderrechten;
• Raadsresolutie over jongerenwerk in het hedendaagse Europa
• Beleidsdebat over de follow-up van de opbrengsten van de EU Jongerenconferentie
Raadsconclusie inzake de nalatenschap van het Europees Jaar van de Jeugd 2022
Inhoud
De Raadsconclusie inzake de nalatenschap van het Europees Jaar van de Jeugd 2022 bevat een reflectie op de opbrengsten van het Europees Jaar van de Jeugd in 2022. Zo heeft dit jaar duidelijk gemaakt welke belangrijke positie jongeren innemen binnen de Unie en de waarde die deze kan toevoegen aan het leven van jongeren binnen de Europese Unie. Ook heeft dit jaar laten zien welke verwachtingen er bij jeugdigen leven om hun perspectief daadwerkelijk vertaald te zien op de verschillende beleidsterreinen.
De Raad vindt het belangrijk om de opbrengsten van het Europees Jaar voor de Jeugd te benutten ten behoeve van de komende generaties. Daarom wordt de Europese Commissie opgeroepen om – in een gezamenlijke inspanning met de lidstaten – de betrokkenheid van jongeren op alle beleidsterreinen te bevorderen, na te denken over instrumenten om hen hierin een stem te geven, of de mogelijkheden daartoe te vergroten, en om reeds bestaande instrumenten te benutten. Ook nodigt de Raad hen uit om de mogelijkheden voor jongeren om te participeren in of om gebruik te maken van Europese jongerenprogramma’s uit te breiden en zo breed mogelijk onder de aandacht te brengen bij jeugdigen. In dat verband wordt onder andere het Erasmus+ programma genoemd.
Achtergrond
In de nasleep van de coronapandemie werd 2022 uitgeroepen tot het Europees Jaar van de Jeugd. De achterliggende gedachte was dat de coronapandemie een grote impact op jongeren heeft gehad en dat daarom belangrijk is om hen in de samenleving te erkennen, hen aan te moedigen om hierin te participeren en om aandacht te hebben voor hun zorgen. Voorgestelde focus hierbij was:
• laten zien hoe de groene en de digitale transitie jongeren kansen biedt,
• jongeren helpen om actieve en geëngageerde burgers te worden,
• mogelijkheden voor jongeren promoten en
• zorgen voor een jongerenperspectief in het beleid van de Unie.
In dat kader is een groot aantal conferenties, evenementen en voorlichting- en promotiecampagnes georganiseerd. Met het eindigen van het Europees Jaar is de tijd aangebroken om de resultaten hiervan de komende decennia zichtbaar te laten worden. Daartoe doet de Raad diverse aanbevelingen aan de Europese Commissie en de lidstaten. Deze aanbevelingen moeten gezien worden als uitnodigingen en zijn niet bindend.
Inzet Nederland
• Nederland erkent het belang van inclusie en jongerenparticipatie, en daarmee ook het belang om hen bij besluitvorming te betrekken.
• Ook vindt Nederland het belangrijk dat jongeren in staat worden gesteld om op zinvolle wijze deel te nemen aan beslissingen over zaken die hen (op nationaal en EU-niveau) aangaan. Nederland onderstreept het belang van bijvoorbeeld de EU-Jongerendialoog als link tussen nationale en Europese betrokkenheid van jongeren.
• Samen met de Nationale Jeugdraad werken we aan een nationale jeugdstrategie. Hiermee wil Nederland jongerenparticipatie structureel gaan borgen.
• Nederland heeft geen bezwaar tegen een verkenning van een mogelijke EU-jeugdtest. In Nederland worden de eerste ervaringen opgedaan met de generatietoets en een kinderrechtentoets.
• Nederland pleit ervoor dat de Raadsconclusies rekening houden met diversiteit in bevoegdheden binnen lidstaten en het subsidiariteitsbeginsel.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst.
