[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Bijlagen bij het Financieel jaarverslag van het Rijk 2023

Financieel jaarverslag van het Rijk 2023

Jaarverslag

Nummer: 2024D16271, datum: 2024-05-15, bijgewerkt: 2024-05-21 16:43, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36560-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36560 -2 Financieel jaarverslag van het Rijk 2023.

Onderdeel van zaak 2024Z07078:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023–2024
36 560 Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023
Nr. 2

Bijlagen bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023

Ontvangen 15 mei 2024

1 Rijksrekening van uitgaven en ontvangsten

Op grond van artikel 2.35, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016, neemt de Minister van Financiën in het Financieel Jaarverslag van het Rijk de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk op. Deze rekening, de Rijksrekening genoemd, is het overzicht op het totaalniveau van de rijksbegroting van alle uitgaven en ontvangsten van de rijksdienst in een jaar die binnen begrotingsverband zijn gerealiseerd. Voor de departementale en niet-departementale begrotingen zijn in tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 de verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten opgenomen. In aanvulling op de gegevens onder de begroting voor Nationale schuld vermelden de tabellen 1.4 en 1.5 de voor 2023 onder de begroting van Nationale schuld oorspronkelijk geraamde en de gerealiseerde rentelasten onderscheidenlijk rentebaten. Deze gegevens zijn opgesteld in overeenstemming met het hier toepasselijke transactiestelsel. De tabellen 1.6 tot en met 1.9 hebben betrekking op baten-lastenagentschappen die, zoals het woord, aangeeft het batenlastenstelsel als begrotingsstelsel hanteren. Tabel 1.10 blijft leeg vanwege het in 2023 niet voorkomen van verplichtingen-kasagentschappen.

In de onderstaande tabellen worden de verschillen in de verschillenkolom niet toegelicht. Voor die toelichtingen wordt verwezen naar de betrokken jaarverslagen. Let op! Door afrondingen kunnen er verschillen ontstaan met de cijfers op de Rijkssaldibalans.

I Koning 50.169 56.199 6.030
IIA Staten-Generaal 210.993 241.929 30.936
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 164.289 168.792 4.503
III Algemene Zaken 89.857 91.908 2.051
IV Koninkrijksrelaties 165.638 141.250 ‒ 24.388
V Buitenlandse Zaken 13.360.878 12.433.022 ‒ 927.856
VI Justitie en Veiligheid 18.420.706 23.366.828 4.946.122
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 9.237.942 9.831.425 593.483
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 52.953.242 56.088.598 3.135.356
IXA Nationale Schuld1 33.421.977 50.175.587 16.753.610
IXB Financiën 25.428.966 21.165.959 ‒ 4.263.007
X Defensie 15.007.982 15.931.491 923.509
XII Infrastructuur en Waterstaat 12.595.707 12.495.274 ‒ 100.433
XIII Economische Zaken en Klimaat 32.919.971 26.066.752 ‒ 6.853.219
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2.663.292 2.023.774 ‒ 639.518
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid 50.808.854 48.390.891 ‒ 2.417.963
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport 36.216.810 51.528.610 15.311.800
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2.907.784 4.967.351 2.059.567
A Mobiliteitsfonds 9.233.225 10.687.979 1.454.754
B Gemeentefonds 39.977.613 41.410.629 1.433.016
C Provinciefonds 2.996.423 3.130.325 133.902
F Diergezondheidsfonds 24.891 41.984 17.093
H BES-fonds 53.094 87.850 34.756
J Deltafonds 2.464.635 1.705.080 ‒ 759.555
K Defensiematerieelbegrotingsfonds 12.312.131 8.836.919 ‒ 3.475.212
L Nationaal Groeifonds 7.702.871 38.880 ‒ 7.663.991
Totalen 381.389.940 401.105.286 19.715.346
  1. Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de verplichtingen opgenomen, exclusief de renteverplichtingen. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
I Koning 50.169 56.199 6.030
IIA Staten-Generaal 210.993 237.793 26.800
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 168.909 175.897 6.988
III Algemene Zaken 89.857 92.525 2.668
IV Koninkrijksrelaties 196.454 155.913 ‒ 40.541
V Buitenlandse Zaken 13.113.330 12.145.555 ‒ 967.775
VI Justitie en Veiligheid 19.606.887 22.966.529 3.359.642
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 9.286.890 9.604.031 317.141
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 53.253.766 55.122.878 1.869.112
IXA Nationale Schuld1 33.421.977 50.175.587 16.753.610
IXB Financiën 14.179.542 14.559.398 379.856
X Defensie 15.038.661 15.122.235 83.574
XII Infrastructuur en Waterstaat 12.981.307 12.333.414 ‒ 647.893
XIII Economische Zaken en Klimaat 27.178.059 13.651.601 ‒ 13.526.458
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 3.177.915 2.277.463 ‒ 900.452
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid 50.611.204 48.323.431 ‒ 2.287.773
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport 35.673.691 47.586.476 11.912.785
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 4.031.912 3.903.723 ‒ 128.189
A Mobiliteitsfonds 8.723.649 8.367.399 ‒ 356.250
B Gemeentefonds 39.977.613 42.204.804 2.227.191
C Provinciefonds 2.996.423 3.130.354 133.931
F Diergezondheidsfonds 32.955 44.490 11.535
H BES-fonds 53.094 87.850 34.756
J Deltafonds 1.908.448 1.734.351 ‒ 174.097
K Defensiematerieelbegrotingsfonds 6.678.776 5.613.920 ‒ 1.064.856
L Nationaal Groeifonds 1.195.710 0 ‒ 1.195.710
Totalen 353.838.191 369.673.816 15.835.625
  1. Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de kasuitgaven opgenomen, exclusief de renteuitgaven. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.
I Koning 1.727 1.790 63
IIA Staten-Generaal 3.865 9.802 5.937
IIB Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten 6.040 8.012 1.972
III Algemene Zaken 7.631 8.958 1.327
IV Koninkrijksrelaties 1.090.372 88.686 ‒ 1.001.686
V Buitenlandse Zaken 2.785.406 1.339.955 ‒ 1.445.451
VI Justitie en Veiligheid 1.605.046 1.614.621 9.575
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 679.570 1.059.887 380.317
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 1.665.440 2.024.243 358.803
IXA Nationale Schuld1 69.005.506 70.649.769 1.644.263
IXB Financiën 201.164.293 222.644.894 21.480.601
X Defensie 142.234 222.910 80.676
XII Infrastructuur en Waterstaat 42.871 46.750 3.879
XIII Economische Zaken en Klimaat 18.637.558 7.919.806 ‒ 10.717.752
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 101.396 170.666 69.270
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2.300.813 3.344.597 1.043.784
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport 168.122 1.349.652 1.181.530
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 50.130 135.409 85.279
A Mobiliteitsfonds 8.723.649 8.503.381 ‒ 220.268
B Gemeentefonds 39.977.613 42.204.703 2.227.090
C Provinciefonds 2.996.423 3.130.354 133.931
F Diergezondheidsfonds 39.987 40.978 991
H BES-fonds 53.094 87.850 34.756
J Deltafonds 1.908.448 1.710.335 ‒ 198.113
K Defensiematerieelbegrotingsfonds 6.678.776 5.656.925 ‒ 1.021.851
L Nationaal Groeifonds 1.195.710 0 ‒ 1.195.710
Totalen 361.031.720 373.974.933 12.943.213
  1. Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de ontvangsten opgenomen, exclusief de rentebaten. Voor de rentebaten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.5.

Het gerealiseerde saldo van de kasuitgaven en de kasontvangsten over 2023, zoals dat uit de tabellen 1.2 en 1.3 blijkt – het verschil tussen 369,7 miljard euro en 374,0 miljard euro, zijnde een verschil van 4,3 miljard euro – heeft geen directe relatie met het EMU-saldo 2023 van het Rijk. De saldoberekeningen van beide opstellingen verschillen daartoe teveel van elkaar. Een belangrijk verschil vormen de uitgaven en ontvangsten van Nationale Schuld (IXA) die betrekking hebben op de financieringstransacties (de aflossingen en de aangetrokken leningen in verband met de tekortfinanciering en herfinanciering). Deze zijn wel in de tabellen 1.2 en 1.3 meegenomen, maar tellen niet mee in de berekening van het EMU-saldo. Ook wordt het EMU-saldo opgesteld op transactiebasis, terwijl hier de gepresenteerde opstelling op kasbasis is. Het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010 schrijft voor welke uitgaven en ontvangsten als relevant voor het EMU-saldo worden aangemerkt.

IXA Nationale Schuld 5.463.320 7.589.962 2.126.642
Totalen 5.463.320 7.589.962 2.126.642
IXA Nationale Schuld 369.452 332.289 ‒ 37.163
Totalen 369.452 332.289 ‒ 37.163
AZ Dienst Publiek en Communicatie 135.444 160.653 25.209
BZK Rijksdienst voor Identiteitsgegevens 148.085 160.302 12.217
BZK Logius 348.626 325.669 ‒ 22.957
BZK Organisatie en Personeel Rijk 115.204 248.886 133.682
BZK Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek 0 129.404 129.404
BZK FM Haaglanden 164.154 170.449 6.295
BZK SSC-ICT Haaglanden 335.955 375.884 39.929
BZK Rijksvastgoedbedrijf 1.470.138 1.517.543 47.405
BZK Dienst Huurcommissie 18.229 24.273 6.044
BZK Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie 325.110 90.338 ‒ 234.772
JenV Centraal Justitieel Incassobureau 196.879 196.110 ‒ 769
JenV Dienst Justitiële Inrichtingen 2.900.982 3.044.977 143.995
JenV Immigratie- en naturalisatiedienst 579.320 739.524 160.204
JenV Justis 58.031 56.801 ‒ 1.230
JenV De Justitiële ICT Organisatie 156.316 165.189 8.873
JenV Justitiële Informatiedienst (Justid) 75.025 85.779 10.754
JenV Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 98.381 121.968 23.587
OCW Dienst Uitvoering Onderwijs 376.684 486.184 109.500
OCW Nationaal Archief 52.185 60.938 8.753
DEF Paresto 80.804 92.282 11.478
IenW Rijkswaterstaat 3.587.763 3.585.124 ‒ 2.639
IenW Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 100.768 104.318 3.550
EZK Rijksdienst voor ondernemend Nederland 1.054.012 1.121.859 67.847
EZK Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 69.597 79.277 9.680
EZK Dienst ICT Uitvoering 356.700 373.520 16.820
EZK Nederlandse Emissieautoriteit 15.929 14.285 ‒ 1.644
LNV Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 543.256 556.715 13.459
VWS Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 639.000 713.538 74.538
VWS Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg 129.345 125.462 ‒ 3.883
VWS College ter Beoordeling Geneesmiddelen 67.558 69.338 1.780
Totalen 14.199.480 14.996.589 797.109
AZ Dienst Publiek en Communicatie 134.836 161.267 26.431
BZK Rijksdienst voor Identiteitsgegevens 139.293 152.112 12.819
BZK Logius 348.626 331.533 ‒ 17.093
BZK Organisatie en Personeel Rijk 115.204 262.618 147.414
BZK Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek 0 129.953 129.953
BZK FM Haaglanden 164.154 169.922 5.768
BZK SSC-ICT Haaglanden 324.405 373.287 48.882
BZK Rijksvastgoedbedrijf 1.470.138 1.532.823 62.685
BZK Dienst Huurcommissie 18.229 24.920 6.691
BZK Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie 325.110 88.846 ‒ 236.264
JenV Centraal Justitieel Incassobureau 196.879 196.468 ‒ 411
JenV Dienst Justitiële Inrichtingen 2.900.982 3.033.164 132.182
JenV Immigratie- en naturalisatiedienst 579.320 800.160 220.840
JenV Justis 58.031 61.693 3.662
JenV De Justitiële ICT Organisatie 156.316 163.308 6.992
JenV Justitiële Informatiedienst (Justid) 75.025 82.271 7.246
JenV Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 98.381 121.942 23.561
OCW Dienst Uitvoering Onderwijs 376.684 486.393 109.709
OCW Nationaal Archief 52.185 62.099 9.914
DEF Paresto 80.804 93.364 12.560
IenW Rijkswaterstaat 3.592.988 3.595.711 2.723
IenW Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 100.793 103.685 2.892
EZK Rijksdienst voor ondernemend Nederland 1.054.012 1.112.066 58.054
EZK Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 69.597 75.184 5.587
EZK Dienst ICT Uitvoering 356.700 373.089 16.389
EZK Nederlandse Emissieautoriteit 15.929 15.430 ‒ 499
LNV Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 543.256 547.250 3.994
VWS Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 639.000 727.157 88.157
VWS Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg 129.345 131.773 2.428
VWS College ter Beoordeling Geneesmiddelen 67.558 66.876 ‒ 682
Totalen 14.183.780 15.076.364 892.584
AZ Dienst Publiek en Communicatie 0 0 0
BZK Rijksdienst voor Identiteitsgegevens 32.625 10.519 ‒ 22.106
BZK Logius 0 ‒ 63 ‒ 63
BZK Organisatie en Personeel Rijk 2.520 3.612 1.092
BZK Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek 0 534 534
BZK FM Haaglanden 15.111 14.384 ‒ 727
BZK SSC-ICT Haaglanden 100.500 114.462 13.962
BZK Rijksvastgoedbedrijf 1.143.372 1.229.961 86.589
BZK Dienst Huurcommissie 65 596 531
BZK Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie 1.000 39.754 38.754
JenV Centraal Justitieel Incassobureau 7.405 8.106 701
JenV Dienst Justitiële Inrichtingen 12.000 21.973 9.973
JenV Immigratie- en naturalisatiedienst 6.290 12.206 5.916
JenV Justis 0 0 0
JenV De Justitiële ICT Organisatie 42.242 23.732 ‒ 18.510
JenV Justitiële Informatiedienst (Justid) 4.370 5.395 1.025
JenV Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 10.417 8.209 ‒ 2.208
OCW Dienst Uitvoering Onderwijs 79.700 88.376 8.676
OCW Nationaal Archief 4.941 16.878 11.937
DEF Paresto 0 0 0
IenW Rijkswaterstaat 56.649 61.705 5.056
IenW Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 7.497 3.749 ‒ 3.748
EZK Rijksdienst voor ondernemend Nederland 44.500 41.974 ‒ 2.526
EZK Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 11.019 6.308 ‒ 4.711
EZK Dienst ICT Uitvoering 42.425 46.322 3.897
EZK Nederlandse Emissieautoriteit 180 2.641 2.461
LNV Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 14.741 12.755 ‒ 1.986
VWS Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ‒ 16.500 ‒ 8.400 8.100
VWS Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg ‒ 13.760 ‒ 2.643 11.117
VWS College ter Beoordeling Geneesmiddelen ‒ 650 ‒ 986 ‒ 336
Totalen 1.608.659 1.762.059 153.400
AZ Dienst Publiek en Communicatie 0 0 0
BZK Rijksdienst voor Identiteitsgegevens 15.200 0 ‒ 15.200
BZK Logius 0 564 564
BZK Organisatie en Personeel Rijk 0 2.994 2.994
BZK Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek 0 2 2
BZK FM Haaglanden 8.400 5.748 ‒ 2.652
BZK SSC-ICT Haaglanden 71.550 58.800 ‒ 12.750
BZK Rijksvastgoedbedrijf 772.000 894.567 122.567
BZK Dienst Huurcommissie 0 0 0
BZK Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie 0 2.738 2.738
JenV Centraal Justitieel Incassobureau 2.930 24.816 21.886
JenV Dienst Justitiële Inrichtingen 3.000 50.118 47.118
JenV Immigratie- en naturalisatiedienst 710 26.303 25.593
JenV Justis 0 2.684 2.684
JenV De Justitiële ICT Organisatie 27.858 15.095 ‒ 12.763
JenV Justitiële Informatiedienst (Justid) 2.731 3.745 1.014
JenV Nederlands Forensisch Instituut (NFI) 6.400 5.060 ‒ 1.340
OCW Dienst Uitvoering Onderwijs 47.700 37.770 ‒ 9.930
OCW Nationaal Archief 1.066 3.100 2.034
DEF Paresto 0 0 0
IenW Rijkswaterstaat 44.485 27.636 ‒ 16.849
IenW Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 5.600 3.934 ‒ 1.666
EZK Rijksdienst voor ondernemend Nederland 28.500 54.672 26.172
EZK Rijksinspectie Digitale Infrastructuur 5.750 9.237 3.487
EZK Dienst ICT Uitvoering 22.000 7.329 ‒ 14.671
EZK Nederlandse Emissieautoriteit 500 1.557 1.057
LNV Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 9.350 19.911 10.561
VWS Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu 15.000 0 ‒ 15.000
VWS Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg 10.000 0 ‒ 10.000
VWS College ter Beoordeling Geneesmiddelen 0 0 0
Totalen 1.100.730 1.258.380 157.650
In 2023 waren er geen verplichtingen-kasagentschappen.

