Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. het Fiche: Mededeling stimuleren van startups en innovatie in betrouwbare AI (Kamerstuk 22112-3908)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D15713, datum: 2024-04-17, bijgewerkt: 2024-04-22 13:27, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D15713).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B.C. Kathmann, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: S.R. Muller, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z03357:
- Indiener: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-03-05 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-13 11:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-03-28 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2024-04-17 14:00: Fiche over mededeling stimuleren van startups en innovatie in betrouwbare AI (Kamerstuk 22112-3908) en fiche verordening supercomputerinitiatief kunstmatige intelligentie (Kamerstuk 22112-3907) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2024D15713 Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de brieven d.d. 01-03-2024 inzake «Fiche: Mededeling stimuleren van startups en innovatie in betrouwbare AI» (Kamerstuk 22 112, nr. 3908) en «Fiche: Verordening supercomputerinitiatief kunstmatige intelligentie» (Kamerstuk 22 112, nr. 3907).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Kathmann
Adjunct-griffier van de commissie,
Muller
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
II Antwoord / Reactie van de bewindspersoon
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de fiches. Deze leden onderschrijven het grote belang van de voorstellen en plannen op het gebied van kunstmatige intelligentie. De strategische autonomie moet voorop staan in het beleid van Nederland en in Europa. Ook hebben deze leden kennisgenomen van het verslag van de EU-rapporteurs Valize (PVV) en Six-Dijkstra (NSC) op het EU-pakket AI en Kwantum1. Graag ontvangen deze leden een reactie van de Minister op alle belangrijke aandachtspunten die de EU-rapporteurs noemen in hun rapport (paragraaf 2.7). Ook over de fiches hebben de leden van deze fractie enkele opmerkingen en vragen.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderkennen dat de toegang tot grootschalige rekencapaciteit zeer prijzig is, met name voor kleinere bedrijven zoals AI-startups. Kan de Minister aangeven of het voorgestelde strategische investeringskader hier wezenlijke verandering in gaat aanbrengen? Hoe wordt dit gecontroleerd? Worden bureaucratische en financiële drempels voor AI-startups die in de toekomst gebruik willen maken van de Europese rekencapaciteit door dit strategische investeringskader weggenomen en zo ja, hoe? Kan de Minister de (mogelijke) stappen schetsen die een AI-startup zal moeten nemen om gebruik te maken van Europese rekencapaciteit wanneer het strategische investeringskader tot de gewenste beste uitkomst heeft geleid?
Daarnaast zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie verheugd te lezen dat de supercomputers van de gemeenschappelijke onderneming »European High Performance Computing Joint Undertaking» (EuroHPC JU) in de toekomst toegankelijk worden gemaakt voor startups en de wetenschaps- en innovatiegemeenschap die AI-modellen willen trainen. Kan de Minister aangeven of er bepaalde sectoren of organisaties zijn die in de toekomst géén gebruik kunnen maken van deze supercomputers maar dat wél graag zouden willen? Kunnen inlichtingen- en veiligheidsdiensten ook gebruik maken van deze supercomputers en hoe apprecieert de bewindspersoon die (on)mogelijkheid? Voorziet de Minister kwetsbaarheden op het gebied van nationale veiligheid indien de inlichtingen- en veiligheidsdiensten géén gebruik kunnen maken van deze supercomputers en het Nederland ontbreekt aan eigen AI- en/of kwantum supercomputers? Kan de Minister hier in de breedste zin op reflecteren?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn het eens dat verantwoorde ontwikkelingen rondom algoritmes gestimuleerd moeten worden door financiering beschikbaar te maken voor onderzoek en ontwikkeling. Kan de Minister aangeven wat zij verstaat onder verantwoorde ontwikkelingen rondom algoritmes? Wat zijn ongewenste ontwikkelingen? Welke rol speelt Nederland bij het bepalen van de kaders van verantwoorde ontwikkelingen in Europees verband?