Raadsconclusie over inclusieve samenlevingen voor jeugdigen
Inhoud
In de Raadsconclusie over inclusieve samenlevingen voor jeugdigen vraagt de Raad aandacht voor feit dat de positie van jongeren in de samenleving als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen, de klimaatcrisis, de nasleep van de coronapandemie en de verschillende internationale gewapende conflicten, onder druk staat. Voor sommige groepen jeugdigen is de impact hiervan buitengewoon groot. De Raad benadrukt daarom de noodzaak om maatregelen te nemen om de gelijkwaardigheid van, de steun voor en de inclusie van jongeren in de samenleving te bevorderen en om de inbreng van jongeren zelf bij de ontwikkeling van die maatregelen te betrekken.
In dat kader roept de Raad de lidstaten onder andere op om de belemmeringen waarvoor jeugdigen zich gesteld zien inzichtelijk te maken en weg te nemen, om de bestaanszekerheid te waarborgen, de toegang tot kindvriendelijke informatie en publieke voorzieningen te verzekeren. Lidstaten en de Europese Commissie worden gevraagd in een gezamenlijke inspanning – ieder op zijn eigen terrein – een inclusief jongerenperspectief te ontwikkelen en om met het veld de dialoog aan te gaan over verbetering van kansengelijkheid voor en inclusie van jongeren, alsmede over hun mentale welzijn. De Europese Commissie wordt aangemoedigd om bestaande initiatieven en programma’s ter bevorderingen van inclusie en diversiteitsbewustzijn voort te zetten en nieuwe programma’s daartoe te ondersteunen. Inspraak van jongeren zelf via de EU-Jongerendialoog acht de Raad daarbij onontbeerlijk. Bij dit alles ziet de Raad ook een rol weggelegd voor maatschappelijke (jongeren)organisaties.
Achtergrond
Het creëren van een inclusieve samenleving voor jongeren vloeit voort uit het Handvest van Grondrechten van de Europese Unie. De afgelopen decennia zijn verschillende aanbevelingen gedaan door de Raad op de verschillende facetten van inclusie. Daarnaast zijn vanuit de Europese Commissie programma’s ontwikkeld en mededelingen gedaan om de inclusie en betrokkenheid van jongeren in Europa te bevorderen. Ook is dit thema een afzonderlijk doel in de EU-Jeugdstrategie (2019–2027). Deze strategie benoemt een groot aantal maatregelen die bevorderen dat alle jongeren, ongeacht waar ze wonen of wat hun achtergrond is, deel kunnen nemen aan de samenleving. De onderhavige raadsconclusie is een reactie op actuele maatschappelijke en internationale ontwikkelingen die maken dat de deelname van jongeren aan de samenleving onder druk staat en bevat nadere aanbevelingen om inclusie van jongeren te bevorderen.
Inzet Nederland
• Nederland onderstreept het belang van bijvoorbeeld de EU-Jongerendialoog als link tussen nationale en Europese betrokkenheid van jongeren.
• Nederland erkent het belang van inclusie en jongerenparticipatie, en daarmee ook het belang om hen bij besluitvormingsprocessen te betrekken. Dit blijkt bijvoorbeeld uit – al eerder genoemde – nationale initiatieven zoals de wijziging van artikel 1 van de Grondwet waarmee handicap en seksuele gerichtheid toegevoegd zijn als discriminatiegronden en praktische voorbeelden als het jaarlijkse terugkerende Nationaal Jeugddebat.
• In Nederland worden initiatieven gericht op het vergroten van de jongerenparticipatie op alle niveaus georganiseerd. De inbreng van de Nationale Jeugdraad en diverse maatschappelijke en politieke jongerenorganisaties is zeer waardevol. Samen met de Nationale Jeugdraad wordt bijvoorbeeld ook gewerkt aan een nationale jeugdstrategie.
• Nederland zet in op een inclusieve samenleving waarbij jongeren worden betrokken en kunnen participeren in democratische processen.