2 Saldibalans van het rijk per 31 december 2023

OMSCHRIJVING € mln. € mln. OMSCHRIJVING € mln. € mln.
1 Uitgaven ten laste van de begroting 377.264 333.200 12 Ontvangsten ten gunste van de begroting 374.307 347.341
2 Vorderingen buiten begrotingsverband 17.044 21.818 13 Schulden buiten begrotingsverband 15.090 19.604
(intra-comptabele vorderingen) (intra-comptabele schulden)
14 Saldi begrotingsfondsen 14 Saldi begrotingsfondsen 1.206 1.146
3 Liquide Middelen 8.360 14.741
4 Saldo geldelijk beheer van het Rijk 0 5.629 4 Saldo geldelijk beheer van het Rijk 3.733
15 Saldi begrotingsreserves 8.331 7.297
Totaal intra-comptabele posten 402.667 375.387 Totaal intra-comptabele posten 402.667 375.387
5 Openstaande rechten 52.617 55.794 16 Tegenrekening openstaande rechten 52.617 55.794
6 Vorderingen 73.356 67.595 17 Tegenrekening vorderingen 73.356 67.595
7 Tegenrekening schulden 484.658 459.850 18 Schulden 484.658 459.850
8 Voorschotten 279.532 244.494 19 Tegenrekening voorschotten 279.532 244.494
9 Tegenrekening andere verplichtingen 223.801 205.223 20 Andere verplichtingen 223.801 205.223
10 Deelnemingen 45.587 44.562 21 Tegenrekening deelnemingen 45.587 44.562
11 Tegenrekening garantieverplichtingen 223.421 220.233 22 Garantieverplichtingen 223.421 220.233
Totaal extra-comptabele posten 1.382.972 1.297.750 Totaal extra-comptabele posten 1.382.972 1.297.750
TOTAAL-GENERAAL 1.785.639 1.673.137 TOTAAL-GENERAAL 1.785.639 1.673.137

Toelichting op de saldibalans van het Rijk

De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van de Schatkist van het Rijk.

Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.

Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting

Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.

Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 17.044 miljoen euro, waarvan 15.671 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.

Ad 3) Liquide middelen

Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.

Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk

Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling (cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.

Ad 5 en 16) Openstaande rechten

Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.

Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)

Onder de post extra-comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.

Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)

Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.

Ad 8 en 19) Voorschotten

Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.

Ad 9 en 20) Andere verplichtingen

Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.

Ad 10 en 21) Deelnemingen

Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.

Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen

Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.

Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.

Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)

Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.

Ad 14) Saldi begrotingsfondsen

Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het voorgaande begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Mobiliteitsfonds, het Deltafonds en het Defensiematerieelbegrotingsfonds en het Nationaal Groeifonds. In 2022 en 2023 betreft het een positieve saldo.

Ad 15) Saldi begrotingsreserves

Onder de post saldi begrotingsreserves worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:

  1. Nationale Hypotheekgarantie, Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties en FHG (BZK);
  2. FOM, DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);
  3. Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Duurzame energie, Aardwarmte, ECN verstrekte leningen, Klein Krediet Corona, Begrotingsreserve BMKB-Groen (EZK);
  4. Exportkredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades en Garantstelling DGS BES eilanden (Financiën);
  5. Asiel (JenV);
  6. Landbouw, Visserij, Stikstof, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit, Garantstelling Groenfonds (LNV);
  7. Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);
  8. Waarborgfonds voor de Zorgsector, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).

3 De belasting- en premieontvangsten in 2023

Indirecte belastingen 113.489 110.801 ‒ 2.688
Invoerrechten 4.835 4.252 ‒ 583
Omzetbelasting 77.767 76.090 ‒ 1.677
Belasting op personenauto's en motorrijwielen 1.661 1.425 ‒ 236
Accijnzen 11.492 11.547 55
- Accijns van lichte olie 3.872 4.237 365
- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie 3.353 3.130 ‒ 223
- Tabaksaccijns 3.079 3.122 43
- Alcoholaccijns 385 378 ‒ 7
- Bieraccijns 451 380 ‒ 71
- Wijnaccijns 351 301 ‒ 51
Overdrachtsbelasting 5.578 3.050 ‒ 2.528
Assurantiebelasting 3.531 3.666 135
Motorrijtuigenbelasting 4.519 4.566 46
Belastingen op een milieugrondslag 2.839 5.260 2.421
- co2-heffing 0 0 0
- Afvalstoffenbelasting 273 253 ‒ 20
- Energiebelasting 1.680 4.054 2.374
- Waterbelasting 354 313 ‒ 40
- Brandstoffenheffingen 1 0 ‒ 1
- Vliegbelasting 531 639 107
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. 576 283 ‒ 292
Belasting op zware motorrijtuigen 220 204 ‒ 17
Bankbelasting 471 458 ‒ 13
Directe belastingen 128.654 150.281 21.628
Inkomstenbelasting 10.703 12.020 1.317
Loonbelasting 69.492 75.121 5.629
Dividendbelasting 6.463 11.557 5.094
Kansspelbelasting 828 956 128
Vennootschapsbelasting 38.561 47.514 8.953
Bronbelasting op rente en royalty's 0 110 111
Schenk- en erfbelasting 2.606 3.003 397
Solidariteitsbijdrage 0 0 0
Overige belastingontvangsten 292 379 87
- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 225 231 6
Totaal belastingen 242.435 261.461 19.027
Premies volksverzekeringen 41.324 40.234 ‒ 1.089
Premies werknemersverzekeringen 82.678 83.854 1.176
waarvan zorgpremies 51.503 52.415 912
Totaal belasting- en premieontvangsten 366.436 385.550 19.113
Indirecte belastingen 112.564 111.494 ‒ 1.069
Invoerrechten 4.821 4.267 ‒ 554
Omzetbelasting 76.931 77.114 182
Belasting op personenauto's en motorrijwielen 1.668 1.431 ‒ 238
Accijnzen 11.484 11.593 109
- Accijns van lichte olie 3.869 4.179 310
- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie 3.362 3.120 ‒ 242
- Tabaksaccijns 3.062 3.217 155
- Alcoholaccijns 385 375 ‒ 10
- Bieraccijns 455 393 ‒ 62
- Wijnaccijns 351 309 ‒ 42
Overdrachtsbelasting 5.666 3.189 ‒ 2.478
Assurantiebelasting 3.520 3.604 84
Motorrijtuigenbelasting 4.510 4.524 14
Belastingen op een milieugrondslag 2.720 4.842 2.122
- co2-heffing 0 0 0
- Afvalstoffenbelasting 274 250 ‒ 24
- Energiebelasting 1.568 3.751 2.183
- Waterbelasting 352 316 ‒ 36
- Brandstoffenheffingen 1 0 ‒ 1
- Vliegbelasting 524 525 1
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. 551 269 ‒ 282
Belasting op zware motorrijtuigen 220 204 ‒ 16
Bankbelasting 471 458 ‒ 13
Directe belastingen en premies volksverzekeringen 129.621 151.291 21.670
Inkomstenbelasting 10.892 12.951 2.059
Loonbelasting 70.050 75.207 5.157
Dividendbelasting 6.463 8.057 1.594
Kansspelbelasting 854 961 107
Vennootschapsbelasting 38.756 47.835 9.079
Bronbelasting op rente en royalty's 0 101 101
Schenk- en erfbelasting 2.606 3.003 397
Solidariteitsbijdrage 0 3.176 3.176
Overige belastingontvangsten 292 403 111
waarvan Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland 225 231 6
Totaal belastingen op kasbasis 242.476 263.188 20.712
Premies volksverzekeringen 41.834 40.721 ‒ 1.114
Premies werknemersverzekeringen 83.240 84.053 813
Aansluiten naar EMU (KTV) ‒ 1.114 ‒ 2.412 ‒ 1.298
Totaal belasting- en premieontvangsten op EMU-basis 366.436 385.550 19.113

4 Uitgaven en niet- belastingontvangsten

Deze bijlage biedt een overzicht van de verschillende manieren waarop de uitgaven en de niet-belastingontvangsten van de overheid worden weergegeven. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de begroting van 2023 zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2023 en de realisatie van dat jaar in het voorliggende Financieel Jaarverslag van het Rijk. De overheidsuitgaven kunnen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. In het eerste geval worden transacties geboekt in de periode waarin betaling plaatsvindt, in het tweede geval in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Op de departementale begrotingen worden de uitgaven op kasbasis geregistreerd: welke bedragen worden daadwerkelijk van de bankrekeningen van het Rijk afgeschreven. Bij het saldo van de overheid (EMU-saldo) wordt niet uitgegaan van de uitgaven op kasbasis, maar op transactiebasis: de uitgaven worden geboekt in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Bij de tabellen hieronder worden de gebruikte begrippen verder toegelicht.

Tabel 4.1 bevat alle netto-uitgaven van de Rijksoverheid: de optelsom van de uitgaven minus de niet-belastingontvangsten. Om de uitgaven te beheersen is er een uitgavenplafond. De uitgaven onder het uitgavenplafond mogen het uitgavenplafond niet overschrijden. Het uitgavenplafond is op zijn beurt gesplitst in vier verschillende deelplafonds: het plafond Rijksbegroting, het plafond Sociale Zekerheid, het plafond Zorg en het plafond Investeringen. De uitgangsregel is dat alle uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook onder een van de vier uitgavenplafonds vallen, tenzij hier een uitzondering voor gemaakt is. De uitgaven en ontvangsten die niet onder een plafond vallen worden in tabel 4.9 nader uitgesplitst.

In het bovenste deel van de tabel zijn de uitgaven uitgesplitst in de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden betaald uit belastingen en zijn de optelling van alle uitgaven en niet-belastingontvangsten op de departementale begrotingen. Dit zijn de uitgaven waarvoor het parlement autorisatie verleent door de begrotingen aan te nemen. Naast de begrotingsgefinancierde uitgaven zijn er ook premiegefinancierde uitgaven. De uitgaven aan zorg en sociale zekerheid worden voornamelijk gefinancierd uit de premies. In het onderste deel van de tabel zijn de begrotings- en premiegefinancierde uitgaven per deelplafond opgeteld.

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven
Plafond Rijksbegroting 166.352 173.499 7.147 Tabel 4.5
Plafond Sociale Zekerheid 27.774 26.757 ‒ 1.016 Tabel 4.6
Plafond Zorg 2.460 2.143 ‒ 317 Tabel 4.7
Plafond Investeringen 22.028 16.633 ‒ 5.395 Tabel 4.8
Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond 47.817 45.600 ‒ 2.217 Tabel 4.9
Totaal begrotingsgefinancierde netto-uitgaven 266.430 264.631 ‒ 1.798 Tabel 4.4
Premiegefinancierde netto-uitgaven
Plafond Sociale Zekerheid 72.176 71.229 ‒ 947 Tabel 4.6
Plafond Zorg 86.972 85.631 ‒ 1.341 Tabel 4.7
Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven 159.148 156.860 ‒ 2.288
Totaal netto-uitgaven 425.578 421.492 ‒ 4.086
Plafond Rijksbegroting 166.352 173.499 7.147 Tabel 4.5
Plafond Sociale Zekerheid 99.950 97.986 ‒ 1.963 Tabel 4.6
Plafond Zorg 89.432 87.774 ‒ 1.658 Tabel 4.7
Plafond Investeringen 22.028 16.633 ‒ 5.395 Tabel 4.8
Totaal netto-uitgaven onder het uitgavenplafond 377.761 375.892 ‒ 1.869
Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond 47.817 45.600 ‒ 2.217 Tabel 4.9
Totaal netto-uitgaven 403.550 421.492 1.309

Tabel 4.2 geeft alle uitgaven zoals die vermeld zijn in de individuele begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. In die hoofdstukken zelf zijn de uitgaven verdeeld over verschillende beleids- en niet-beleidsartikelen, maar in de tabel wordt alleen het totaal per begrotingshoofdstuk weergegeven. Het betreft hier de kasuitgaven van de begrotingshoofdstukken. Alleen voor het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld zijn de bedragen op transactiebasis.

1 De Koning 50 56 6
2A Staten-Generaal 211 238 27
2B Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 169 176 7
3 Algemene Zaken 90 93 3
4 Koninkrijksrelaties 196 156 ‒ 41
5 Buitenlandse Zaken 13.009 12.146 ‒ 864
6 Justitie en Veiligheid 19.607 22.967 3.360
7 Binnenlandse Zaken 9.254 9.604 350
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 53.248 55.123 1.875
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) 7.280 9.940 2.660
9B Financiën 14.155 14.559 405
10 Defensie 15.039 15.122 84
12 Infrastructuur en Waterstaat 12.981 12.333 ‒ 648
13 Economische Zaken en Klimaat 15.955 13.652 ‒ 2.303
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2.776 2.277 ‒ 499
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 50.351 48.323 ‒ 2.027
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 35.461 47.586 12.126
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.862 3.904 42
50 Gemeentefonds 40.478 42.205 1.727
51 Provinciefonds 2.996 3.130 134
55 Mobiliteitsfonds 8.696 8.367 ‒ 329
58 Diergezondheidsfonds 33 44 12
60 Accres Gemeentefonds 570 0 ‒ 570
61 Accres Provinciefonds 96 0 ‒ 96
64 BES-fonds 53 88 35
65 Deltafonds 1.908 1.734 ‒ 174
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 6.679 5.614 ‒ 1.065
70 Nationaal Groeifonds 1.573 0 ‒ 1.573
AP Aanvullende Posten 9.976 0 ‒ 9.976
90 Consolidatie1 ‒ 18.255 ‒ 14.829 3.426
HGIS Internationale Samenwerking2 (7.783) (9.550) ‒ 1.767
Totaal 308.496 314.609 6.113
1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat onder andere om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds en van de begroting van Defensie aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.3 bevat alle niet-belastingontvangsten op de verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Dit betreft alle ontvangsten die geen belasting- of premie-ontvangst zijn. Denk bijvoorbeeld aan het dividend dat uitgekeerd wordt door staatsdeelnemingen, het terugbetalen van studieschulden of de opbrengst van boetes en schikkingen. Ook hier geldt dat alle bedragen op kasbasis zijn, behalve bedragen op de begroting van Nationale Schuld die deels op transactiebasis is opgesteld. Omdat hier inzicht wordt gegeven in de niet-belastingontvangsten worden de ontvangsten vanuit het uitgeven van nieuwe staatschuld niet meegeteld. Deze ontvangsten komen in bijlage 5 aan bod bij de bepaling van het EMU-saldo.

1 De Koning 2 2 0
2A Staten-Generaal 4 10 6
2B Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 6 8 2
3 Algemene Zaken 8 9 1
4 Koninkrijksrelaties 1.090 89 ‒ 1.002
5 Buitenlandse Zaken 2.785 1.340 ‒ 1.445
6 Justitie en Veiligheid 1.605 1.615 10
7 Binnenlandse Zaken 680 1.060 380
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 1.665 2.024 359
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) 11.517 24.663 13.146
9B Financiën 2.215 4.880 2.665
10 Defensie 142 223 81
12 Infrastructuur en Waterstraat 43 47 4
13 Economische Zaken 17.065 7.920 ‒ 9.145
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 79 171 92
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2.301 3.345 1.044
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 168 1.350 1.182
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 50 135 85
50 Gemeentefonds 0 0 0
51 Provinciefonds 0 0 0
55 Mobiliteitsfonds 8.696 8.503 ‒ 193
58 Diergezondheidsfonds 40 41 1
65 Deltafonds 1.908 1.710 ‒ 198
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 6.679 5.664 ‒ 1.015
70 Nationaal Groeifonds 1.573 0 ‒ 1.573
AP Aanvullende Posten 0 0 0
90 Consolidatie1 ‒ 18.255 ‒ 14.829 3.426
HGIS Internationale Samenwerking2 (130) (356) ‒ 226
Totaal 42.066 49.978 7.912
1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat onder andere om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds en van de begroting van Defensie aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.4 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer, oftewel de uitgaven (tabel 4.2) minus de niet-belastingontvangsten (tabel 4.3). De daaropvolgende tabellen (tabel 4.5 tot en met tabel 4.8) geven per deelplafond aan welke uitgaven er onder vallen, op welk begrotingshoofdstuk deze staan, en of de uitgaven begrotings- of premiegefinancierd zijn.

