[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde Agenda Sportraad van 14 mei 2024

Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Brief regering

Nummer: 2024D15318, datum: 2024-04-16, bijgewerkt: 2024-04-25 15:44, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-34-415).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 34-415 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport .

Onderdeel van zaak 2024Z06622:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 415 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2024

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda van de EU Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur en Sportraad (OJCS-Raad) voor het onderdeel Sport aan. De Raad vindt plaats in Brussel op dinsdag 14 mei onder het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie.

In de bijlage wordt de inzet van de Sportraad nader toegelicht. Ook wordt hierbij het verslag van de voorgaande Sportraad van 24 november jl. verzonden.

Ik ben voornemens namens Nederland deel te nemen aan de Sportraad.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder

GEANNOTEERDE AGENDA OJCS RAAD – Sport

Sport – Dinsdag 14 mei

Tijdens de raad staan de volgende onderwerpen geagendeerd:

• Raadsconclusies over zelf georganiseerde sport.

• EU Werkplan Sport (1 Juli 2024–31 December 2027)

• Beleidsdebat met als thema vrijwilligers in de sport

Raadsconclusies over zelfgeorganiseerde sport

Achtergrond

Tijdens het Belgische voorzitterschap zijn raadsconclusies opgesteld over zelfgeorganiseerde sport. Zelfgeorganiseerde sport wordt beschouwd als alle vormen van lichamelijke activiteit die kunnen plaatsvinden in een informele setting, over het algemeen in de vrije tijd, die geen strikte formele sportregels volgen en waarbij niet noodzakelijkerwijs sprake is van competitie.

Nadere toelichting

De lidstaten worden uitgenodigd om beleid te bevorderen dat de beoefening van zelfgeorganiseerde sport stimuleert, waaronder het onderzoeken van de mogelijkheden om lichaamsbeweging voor te laten schrijven door professionals, het ondersteunen van beleidsinitiatieven en publiekscampagnes die de voordelen en toegankelijkheid van zelf georganiseerde sport benadrukken, het samenwerken met de sportwereld voor het opstellen van bewegingsrichtlijnen, het bevorderen van instrumenten waarmee gemakkelijk gekwalificeerd personeel en coaches kunnen worden gevonden, het ondersteunen van beleid dat de aanleg van duurzame en toegankelijke openbare infrastructuur mogelijk maakt zodat iedereen gemakkelijk aan zelfgeorganiseerde sport kan doen, het bevorderen van samenwerking tussen overheid en de sportwereld om de integratie van sportinfrastructuur te verbeteren, het bevorderen van bewegen zoals lopen en fietsen evenals de ontwikkeling van fietspaden en voetgangersvriendelijke routes, het ontwikkelen van toegankelijke openbare sportinfrastructuur, het aanmoedigen van regionale sportontwikkeling via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het bevorderen van het gebruik van digitale platforms die voorzieningen op sportgebied faciliteren.

De Europese Commissie wordt uitgenodigd tot het bevorderen van alle vormen van sportparticipatie via de «Europese Week van de Sport» en andere bewustmakingscampagnes, gebruik te maken van bestaande financieringsmogelijkheden, het ontwikkelen van toegankelijke en duurzame openbare ruimtes die in lijn zijn met de Europese Green Deal, het in overweging nemen om in toekomstige onderzoeken en studies rekening te houden met zelfgeorganiseerde sport en daarmee bij te dragen aan de beschikbaarheid van waardevolle data.

De sportsector en andere relevante stakeholders worden uitgenodigd om te blijven samenwerken met overheden bij het ontwikkelen van nieuw sportbeleid dat inspeelt op alle vormen van sportbeoefening, waaronder zelfgeorganiseerde sport. Dit omvat het bevorderen van sportparticipatie en lichaamsbeweging in informele setting, het aanmoedigen van sportclubs om mensen vrij te laten sporten zonder boekingen en het ontwikkelen van een aanbod van recreatieve sportactiviteiten binnen sportclubs om daarmee hun activiteiten te diversifiëren en nieuwe leden aan te trekken.

Inzet Nederland

Nederland is voornemens in te stemmen met de voorliggende raadsconclusies en heeft op ambtelijk niveau actief deelgenomen aan het opstellen van de raadsconclusies.

EU Werkplan voor Sport (1 juli 2024–31 december 2027)

Achtergrond

De Raad wordt gevraagd in te stemmen met het EU werkplan voor sport voor de komende 3 jaar. Dit plan richt zich met name op integriteit en waarden binnen de sport, op de sociaaleconomische en duurzame dimensies van sport en op de deelname aan sport en beweging om gezondheid te bevorderen.

Nadere toelichting

De lidstaten worden uitgenodigd om betrokken te zijn bij de uitvoering van het EU-werkplan en rekening te houden met de resultaten bij de ontwikkeling van nieuw sportbeleid op nationaal en lokaal niveau. Dit omvat het informeren van de nationale sportsector over de voortgang van de uitvoering van het werkplan en waar nodig met hen samen te werken.