• Het (vrijwillig) kinder- en jongerenwerk is voor Nederland een belangrijke structuur om de ontwikkeling van jeugdigen te faciliteren en te stimuleren op een inclusieve manier, met aandacht voor de meest kwetsbare groepen in de (lokale) samenleving. Vanuit daar is de inzet om jeugdigen met een (hulp)vraag extra te begeleiden of ondersteunen in hun pad naar volwassenheid. Vanuit Nederland vinden wij het van belang dat jeugdwelzijnswerk hier de kwaliteit en competenties voor heeft en ontwikkelt.
• Nederland erkent het belang van diversiteitsensitief jeugdbeleid en zet zich blijvend in om het bewustzijn en bewustwording hieromtrent te benadrukken.
• Voor Nederland is het belangrijk dat de meest kwetsbare groep(en) jongeren worden bereikt met (lokaal) jeugdbeleid. Programma’s zoals de Aanpak Mentale Gezondheid, Preventie met Gezag en School en Omgeving richten zich expliciet op of hebben in het bijzonder aandacht voor kwetsbare groepen jongeren.
• Nederland pleit ervoor dat de Raadsconclusies rekening houden met diversiteit in bevoegdheden binnen lidstaten en het subsidiariteitsbeginsel.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst.
Raadsconclusies over de Europese en internationale beleidsagenda met betrekking tot kinderen, jongeren en kinderrechten
Inhoud
In de Raadsconclusie over de Europese en internationale beleidsagenda met betrekking tot kinderen, jongeren en kinderrechten opent de Raad met de vaststelling dat zowel in Europa als in andere delen van de wereld steeds meer erkenning en bescherming van kinderrechten is. Tegelijkertijd tekent de Raad aan dat kinderen en jongeren te maken hebben met zorgelijke ontwikkelingen en bedreigingen zoals klimaatverandering, de keerzijde van het digitale tijdperk en internationale conflicten. Als dragers van rechten en vanwege hun belangrijk rol in de samenleving, nu en in de toekomst, is het van belang dat de bescherming van kinderrechten een centrale plaats inneemt in de Europese en (inter)nationale beleidsvorming.
Met inachtneming van het gegeven dat de mogelijkheden voor kinderen grotendeels afhangen van de steun en bescherming die zij in hun jeugd hebben genoten en het gegeven dat een vloeiende overgang naar volwassenheid mede wordt mogelijk gemaakt door het gevoerde beleid, worden de lidstaten verzocht te kijken naar mogelijkheden een nationale strategie te ontwikkelen om kinderrechten en jongerenperspectief in het beleid te borgen. In het bijzonder vraagt de Raad de lidstaten om zich in te spannen om alle vormen van geweld tegen kinderen uit te bannen. Specifiek aan de Europese Commissie vraagt de Raad om in te zetten op een gezamenlijk uitvoering van de EU-Jeugdstrategie (2019–2027) en EU-Kinderrechtenstrategie en om door te gaan met Europese programma’s die tegemoetkomen aan de behoeften en noden van kinderen en jongeren. De lidstaten en de Europese Commissie tezamen worden aangemoedigd om te voorzien in mogelijkheden om kinderen en jongeren betekenisvol te laten participeren in de samenleving en het gevoerde jeugdbeleid te blijven evalueren.
Achtergrond
De rechten van het kinderen zijn internationaal gewaarborgd in het VN-Kinderrechtenverdrag (IVRK). Hoewel er geen Europees kinderrechtenverdrag is, is de bescherming van kinderen en hun rechten wel gewaarborgd in verschillende Europese instrumenten, zoals het Handvest voor de Grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Voor de verschillende Europese instituties is de versterking en bescherming van kinderrechten bovendien een belangrijk aandachtspunt. In dat kader is door de Raad van Europa onder andere een EU-Jeugd- en Kinderrechtenstrategie aangenomen. De onderhavige Raadsconclusie is een aanvulling op het reeds bestaande instrument en de aanbevelingen. Ook hier geldt dat deze aanbevelingen niet bindend zijn.