Verder juichen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie het voornemen om Nederland te positioneren als één AI-ecosysteem toe. Wel hebben deze leden hier enkele vragen en opmerkingen over. Ten eerste willen zij nogmaals het aandachtspunt van de EU-rapporteurs benadrukken waarbij aandacht wordt gevraagd voor het gebrek van een Nederlandse AI-supercomputer. Is het voor Nederland wel mogelijk om de «grondstoffen» voor AI samen te brengen in een ecosysteem, zolang een dergelijke supercomputer ontbreekt? Ten tweede vragen deze leden wat volgens de Minister de invloed is van het verouderen van hogesnelheid glasvezelkabels (zoals de onderzeekabel «Atlantic Crossing 1» of AC 1) en het gebrek aan nieuwe intercontinentale onderzeekabelaansluitingen in Nederland ten opzichte van andere Europese landen als Finland, Ierland en Denemarken, op de ambitie van Nederland op dit vlak. Wat is volgens de Minister de relatieve positie van Nederland ten opzichte van andere Europese landen? Op welke gebieden loopt Nederland voor en op welke achter? Ziet de Minister de relatieve positie op korte- en middellange termijn verbeteren of verslechteren?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn blij met de beoordeling van het kabinet. Toch vragen zij of het kabinet niet een bouwsteen voor AI over het hoofd ziet. Hoe beoordeelt de Minister het belang van connectiviteit van Nederland, dat wil zeggen de (blijvende) aanwezigheid en toename van (intercontinentale) glasvezelverbindingen als bouwsteen voor AI?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn verheugd dat zowel Europees als nationaal het belang van AI ingezien wordt. Wel benadrukken deze leden dat het gebruik van AI geen doel op zich is, maar van toegevoegde maatschappelijke waarde moet zijn. Ook hebben de leden vragen over de samenwerking die enkele grote lidstaten van de EU op het gebied van AI binnen het innovatie- en industriebeleid hebben opgezet. Welke lidstaten betreft dit? Hoe verhoudt deze samenwerking zich ten opzichte van de Europese plannen en schat de bewindspersoon in of dit tot (on)nodige concurrentie kan leiden? Kan de Minister aangeven waarom Nederland niet meedoet met deze samenwerking en wat de mogelijke kansen zijn die Nederland daardoor laat liggen?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben geen aanvullende vragen ten aanzien van het fiche verordening supercomputerinitiatief kunstmatige intelligentie (Kamerstuk 22 112, nr. 3907). Wel ontvangen zij graag van de Minister een appreciatie van het fiche in lijn met de vragen die deze leden reeds hierboven hebben gesteld.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de fiches en ondersteunen de beoordeling van het kabinet als het neerkomt op de ambities beschreven in de mededeling. Deze leden wensen hierover nog enkele aanvullende vragen te stellen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de EU volgens de Commissie in elk van de bouwstenen van AI – data, rekenkracht, algoritmen en talent – over belangrijke troeven beschikt die benut en versterkt moeten worden. Kan de Minister specifiek ingaan op de beschikbaarheid van deze bouwstenen van AI in Nederland?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet er waarde aan hecht dat de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd om publieke en private partijen te laten investeren in AI-ontwikkeling. Hoe beoordeelt het kabinet de huidig geldende Nederlandse randvoorwaarden om dit doel te bewerkstelligen? Is het kabinet ook voornemens om deze randvoorwaarden specifiek voor Nederland te verbeteren? Ook vragen deze leden hoe veel Nederlandse startups actief zijn in kunstmatige intelligentie, en hoe zich dit verhoudt tot andere lidstaten? Wordt er in Nederland (en andere lidstaten) voldoende ondersteuning geboden aan AI-startups en scale-ups als het gaat om het voldoen aan alle wet- en regelgeving omtrent AI? Hoe uit dit zich? Hoe worden AI-startups en scale-ups aangemoedigd om zich in de EU te vestigen en uit te breiden?
Bovendien lezen de leden van de VVD-fractie dat het kabinet de benadering van de Commissie steunt om via bestaande initiatieven het mogelijk te maken om speciale AI-processorchips binnen de EU te ontwikkelen en toe te passen. Welke rol kan het sterke Nederlandse halfgeleiderecosysteem hierin spelen? Is het kabinet bereid om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van het halfgeleiderecosysteem om ze te wijzen op de mogelijkheden die hieruit ontstaan voor de sector?
Het stemt deze leden tevens positief dat er wordt ingezet op een veilige en privacybeschermende infrastructuur als het gaat om gemeenschappelijke Europese dataruimten. Hoe wordt ervoor gezorgd dat de digitale infrastructuur in Nederland zo is ingericht dat consumenten zeggenschap behouden over hun eigen gegevens en dat hun gegevens veilig gewaarborgd worden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de BNC-fiches. Deze leden waarderen deze initiatieven om de innovatie van opkomende technologieën te stimuleren, Nederlandse start-ups en scale-ups te helpen groeien en de digitale autonomie van Nederland te versterken. Daarnaast hebben zij nog enkele vragen aan de Minister.
De leden van de NSC-fractie lezen dat betrouwbare AI een van de kernpunten is van dit fiche. Deze leden vragen daarbij wel aan de Minister hoe zij de term »betrouwbare AI» definieert. Welke meetbare voorwaarden zijn er bijvoorbeeld verbonden aan deze definitie?