De voorzitterschappen van de Raad van de EU worden uitgenodigd om bijeenkomsten te organiseren met relevante vertegenwoordigers binnen de sportsector om informatie uit te wisselen over de uitvoering van dit EU-werkplan. Daarin kunnen actuele uitdagingen en beleidskwesties worden besproken en wederzijds ambities worden verkend. Het is van belang dat de voorzitterschappen van de Raad van de EU dit werkplan blijven gebruiken om meer zichtbaarheid te geven aan de activiteiten van de Europese Commissie op het gebied van sport.

De Europese Commissie wordt uitgenodigd om een strategisch en lange termijn document over de toekomst van het EU-sportbeleid te ontwikkelen. Dit omvat het bijdragen en ondersteunen van empirisch onderbouwd sportbeleid in de EU door meer onderzoek te verrichten, het informeren en raadplegen van de lidstaten en de sportsector over bestaande financieringsmogelijkheden op het gebied van sport en het voorzien van informatie aan de lidstaten over het potentiële effect van EU-beleid op de sportsector. Verder wordt de Commissie gevraagd te overwegen een online platform te creëren om toegang te krijgen tot goede voorbeelden of relevante documenten en deze uit te wisselen. Hiervoor is het doel de uitwisseling van informatie en de vorming van netwerken tussen de lidstaten verder te vergemakkelijken. Tenslotte is het doel om in de eerste helft van 2027 en op basis van vrijwillige bijdragen van de lidstaten, de sportbeweging en relevante belanghebbenden een verslag te schrijven over de uitvoering en relevantie van dit EU-werkplan.

De sportsector en andere relevante stakeholders worden uitgenodigd om door middel van hun expertise en ervaring samen te werken met de lidstaten en met de Commissie bij de uitvoering van dit werkplan.

Inzet Nederland

Nederland is voornemens in te stemmen met het voorliggende werkplan en heeft op ambtelijk niveau actief deelgenomen aan het opstellen van het werkplan.

Beleidsdebat met als thema vrijwilligers in de sport

Doel en inhoud beleidsdebat

Het beleidsdebat richt zich op het thema vrijwilligers in de sport. Europa staat voor grote uitdagingen met betrekking tot vrijwilligers in de sport. Het hoofddoel van het debat is het delen van inzichten door lidstaten over nationaal beleid om vrijwilligerswerk in de sport te stimuleren, wat daarbij de huidige obstakels zijn en hoe deze obstakels op nationaal en Europees opgelost kunnen worden.

De gehele sportsector worstelt met het werven en behouden van vrijwilligers door een gebrek aan mensen die geïnteresseerd zijn. Uit Europees onderzoek blijkt dat 10% van de Europeanen vrijwilligerswerk doet in de sport, met grote verschillen tussen de lidstaten. Onderzoek toont aan dat vrijwilligerswerk voornamelijk impopulair is onder ouderen, vrouwen en lager opgeleiden.

Inzet Nederland

Nederland zal tijdens het debat nationale ontwikkelingen en inzet met betrekking tot vrijwilligers in de sport toelichten. Nederland zal hierbij benadrukken dat we op Europees niveau van elkaar moeten blijven leren over hoe we vrijwilligers in de sport kunnen behouden.

Binnen het Nederlandse sportbeleid wordt momenteel ingezet op het versterken en ondersteunen van vrijwilligers (technisch-, bestuurlijk- en vrijwillig kader). Dit gebeurt door het opleiden van vrijwilligers, waardoor bepaalde taken makkelijk uitvoerbaar zijn. Nederland zet actief in op professionalisering en het vergroten van uitvoeringskracht bij sportverenigingen door budget beschikbaar te stellen waarmee sportclubs een professional kunnen aanstellen. De begeleiding en de expertise die deze professionals meebrengen kunnen een multiplieer effect realiseren voor vrijwilligers. Door de samenwerking tussen vrijwilligers en professionals beter te organiseren blijft vrijwilligerswerk behapbaar.

Het is van belang dat de regeldruk die wet- en regelgeving met zich meebrengt geen te grote belemmering voor vrijwilligersorganisaties vormt, waardoor hun maatschappelijke impact significant zou afnemen. Het kabinet heeft onderzoek laten doen naar de aard, omvang en achterliggende oorzaken van de ervaren regeldruk bij vrijwilligersorganisatie en filantropische instellingen. Het kabinet vindt het belangrijk dat de regeldruk ten gevolge van wettelijke verplichtingen van de verschillende departementen werkbaar blijft voor vrijwilligersorganisaties, waaronder sportverenigingen. Op dit moment wordt bekeken hoe de regeldruk kan worden verminderd voor sportverenigingen.

Om specifieke doelgroepen in staat te stellen deel te nemen aan vrijwilligerswerk is professionalisering en begeleiding erg belangrijk. Het aanstellen van een professional die vrijwilligers begeleidt kan een multiplier realiseren. Een mooi voorbeeld van huidig beleid is het project Maatschappelijke Diensttijd, waarbij (veelal kwetsbare) jongeren worden gestimuleerd om vrijwilligerswerk te doen in de zorg, welzijn of de sportsector.