Inzet Nederland
• Nederland staat positief tegenover op rechten gebaseerd beleid voor zowel jongeren als kinderen. Hierbij is het van belang dat lidstaten voldoende ruimte hebben om eigen invulling te geven aan dit beleid op nationaal niveau.
• Nederland acht het van groot belang om de rechten van jongeren te beschermen en te bevorderen en om jongeren te betrekken bij besluitvorming. Dit is ingebed in regulier beleid van departementen en gemeenten.
• Ook acht Nederland het belangrijk om ideeën en voorstellen die raken aan een op rechten gebaseerde benadering van beleid voor jongeren te verbinden aan onder meer de EU-Jeugdstrategie 2019–2027 en de eerder uitgebrachte Strategie voor de Rechten van het Kind. Ook hierbij is het van belang dat lidstaten voldoende ruimte hebben om een eigen invulling te geven aan hoe zij dit vormgeven.
• Nederland werkt aan een nationale jeugdstrategie en is eerste stappen aan het verkennen voor een kinderrechtentoets.
• Nederland vraagt actief aandacht voor kinderrechten onder meer via de jaarlijkse kinderrechtencyclus. Tijdens deze jaarlijkse bijeenkomsten komen kinderen en jongeren, beleidsmedewerkers, kinderrechtenorganisaties en afgevaardigden van de Kinderombudsman bijeen. Dit zorgt ervoor dat partijen elkaar weten te vinden, een beter begrip krijgen voor ieders rol en elkaar scherp houden op de ontwikkelingen binnen de verschillende thema’s van kinderrechten.
• Verder verwelkomt Nederland ook het benoemen van aandacht voor zowel de offline als online wereld. Nederland hecht belang aan de bescherming van kinderrechten in de digitale omgeving. Om de kinderrechten online te bevorderen is bijvoorbeeld een CRIA (Children’s Rights Impact Assessment) uitgebracht voor bedrijven die online tools maken om te zien of dit ook effecten kan hebben op kinderen.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst. Eén lidstaat komt nog met een aanvullende verklaring betreffende genderidentiteit.
Raadsresolutie over jongerenwerk in het hedendaags Europa
Inhoud
In de Raadsconclusie over jongerenwerk in het hedendaags Europa staat de Raad stil bij de meerwaarde van jongerenwerk voor de jeugd. Niet alleen draagt jongerenwerk eraan bij dat jeugdigen hun rol in het bouwen aan een rechtvaardige, open en veilige samenleving kunnen innemen; ook is jongerenwerk een belangrijk middel om jongeren bij elkaar te brengen. Juist in een tijd waarin barrières om deel te nemen aan jongerenwerk toenemen als gevolg van maatschappelijke spanningen en veranderingen in de leefomstandigheden van mensen, wil de Raad het belang van jongerenwerk en competente jongerenwerkers door middel van een raadsresolutie onder de aandacht brengen.
In dat kader worden lidstaten en Europese Commissie in een gezamenlijke inspanning onder andere gevraagd om te voorzien in jeugdvriendelijke informatie over en laagdrempelige toegang tot jongerenwerk. Ook worden de lidstaten aangemoedigd te werken aan een duidelijke visie op jongerenwerk en om de ontwikkeling, uitvoering en zichtbaarheid van jongerenwerk te ondersteunen. De Raad vraagt tevens om erkenning van het belangrijke werk dat jongerenwerkers (vrijwillig) verrichten en om training en opleiding van jongerenwerkers te stimuleren.
De lidstaten afzonderlijk worden aangemoedigd om het jongerenwerk zo gunstig mogelijk te faciliteren. In dat verband noemt de Raad als voorbeeld het verminderen van de administratieve lasten en het voorzien in financiële middelen en faciliteiten om jongerenwerk te kunnen verrichten. Ook wordt benadrukt dat jongerenwerkers onafhankelijk hun werk kunnen doen en wordt de samenwerking tussen jongerenwerkers en andere sectoren om meer aandacht te genereren voor de toevoeging die jongerenwerk in het leven van kinderen en jongeren kan hebben van harte aanbevolen.
