Verslag informele Landbouwraad van 7 tot en met 9 april 2024
Landbouw- en Visserijraad
Brief regering
Nummer: 2024D15473, datum: 2024-04-16, bijgewerkt: 2024-04-23 15:06, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1636).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1636 Landbouw- en Visserijraad.
Onderdeel van zaak 2024Z06692:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-04-18 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-22 10:00: Landbouw- en Visserijraad (30 april) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-04-24 11:15: Procedurevergadering commissie LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-04-24 13:00: Landbouw- en Visserijraad (29/30 april) - OMGEZET IN SO inbrengtermijn 22/4 (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-11-14 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
21 501-32 Landbouw- en Visserijraad
Nr. 1636 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 april 2024
Met deze brief informeer ik de Kamer over de informele Landbouwraad (hierna: Raad) die plaatsvond van 7–9 april jl. te Genk, België.
I. Verslag informele Landbouwraad
De Raad stond in het teken van strategische autonomie op het gebied van eiwitten, een van de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap. De Europese Commissie (hierna: Commissie) wees op het belang van de eiwittransitie voor de strategische autonomie van de Europese Unie (EU) en voor voedselzekerheid en gaf aan het ook te zien als aanvullende inkomstenbron voor boeren.
Het Belgisch voorzitterschap stelde tijdens het beleidsdebat twee vragen. Ten eerste vroeg het of er noodzaak is om het Europese eiwitaanbod te herzien en welke doelstellingen hiervoor op Europees niveau gesteld moeten worden. Ten tweede stelde het de vraag welke beleidsinstrumenten de eiwitdiversificatie kunnen versnellen.
De Raad sprak zich uit voor het versterken van de strategische autonomie op het gebied van eiwitten. Daarbij lag de nadruk op het vergroten van de eigen productie in de lidstaten, alsook binnen de gehele EU en op het verminderen van de import van eiwitten uit landen buiten de EU. Daarbij wezen de meeste lidstaten op het herzien van het Europese eiwitaanbod en de noodzaak van diversificatie van eiwitgewassen en handelspartners. Een aantal lidstaten benadrukte het belang van de concurrentiepositie van de EU en wederkerigheid met derde landen op het gebied van duurzaamheid. Ook Nederland onderstreepte het belang van een mondiaal gelijk speelveld, maar benadrukte tegelijkertijd dat we onderdeel uitmaken van open markten en we ook binnen de mondiale waardeketen voor eiwitten moeten praten over de maatschappelijk uitdagingen waarvoor we staan. Verder bracht Nederland in dat ook marine eiwitten een rol moeten hebben in het diversifiëren van het eiwitaanbod. Specifieke (kwantitatieve) doelen voor het aanbod van eiwitten uit de EU werden door de meeste lidstaten niet genoemd.
Voor wat betreft de beleidsinstrumenten om de eiwitdiversificatie te versnellen wees een meerderheid van de lidstaten op de noodzaak van innovatie, onderzoek en kennisuitwisseling tussen de lidstaten. Op dit gebied deed een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, wederom een oproep aan de Commissie en de Raad om zo snel mogelijk tot een positie te komen op het gebied van Nieuwe Genomische Technieken. Nederland wees in dit kader ook op de kansen van kweekvlees, maar hiervoor was weinig steun van andere lidstaten. Lidstaten riepen verder op de circulaire economie te versterken en de leveringsketen van boer tot bord te herzien, met aandacht voor onder andere de verwerking van eiwitten en voor de rol van de consument. Nederland wees met een aantal andere lidstaten op de noodzaak van een beter gebruik van bijproducten en reststromen. De Commissie werd daarnaast op het hart gedrukt te zorgen voor meer beleidscoherentie en om te kijken naar mogelijkheden om de eiwittransitie te financieren, zowel binnen als buiten het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).
De Commissie gaf in haar reactie aan dat ze een herziening voorbereidt van het rapport over de ontwikkeling van plantaardige eiwitten in de EU uit 2018. Daarin zal meer aandacht zijn voor het versterken van de strategische autonomie op het gebied van eiwitten. Daarnaast zei de Commissie dat het stimuleren van de eiwitproductie een van de prioriteiten van de volgende programmaperiode van het GLB zou moeten zijn.
De verwachting is dat dit onderwerp onder Hongaars voorzitterschap wederom in de Raad besproken zal worden.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema