Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2023-2024

36 378 Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)

Nr. 34 AMENDEMENT VAN DE LEDEN KRÖGER EN GRINWIS

Ontvangen 15 april 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 3.19, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanhef komt te luiden:

De bevoegdheden van een infrastructuurbedrijf in Nederland omvatten die handelingen en activiteiten die het helpen zijn verantwoordelijkheden uit te voeren waaronder ten minste:.

2. In onderdeel a, aanhef, wordt na «distributiesystemen» ingevoegd «of bijdragen aan de transitie en betrouwbaarheid van het Nederlandse energiesysteem,».

3. In onderdeel a, onder 2°, wordt «ter beschikking stellen» vervangen door «exploiteren» en vervalt «, niet zijnde productie- of opslaginstallaties of onderdelen van productie- of opslaginstallaties».

4. In onderdeel a, onder 3°, wordt «het in opdracht» vervangen door «het al dan niet in opdracht» en wordt «of opslaginstallaties» telkens vervangen door «, opslag- of conversie-installaties».

5. In onderdeel a, onder 4° en vervalt «, niet zijnde productie- of opslaginstallaties».

Toelichting

Dit amendement stelt voor om de bevoegdheden van infrastructuurbedrijven uit te breiden zodat zij maximaal kunnen bijdragen aan systeemoptimalisatie. Deze uitbreiding is nodig omdat, bijvoorbeeld door de steeds grotere en frequentere piekbelasting op het net, systeemoptimalisatie nu en in de toekomst om meer maatregelen vraagt dan waarvan sprake was in het centrale, fossiele systeem waar we vandaan komen.

Concreet zet dit amendement de huidige lijst met taken van de netbeheerders in de Energiewet van een limitatieve lijst om in een richtinggevende lijst, die uitgebreid kan worden op het moment dat voor systeemoptimalisatie nodig is. Een limitatieve lijst kan een sta in de weg blijken voor het bereiken daarvan, zeker tegen de achtergrond van de snel veranderende technologie en inzichten op dit terrein. Zo bieden we infrastructuurbedrijven meer handvatten om, in samenspraak met netbeheerders, investeringen in het net integraal te plannen en toekomstgericht te maken, en om in te spelen op ontwikkelingen en het op gang helpen van nieuwe voorzieningen. Daarbij kunnen infrastructuurbedrijven infra benutten voor eigen gebruik of tegen een marktconform tarief aan derden ter beschikking stellen.

Kröger

Grinwis