De Raad roept verder de Europese Commissie op om meer aandacht te besteden aan de ontwikkeling van beleid dat gericht is op jongerenwerk en om de lidstaten daarin te betrekken. Ook moedigt de Raad de Europese Commissie aan om tussen de verschillende Europese programma’s en de groene en digitale transitie de verbinding met jongerenwerk te leggen en om de lidstaten te stimuleren onderling de samenwerking rondom jongerenwerk aan te gaan. Verder vraagt de Raad om de continuïteit in het deel van «best practices» rondom jongerenwerk te waarborgen, om financiële steun te verlenen aan de realisatie van projecten van jongerenwerk en de samenwerking tussen de Raad en de Europese Commissie op het thema jongerenwerk te verstevigen.
Verder moedigt de Raad jongerenwerkers zelf aan om de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren te stimuleren en om datgene te doen wat nodig is om kwalitatief goed jongerenwerk voor alle kinderen en jongeren mogelijk te maken. Ten slotte roept de Raad alle partijen die betrokken zijn rondom dit thema op om met elkaar op dit punt samen te werken.
Achtergrond
In de EU-Jeugdstrategie (2019–2027) wordt erkend dat jongerenwerk een belangrijke rol speelt bij het versterken van de participatie maken van jongeren. Die erkenning is aangevuld met de Europese Agenda voor Jongerenwerk, dat een strategisch kader biedt voor de versterking en ontwikkeling van de kwaliteit en de erkenning van jeugdwerk. Het ondersteunen van de ontwikkeling van kwaliteitsjongerenwerk, met name op lokaal niveau, is een prioriteit van de Europese Unie.
Inzet Nederland
• Nederland is voorstander van het delen van goede praktijken en informatie op alle niveaus: lokaal, regionaal, landelijk en Europees. Daarmee staan we ook positief tegenover de suggesties m.b.t. versterken van de synergie en het verder ontwikkelen van het jongerenwerk middels een Europese jongerenwerk agenda.
• Nederland heeft er op aangedrongen dat de resolutie rekening houdt met het grote verschil in jongerenwerk in de lidstaten. Zo wordt in Nederland jongerenwerk vooral preventief ingezet, waarbij het doel is om problemen te voorkomen of het verergeren van problemen tegen te gaan.
• Ook is gehoor gegeven aan de wens om jongeren en jongerenwerkers nauw bij de Europese jongerenwerk agenda te betrekken.
• Het kinder- en jongerenwerk in Nederland is allereerst een gemeentelijke aangelegenheid: gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inkoop en uitvoering van jongerenwerk in hun gemeente. Zij formuleren daarin ook de (lokale) opdracht voor dit jeugdwelzijnswerk. De insteek kan dus per gemeente verschillen, afhankelijk van de problematiek of thema’s die daar spelen.
• Vanuit Nederland wordt het jongerenwerk gezien als een voorziening in de pedagogische infrastructuur van een wijk of buurt. Hierbij richten jongerenwerkers zich op de vrijetijdsbesteding, talentontwikkeling en begeleiding van jongeren tussen de 10 tot 23 jaar, met speciale aandacht voor jongeren die steun nodig hebben bij het volwassen worden. Het is voor Nederland belangrijk dat de meeste kwetsbare jongeren kunnen worden bereikt met en door het jongerenwerk.
• Het is voor Nederland belangrijk dat het jongerenwerk van goede kwaliteit is en participatie van jongeren aan een (inclusieve) samenleving stimuleert en faciliteert. Daarbij is het voor Nederland ook van belang dat jongeren in de online omgeving kunnen worden ondersteund door «online jongerenwerk».
• Nederland staat positief tegenover het vergroten van de erkenning en waardering van de maatschappelijk impact van jongerenwerk. Derhalve wordt ook ingezet op onderbouwing door onderzoek en het faciliteren van handreikingen en symposia.
• Het is wenselijk om goede praktijken met aanpalende domeinen te delen, zoals (jeugd)zorg, onderwijs en veiligheid, en te zoeken naar synergie en samenwerking.
• Nederland kan instemmen met de voorgestelde Raadsresolutie, mede omdat deze adviserend van aard is en de subsidiariteit en proportionaliteit in acht neemt.
Indicatie krachtenveld Raad
Naar verwachting kunnen alle lidstaten akkoord gaan met de tekst.
Beleidsdebat over EU jongerenconferentie
Inhoud
Het Belgisch voorzitterschap heeft een gedachtewisseling voor ogen over de follow-up van de opbrengsten van de EU-Jongerenconferentie die van 2 tot en met 5 maart jl. plaatsvond in Gent. Deze conferentie vond plaats in het kader van de tiende cyclus van de EU-Jeugddialoog.
Tijdens deze conferentie is gesproken over onderwerpen die raken aan het overkoepelende thema van inclusieve samenlevingen zoals barrières, de rol van informatie, gezondheid en geestelijk welzijn, formele en informele leeromgevingen en discriminatie.
De uitkomsten van de discussies over deze onderwerpen kunnen worden gebruikt als handvatten in beleidsvorming door de Europese Unie en de lidstaten. Er zijn aanbevelingen gedaan die uiteenlopen van aandacht voor de financiële situatie van jongeren, toegang van jongeren tot (mentale) gezondheidszorg, investeren in onderwijs en jeugdwerk met specifieke aandacht voor kansarme jongeren, versterken van media- en informatiegeletterdheid / wijsheid van jongeren, en het samen met jongeren ontwikkelen van beleid dat discriminatie moet tegengaan. Ook is nagedacht over maatregelen om deze te implementeren. (Allen als bijlage opgenomen in de raadsconclusies over inclusieve samenlevingen.)
Het voorzitterschap vraagt via het beleidsdebat om aandacht voor de terugkoppeling van de uitkomsten van de EU-Jongerendialoog. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van de volgende vragen:
1. Hoe kan de monitoring en terugkoppeling ten aanzien van de opbrengsten van de EU Jeugddialoog op politiek niveau worden verbeterd, opdat meer tegemoet wordt gekomen aan de behoeften en verwachtingen van jeugdigen richting de EU Jeugddialoog.
2. Welke van de voorgestelde maatregelen kunnen in de eigen lidstaat worden geïmplementeerd, teneinde te komen tot een inclusieve samenleving voor jongeren?
Inzet Nederland
• Nederland zal tijdens het beleidsdebat aangeven het belang van de EU-Jongerendialoog te onderkennen en zal daarnaast ook de ideeën omtrent de nationale jeugdstrategie benoemen.
• Tijdens elk triovoorzitterschap van de EU worden thema en accenten voor de EU-Jongerendialoog – in lijn met de EU-Jeugdstrategie – bepaald. De onderwerpen worden nader uitgewerkt in de nationale werkgroepen en tijdens de halfjaarlijkse EU-Jongerenconferenties. Nederland neemt hieraan deel en onderstreept het belang van het meenemen van de uitkomsten in de raadsconclusies.
• De uitkomsten van de EU-Jongerendialoog worden op nationaal niveau gedeeld met bijvoorbeeld de departementen en jongerenorganisaties.
• Nederland vindt het belangrijk dat de lidstaten vrije keuze behouden bij de implementatie van deze uitkomsten in lijn met de nationale situatie of behoeften en is geen voorstander van een verplicht monitoringssysteem vanuit de EU, mede i.v.m. de subsidiariteit en proportionaliteit.
Nederland zal in het debat ook aandacht vragen voor de haalbaarheid van de implementatie. Hiervoor is het ook noodzakelijk om te kijken naar de hoeveelheid, tijdspad en complexiteit van de voorstellen. De voorkeur gaat uit naar het kunnen maken van een keuze uit de onderwerpen, een langere tijdspanne en ruimte voor nationale of lokale overheden om samen met jongeren.