EY-rapport: Private equity in de zorg (Zvw en Wlz)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024
Brief regering
Nummer: 2024D15345, datum: 2024-04-16, bijgewerkt: 2024-04-23 15:57, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-XVI-141).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Beslisnota bij Kamerbrief EY-rapport: Private equity in de zorg (Zvw en Wlz)
- Onderzoek Private Equity in de zorg
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 XVI-141 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2024Z06630:
- Indiener: C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-04-17 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-18 21:50: Dertigledendebat over de gevolgen van private equity in de zorg (Plenair debat (dertigledendebat)), TK
- 2024-04-24 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-04-25 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-07 10:00: Eerstelijnszorg (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2024
Nr. 141 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2024
Afgelopen jaar was er veel maatschappelijke en politieke aandacht voor de rol van private equity-investeerders in de zorg, onder andere door een aantal incidenten bij commerciële ketens in de huisartsenzorg. In een aantal debatten met uw Kamer over de zorg is daar aandacht aan besteed en zijn verschillende moties ingediend en aangenomen1.
Naar aanleiding van deze moties heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een onderzoek laten uitvoeren naar verschillende aspecten van private equity in de zorg. Het doel van het onderzoek, dat door EY is uitgevoerd, was een objectief beeld te krijgen van de gevolgen van private equity-financiering op de zorg. Bijgaand treft u het EY-rapport «Private equity in de zorg» aan.
EY is gevraagd twee deelaspecten te onderzoeken:
1) de huidige omvang van private equity-financiering in de verschillende sectoren van de zorg (Zvw en Wlz), en
2) de effecten van private equity-financiering op de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg.
Uit het onderzoek van EY is gebleken dat er in totaal 35 private equity-partijen actief zijn in zorginstellingen die direct of indirect zorg leveren die valt onder de Zorgverzekeringswet en/of de Wet langdurige zorg. Het aantal partijen is het grootst in de mondzorg (11 actieve partijen), gevolgd door de medisch specialistische zorg (8 partijen) en de VVT-sector (7 partijen). De huidige omvang van private equity in termen van het aandeel in de wettelijke geldstromen uit hoofde van de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg verschilt per sector.
Uit het onderzoek blijken tevens geen aantoonbare verschillen (op basis van de beschikbare data) tussen zorginstellingen met PE-participatie en die zonder PE-participatie wat betreft de publieke belangen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid.
Ik beraad mij op de uitkomsten van dit onderzoek, mede in relatie tot de door uw Kamer aangenomen moties en zal uw Kamer in het tweede kwartaal van 2024 een inhoudelijke reactie op dit rapport toesturen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
C. Helder
motie vd Berg/Dijk d.d. 20 juni 2023 (Kamerstuk 36 360 XVI, nr. 17), motie Bushoff/vd Berg d.d. 12 september 2023 (Kamerstuk 33 578, nr. 110), motie Marijnissen/Bikker bij de APB d.d. 21 september 2023 (Kamerstuk 36 410, nr. 19), motie Bikker/Omtzigt d.d. 21 september 2023 bij de APB (Kamerstuk 36 410, nr. 30)↩︎