De leden van de NSC-fractie lezen dat de EU mede-investeert in de ontwikkelingen van Europese AI omwille van het belang van de technologische soevereiniteit. Dit lezen deze leden bijvoorbeeld in de Europese Veiligheidsstrategie en de Aanbeveling Kritische Technologieën van de Commissie. Deelt de Minister deze visie met de Commissie, waarbij wij AI en technologische vooruitgang ook veel meer moeten gaan bekijken vanuit een perspectief van strategische autonomie. En dat het daarmee dus ook onwenselijk is om steeds meer aspecten van de digitale infrastructuur, zoals AI, software en clouddiensten uit te besteden aan partijen buiten de EU? Tevens vragen deze leden welke beoogde rol het kabinet ziet voor Nederland binnen de Europese dataruimten en van welke Nederlandse data het kabinet voorziet dat deze toegevoegd worden aan deze dataruimten.
De leden van de NSC-fractie willen graag van de Minister weten of zij voorbeelden heeft van Nederlandse kennisinstellingen en start-ups/scale-ups die in het verleden met behulp van het EuroHPC-programma gunstige resultaten hebben geboekt. Deze leden willen weten welke stappen de Minister voornemens is te zetten om Nederlandse consortia optimaal in stelling te brengen om effectief gebruik te maken van de AI-capaciteit van EuroHPC. Heeft de Minister daarnaast al weet van Nederlandse partijen die aanspraak willen maken op deze capaciteit?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de bovengenoemde fiches. De genoemde leden hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.
In de mededeling over het stimuleren van startups en innovatie in betrouwbare AI worden maatregelen voorgesteld over Europa koploper te laten worden in betrouwbare AI-modellen. De leden van de D66-fractie verwelkomen de maatregelen die in dit kader zijn voorgesteld. In hoeverre zijn deze maatregelen in afstemming met het bedrijfsleven en het maatschappelijk veld op dit terrein opgesteld, zo vragen deze leden.
De leden van de D66-fractie constateren dat ook het kabinet de mening deelt van de Europese Commissie dat het aantrekken van investeringen, waaronder durfkapitaal, voor Europese AI-startups cruciaal is voor het versnellen van de inzet van AI-oplossingen en innovaties. Deze leden verwelkomen ook de financiële instrumenten die daarvoor beschikbaar zijn, zoals de European Innovation Council. Tegelijkertijd vragen deze leden in hoeverre deze instrumenten en de beschikbare middelen die nu gevonden worden kunnen concurreren met de investeringen die in andere markten worden gedaan? Wat is er nodig om de Europese markt concurrerend te krijgen en welke stappen neemt het Nederlandse kabinet hiertoe? Ook lezen zij dat «enkele grote lidstaten» het concurrentievermogen zien als een prioriteit voor Europees beleid. Hoe staat het kabinet hiertegenover?
Voorts hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van het voorstel met betrekking tot supercomputers. Vanuit de Commissie wordt er een totaalbedrag van € 2,1 miljard geïnvesteerd. Het is echter niet duidelijk ten koste waarvan deze verschuiving mogelijk is. Deze leden zien hier graag een toelichting op. Verder zijn zij benieuwd hoe er wordt bepaald waar de supercomputers voor worden ingezet.
Tenslotte lezen de leden van de D66-fractie dat Nederland investeert in de ontwikkeling van de Franse supercomputer, in ruil voor toegang tot een deel van de rekentijd op de supercomputer. Deze leden zien graag een uitleg over hoe er wordt bepaald welke berekeningen met deze supercomputer zullen worden uitgevoerd. In hoeverre is het mogelijk dat Nederland een eigen supercomputer tot stand brengt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van het fiche mededeling stimuleren startups en innovatie in betrouwbare AI (Kamerstuk 22 112, nr. 3908) en het fiche verordening supercomputerinitiatief kunstmatige intelligentie (Kamerstuk 22 112, nr. 3907). Deze leden hebben vragen en opmerkingen over beide documenten.
De leden van de BBB-fractie hebben vernomen dat Nederland meebetaalt via het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de nieuwe EuroHPC-supercomputer Jules Verne, die in Frankrijk wordt gebouwd. Deze leden vragen hoe de rekentijd wordt verdeeld van de schaarse capaciteit.
De leden van de BBB-fractie vragen tevens of de Minister nader in kan gaan op het mogelijke risico voor de bescherming van persoonsgegevens en het borgen van de rechten van derden bij meer (her-) gebruik van (open) data in combinatie met AI. Daarnaast vernemen deze leden graag welke visie het kabinet heeft op het borgen van privacy bij (her-)gebruik van open data door AI-modellen.
II Antwoord/reactie van de bewindspersoon
Kamerstuk 22 112, nr. 3928.↩︎