1 De Koning 48 54 6
2A Staten-Generaal 207 228 21
2B Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 163 168 5
3 Algemene Zaken 82 84 1
4 Koninkrijksrelaties ‒ 894 67 961
5 Buitenlandse Zaken 10.224 10.806 582
6 Justitie en Veiligheid 18.002 21.352 3.350
7 Binnenlandse Zaken 8.575 8.544 ‒ 31
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 51.582 53.099 1.516
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) ‒ 4.237 ‒ 14.723 ‒ 10.486
9B Financiën 11.939 9.680 ‒ 2.260
10 Defensie 14.896 14.899 3
12 Infrastructuur en Waterstaat 12.938 12.287 ‒ 652
13 Economische Zaken en Klimaat ‒ 1.110 5.732 6.842
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2.697 2.107 ‒ 590
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 48.050 44.979 ‒ 3.071
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 35.293 46.237 10.944
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.812 3.768 ‒ 43
50 Gemeentefonds 40.478 42.205 1.727
51 Provinciefonds 2.996 3.130 134
55 Mobiliteitsfonds 0 ‒ 136 ‒ 136
58 Diergezondheidsfonds ‒ 7 4 11
60 Accres Gemeentefonds 570 0 ‒ 570
61 Accres Provinciefonds 96 0 ‒ 96
64 BES-fonds 53 88 35
65 Deltafonds 0 24 24
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 0 ‒ 50 ‒ 50
70 Nationaal Groeifonds 0 0 0
AP Aanvullende Posten 9.976 0 ‒ 9.976
HGIS Internationale Samenwerking11 (7.653) (9.194) ‒ 1.541
Totaal 266.430 264.631 ‒ 1.798
1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
  1. In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
1 De Koning 48 54 6
2A Staten-Generaal 207 228 21
2B Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs 163 168 5
3 Algemene Zaken 82 84 1
4 Koninkrijksrelaties 140 48 ‒ 92
5 Buitenlandse Zaken 5.389 6.348 958
6 Veiligheid en Justitie 15.751 17.943 2.193
7 Binnenlandse Zaken 8.382 8.014 ‒ 368
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 48.273 51.718 3.445
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) 5.057 6.119 1.062
9B Financiën 10.618 10.422 ‒ 196
10 Defensie 8.354 8.514 160
12 Infrastructuur en Milieu 2.717 2.854 137
13 Economische Zaken ‒ 538 6.660 7.197
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2.373 1.735 ‒ 638
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1.603 1.111 ‒ 492
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 8.155 5.845 ‒ 2.310
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.833 3.786 ‒ 47
50 Gemeentefonds 37.152 38.629 1.477
51 Provinciefonds 2.996 3.130 134
60 Accres Gemeentefonds 570 0 ‒ 570
61 Accres Provinciefonds 96 0 ‒ 96
64 BES-fonds 53 88 35
80 Prijsbijstelling 1.656 0 ‒ 1.656
81 Arbeidsvoorwaarden 3.061 0 ‒ 3.061
86 Algemeen 160 0 ‒ 160
90 Consolidatie1 0 0 0
HGIS Internationale Samenwerking2 (7.783) (8.291) ‒ 508
Totaal 166.352 173.499 7.147
1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 23.817 24.823 1.006
50 Gemeentefonds 1.792 1.934 142
AP Aanvullende Posten 2.164 0 ‒ 2.164
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven 27.774 26.757 ‒ 1.016
40 Sociale Verzekeringen 72.176 71.229 ‒ 947
Premiegefinancierde netto-uitgaven 72.176 71.229 ‒ 947
Totaal netto-uitgaven plafond Sociale Zekerheid 99.950 97.986 ‒ 1.963
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 437 501 64
50 Gemeentefonds 1.533 1.641 109
AP Aanvullende Posten 490 0 ‒ 490
Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven 2.460 2.143 ‒ 317
41 Zorg 86.972 85.631 ‒ 1.341
Premiegefinancierde netto-uitgaven 86.972 85.631 ‒ 1.341
Totaal netto uitgaven plafond Zorg 89.432 87.774 ‒ 1.658
6 Justitie en Veiligheid 0 0 0
7 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 218 589 372
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 262 66 ‒ 196
9B Financiën 0 0 0
10 Defensie 6.520 5.463 ‒ 1.057
12 Infrastructuur en Waterstaat 10.182 9.393 ‒ 789
13 Economische Zaken en Klimaat 2.898 894 ‒ 2.004
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 324 372 47
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 6 4 ‒ 2
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 17 12 ‒ 6
55 Mobiliteitsfonds 0 ‒ 136 ‒ 136
65 Deltafonds 0 24 24
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 2 ‒ 48 ‒ 50
70 Nationaal Groeifonds 0 0 0
80 Prijsbijstelling 841 0 ‒ 841
81 Arbeidsvoorwaarden 180 0 ‒ 180
86 Algemeen 578 0 ‒ 578
Totaal Netto rijksbegrotingsuitgaven 22.028 16.633 ‒ 5.395

Tabel 4.9 geeft per begrotingshoofdstuk de uitgaven weer die buiten het uitgavenplafond vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om uitgaven die niet meetellen in het begrotingstekort (het EMU-saldo), zoals het verstrekken van (studie)leningen, de bijdrage van het Rijk aan de sociale fondsen of de opbrengst van het verkopen van staatsdeelnemingen. Daarnaast zijn er uitgaven die wel EMU-saldorelevant zijn, maar buiten het uitgavenplafond zijn geplaatst, zoals de uitgaven aan de zorgtoeslag.

Evenals bij voorgaande tabellen geldt dat de genoemde bedragen in tabel 4.9 op kasbasis zijn, behalve het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld dat deels op transactiebasis wordt opgesteld. De uitgaven aan het aflossen van en de ontvangsten uit het uitgeven van de staatsschuld zijn niet in deze tabel opgenomen, maar worden in bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld afzonderlijk toegelicht.

4 Koninkrijksrelaties ‒ 1.034 19 1.053
5 Buitenlandse zaken 4.835 4.458 ‒ 377
6 Justitie en veiligheid 2.251 3.409 1.158
7 Binnenlandse Zaken ‒ 25 ‒ 59 ‒ 35
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 3.047 1.314 ‒ 1.733
9A Nationale Schuld (Transactiebasis) ‒ 9.294 ‒ 20.842 ‒ 11.548
9B Financiën 1.322 ‒ 742 ‒ 2.064
10 Defensie 23 923 900
12 Infrastructuur en Waterstaat 40 40 0
13 Economische Zaken en Klimaat ‒ 3.471 ‒ 1.822 1.649
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 22.624 19.041 ‒ 3.583
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 26.683 39.879 13.196
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ‒ 21 ‒ 17 4
55 Mobiliteitsfonds 0 0 0
58 Diergezondheidsfonds ‒ 7 4 11
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds ‒ 2 ‒ 2 0
AP Aanvullende posten 846 0 ‒ 846
HGIS Internationale Samenwerking1 (-3) (903) (906)
Totaal netto-uitgaven buiten het plafond 47.817 45.600 ‒ 2.217
1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.10 geeft de totale netto-uitgaven aan Internationale Samenwerking (HGIS) aan per begrotingshoofdstuk. Deze uitgaven aan internationale samenwerking worden gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar worden verantwoord op de individuele begrotingen. In bovenstaande tabellen zijn deze middelen onderdeel van de totalen per begroting. Onderaan deze tabellen staat het totaal aan HGIS-uitgaven over alle begrotingen.

5 Buitenlandse Zaken 2.462 2.512 50
6 Veiligheid en Justitie 626 1.186 559
7 Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1 1 0
8 Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 105 113 8
9B Financiën 311 388 77
10 Defensie 212 178 ‒ 33
12 Infrastructuur en Waterstaat 32 39 7
13 Economische Zaken en Klimaat 29 33 4
14 Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 38 46 8
15 Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 1 0
16 Volksgezondheid, Welzijn en Sport 7 8 2
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 3.833 3.786 ‒ 47
86 Algemeen 0 0 0
Totaal plafondrelevante netto-uitgaven HGIS 7.656 8.291 635
10 Defensie 18 921 902
17 Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ‒ 21 ‒ 17 4
66 Defensiematerieelbegrotingsfonds 0 0 0
Totaal niet-plafondrelevante netto-uitgaven HGIS ‒ 3 903 906
Totaal netto-uitgaven HGIS 7.653 9.194 1.541

5 EMU-saldo en EMU-schuld

Tabel 5.1 betreft een overzicht van de inkomsten, de uitgaven, het EMU-saldo en de EMU-schuld (de budgettaire kerngegevens). Het betreft de inkomsten en uitgaven van het Rijk die relevant zijn voor het EMU-saldo. Om van het EMU-saldo Rijk tot het saldo van de gehele collectieve sector te komen, wordt het EMU-saldo van de decentrale overheden meegeteld. De EMU-schuld wordt hier voor de gehele collectieve sector weergeven.

Inkomsten (belastingen en sociale premies) 366,4 385,6 19,1
Nood- en steunmaatregelen corona relevant voor EMU-saldo (uitgaven) 5,2 2,1 ‒ 3,1
Reguliere netto-uitgaven onder het uitgavenplafond 372,6 373,8 1,3
Rijksbegroting 161,5 170,8 9,3
Sociale Zekerheid 99,7 98,6 ‒ 1,0
Zorg 89,4 87,7 ‒ 1,7
Investeringen 22,0 16,6 ‒ 5,4
Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo 17,2 14,4 ‒ 2,8
Totale netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo 395,0 390,3 ‒ 4,7
EMU-saldo centrale overheid ‒ 28,5 ‒ 4,8 23,8
EMU-saldo decentrale overheden ‒ 1,0 1,2 2,2
EMU-saldo collectieve sector ‒ 29,6 ‒ 3,5 26,0
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp) ‒ 3,0% ‒ 0,3% 2,6%
EMU-schuld collectieve sector 491,7 480,7 ‒ 11,0
EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp) 49,5% 46,5% ‒ 3,0%
Bruto binnenlands product (bbp) 993,8 1.034,1 40,3

Tabel 5.2 geeft de opbouw van het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo, ook wel het overheidssaldo genoemd, is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 3 en 4. Om tot het EMU-saldo te komen worden enkele correcties toegepast: sommige uitgaven tellen namelijk niet mee voor het EMU-saldo (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.3) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo (op transactiebasis) dan op kasbasis in de Rijksbegroting is opgenomen (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.4).

1 Belasting- en premieontvangsten 366.437 385.550 19.113
2 Totale netto-uitgaven 425.578 421.492 ‒ 4.086
3 Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven ‒ 33.450 ‒ 32.045 1.405
4 Bij: Kas-transverschillen en overige posten ‒ 2.851 ‒ 880 1.971
5 Bij: EMU-saldo decentrale overheden ‒ 1.019 1.229 2.248
6 EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5) ‒ 29.562 ‒ 3.548 26.014

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo, staan vermeld in tabel 5.3. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door het Europese statistiekbureau Eurostat in de Manual on Government Deficit and Debt.

Verstrekking studieleningen 3.715 2.707 ‒ 1.008
Aflossing studieleningen ‒ 1.162 ‒ 1.417 ‒ 255
Aan- en verkoop staatsdeelnemingen 477 ‒ 697 ‒ 1.174
Voortijdige beeindiging derivaten 0 0 0
Rente-ontvangsten derivaten ‒ 238 65 303
Uitgaven gerelateerd aan Oekraine ‒ 2.305 0 2.305
Coronagerelateerde leningen ‒ 1.104 ‒ 53 1.051
Rijksbijdragen aan sociale fondsen 43.174 53.753 10.579
Kasbeheer ‒ 9.348 ‒ 22.002 ‒ 12.655
Overig 241 ‒ 310 ‒ 551
Totaal 33.450 32.045 ‒ 1.405

Tabel 5.4 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier, in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting de uitgaven op kasbasis bijhoudt. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop het bedrag dat daadwerkelijk de kas heeft verlaten nog een zogenaamd kas-transverschil (ktv) worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars. Deze posten zijn ook meegenomen in tabel 5.4, omdat deze ook meetellen voor het EMU-saldo.

KTV EU-afdrachten 0 452 452
KTV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) 212 ‒ 651 ‒ 863
KTV Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) 100 66 ‒ 34
KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding 179 92 ‒ 87
KTV OV-studentenkaart ‒ 960 40 1.000
KTV Veilingopbrengsten 284 146 ‒ 138
KTV Gasbaten ‒ 973 ‒ 4.587 ‒ 3.614
KTV Publiek private samenwerking 119 ‒ 37 ‒ 156
KTV Defensie 0 742 742
KTV Prestatiebeurzen ‒ 670 ‒ 486 184
KTV Toeslagen 0 0 0
KTV Rijksbijdragen aan decentrale overheden 0 3.121 3.121
Overige kas-transverschillen (aansluiting bij CBS) ‒ 225 726 951
Mutatie begrotingsreserves ‒ 471 1.034 1.504
Saldo agentschappen en rest centrale overheid 0 ‒ 248 ‒ 248
Totaal Rijk ‒ 2.404 409 2.813
Totaal Sociale fondsen ‒ 447 ‒ 1.289 ‒ 841
Totaal Rijk en sociale fondsen ‒ 2.851 ‒ 880 1.971

Tabel 5.5 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector weer. In tabel 5.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk verder uitgesplitst.

EMU-saldo Rijk ‒ 36.123 ‒ 24.469 11.654
EMU-saldo sociale fondsen 7.580 19.692 12.112
EMU-saldo decentrale overheden ‒ 1.019 1.229 2.248
EMU-saldo collectieve sector ‒ 29.562 ‒ 3.548 26.014
EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp) ‒ 3,0% ‒ 0,3% 2,6%
Belastingontvangsten 242.435 261.462 19.027
Netto begrotingsgefinancierde uitgaven ‒ 266.430 ‒ 264.631 1.798
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven 33.450 32.045 ‒ 1.405
Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen ‒ 43.174 ‒ 53.753 ‒ 10.579
Kas-transverschillen en overige posten Rijk ‒ 2.404 409 2.813
EMU-saldo Rijk (centrale overheid) ‒ 36.123 ‒ 24.469 11.654

Tabel 5.7 geeft het financieringstekort van het Rijk weer. Het financieringstekort is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringstekort is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringstekort een begrip op kasbasis. Om te komen tot het financieringstekort moeten naast de belastingontvangsten en de uitgaven op de begrotingen nog een aantal correcties worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen, zoals die meetellen voor het EMU-saldo, berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld. Deze staat in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringstekort alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld de schatkist in dat geval niet daadwerkelijk verlaat of binnenkomt. Daarom wordt voor dit type uitgaven ook gecorrigeerd om tot het financieringssaldo te komen.

Belastinginkomsten (kasbasis) 242.477 263.189 20.712
Netto begrotingsgefinancierde uitgaven ‒ 266.430 ‒ 264.631 1.798
Af: kas-transverschil rentelasten ‒ 1.830 476 2.306
Mutatie begrotingsreserves ‒ 471 1.034 1.504
Mutaties derdenrekeningen inclusief Fortis lening 0 ‒ 306 ‒ 306
Financieringssaldo Rijksoverheid ‒ 26.253 ‒ 239 26.014

Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden op de financiële markten, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 5.8 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer gedurende het jaar 2023, in de eerste kolom zoals verwacht werd bij Miljoenennota 2023 en in de tweede kolom zoals daadwerkelijk gerealiseerd. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.

EMU-schuld begin jaar 464.413 480.065 15.651
Financieringssaldo Rijksoverheid 26.253 239 ‒ 26.014
EMU-saldo decentrale overheden 1.019 ‒ 1.229 ‒ 2.248
EMU-saldo rest centrale overheid 0 0 0
Schatkistbankieren decentrale overheden 0 0 0
Overig 0 1.596 1.596
EMU-schuld einde jaar 491.686 480.671 ‒ 11.015
EMU-schuldquote (in procenten bbp) 49,5% 46,5% ‒ 3,0%

Tabel 5.9 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Dit is weergegeven als het noemereffect.

EMU-schuldquote begin jaar 49,8 51,0 1,2
Noemereffect bbp ‒ 3,0 ‒ 4,6 ‒ 1,6
Financieringssaldo Rijksoverheid 2,6 0,0 ‒ 2,6
EMU-saldo decentrale overheden 0,1 ‒ 0,1 ‒ 0,2
EMU-saldo rest centrale overheid 0,0 0,0 0,0
Schatkistbankieren decentrale overheden 0,0 0,0 0,0
Overig 0,0 0,2 0,2
EMU-schuldquote einde jaar 49,5 46,5 ‒ 3,0

De tabellen 5.10 en tabel 5.11 geven een historisch overzicht van het EMU-saldo en de EMU-schuld in de afgelopen tien jaar, zowel in euro's als in procenten van het bbp.

EMU-saldo ‒ 15,1 ‒ 13,4 0,9 10,1 11,6 14,6 ‒ 29,6 ‒ 22,3 0,0 ‒ 3,5
bbp 671,6 690,0 708,3 738,1 774,0 813,1 796,5 855,5 941,2 1034,1
EMU-saldo (in procenten bbp) ‒ 2,3% ‒ 1,9% 0,1% 1,4% 1,5% 1,8% ‒ 3,7% ‒ 2,4% 0,0% ‒ 0,3%
EMU-schuld 456 446 438 420 406 395 435 449 480 481
bbp 672 690 708 738 774 813 797 855 941 1034
EMU-schuld (in procenten bbp) 67,9% 64,6% 61,9% 57,0% 52,4% 48,5% 54,7% 52,5% 51,0% 46,5%

Tabel 5.12 en tabel 5.13 geven een aansluiting tussen de cijfers zoals deze zijn gepresenteerd in bijlage 1 Rijksrekening en bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld.

FJR 2023 Bron
Totaal kasuitgaven begrotingen 369,7 Tabel 1.2
Rentelasten 7,6 Tabel 1.4
Totaal kasuitgaven begrotingen en rentelasten 377,3
Af: uitgaven aflossing vaste schuld 31,7 H9A artikel 11
Af: uitgaven aflossing vlottende schuld 16,1 H9A artikel 11
Af: consolidatie 14,8 Tabel 4.2
Totaal uitgaven begrotingen 314,6 Tabel 4.2
Af: niet-belastingontvangsten begrotingen 50,0 Tabel 4.3
Totaal netto-uitgaven begrotingen 264,6 Tabel 4.4
Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven 156,9
w.v. Sociale Zekerheid en Arbeidsmarktrelaties 71,2 Tabel 4.6
w.v. Zorg 85,6 Tabel 4.7
Totaal netto-uitgaven (begrotingen en premies) 421,5 Tabel 5.1
w.v. Netto-uitgaven onder het uitgavenplafond 375,9 Tabel 5.1
w.v. Netto-uitgaven buiten het uitgavenplafond 45,6 Tabel 4.8
Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven 32,0 Tabel 5.2
Bij: kas-transverschillen en overige posten 0,9 Tabel 5.2
Totaal netto-uitgaven relevant voor EMU-saldo 390,3 Tabel 5.1
Totaal kasontvangsten begrotingen 374,0 Tabel 1.3
Rentebaten 0,3 Tabel 1.5
Totaal kasontvangsten begrotingen en rentebaten 374,3
Af: uitgifte vaste schuld 46,3 H9A artikel 11
Af: uitgifte vlottende schuld 0,0 H9A artikel 11
Af: consolidatie 14,8 Tabel 4.3
Af: niet-belastingontvangsten 50,0 Tabel 4.3
Totaal belastingen op kasbasis 263,2 Tabel 3.2
Premie-inkomsten op kasbasis 124,8
w.v. volksverzekeringen 40,7 Tabel 3.2
w.v. werknemersverzekeringen (EMU-basis) 84,1 Tabel 3.2
Totale inkomsten op kasbasis 388,0
Kas-transverschillen inkomsten ‒ 2,4
w.v. kas-transverschillen belastingen ‒ 1,7 Tabel 3.2
w.v. kas-transverschillen premies volksverzekeringen ‒ 0,7 Tabel 3.2
Totaal belastingen en premies op EMU-basis 385,6 Tabel 6.1

6 Fiscale regelingen

Sinds 2002 wordt budgettaire informatie over fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. In de Miljoenennota worden ook onder andere het beleidsverantwoordelijk departement en de afgeronde en geplande evaluaties vermeld. Meer beleidsmatige informatie over fiscale regelingen wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verschillende vakdepartementen.

In het Financieel Jaarverslag van het Rijk wordt alleen het budgettaire belang gegeven van de fiscale regelingen waarvan op dat moment voorlopige realisatiegegevens over 2023 beschikbaar zijn. Dit betreft de afdrachtverminderingen in de loonbelasting voor zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De voorlopige realisaties van deze regelingen worden hier vermeld. Definitieve realisaties worden pas in de loop van 2024 bekend en worden opgenomen in de Miljoenennota 2025. Voor de overige fiscale regelingen zal in de Miljoenennota 2025 een geactualiseerde raming voor 2023 worden opgenomen, op basis van de meest recente gegevens op dat moment.

De investeringsregelingen en de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn gebudgetteerde regelingen met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie. De afdrachtvermindering zeevaart is geen gebudgetteerde regeling. Een uitgebreidere beschrijving van deze fiscale regelingen en de ramingsmethodiek kan gevonden worden in de Miljoenennota 2024, bijlage 10.

6.1 Afdrachtverminderingen in de loonbelasting

Tabel 6.1 laat de voorlopige (geschatte) realisaties van de betreffende afdrachtverminderingen over 2023 zien. De realisaties zijn gebaseerd op geaggregeerde informatie vanuit de loonaangiften.

Afdrachtvermindering Raming 2023 (MN 2023) Voorlopige realisatie 2023
Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) 1.370 1.355
Zeevaart 105 116

Het totale beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zoals opgenomen in de Miljoenennota 2023 bedroeg 1.370 miljoen euro. In de Miljoenennota 2024 is het budget voor het jaar 2023 gestegen naar 1.437 miljoen euro (exclusief 4 miljoen euro voor de aftrek speur- en ontwikkelingswerk zelfstandigen). De geschatte voorlopige realisatie is 1.355 miljoen euro. Met deze realisatie is er een onderuitputting van 82 miljoen euro. De onderuitputting wordt conform de geldende systematiek aan het in 2025 beschikbare budget toegevoegd. De hoogte van de verzilverde S&O-afdrachtvermindering over 2023 wordt in juli 2024 definitief vastgesteld op basis van de realisaties tot en met juni 2024. De daadwerkelijke realisatie kan daardoor nog enkele miljoenen afwijken en wordt met Prinsjesdag openbaar gemaakt.

De voorlopige realisatie van de afdrachtvermindering zeevaart voor 2023 valt 11 miljoen euro hoger uit dan de raming in de Miljoenennota 2023. Het budgettaire belang van deze regeling is vrij constant over de jaren.

6.2 Investeringsfaciliteiten

Tabel 6.2 bevat voorlopige realisatiegegevens over het jaar 2023 voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt.

Regeling Budget 2023 (MN 2023) Voorlopige realisatie 2023
Energie-investeringsaftrek (EIA) 249 298
Milieu-investeringsaftrek (MIA) 194 260
Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) 25 25

De EIA heeft voor 2023 een budget van 249 miljoen euro. De budgetclaim van de EIA bedraagt 298 miljoen euro volgens voorlopige realisatiecijfers. Daarmee is in 2023 naar verwachting een overuitputting van 49 miljoen euro. De budgetreserve komt hiermee op ‒ 99 miljoen euro. Door een structurele verlaging van het aftrekpercentage van de EIA van 45,5% naar 40% per 2024 en aanpassingen van de energielijst, is de verwachting dat de budgetclaim van de EIA de komende jaren zal afnemen. Daarnaast heeft het kabinet het budget van de EIA voor de komende jaren verhoogd. Hierdoor is de verwachting dat de EIA de komende jaren een onderuitputting zal kennen waardoor de negatieve budgetreserve wordt ingelopen.

De MIA heeft voor 2023 een budget van 194 miljoen euro in de Miljoenennota 2023. In de Miljoenennota van 2024 is dit verlaagd naar 192 miljoen euro in verband met een stijging in uitvoeringskosten. De budgetclaim van de MIA bedraagt 260 miljoen euro volgens voorlopige realisatiecijfers. Daarmee is in 2023 naar verwachting een overuitputting van 68 miljoen euro. De budgetreserve komt hiermee op 0 miljoen euro. Om komend jaar binnen budget te blijven is de Milieulijst bijgesteld.

De Vamil heeft voor 2023 een budget van 25 miljoen. Het voorlopige realisatiecijfer is eveneens 25 miljoen waardoor er geen onder- of overuitputting is. De budgetreserve blijft hiermee constant op 106 miljoen euro.

7 Beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota

Om het budgetrecht van de Kamers te borgen, worden beleidsmatige mutaties die na de Najaarsnota leiden tot een overschrijding van het budget op artikelniveau aan de beide Kamers gemeld. In deze bijlage is een overzicht opgenomen van deze beleidsmatige mutaties van departementen na de Najaarsnota. Hierbij is een ondergrens gehanteerd van 2 miljoen euro. De specifieke verantwoording over de mutaties is opgenomen in de Kamerstukken van de departementen. Voor de volledigheid wordt vermeld in welk Kamerstuk de betreffende mutatie aan de Tweede Kamer is gemeld. Ook wordt weergegeven of het een uitgavenmutatie (U), ontvangstenmutatie (O) of een verplichtingenmutatie (V) betreft.

6. Justitie en Veiligheid 37. Migratie Opvang Oekraïense ontheemden 360 36410-VI, nr. 19 X
6. Justitie en Veiligheid 37. Migratie Opvang Oekraïense ontheemden 334 36410-VI, nr. 19 X
6. Justitie en Veiligheid 36. Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) 5 36410-VI, nr. 19 X
6. Justitie en Veiligheid 91. Apparaat kerndepartement Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) 14 36410-VI, nr. 19 X
8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 8. Internationaal beleid Vlaams-Nederlandshuis DeBuren 3 36410-IX, nr. 37 X
8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 15. Media Landelijke publieke omroep 17 36410-IX, nr. 37 X
8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 15. Media Regionale publieke omroep 3 36410-IX, nr. 37 X
8. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 15. Media Stichting omroep muziek 3 36410-IX, nr. 37 X
9B. Financiën 1. Belastingen ICT-opdrachten 39 36410-IX, nr. 39 X
10. Defensie 1. Inzet Uitgavensteun Oekraine 100 36410-X, nr. 21 X
10. Defensie 4. Koninklijke luchtmacht Contracten opdrachten, bijdrages aan kennisinstituten, inhuur flexibele capaciteit en salarissen reservisten 80 36410-X, nr. 21 X
10. Defensie 5. Koninklijke Marechaussee Nieuwe meerjarige inhuurcontracten 5 36410-X, nr. 21 X
10. Defensie 7. Commando Materieel en IT Innovatieprojecten, dienstreizen & HR-ecosysteem en overige materiële verplichtingen 25 36410-X, nr. 21 X X
10. Defensie 7. Commando Materieel en IT Inhuur IT-specialisten en inkoopdienstverlening 31 36410-X, nr. 21 X
10. Defensie 8. Defensie Ondersteuningscommando Contracten voor geneeskundige goederen, opleidingen en formatie 45 36410-X, nr. 21 X
10. Defensie 9. Algemeen Bijdrage aan kennisinstituten, internationale samenwerking en schadeloosstellingsregelingen 8 36410-X, nr. 21 X X
12. Infrastructuur en Waterstaat 24. Inspectie Leefomgeving en Transport Inkoop Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) 7 36410-XII, nr. 17 X
12. Infrastructuur en Waterstaat 25. Brede Doeluitkering Brede Doeluitkering (BDU) voor 2024 13 36410-XII, nr. 17 X
14. Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 22. Natuur, visserij en gebiedsgericht werken Begrotingsreserve Visserij 2 36410-XIV nr. 17 X X
16. Volksgezondheid, Welzijn en Sport 6. Sport en bewegen Sport verenigt Nederland 12 36410-XVI-C X
16. Volksgezondheid, Welzijn en Sport 10. Apparaatsuitgaven Apparaatsuitgaven kerndepartement 8 36410-XVI-C X
55. Mobiliteitsfonds 13. Spoorwegen Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor 63 36410-XII, nr. 17 X
55. Mobiliteitsfonds 13. Spoorwegen Contract Infraspeed 143 36410-XII, nr. 17 X
66. Defensiematerieelbegrotingsfonds 3. Land materieel Versnelde gezamenlijke bestelling Patriotrakketten 163 36 410-K, nr. 4 X X
66. Defensiematerieelbegrotingsfonds 5. Infrastructuur en Vastgoed Verbouwingskosten huisvesting hoog risico beveiliging en diverse overige hogere uitgaven voor instandhouding 27 36 410-K, nr. 4 X
66. Defensiematerieelbegrotingsfonds 5. Infrastructuur en Vastgoed Snellere realisatie projecten en eindafrekeningen RVB 10 36 410-K, nr. 4 X

Justitie en Veiligheid

Opvang Oekraïense ontheemden

Gebleken is dat de gemeenten meer voorschotten aanvragen dan bij de Najaarsnota 2023 verwacht. Om aan de afspraak te voldoen dat alle gemeenten die op tijd een aanvraag hebben ingediend ook in 2023 het voorschot krijgen uitbetaald, is een tegenvaller van circa 360 miljoen euro ontstaan. 

Opvang Oekraïense ontheemden

Er is ook sprake van een overschrijding van het verplichtingenbudget op artikel 37 van 334 miljoen euro. Dit komt grotendeels doordat de gemeenten meer voorschotten hebben aangevraagd (zie toelichting bij 1. opvang Oekraïense ontheemden). Daarnaast is er sprake van een verplichtingenoverschrijding van 9 miljoen euro op het subsidiebudget.

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR)

Voor het aangaan van de verplichting voor de uitkering aan de Veiligheidsregio’s voor 2024 voor de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDUR) is het verplichtingenbudget met 5,1 miljoen euro overschreden, omdat het budget bij de Najaarsnota niet voldoende was opgehoogd.

Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V)

Bij de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) zijn in 2023 enkele meerjarige verplichtingen aangegaan waardoor het verplichtingenbudget met 14 miljoen euro wordt overschreden. Dit is onderdeel van de in de veegbrief gemelde verplichtingenoverschrijding op artikel 91.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Vlaams-Nederlandshuis DeBuren

Het verplichtingenbudget op artikel 8 (Internationaal beleid) is verhoogd. Het betreft hier het verplichtingenbudget op het instrument Opdrachten voor Vlaams-Nederlandshuis DeBuren waarbij in 2023 de verplichtingen voor twee jaar worden aangegaan.

Landelijke publieke omroep

De verplichtingenruimte voor Landelijke Publieke Omroep was te laag in 2023, omdat de verplichtingen voor de uitgaven 2024 van de superevenementen in 2023 worden aangegaan. De uitgaven voor de superevenementen 2024 worden bij eerste suppletoire begroting in 2024 van het instrument dotatie/onttrekking Algemene Media Reserve toegevoegd aan de Landelijke Publieke Omroep.

Regionale publieke omroep

Voor de bekostiging van de Regionale Omroepen zijn er in 2023 verplichtingen aangegaan waarvan de uitgaven in 2024 worden gemaakt. De verplichtingenruimte voor Regionale Omroepen moest daarom worden verhoogd.

Stichting omroep muziek

Voor de bekostiging van Stichting Omroep Muziek zijn in 2023 verplichtingen aangegaan waarvan de uitgaven in 2024 worden gemaakt. De verplichtingenruimte voor Stichting Omroep Muziek in 2023 moest daarom worden verhoogd.

Financiën

ICT-opdrachten

De uitgavenrealisatie op ICT-opdrachten van de Belastingdienst pakt circa 39 miljoen euro hoger uit dan bij de tweede suppletoire begroting 2023 was voorzien. De belangrijkste reden is dat conform de bestendige gedragslijn en gemaakte afspraken met leveranciers contracten deels voorafgaand aan het nieuwe jaar worden betaald. Daarnaast zijn er meer contracten nog in 2023 afgesloten dan eerder verwacht, waardoor er nu sprake is van een overschrijding.

Defensie

Uitgavensteun Oekraïne

De uitgaven voor de militaire steun aan Oekraïne zijn circa 100 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht dat deze steunuitgaven in 2024 zouden plaatsvinden, maar deze vonden in 2023 plaats. Deze uitgaven worden aangegaan voor de onvoorziene afdracht btw voor aanschaf munitie (26 miljoen euro), voor de brandstof voorziening Oekraïne (17 miljoen euro), voor het sneller leveren van kleding en uitrusting en voor de overige uitgaven voor commerciële verwerving en directe aanschaf van materieel dat is bestemd voor Oekraïne.

Contracten opdrachten, bijdrages aan kennisinstituten, inhuur flexibele capaciteit en salarissen reservisten

De verplichtingen zijn 80 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. De hogere verplichtingen zijn een gevolg van een inhuur flexibele capaciteit (27 miljoen euro) voor onderhoudswerkzaamheden, van hogere uitgaven salarissen van reservisten (5 miljoen euro) en het aangaan van contracten voor opdrachten en bijdrages aan kennisinstituten.

Nieuwe meerjarige inhuurcontracten

De verplichtingen zijn 5 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. De hogere verplichtingen zijn het gevolg van het aangaan van nieuwe meerjarige inhuurcontracten voor onder meer het inhuren van IT specialisten.

Innovatieprojecten, dienstreizen & HR-ecosysteem en overige materiële verplichtingen

De verplichtingen zijn 25 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is het gevolg van 15 miljoen euro aan innovatieprojecten, 4 miljoen euro hogere overige materiële uitgaven voor innovatie, 1 miljoen euro diverse kleinere uitgaven en 5 miljoen euro hogere uitgaven voor dienstreizen en het HR ecosysteem. Per saldo is sprake van zowel hogere verplichtingen (totaal 25 miljoen euro) als hogere uitgaven (totaal 10 miljoen euro).

Inhuur IT-specialisten en inkoopdienstverlening

De verplichtingen zijn 31 miljoen euro hoger uitvallen dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. De hogere verplichtingen zijn het gevolg van inhuur van IT-specialisten en Inkoopdienstverlening.

Contracten voor geneeskundige goederen, opleidingen en formatie

De verplichtingen zijn 45 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit is het gevolg van eerder afgesloten contracten en hogere uitgaven en verplichtingen voor onder andere geneeskundige goederen, opleidingen en formatie.

Bijdrage aan kennisinstituten, internationale samenwerking en schadeloosstellingsregelingen

De uitgaven en verplichtingen zijn 8,4 miljoen euro hoger dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt onder meer door een hogere bijdrage aan de kennisinstituten en internationale samenwerking en schadeloosstellingsregelingen.

Infrastructuur en Waterstaat

Inkoop Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)

Om te borgen dat specifieke kennis bij de ILT beschikbaar blijft en werkzaamheden niet vertragen, was het noodzakelijk om contracten voor externe inzet en licenties voor 2024 nog in 2023 te verlengen en om materiële zaken aan te schaffen. Om dit te kunnen doen, was het noodzakelijk het verplichtingenkader voor de ILT in 2023 te verhogen met 7,0 miljoen euro.

Brede Doeluitkering (BDU) voor 2024

Volgens de BDU-systematiek worden de verplichtingen voorafgaand aan het jaar van betaling aangegaan. De beschikking voor het jaar 2024 is eind 2023 afgegeven aan de twee vervoersregio’s Metropoolregio Rotterdam en Den Haag (MRDH) en Vervoerregio Amsterdam (VRA). Bij het opstellen van de tweede suppletoire begroting was nog niet volledig bekend welke afzonderlijke afspraken met welk kaseffect in 2024 moesten worden vastgelegd. Inmiddels is dit bekend en is het verplichtingenbudget in 2023 in totaal verhoogd met 13,41 miljoen euro.

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Begrotingsreserve Visserij

De begrotingsreserve visserij is bestemd voor uitgaven en ontvangsten met betrekking op de Europese Visserijfondsen (EFMZV en EMFAF). Door gebruik van de reserve blijven cofinancieringsmiddelen beschikbaar voor latere jaren. De exacte ontvangsten zijn lastig te voorspellen en vallen in 2023 1,4 miljoen euro lager uit dan de geraamde 3,2 miljoen euro. De onttrekking van 1,8 miljoen euro in 2023 is een saldo van een storting van het niet bestede deel van de nationale cofinanciering voor de regelingen van het nieuwe EMFAF 2021–2027 en uitgaven voor het EFMZV 2014-2020 en de uitvoering van beide fondsen.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Sport verenigt Nederland

In verband met het vastleggen van meerjarige verplichtingen voor projectsubsidies ‘Heroes in beweging’ en ‘Sportlijn II’, is het verplichtingenbudget in 2023 opgehoogd met 11,8 miljoen euro.

Apparaatsuitgaven kerndepartement

Het verplichtingenbudget op dit artikelonderdeel is verhoogd met 7,6 miljoen euro. Deze verhoging hangt samen met het aangaan van verplichtingen voor externe inhuur en de inkoop van contracten.

Mobiliteitsfonds

Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor

Abusievelijk bleek dat bij de subsidieaanvraag EOV 2024 onvoldoende verplichtingen in 2023 staan om de subsidie te kunnen vastleggen. De informatie was ten tijde van de Najaarsnota niet bekend. IenW is juridisch verplicht om de subsidie in 2023 vast te leggen. Het budget is overigens meerjarig beschikbaar, dus het betreft hier alleen een technische mutatie waarbij 63 miljoen euro verplichtingenruimte uit 2024 naar 2023 schuift.

Contract Infraspeed

Abusievelijk bleek dat bij de subsidieaanvraag van Prorail 2024 onvoldoende verplichtingen in 2023 staan om de taken uit te voeren die zijn afgesproken tussen de Staat der Nederlanden en Prorail. Hierin is vastgelegd dat Prorail activiteiten uitvoert voor het ministerie van IenW inzake Infraspeed. De informatie was ten tijde van de Najaarsnota niet bekend. IenW is contractueel verplicht om de verplichting in 2023 vast te leggen. Het budget is meerjarig beschikbaar, dus het betreft hier alleen een technische mutatie waarbij 143 miljoen euro verplichtingenruimte uit 2024 naar 2023 schuift.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Versnelde gezamenlijke bestelling Patriotrakketten

In samenwerking met het NATO Support and Procurement Agency (NSPA) en met Europese partners is een gezamenlijke bestelling voor raketten voor het Patriot lucht- en raketverdedigingssysteem geplaatst. Het is gelukt om nog dit jaar deze gezamenlijke bestelling af te ronden, waarmee ook schaalvoordelen optreden. Dat is een belangrijke stap waarmee de Europese Defensie-industrie en productiecapaciteit worden versterkt. Het betreft een voorschotbedrag van 163 miljoen euro en verplichtingen met een omvang van 658 miljoen euro in 2023.

Verbouwingskosten huisvesting hoog risico beveiliging en diverse overige hogere uitgaven voor instandhouding

Voor instandhouding vastgoed betreft dit het budget voor de verbouwingskosten voor huisvesting hoog risico beveiliging (20 miljoen euro) en de eindafrekening van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) die 5 miljoen euro hoger uitvalt dan eerder werd verondersteld.

Snellere realisatie projecten en eindafrekeningen RVB

Met de tweede suppletoire begroting 2023 zijn budgetten voor de instandhouding en voor de investeringen doorgeschoven naar 2024. Naar nu blijkt, zal bij de instandhouding in 2023 nog circa 27 miljoen euro worden geïmplementeerd. Bij de investeringen zal in 2023 nog circa 10 miljoen euro worden geïmplementeerd. Bij de investeringen is dit het gevolg van een aantal projecten die boven verwachting sneller realiseren en een aantal eindafrekeningen die eerder door het RVB zijn aangeboden dan verwacht en daarmee in 2023 tot betaling komen. Tot slot verloopt de realisatie bij Divisie Facilitair Logistiek beveiliging (DLFB) op inrichtingskosten, zowel op initiële inrichting als op het project Verbeteren Defensie Legering (VDL), sneller dan verwacht.

8 Risicoregelingen van het Rijk 2023

In tabellen 8.1 tot en met 8.5 wordt een totaaloverzicht van verschillende soorten risicoregelingen van het Rijk weergegeven. Voor details over onderstaande garantieregelingen, achterborgstellingen en leningen wordt verwezen naar begrotingen en jaarverslagen van de betreffende vakdepartementen.

Garanties

Een garantie is een voorwaardelijke, financiële verplichting van het Rijk aan een derde buiten het Rijk, die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstandigheid (realisatie van een risico) voordoet. Garantieregelingen worden als verplichting opgenomen in de begroting van het betreffende vakdepartement.

Onderstaande tabel 8.1 en 8.2 bevatten de garantieregelingen van het Rijk. Alle regelingen met een uitstaand risico groter dan 100 miljoen euro zijn samengevat in de post ‘overig’. Het overzicht bevat alle garanties met de stand ultimo 2023. Ontwikkelingen daarna zijn niet in het overzicht opgenomen, omdat die buiten de reikwijdte van het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023 vallen. Deze worden meegenomen in het overzicht van risicoregelingen van het Rijk bij de Miljoenennota 2025.

In het overzicht worden achtereenvolgens de begroting (b) het begrotingsartikel (a) en de omschrijving van de garantie weergegeven. Daarachter staat voor de jaren 2022 en 2023 het bedrag dat daadwerkelijk als risico is verleend dan wel door de Tweede Kamer is geautoriseerd, genoemd de ‘uitstaande garanties’. Onder de uitstaande garanties vallen ook de garanties die in eerdere jaren zijn verstrekt. In 2023 zijn er garanties verleend, maar zijn er ook garanties komen te vervallen. Dit is terug te lezen in de kolommen ‘verleende garanties’ en ‘vervallen garanties’.

Iedere risicoregeling dient eindig te zijn, en het risico dient gemaximeerd te zijn met een plafond. Het garantieplafond kan een jaarlijks plafond zijn (per jaar mag een maximaal bedrag aan garanties worden verleend) of een totaalplafond (er mogen nooit meer garanties verleend worden dan het plafond). In tabel 8.1 en 8.2 is onderscheid gemaakt tussen beide soorten plafonds. Bij internationale organisaties is gekozen het garantieplafond gelijk te stellen aan de uitstaande garanties. Hiervan is sprake bij de Europese garanties (EFSF, EFSM en ESM en NGEU) en de garanties van een aantal internationale financiële instellingen (IMF en Wereldbank). Bij regelingen waar geen plafond is afgesproken, is het totaalplafond gelijkgesteld aan de uitstaande garanties.

Naast de reguliere garanties (tabel 8.1) heeft het kabinet een aantal tijdelijke garanties verleend ter ondersteuning van de economie tijdens de coronacrisis. Het uitstaande risico van deze risicoregelingen wordt getoond in tabel 8.2. De coronagerelateerde garantieregelingen verschillen van de reguliere garantieregelingen wat betreft de financiering en de dekking. Waar uitgaven en ontvangen van reguliere garantieregelingen op een departementale begroting plaatsvinden, geldt voor coronagerelateerde garantieregelingen dat eventuele schades worden gefinancierd vanuit de staatsschuld. Indien er een premie wordt gevraagd, vloeit deze ook in de staatsschuld. De coronagerelateerde garanties bedragen in 2023 circa 35,5 miljard euro, waarvan circa 34,0 miljard euro bestaat uit de internationale garanties SURE en NGEU. SURE is een garantieregeling gerelateerd aan de maatregelen die lidstaten tijdens de coronacrisis hebben genomen om inkomensverlies van burgers op te vangen en de toename in werkloosheid en de gevolgen ervan te beperken. NGEU heeft als doel de economische schade en sociale schade van de coronacrisis te verzachten door het stimuleren van structurele hervormingen en publieke investeringen binnen de EU. Ten opzichte van 2022 is het totaalbedrag aan coronagerelateerde garantieregelingen afgenomen met circa 12,3 miljard euro. Deze daling is toe te wijzen aan het deels vervallen van de garantie SURE met circa 10,5 miljard euro en het volledig vervallen van de garantie KLM met circa 1,6 miljard euro. Het is de verwachting dat deze steunmaatregelen de komende jaren verder afgebouwd worden.

Uit tabel 8.2 blijkt dat het totaalbedrag aan uitstaande garanties van het Rijk in 2023 215,0 miljard euro bedraagt, waarvan 179,5 miljard euro aan reguliere garanties. In 2022 was dit bedrag 218,1 miljard euro, waarvan 170,2 miljard euro reguliere garanties betrof.

De stijging in reguliere garanties is voornamelijk toe te wijzen aan de herziene garantie die FMO krijgt. Voorheen werd de som van de financiële verplichtingen van FMO (circa 5,5 miljard euro) in de begroting opgenomen als totaalplafond. Dit was omdat de overeenkomst uit 1998 eerder van kracht was dan het risico- en garantiekader en daarom geen afspraken over het totaalplafond bevatte. Met de nieuwe overeenkomst is er een schuldplafond van USD 16,0 miljard - circa 14,5 miljard euro - toegewezen. De toename is dus het gevolg van een wijziging in de wijze van rapporteren – het nieuw afgesproken totaalplafond in plaats van de som van de financiële verplichtingen - en niet door een toename in het risico voor het Rijk.

Verder is in 2023 een Headroomgarantie macro-financiële bijstand (MFB) verleend. Door het verstrekken van MFB kan de Europese Commissie namens de Europese Unie lenen op de kapitaalmarkt, waarna zij deze middelen leent aan Oekraïne. De hoogte van de garantie is per lidstaat bepaald op basis van het bni-aandeel. Voor Nederland komt dit neer op circa 1,1 miljard euro. De headroom betreft budgettaire ruimte tussen het uitgavenplafond van de EU-begroting zoals vastgelegd in het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en het eigenmiddelenplafond zoals vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit (EMB).

Garanties
V 3 Raad van Europa 176,7
VIII 7 Bouwleningen academische ziekenhuizen 113,1 12,7 100,4 176,6
VIII 14 Indemniteitsregeling 251,7 497,5 554,8 194,4 450,0
VIII 14 Achterborgovereenkomst NRF 347,0 87,0 60,3 373,7 380,0
IXB 2 Single Resolution Fund 4.163,5 4.163,5 4.163,5
IXB 2 WAKO (kernongevallen) 9.200,0 9.200,0 9.200,0
IXB 3 Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO) 5.507,0 14.494 5.507 14.494,1 14.494,1
IXB 4 Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) 773,5 26,1 747,4 747,4
IXB 4 DNB - deelneming in kapitaal IMF 30.766,0 2.122,4 1.303,8 31.584,6 31.584,6
IXB 4 European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) 589,1 589,1 589,1
IXB 4 European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM) 2.699,9 264,2 2.435,7 2.435,7
IXB 4 European Financial Stability Facility (EFSF) 34.154,2 34.154,2 34.154,2
IXB 4 European Investment Bank (EIB) 11.796,0 11.796,0 11.796,0
IXB 4 European Stability Mechanism (ESM) 35.363,7 24,7 35.338,9 35.338,9
IXB 4 Headroomgarantie macro-financiële bijstand (MFB) 1.062,0 1.062,0 1.062,0
IXB 4 Kredieten EU-betalingsbalanssteun 3.776,0 3.776,0 3.776,0
IXB 4 Wereldbank 5.450,6 45,8 5.404,8 5.404,8
IXB 4 Macro-financiële bijstand (MFB) 215,4 215,4 215,4
IXB 5 Exportkredietverzekering 18.855,1 3.688,9 4.681,2 17.862,8 10.000,0 0,0
XIII 2 Klein Krediet Corona 41,2 15,3 25,9 250,0
XIII 2 MKB-financiering 80,3 25,8 54,6 268,2
XIII 2 Microkredieten 130,0 130,0 130,0
XIII 2 Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) 254,8 49,5 91,1 213,3 400,0 0,0
XIII 2 Borgstelling MKB Kredieten (BMKB) 1.427,0 311,3 437,5 1.300,8 765,0 0,0
XIV 21 Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie) 291,0 17,4 36,8 271,6 78,2 0,0
XIV 22 Garantie voor natuurgebieden en landschappen 264,7 4,1 26,1 242,7 242,7
XVI 2&3 Instellingen voor de gezondheidszorg 141,1 26,4 114,7 114,7
XVII 1 Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF) 95,0 43,0 37,1 101,0 675,0
XVII 1 Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) 16,3 4,8 10,2 10,8 140,0
XVII 5 Garanties regionale ontwikkelingsbanken 3.239,4 187,1 3.052,3 3.052,3
Overig 446,4 24,4 25,1 441,1 117,5 411,6
Subtotaal reguliere garanties 170.233 22.622 13.399 179.452 11.361 161.429
Garanties
IXB 3 Garantie KLM 1.561,5 1.561,5
IXB 4 EIB - pan Europees Garantiefonds 1.301,0 9,2 1.291,8 1.291,8
IXB 4 Next Generation EU (NGEU) 38.382,6 469,2 10.982,2 27.869,5 27.869,5
IXB 4 Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE) 6.162,8 19,3 6.143,5 6.143,5
IXB 5 Herverzekering leverancierskredieten
XIII 2 GO-Corona 177,2 120,2 57,0 2.100,0
XIII 2 BMKB-Corona 191,0 87,5 103,5 735,0
XIII 2 Groeifaciliteit 56,1 8,0 13,1 51,0 85,0
XIV 21 Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)* 9,8 180,0
XVI 1 Garantie Bestuurlijke aansprakelijkheid SON 2,5 2,5 2,5
subtotaal coronagerelateerde garantie 47.844,4 477,2 12.792,9 35.519,0 85,0 38.322,4
subtotaal reguliere garanties 170.233,4 22.621,8 13.399,1 179.451,6 11.360,7 161.429,5
Totaal 218.077,9 23.099,0 26.191,9 214.970,5 11.445,7 199.751,9

Tabel 8.3 bevat de uitgaven en ontvangsten behorende bij de door het Rijk verstrekte garanties in 2022 en 2023. Alleen garanties waarbij de daadwerkelijke uitgaven en ontvangsten zijn gedaan worden weergegeven in de tabel. De in de tabel getoonde uitgaven betreffen de schade-uitkeringen op afgegeven garanties. De in de tabel getoonde ontvangsten betreffen zowel ontvangen premies, provisies en dergelijke als op derden verhaalde (schade-)uitkeringen.

Coronagerelateerde garanties
IXB 3 Garantie KLM 23.217 11.808
IXB 4 EIB - pan Europees Garantiefonds 338 9.186
IXB 5 Herverzekering leverancierskredieten 3.604 3.308 2.897 150
XIII 2 BMKB-Corona 1.016 340 4.536 43
XIII 2 GO-Corona 9.059 7.400 3.850
XIII 2 Groeifaciliteit 3.092 2.053 4.654 1.785
XIII 2 Klein Krediet Corona 1.428 80 1.004 170
XIV 21 Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)* 3
Subtotaal corona gerelateerde garanties 9478 38060 29677 17806
Reguliere garanties
VI 33 Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS 1.288 2.064
IXB 1 Garantie procesrisico's 179 134
IXB 2 Terrorismeschades (NHT) 625 625
IXB 2 WAKO (kernongevallen) 612
IXB 3 DNB winstafdracht 625
IXB 3 FCI 2.028
IXB 3 Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO) 500
IXB 5 Exportkredietverzekering 68.970 231.706 102.368 130.114
XIII 2 MKB-financiering 468 448
XIII 2 Microkredieten 445 395
XIII 2 GO 11.115 6.979 5.217
XIII 2 BMKB 11.217 22.344 13.763 19.969
XIV 21 Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK) 7
XIV 21 Borgstelling MKB-landbouwkredieten, onderdeel Werkkapitaal Omschak.Duurz.(BL-O) 15
XIV 21 Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie) 1.489 1.156 861 694
XIV 22 Klimaatfonds groenfonds garantie 349
XVII 1 Garantie DGGF 10.729 5.746 14.491 11.099
XVII 1 Garantie DRIVE 5.868
XVII 1 Garantie DTIF 7.238 6.149 11.514 8.417
XVII 1 Garantie FOM 1.618 1.331
XVII 5 Garanties IS-NIO 5.990 5.582 1.406
Subtotaal reguliere garanties 113.843 290.500 152.108 179.496
Totaal 123.321 328.560 181.785 197.302

Achterborgstellingen

Naast het risico uit garantieregelingen staat het Rijk ook indirect bloot aan risico’s uit achterborgstellingen. In die gevallen wordt de daadwerkelijke garantieverplichting niet afgegeven door het Rijk, maar door een daarvoor aangewezen tussenpersoon in de vorm van een stichting. In de begroting van het betreffende vakdepartement worden achterborgstellingen daarom niet als verplichting opgenomen. Het Rijk wordt pas aangesproken zodra de tussenpersoon niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De achterborgstellingen zijn opgenomen in tabel 8.4.

Het risico uit de achterborgstellingen (in tabel 8.4) is niet één op één te vergelijken met het risico uit de garantieregelingen (in tabellen 8.1 en 8.2), aangezien het risico over meerdere partijen wordt gespreid. Per achterborgstelling zijn er verschillende mogelijkheden om eventuele schade te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beschikt over een fondsvermogen en kan daarnaast indien nodig obligo ophalen bij deelnemende woningcorporaties ter hoogte van 2,3 miljard euro. Op het gecommitteerd obligo doet het WSW alleen een beroep wanneer dat noodzakelijk is om middelen in liquide vorm beschikbaar te hebben voortvloeiend uit het risicovermogen in relatie tot geborgde verplichtingen. Ook kunnen woningcorporaties in financiële problemen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag doen voor saneringssteun. Saneringssteun wordt bekostigd via een heffing aan corporaties en deze middelen lopen via een risicovoorziening op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle woningcorporaties zijn op basis van de wet verplicht om deze heffing te betalen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus betaald door de corporatiesector zelf via het fondsvermogen WSW, obligo en de saneringsheffing. Pas daarna komen het Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is nog niet eerder aangesproken.

De Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) kent een soortgelijke regeling. Ook hier wordt eerst het bufferkapitaal van de stichting aangesproken om schade te dekken. Daarna moeten de zorginstellingen met een door de WFZ geborgde lening een percentage (maximaal 3% van de uitstaande garanties van de deelnemende zorginstelling) van het leningenbedrag afdragen (obligo). Mocht dit onvoldoende zijn om de verplichtingen van de WFZ na te komen, dan kan de WFZ een beroep doen op het Rijk.

Bij het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) geldt geen obligoverplichting. Hier dienen huizen als onderpand, waardoor de schade zich beperkt tot eventuele restschulden na gedwongen verkoop. Het WEW teert bij verlies direct in op het bufferkapitaal. Daarnaast worden bij twee achterborgstellingen de risico’s gedeeld met gemeenten. Zo worden de verplichtingen die het WEW voor 1 januari 2011 is aangegaan voor 50% gedekt door gemeenten en voor 50% door het Rijk. Verplichtingen aangegaan na deze datum worden volledig door het Rijk gedekt. Bij het WSW wordt de gehele positie gelijkelijk met gemeenten gedeeld.

2022 2023 2023 2023
XVI 2 Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) 6.185 5.966 291 179
VII 3 WSW-achterborgstelling 85.003 88.356 584 2.297
VII 3 WEW-achterborgstelling 193.217 198.968 1.680 n.v.t.
Totaal Achterborgstellingen 284.405 293.290 2.555 2.476

Leningen

We spreken van een lening als het Rijk middelen verstrekt aan een derde buiten het Rijk met een afgesproken aflossingsschema en rente. Is aan een van beide voorwaarden niet voldaan, dan is sprake van een uitgave. Ook leningen vormen een risico voor het begrotingssaldo, namelijk als de ontvanger van die lening niet in staat blijkt de lening (in zijn geheel) af te lossen of de rentevergoeding te betalen. In dat geval derft het Rijk inkomsten in de vorm van geraamde niet-belastingontvangsten die uiteindelijk niet binnenkomen. Die derving belast daarom het uitgavenplafond. Bij leningen die zijn afgegeven in andere valuta is er ook een wisselkoersrisico voor het Rijk. Tijdens de coronacrisis zijn er diverse leningen afgegeven door het Rijk. Deze leningen kennen een beperkte looptijd en vaak is er geen risicovoorziening vormgegeven. Een overzicht van de uitstaande leningen van het Rijk wordt gepresenteerd in tabel 8.5.

Op de hypothecaire lening WinAir is te veel afgelost. De lening wordt in dollars afgelost, en vanwege koersverschillen is er omgerekend naar euro’s waardoor er meer is afgelost dan er is uitgeleend. Bij deze lening is voor de beheersing van het risico gekozen voor hypothecair onderpand.

Coronagerelateerde leningen
IV Liquiditeitssteun Aruba 442.184 2043
IV Liquiditeitssteun Curaçao 448.318 2024
IV Liquiditeitssteun Sint-Maarten 155.256 2024
IV Invest-NL Capital N.V. SIF 64.800 2029
XIII Corona overbruggingslening (COL-faciliteit) voor start-ups en scale-ups 230.772 2026
XIII Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden 138.740 2028
XII Hypothecaire Lening WinAir ‒ 147 2023
Subtotaal coronagerelateerde leningen 1.479.923
Reguliere leningen
IXB Lening Griekenland 2.393 2040
IXB Lening Oekraïne 200 2032
XIII Steun aan IHC (voorheen Royal IHC) 5.000 onbepaalde tijd
Subtotaal reguliere leningen 7.593
Totaal 1.487.516

9 Accres Gemeentefonds en Provinciefonds

Accres gemeentefonds

Het kabinet heeft ervoor gekozen om bij de Startnota 2022 het accres vanaf 2026 vast te zetten op een plus van 1 miljard euro ten opzichte van de stand bij de Miljoenennota 2022. Het accres is gesplitst in een volume- en een loon- en prijsdeel. Het volumedeel van het accres staat vast en het loon- en prijsdeel wordt geactualiseerd op een vergelijkbare manier als bij de begrotingen van het Rijk gebruikelijk is. In juni 2022 is het Rijk met de VNG overeengekomen om ook het volumedeel van het accres vast te zetten op basis van de stand Voorjaarsnota 2022. In de Voorjaarsnota 2024 is de bbp-systematiek vervroegd vanaf 2024. Voor het jaar 2023 is er ten opzichte van de stand zoals gepresenteerd in de Voorjaarsnota dus niets gewijzigd.

Accres provinciefonds

Het kabinet heeft aan de VNG en het IPO het voorstel gedaan om het volumedeel van het accres voor 2022-2025 vast te zetten. Het doel hiervan is om het accres voor deze jaren stabieler te maken. De VNG heeft met dit voorstel ingestemd en het kabinet een aantal aandachtspunten meegegeven. Het IPO heeft niet met dit voorstel ingestemd. Het accres voor het Provinciefonds is daarom nog steeds met de normeringssystematiek berekend. In de Voorjaarsnota 2024 is de bbp-systematiek vervroegd vanaf 2024, daarbij is met het IPO afgesproken dat de definitieve afrekening van 2023 niet meer wordt verrekend in 2024. Tabel 9.1 toont de definitieve berekening van het accres 2023.

Uitgaven Rijksbegroting 173.499 166.352
Uitgaven Sociale zekerheid 97.986 99.950
Uitgaven Zorg 87.774 89.432
Uitgaven Investeringsplafond 16.633 22.028
A) Netto uitgaven onder uitgavenplafond 375.892 377.761
B) Correcties ‒ 65.641 ‒ 65.865
w.v. Gemeentefonds, Provinciefonds en BTW-Compensatiefonds ‒ 45.740 ‒ 44.540
w.v. overige Rijksbijdragen aan gemeenten en provincies ‒ 10.643 ‒ 9.831
w.v. overboekingen met GF, PF en BCF 926 355
w.v. Niet-accresrelevante fondsen onder het plafond ‒ 2.689 ‒ 5.094
w.v. financieringsverschuivingen ‒ 800 ‒ 800
w.v. correcties corona en Oekraine-noodmaatregelen op uitgavenplafond ‒ 3.093 ‒ 5.440
w.v. correcties energie-pakket ‒ 3.338
w.v. overige correcties ‒ 263 ‒ 515
C) Accresrelevante uitgaven (aru) = A+B 310.251 311.896
D) Ontwikkeling aru (%) = (Ct - Ct-1)/Ct-1 8,15% 9,01%
Provinciefonds
H) Grondslag (t-1) 2.843 2.847
I) Accres (= H * D) 232 257

Ten opzichte van de ontwerpbegroting bij de Miljoenennota 2023 is het accres voor het Provinciefonds gedaald met 25 miljoen euro. Dit komt door een daling van de accresrelevante uitgaven. De componenten van deze berekening worden hieronder toegelicht. Ten opzichte van de laatste bijstelling bij de Miljoenennota 2024 is het accres gedaald met 2 miljoen euro. In de Voorjaarsnota 2024 is de bbp-systematiek vervroegd vanaf 2024, daarbij is met het IPO afgesproken dat de definitieve afrekening van 2023 niet meer wordt verrekend in 2024.

Presentatie en berekening van de accresontwikkeling

Bij de bepaling van de omvang van accresrelevante uitgaven (aru) vormen de netto uitgaven van het Rijk onder het uitgavenplafond het startpunt. Netto wil zeggen dat de rijksuitgaven worden gesaldeerd met de niet-belastingontvangsten. Op de netto uitgaven onder het uitgavenplafond (A) worden correcties (B) doorgevoerd voor verschillende posten zoals het Provinciefonds zelf. Het saldo (C) geeft de accresrelevante uitgaven (aru) en vormt de basis voor de accresberekening. Het accres (J) is vervolgens het product van de grondslag (H en I) en de aru in procenten (D).

Bepaling accresrelevante uitgaven (aru)

Om de aru te berekenen wordt uitgegaan van de netto rijksuitgaven onder het uitgavenplafond inclusief vier typen standaardcorrecties en een bijzondere correctie voor corona- en Oekraïne-noodmaatregelen:

1. Rijksuitgaven aan gemeenten en provincies

Uitgaven onder het uitgavenplafond die het Rijk overmaakt naar gemeenten en provincies worden uit de aru gecorrigeerd. Deze overdrachten zijn immers bestemd voor de financiering van uitgaven door gemeenten en provincies zelf en maken derhalve geen onderdeel uit van de rijksuitgaven waarop de trap-op-trap-af systematiek van toepassing is. Het corrigeren van de overdrachten is ook nodig om een onbedoelde doorwerking van accres op accres in hetzelfde jaar te voorkomen. Rijksuitgaven die op deze wijze gecorrigeerd worden zijn, onder andere, de algemene, decentralisatie- en integratie-uitkeringen van het Gemeentefonds en Provinciefonds, de uitgaven van het Btw-compensatiefonds, de bijstand en de integratie-uitkering sociaal domein.

2. Niet-accresrelevante rijksuitgaven onder het plafond

In het coalitieakkoord van kabinet Rutte IV is gekozen om de uitvoeringskosten van medeoverheden voor investeringspakketten (klimaat, ontsluiten nieuw­bouwwoningen en stikstof) specifiek te verstrekken. In samenhang hiermee is besloten om de middelen voor het Transitiefonds, het Klimaatfonds, het budget voor ontsluiting van nieuwe woningen in het Mobiliteitsfonds en het Nationaal Groeifonds uit te zonderen van de berekening van de accresrelevante rijksuitgaven.

3. Uitgavenmutaties in de WW als gevolg van conjunctuur

In de begrotingsregels van het kabinet Rutte IV is afgesproken dat gedurende de regeerperiode het uitgavenplafond gecorrigeerd wordt voor mutaties in de WW-uitgaven als gevolg van de conjunctuur. Het Rijk hoeft zodoende mee- en tegenvallers in de WW-uitgaven als gevolg van conjunctuur niet op te vangen binnen het uitgavenplafond en deze uitgavenmutaties zijn om deze reden ook niet accresrelevant.

4. Financieringsverschuivingen gedurende de kabinetsperiode

Financieringsverschuivingen zijn verschuivingen van geldstromen binnen het Rijk die niet tot meer of minder bestedingsruimte van het Rijk leiden, maar zonder correctie wel effect zouden hebben op het accres. Dit zijn dus schuiven tussen accresrelevante uitgaven en niet-accresrelevante uitgaven. Bij een schuif is per saldo geen sprake van meer of minder uitgaven op rijksniveau, maar is alleen sprake van een andere financieringsbron. Denk bijvoorbeeld aan overhevelingen van departementale begrotingen naar het Gemeentefonds en Provinciefonds en financieringsverschuivingen tussen de inkomsten- en de uitgavenkant.

5. Corona-noodmaatregelen en Oekraïne-noodmaatregelen

Gegeven de uitzonderlijke situatie als gevolg van zowel het coronavirus als de oorlog in Oekraïne heeft het kabinet besloten de uitgaven hiervoor buiten het reguliere uitgavenplafond te behandelen. Dit betekent dat de extra uitgaven niet ten koste gaan van andere uitgaven, maar dat ze zorgen voor een verslechtering van het EMU-saldo en een verhoging van de EMU-schuld. Om boekhoudkundige redenen wordt een aantal van deze uitgaven met plafondcorrecties onder het uitgavenplafond geboekt. Ook hiervoor geldt dat ze niet ten koste gaan van andere uitgaven. Omdat de reguliere systematiek niet geldt voor deze uitgaven leiden ze ook niet tot een effect op het accres.

6. Maatregelen uit het energie-pakket

In september 2022 heeft het kabinet vanwege de gestegen energieprijzen besloten tot een pakket aanvullende maatregelen om de koopkracht van burgers te ondersteunen. Hierbij is aangegeven dat deze maatregelen vanwege hun uitzonderlijke karakter niet meelopen in de normeringssystematiek.

Grondslag

De normeringsystematiek is van toepassing op alle middelen die worden verantwoord onder het Provinciefonds exclusief corona- en Oekraïne-noodmaatregelen.

Voor de berekening van het accres in jaar t wordt de grondslag van het voorgaande jaar (t-1) genomen. Het accrespercentage in jaar t betreft immers ook de groei van de aru ten opzichte van het voorgaande jaar (t-1). Als de aru met x% stijgen in jaar t, groeit het Provinciefonds via het accres in jaar t ook met x%. Hiermee wordt het principe van trap-op-trap-af gewaarborgd. Dit heeft tot gevolg dat mutaties in de grondslag altijd met een jaar vertraging doorwerken in de normeringsystematiek. Via taakmutaties kunnen departementen geld toevoegen of onttrekken aan een van beide fondsen; dit werkt door als grondslagmutatie. Uitgangspunt is dat bij taakmutaties geen jaren ontstaan zonder indexatie van deze overgehevelde budgetten. Dat betekent dat bij overheveling van of naar het Provinciefonds het verantwoordelijke departement een reeks overhevelt met indexatie over het lopende jaar.

10 Coalitieakkoordmiddelen op de aanvullende post

Na de Najaarsnota 2023 hebben in 2023 geen budgettaire wijzigingen meer plaatsgevonden op de coalitieakkoordmiddelen op de Aanvullende Post. In 2023 resteren geen coalitieakkoordmiddelen meer op de Aanvullende Post. De resterende middelen vanaf 2024 zijn gelijk aan stand Miljoenennota 2024. Dit betekent dat wijzigingen naar aanleiding van aangenomen Nota's van Wijziging, amendementen en moties die zijn ingediend bij de behandeling van de Miljoenennota 2024 en de bijbehorende ontwerpbegrotingen niet zijn verwerkt in dit overzicht. Een meerjarige actualisatie is opgenomen in de bijlagen van de Voorjaarsnota 2024.

Totaal nog resterend 1.874 4.108 8.341 8.384 8.723
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 0 129 163 100 0 0
Regiodeals 0 129 130 0 0 0
Volkshuisvestingsfonds 0 0 0 0 0 0
Woningbouwimpuls 0 0 33 100 0 0
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 0 52 61 20 0 0
Invoering studiebeurs 0 52 61 20 0 0
Financiën 0 32 38 26 29 33
Uitvoeringskosten Belastingdienst 0 19 24 11 14 18
Voorziening laagdrempelige fiscale rechtshulp 0 13 14 15 15 15
Infrastructuur en Waterstaat 0 151 199 593 591 591
Infra onderhoud Mobiliteitsfonds 0 0 0 326 326 326
Lelylijn 0 53 107 267 265 265
Waterveiligheid 0 97 92 0 0 0
Economische Zaken en Klimaat 0 345 2.488 3.727 3.781 3.914
Energieprestatie-eisen nieuwbouw industriële gebouwen 0 3 3 5 5 5
Handhaving energiebesparingsplicht 0 0 0 0 15 15
Klimaatfonds 0 337 2.476 3.663 3.706 3.839
Uitvoeringskosten klimaat 0 3 6 32 27 27
Vergroening reisvervoer en personengedrag 0 1 2 25 28 28
Verplicht percentage recyclaat in bouwmaterialen 0 1 1 1 0 0
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 0 702 636 2.976 3.184 3.352
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) 0 0 0 1 1 1
Transitiefonds 0 702 636 2.975 3.183 3.351
Sociale Zaken en Werkgelegenheid 0 36 211 247 253 249
Bescherming arbeidsmigranten (ci. Roemer) 0 5 0 0 0 0
Envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden 0 17 105 163 162 152
Kinderopvang werkenden (uitvoeringskosten) 0 11 64 36 33 28
Loondoorbetaling bij ziekte 0 3 42 47 58 69
Volksgezondheid, Welzijn en Sport 0 305 186 224 184 214
Eigen bijdrage huishoudelijke hulp 0 0 6 8 9 9
Envelop pandemische paraatheid 0 5 6 2 2 2
Juiste zorg op de juiste plek 0 0 0 0 0 0
Passende zorg als norm in ZVW 0 0 0 53 6 6
Standaardisatie gegevensuitwisseling 0 298 170 160 168 196
Valpreventie bij 65-plussers (WMO) 0 0 0 0 0 0
Valpreventie bij 65-plussers (Zvw) 0 0 0 0 0 0
Volksziektes 0 1 4 0 0 0
Medeoverheden 0 82 86 380 311 311
Jeugd conform advies CVW met aanvullende maatregelen 0 0 0 380 311 311
Overige dossiers medeoverheden 0 73 81 0 0 0
Schrappen oploop opschalingskorting 0 9 5 0 0 0
Diversen 0 41 42 48 52 61
Werk aan Uitvoering (WaU) 0 41 42 48 52 61

11 Verticale toelichting

De verticale toelichting toont voor ieder begrotinghoofdstuk de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de Miljoenennota 2023. De mutaties van de Miljoenennota 2023 tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023, bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

De verticale toelichting bestaat per begroting uit twee tabellen: uitgaven en ontvangsten. De tabellen kunnen de volgende posten bevatten:

  1. Besluitvorming
  2. Mee- en tegenvallers
  3. Kasschuiven
  4. Overboekingen met andere begrotingen
  5. Desalderingen
  6. Technisch
  7. Niet-plafondrelevant

'Besluitvorming' bevat alle mutaties die het gevolg zijn van besluitvorming en de overheveling van reserveringen van de Aanvullende post naar begrotingen. «Mee-en tegenvallers» bevat alle mee- en tegenvallers. «Kasschuiven» zijn alle kasschuiven op de plafonds Rijksbegroting, Sociale Zekerheid en Zorg en de kasschuiven op het investeringsplafond. «Overboekingen met andere begrotingen» bevat alle beleidsmatige overboekingen tussen departementen. «Desalderingen» zijn mutaties waarbij de uitgaven en ontvangsten tegelijkertijd verhoogd of verlaagd worden. Per saldo is deze post nul. «Technisch» bevat alle mutaties die niet in bovenstaande posten vallen en plaatsvinden op de reguliere plafonds (Rijksbegroting, Sociale Zekerheid, Zorg en Investeringen). «Niet-plafondrelevant» bevat alle mutaties die niet plaats vinden op de reguliere plafonds.

De bedragen in de tabellen zijn in miljoenen euro. Door afrondingen kan het totaal afwijken van de som der onderdelen. In de ontwerpbegroting wordt een meer gedetailleerde toelichting op de mutaties gegeven. De begrotingen zijn inclusief de uitgaven voor HGIS (Homogene Groep Internationale Samenwerking).

Algemene Zaken en De Koning

De Koning

Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS) 50
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 5
Stand Najaarsnota 56
Mee- en tegenvallers 1
Mee- en tegenvallers 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 56
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS) 2
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 0
Stand Najaarsnota 2
Mee- en tegenvallers 0
Mee- en tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 2

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit twee mutaties. Ten eerste is conform de Wet financieel statuut Koninklijk Huis (WFSKH) op basis van de CPI-ontwikkeling het materiele gedeelte van de B-component hoger vastgesteld over de uitkering van de leden van het Koninklijk Huis. Ten tweede valt de realisatie van de doorbelaste uitgaven van het Kabinet van de Koning iets lager uit dan de raming in de ontwerpbegroting. Daarentegen valt de realisatie van de Rijksvoorlichtingsdienst iets hoger uit dan geraamd.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Deze post betreft de terugstorting van de grondwettelijke uitkering van de vermoedelijke troonopvolger (de Prinses van Oranje) die hoger uitvalt door de in de wet WFSKH vastgelegde indexatie. De bedragen zijn niet zichtbaar, omdat deze door het afronden op miljoenen naar 0 worden afgerond.

Algemene zaken

Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS) 90
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 4
Stand Najaarsnota 93
Mee- en tegenvallers ‒ 1
Tegenvaller: Overschrijding apparaatsuitgaven 1
Meevaller:Coördinatie van het algemeen communicatie en regeringsbeleid 0
Meevaller: CTIVD ‒ 1
Overige mee- en tegenvallers 0
Technisch 0
Technisch 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 93
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS) 8
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 1
Stand Najaarsnota 9
Mee- en tegenvallers 0
Mee- en tegenvallers 0
Technisch 0
Technisch 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 9

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.               

Mee- en tegenvallers

Tegenvaller: Overschrijding apparaatsuitgaven

De overschrijding wordt vooral verklaard door hogere uitgaven aan reguliere IT.

Meevaller: Coördinatie van het algemeen communicatie en regeringsbeleid

Er is met name sprake van vertraging in uitgaven bij de Rijksvoorlichtingsdienst voor communicatieprojecten bij het VoRa-meerjarenprogramma. Dit komt deels door het aanscherpen en aanpassen van uitvoeringsplannen, maar ook door personele tekorten.

Meevaller: CTIVD

De meevaller bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) komt doordat de totstandkoming van de Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma langer duurde. Daarnaast is een factor de tijd die het werven van extra personeel voor de CTIVD om aan de bijbehorende nieuwe wettelijke taken te kunnen voldoen in beslag neemt.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit enkele mutaties waaronder vertraagde betalingen bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB).

Technisch

Deze post bevat diverse technische correctiemutaties. De bedragen zijn niet zichtbaar, omdat deze door het afronden op miljoenen naar 0 worden afgerond.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit enkele mutaties waaronder hogere ontvangsten door een hogere overheadvergoeding van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden aan de Directie Bedrijfsvoering.

Technisch

Deze post bestaat uit twee mutaties. Deze ontvangsten houden verband met doorbelastingen van de uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) aan Hoofdstuk I De Koning voor wat betreft de uitgaven voor het Koninklijk Huis en het Kabinet van de Koning (KvdK).

Buitenlandse Zaken (inclusief BHOS)

Buitenlandse Zaken

Uitgaven

Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS) 13.009
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 973
Stand Najaarsnota 12.036
Mee- en tegenvallers ‒ 39
Mee- en tegenvallers ‒ 39
Technisch 152
Technisch 152
Niet-plafondrelevant ‒ 3
Invoerrechten ‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 12.146
Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS) 2.785
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 1.451
Stand Najaarsnota 1.334
Mee- en tegenvallers 21
Mee- en tegenvallers 21
Technisch ‒ 15
Technisch ‒ 15
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 1.340

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Dit is een som van verschillende mee- en tegenvallers. Er is onderuitputting op het apparaat van in totaal 41,5 miljoen euro. Hiervan is 35,5 miljoen euro te verklaren door vertragingen in een ICT-project en het niet vullen van vacatures in verband met de krappe arbeidsmarkt, en 6 miljoen euro is onderuitputting op het huisvestingsbudget. Ook is er 5,2 miljoen euro aan lagere VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties. Daarnaast is er een overschrijding van 2,7 miljoen euro een hogere bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof en is er een overschrijding van 3,9 miljoen euro doordat de kosten voor verschillende IT-projecten hoger uitvallen door inflatie en vertraging van een project.

Technisch

De bni-afdracht is in totaal 154 miljoen euro hoger uitgevallen dan waarmee rekening werd gehouden bij de 2e suppletoire begroting. Bij de 2e suppletoire begroting is de Nederlandse afdracht bijgesteld op basis van de geraamde onderuitputting van de EU-begroting. Deze onderuitputting is met name het gevolg van vertraging in de cohesiefondsen. Dit heeft de Europese commissie gemeld in de vierde aanvullende begroting van de Europese Unie (DAB4). DAB4 was ten tijde van de Najaarsnota de meest realistische inschatting van de uitputting van de EU-begroting voor 2023. De Europese Commissie heeft deze begroting pas verwerkt in januari 2024, waardoor de realisatie van de Nederlandse bni-afdracht voor 2023 hoger uitvalt. Het verschil van 2 miljoen euro komt door de Oekraïne middelen voor accountability die in 2023 niet meer tot besteding zijn gekomen.

Invoerrechten

De realisatie op de invoerrechten valt 3 miljoen euro lager uit dan ten tijde van de Najaarsnota was geraamd.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Doordat er meer paspoorten zijn uitgegeven dan verwacht zijn de inkomsten hieruit gestegen. Ook zijn de reisbewegingen sneller dan verwacht gestegen naar pre-corona niveau. Hierdoor zijn de visa inkomsten gestegen (11,5 miljoen euro). Daarnaast is er een positief resultaat op de ontvangsten door koersverschillen.

Technisch

Vanwege de lagere invoerrechten valt de realisatie van de perceptiekostenvergoeding en overige ontvangsten valt 14,4 miljoen euro lager uit dan bij de tweede suppletoire begroting geraamd.

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Stand Miljoenennota 2023 3.862
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 57
Stand Basisstand (Najaarsnota) 3.805
Mee- en tegenvallers 101
Realisatie BHOS 101
Technisch ‒ 2
Kasschuif t.b.v. tweede steunpakket Oekraïne ‒ 2
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 3.904
Stand Miljoenennota 2023 50
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 46
Stand Najaarsnota 96
Mee- en tegenvallers 43
Mee- en tegenvallers 43
Niet-plafondrelevant ‒ 3
Niet-plafondrelevant ‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 135

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Realisatie BHOS

Er is een overschrijding op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Door bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd kunnen er gedurende het jaar vertragingen optreden. Anticiperend op deze mogelijke vertragingen, voorziet BHOS daarom dat meer programma’s of bijdragen worden gepland dan waarvoor budget beschikbaar is ("overprogrammering"). Afgelopen jaar zijn er minder vertragingen opgetreden, waardoor meer programma’s tot uitvoering zijn gekomen. Daarnaast waren er op enkele individuele programma’s hogere uitgaven dan eerder geraamd. Zo zijn er onder andere hogere uitvoeringskosten voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en hogere uitgaven aan bijvoorbeeld het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) en het Power of Voices beleidskader.

Kasschuif t.b.v. tweede steunpakket Oekraïne

Door vertragingen en uitgestelde facturaties zal een deel van de uitgaven uit het tweede steunpakket aan Oekraïne in 2024 in plaats van in 2023 plaatsvinden. De opboeking van dit bedrag is middels een Nota van Wijziging op de BHOS-begroting verwerkt in 2024.

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Realisatie BHOS

Dit betreft het saldo van alle ontvangstenrealisaties. Er is een meevaller door onder andere de wisselkoers. De begroting voor BHOS werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Voor de koersontwikkeling is ten opzichte van de Tweede Suppletoire Begroting een meevaller ontstaan.

Niet-plafondrelevant

Dit betreft de realisatie van de ontvangsten aan leningen uit de portefeuille van de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO).

Justitie en Veiligheid

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 19.607
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 3.188
Stand Najaarsnota 22.795
Mee- en tegenvallers ‒ 182
Meevaller: Verkeershandhaving ‒ 5
Meevaller: Uitbesteding SSO ‒ 7
Meevaller: Verrekening Duurzaam Digitaal Stelsel ‒ 8
Meevaller: Vangnetregeling veilig en gezond werken ‒ 10
Meevaller: Overschot op HGIS-uitgavenbudget ‒ 11
Meevaller: Samenwerkingsverbanden asielketen ‒ 11
Meevaller: Intra- en extramurale sancties ‒ 12
Meevaller: COA ‒ 16
Meevaller: MH17 ‒ 17
Meevaller: Apparaatsartikel ‒ 19
Meevaller: Versterking vreemdelingenketen ‒ 31
Overige mee- en tegenvallers ‒ 33
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 3
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 3
Technisch 0
Technisch 0
Niet-plafondrelevant 356
Tegenvaller Opvang Oekraïense ontheemden 360
Overig niet-plafondrelevant ‒ 4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 22.967
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 1.605
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 42
Stand Najaarsnota 1.563
Mee- en tegenvallers ‒ 4
Tegenvaller: Boeteontvangsten ‒ 16
Overige mee- en tegenvallers 12
Technisch 36
Vrijval bijdrage aan gemeenten t.b.v. coronatoegangsbewijs 36
Niet-plafondrelevant 19
Terugontvangen voorschot gemeenten opvang Oekraïners 18
Overig niet-plafondrelevant 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 1.615

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Meevaller: Verkeershandhaving

Er is een meevaller ontstaan bij het vervangingstraject van onder andere flitsers. Dit komt omdat er bij de leveranciers vertragingen opgetreden zijn.

Meevaller: Uitbesteding SSO

Er is een meevaller ontstaan bij de in- en uitbesteding bij de shared service organisaties (SSO). Dit heeft deels een technische oorzaak, omdat de kosten van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) niet langer onder de SSO worden verantwoord, maar onder de overige materiele uitgaven.

Meevaller: Verrekening Duurzaam Digitaal Stelsel

Doordat niet de gehele verrekening met ketenpartners voor het organiseren en bekostigen van het Duurzaam Digitaal Stelsel nodig was, is er sprake van een meevaller. Het stelsel richt zich op het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen de ketenpartners van de strafrechtketen.

Meevaller: Vangnetregeling veilig en gezond werken

De verwachting was dat in 2023 overgangsbeleid zou worden vastgesteld om daarmee openstaande dossiers onder de Vangnetregeling veilig en gezond werken af te handelen. Dit overgangsbeleid is nog niet definitief waarmee de afhandeling van dossiers nog niet is uitgevoerd. Hierdoor is een meevaller van circa 10 miljoen euro ontstaan.

Meevaller: Overschot op HGIS-uitgavenbudget

Een deel van de facturering van 2023 heeft vertraging opgelopen. Hierdoor is een meevaller van circa 11 miljoen euro ontstaan in 2023.

Meevaller: Samenwerkingsverbanden asielketen

Het duurde langer dan verwacht om afspraken te maken voor het openen van opvanglocaties voor asielzoekers. Hierdoor is een meevaller ontstaan van circa 11 miljoen euro.

Meevaller: COA

Doordat er minder kosten zijn gemaakt voor opvanglocaties dan bij de Najaarsnota verwacht, is er sprake van een meevaller van circa 16 miljoen euro.

Meevaller: Intra- en extramurale sancties

Er is een meevaller ontstaan van circa 12 miljoen euro op de uitvoering van intra- en extramurale sancties. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat het niet mogelijk was om alle beschikbare middelen voor projecten in de forensische zorg in 2023 tot besteding te laten komen.

Meevaller: MH17

Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) heeft via de bestaande voorschotregeling de opgelegde schadevergoedingen voor de nabestaanden van de MH17-ramp voorgeschoten. Het gereserveerde budget van circa 17 miljoen euro valt hierdoor vrij.

Meevaller: Apparaatsartikel

Op het apparaatsartikel zijn diverse mee- en tegenvallers ontstaan. De belangrijkste oorzaak van de per saldo meevaller van circa 19 miljoen euro is de krapte op de arbeidsmarkt.

Meevaller: Versterking vreemdelingenketen

Dit betreft een meevaller bij de versterking vreemdelingenketen van circa 31 miljoen euro door het niet volledig inzetten van middelen voor onder ander procesbeschikbaarheidslocaties (PBL), de aanpak van overlast en een meevaller vanuit EU-subsidies.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit diverse mee-en tegenvallers van onder de 5 miljoen euro, waaronder een tegenvaller bij Domeinen Roerende Zaken door kostprijsstijgingen van circa 3 miljo.en euro. Daarnaast zijn er onder andere meevallers op het programma Nationale Openbare Orde en Veiligheidsarchitectuur (NOOVA) van circa 4 miljoen euro, bij het Openbaar Ministerie van circa 3 miljoen euro en bij de aanpak van ondermijning van circa 4 miljoen. Deze meevallers zijn vooral ontstaan door arbeidsmarktkrapte.

Overboekingen met andere begrotingen

Deze post is een saldo van overboekingen, waarvan de grootste een overboeking naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten behoeve van de kostenverdeling voor de Rijksbrede ICT-voorzieningen van circa 2,9 miljoen euro.

Technisch

Deze post bestaat uit enkele kleine technische mutaties en betreft veelal correcties en herschikkingen van budgetten binnen de JenV-begroting.

Niet-plafondrelevant

Tegenvaller Opvang Oekraïense ontheemden

Gebleken is dat de gemeenten meer voorschotten aanvragen dan bij de Najaarsnota 2023 werd verwacht. Om aan de afspraak te voldoen dat alle gemeenten die op tijd een aanvraag hebben ingediend ook in 2023 het voorschot krijgen uitbetaald, is een tegenvaller van circa 360 miljoen euro ontstaan.

Overig niet-plafondrelevant

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers, waaronder een meevaller op de zorgkosten voor Oekraïense ontheemden van circa 3 miljoen euro en de personeelskosten bij de Nationale Opvang Organisatie (NOO) van circa 1 miljoen euro. 

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Tegenvaller: Boeteontvangsten

Ten opzichte van de meevaller die is verwerkt bij de Najaarsnota 2023 zijn uiteindelijk toch minder boeteontvangsten ontvangen dan geraamd. Hierdoor is een tegenvaller van circa 16 miljoen euro ontstaan.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers, waaronder een meevaller van circa 3 miljoen euro op de afpakopbrengsten ten opzichte van de Najaarsnota 2023. Ook is er een meevaller van circa 3 miljoen euro ontstaan, omdat enkele subsidies in 2023 lager zijn vastgesteld dan verwacht. Daarnaast is er sprake van tegenvallers, onder andere door de vertraagde betaling van facturen.

Technisch

Vrijval bijdrage aan gemeenten t.b.v. coronatoegangsbewijs

Dit betreft een afrekening van de bijdrage aan gemeenten voor het coronatoegangsbewijs. Ondernemers hebben hiervoor minder gedeclareerd bij gemeenten dan verwacht, waardoor de bijdrage als ontvangst terugvloeit naar het generale beeld.

Niet-plafondrelevant

Terugontvangen voorschot gemeenten opvang Oekraïners

Bij sommige gemeenten bleek het eerder betaalde voorschot hoger dan het bedrag waar zij op basis van de verantwoording over het jaar 2022 recht op hebben. Daarom hebben gemeenten een terugbetaling gedaan. In totaal gaat het om circa 18 miljoen euro.

Overig niet-plafondrelevant

Deze post bestaat uit diverse mee- en tegenvallers waaronder een terugstorting van de subsidie aan Refugee Home NL voor de particuliere opvang van Oekraïense ontheemden voor het jaar 2022. Deze is lager vastgesteld dan oorspronkelijk geraamd, waardoor er een bedrag van circa 1 miljoen euro is teruggestort.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (inclusief Staten-Generaal, Hoge Colleges van Staat, Koninkrijksrelaties en BES-fonds)

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 9.255
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 977
Stand Najaarsnota 10.232
Besluitvorming 0
Besluitvorming 0
Mee- en tegenvallers ‒ 529
Doelmatige Rijkshuisvesting ‒ 10
Hoogwaardige dienstverlening één overheid ‒ 10
Bestuur en regio ‒ 13
Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving ‒ 16
Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid ‒ 18
Generieke Digitale Infrastructuur ‒ 20
Energietransitie en duurzaamheid ‒ 24
Apparaat ‒ 25
Flexwoningen ‒ 44
Huurtoeslag ‒ 320
Overige mee- en tegenvallers ‒ 29
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 95
Diverse afdrachten BTW-compensatiefonds ‒ 97
Overige overboekingen met andere begrotingen 2
Desalderingen 0
Desalderingen 0
Technisch 0
Technisch 0
Niet-plafondrelevant ‒ 1
Niet-plafondrelevant ‒ 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 9.604
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 680
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 392
Stand Najaarsnota 1.072
Mee- en tegenvallers ‒ 16
Huurtoeslag 56
Financiële herplaatsingsgarantie ‒10
Flexwoningen ‒ 64
Overige mee- en tegenvallers ‒ 2
Desalderingen 0
Desalderingen 0
Niet-plafondrelevant 4
Niet-plafondrelevant 4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 1.060

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

De onderstaande meevallers geven substantiële onderuitputting (10 miljoen euro of meer) op de verschillende artikelonderdelen weer. Daarnaast zijn de huurtoeslag en flexwoningen afzonderlijk weergegeven. De tabel is exclusief onderuitputting die al bij de Najaarsnota is afgeboekt.

Doelmatige Rijkshuisvesting

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft in 2023 onderuitputting op de bijdragen voor de huisvesting van verschillende organisaties. Dit geldt voor de huisvesting van Algemene Zaken (circa 5 miljoen euro), de Hoge Colleges van Staat (3 miljoen euro) en het Koninklijk Huis (2,5 miljoen euro).

Bestuur en regio

Dit betreffen onder meer POK-middelen en uitgaven van het Rijk die ten goede komen aan gemeenten. Deze middelen kennen een substantiële onderuitputting.

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Op het artikelonderdeel hoogwaardige dienstverlening één overheid is 10 miljoen euro onderuitputting, voornamelijk op het algemene opdrachtenbudget. Dit budget gaat naar verschillende opdrachten die als doel hebben de dienstverlening van de gehele overheid te verbeteren.

Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Ook op dit artikelonderdeel heeft BZK verschillende budgetten, die naar een grote variatie aan opdrachten en projecten (voornamelijk op digitaal terrein) gaan. Ook deze budgetten kennen een relatief grote onderuitputting.

Generieke Digitale Infrastructuur

Met het budget generieke digitale infrastructuur werkt BZK onder meer aan de doorontwikkeling en innovatie van de digitale overheid. Op dit ontwikkelbudget was ruim 10 miljoen euro aan onderuitputting in 2023.

Energietransitie en duurzaamheid

BZK heeft verschillende, niet volledige uitgeputte, budgetten op het gebied van de energietransitie en duurzaamheid. De Subsidie Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) en de Subsidie verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) hadden bijvoorbeeld substantiële onderuitputting. Dit geldt ook voor de Klimaatfondsmiddelen energiebesparing koopsector.

Apparaat

Op het centrale apparaat is circa 25 miljoen euro aan gerealiseerde onderuitputting, voornamelijk bij externe inhuur. Bij eerdere nota's heeft het departement programmamiddelen naar het apparaat gealloceerd (vooral naar externe inhuur), wat deze onderuitputting verklaart.

Flexwoningen

Door een latere matching van flexwoningen met afnemers, deed BZK minder uitgaven dan begroot. Aangezien de ontvangsten ook lager zijn dan begroot is er per saldo geen onderuitputting.

Huurtoeslag

De onderuitputting op de huurtoeslag (320 miljoen euro) was veruit de grootste meevaller op de BZK begroting. De in het voorjaar 2023 vastgestelde raming blijkt te hoog, onder meer vanwege een lager aantal toeslagaanvragen dan eerder verwacht.

Overboekingen met andere begrotingen

Diverse afdrachten BTW-compensatiefonds

Aan het einde van 2023 heeft BZK verschillende afdrachten aan het BTW-compensatiefonds gedaan. De grootste afdrachten zijn voor grootschalige woningbouw (52 miljoen euro) en voor het Volkshuisvestingsfonds (17 miljoen euro).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Huurtoeslag

De ontvangsten op de huurtoeslag zijn hoger dan verwacht, voornamelijk door een positief macro-economisch beeld.

Financiële herplaatsingsgarantie

Investeerders moeten een eigen bijdragen leveren wanneer aan hen een herplaatsingsgarantie wordt verleend. In 2023 waren nog geen eigen bijdragen van investeerders ontvangen aangezien nog niet alle aanvragen waren beoordeeld.

Flexwoningen

Door een later dan verwachte matching van flexwoningen met afnemers, had BZK lagere ontvangsten.

Staten-Generaal

Stand Miljoennenota 2023 211
Mutaties t/m Najaarsnota 29
Stand Najaarsnota 240
Mee- en tegenvallers ‒ 2
Fractiekosten 1
Schadeloosstelling 1
Apparaat Tweede Kamer ‒ 1
Parlementaire enquêtes ‒ 1
Apparaat Eerste Kamer ‒ 2
Overige mee- en tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 238
In miljoenen euro 2023
Stand Miljoennenota 2023 4
Mutaties t/m Najaarsnota 5
Stand Najaarsnota 9
Mee- en tegenvallers 1
Controle en wetgeving Tweede Kamer 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 10

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Fractiekosten

Door de verkiezingen in november is er een overuitputting van 1,2 miljoen euro op het budget voor de fractiekosten.

Schadeloosstelling

De overschrijding op kas- en verplichtingenbudget van 1,5 miljoen euro is veroorzaakt door de betaalde eindheffing voor de werkkostenregeling over 2022. Het beroep op de regeling was hoger dan begroot.

Apparaat Tweede Kamer

Het apparaat van de Tweede Kamer kent een onderuitputting van 1,4 miljoen euro.

Parlementaire enquêtes

De onderuitputting op kas- en verplichtingenbudget komt met name door de parlementaire enquête Fraudebeleid en dienstverlening, die in 2024 wordt voortgezet.

Apparaat Eerste Kamer

Het apparaat van de Tweede Kamer kent een onderuitputting van 1,9 miljoen euro.

Ontvangsten

Controle en wetgeving Tweede Kamer

De meerontvangsten zijn het gevolg van de hogere doorbelastingen van dienstverlening aan andere Hoge Colleges van Staat en ontvangsten van het UWV.

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

De ontvangsten van de Staten-Generaal zijn ruim 1 miljoen euro hoger dan begroot. Dit heeft te maken met de hogere doorbelastingen van dienstverlening aan andere Hoge Colleges van Staat.

Overige Hoge Colleges van Staat

Stand Miljoennenota 2023 169
Mutaties t/m Najaarsnota 15
Stand Najaarsnota 184
Mee- en tegenvallers ‒ 8
Algemene Rekenkamer 0
De Nationale ombudsman ‒ 2
Kiesraad ‒ 3
Overige mee- en tegenvallers ‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 176
Stand Miljoennenota 2023 6
Mutaties t/m Najaarsnota 1
Stand Najaarsnota 7
Mee- en tegenvallers 1
Algemene Rekenkamer 1
Overige mee- en tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 8

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Algemene Rekenkamer

De onderschrijding op het kasbudget van 0,4 miljoen euro is veroorzaakt doordat dit eerder in het jaar is opgehoogd met 2 miljoen euro om grote meerjarenprojecten te bekostigen. Niet alle contracten zijn nog aangegaan.

De Nationale ombudsman

De onderuitputting bij de Nationale ombudsman zit bij het onderdeel 'taakoefening medeoverheden'. Verschillende vacatures waren (nog) niet vervuld.

Kiesraad

De onderuitputting op het kas- en verplichtingenbudget van circa 3,4 miljoen euro is voor een groot deel te verklaren door het tussentijds beëindigen van het contract met de leverancier van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer had meer ontvangsten dan geraamd.

Koninkrijksrelaties

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 196
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 26
Stand Najaarsnota 170
Mee- en tegenvallers ‒ 10
Eigen personeel ‒ 2
Externe inhuur ‒ 2
Materiële uitgaven ‒ 2
Detentie ‒ 1
Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) ‒ 1
Wederopbouw luchthaven Sint Maarten ‒ 1
Overige mee- en tegenvallers ‒ 1
Generaal dossier ‒ 4
Wisselkoers realisatie ‒ 4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 156
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 1.090
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 1.031
Stand Najaarsnota 59
Mee- en tegenvallers 13
Versnelde terugbetaling lening 13
Niet-plafondrelevant 17
Aflossing leningen 17
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 89

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Wisselkoers realisatie

Sinds begrotingsjaar 2023 worden alle koersresultaten van dit hoofdstuk separaat geadministreerd in artikel 6. Over begrotingsjaar 2023 zijn er voor 3,3 miljoen euro aan voordelige koersresultaten behaald. Daarom vallen de uitgaven en verplichtingen lager uit dan initieel begroot.

Eigen personeel

De realisatie op eigen personeel is lager dan begroot door de openstaande vacatures bij SSO-CN.

Externe inhuur

De onderuitputting op externe inhuur wordt voornamelijk veroorzaakt door SSO-CN. Onderliggend is hierbij de krapte op de arbeidsmarkt op Caribisch Nederland.

Materiële uitgaven

De onderuitputting op materiële uitgaven wordt voor een groot deel veroorzaakt doordat bepaalde ICT projecten bij SSO-CN niet konden worden uitgevoerd of vertraging hebben opgelopen.

Detentie

Dit is de realisatie op detentie middelen, doordat onder andere middelen voor detentie op Sint Maarten voor het National Recovery Program Board niet zijn gerealiseerd.

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

De budgetten van de Tijdelijke Werkorganisatie kennen per saldo onderuitputting, mede doordat plannen voor de landspakketten niet door de Landen zijn ingediend en/of akkoord zijn bevonden voor het jaareinde.

Wederopbouw Sint Maarten

De realisatie van de wederopbouw middelen kent onderuitputting. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat middelen niet zijn besteed aan de wederopbouw van de luchthaven, doordat geplande facturen nog niet zijn ontvangen.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post is opgebouwd uit verschillende realisaties op de begroting van Koninkrijksrelaties.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Versnelde terugbetaling lening Curaçao

Curaçao heeft een deel van de lening Girobank versneld afgelost in 2023, wat heeft geleidt tot een meevaller.

Niet-plafondrelevant

Aflossing leningen

Dit zijn meerontvangsten door vervroegde aflossingen op een lening.

BES-fonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 53
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 41
Stand Najaarsnota 94
Generaal dossier ‒ 6
Wisselkoers realisatie ‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 88

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Wisselkoerseffecten

Dit betreft de wisselkoerseffecten op het BES-fonds in 2023. Door voordelige koersverschillen vallen de uitgaven en verplichtingen lager uit dan initieel begroot.

Ontvangsten

Voor het BES-fonds zijn er geen ontvangsten.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 53.248
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 2.819
Stand Najaarsnota 56.067
Mee- en tegenvallers ‒ 155
Meevaller Maatschappelijke diensttijd ‒ 24
Meevaller Schoolmaaltijden ‒ 37
Per saldo meevaller studiefinanciering ‒ 39
Overige mee- en tegenvallers ‒ 55
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 1
Overboeking Btw-compensatiefonds ‒ 1
Desalderingen 36
Desaldering STER inkomsten 35
Overige desalderingen 0
Technisch ‒ 245
COVID-19 Nationaal Programma Onderwijs ‒ 21
Oekraïne ‒ 25
NGF Openstaande Verplichtingen ‒ 89
KOT Openstaande verplichtingen ‒ 104
Overig technisch ‒ 6
Niet-plafondrelevant ‒ 579
Meevaller uitgaven studiefinanciering NR ‒ 579
Overig niet-plafondrelevant 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 55.123
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 1.665
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 212
Stand Najaarsnota 1.877
Mee- en tegenvallers 13
Meevaller Nationaal Archief 8
Overige mee- en tegenvallers 5
Desalderingen 36
Desaldering STER-inkomsten 35
Overige desalderingen 0
Technisch 0
Technisch 0
Niet-plafondrelevant 98
Meevaller ontvangsten studiefinanciering NR 98
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 2.024

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Meevaller Maatschappelijke diensttijd
Er is sprake van een extra meevaller van 20,4 miljoen euro op de hoofdsubsidieregeling in 2023 doordat niet alle aanvragen zijn goedgekeurd die zijn ingediend. De resterende 3,4 miljoen betreft een meevaller op de verschillende MDT-subsidies doordat er minder middelen zijn uitgegeven dan waren begroot.

Meevaller Schoolmaaltijden

Er is een meevaller op het programma Schoolmaaltijden. Het programma is in de loop van 2023 gestart, waardoor het bereik gedurende het jaar is gegroeid. Hierdoor hebben niet alle scholen vanaf de start van het programma maaltijden ontvangen en is er onderuitputting ontstaan. Met betrekking tot Schoolmaaltijden geeft een deel van de scholen aan te weinig capaciteit te hebben om mee te doen.

Overboekingen met andere begrotingen

Overboeking Btw-compensatiefonds
Er is een overboeking gedaan naar het BCF voor Erfgoedpark Batavialand.

Desalderingen

Desaldering STER-inkomsten
Er wordt een desaldering gedaan met de Algemene Mediareserve. Door hogere Sterinkomsten zijn de ontvangsten hoger dan geraamd. Dit leidt tot een storting in de Algemene Mediareserve.

Overige desalderingen

Deze post bestaat uit diverse desalderingen.

Technisch

COVID-19 Nationaal Programma Onderwijs
Er is een meevaller op de middelen bestemd voor het Nationaal Programma Onderwijs om studenten met vertraging door corona tegemoet te komen. Deze middelen vloeien terug naar de Rijksbegroting, zoals gebruikelijk bij onbestede coronamiddelen.

Oekraïne

Er is een openstaande verplichting op de nieuwkomersbekostiging voor 23,8 miljoen euro die niet meer in het jaar 2023 wordt uitgegeven, maar wordt besteed in 2024. Daarnaast valt 1 miljoen euro vrij doordat het voor uitvoerders niet haalbaar is gebleken om middelen voor Oekraïense makers van kunst tijdig en rechtmatig te verlenen.

NGF Openstaande Verplichtingen

Op het Nationaal Groeifonds (NGF) zijn op verschillende plannen de middelen niet uitgeput. Deze middelen worden als onderuitputting afgeboekt en conform de begrotingsregels meegenomen naar 2024 in de 100% Eindejaarsmarge van het investeringsplafond, om dan voor hetzelfde doel te worden ingezet. Dit laatste is onder andere het geval voor de plannen Leven lang leren (LLO) Katalysator en Digitale impuls Nederland.

KOT Openstaande verplichtingen

Om het ritme in de begroting aan te laten sluiten bij het verwachte moment van kwijtschelding van DUO-schulden van gedupeerden in de kinderopvangtoeslagaffaire, schuift een deel budget naar achteren.

Overig technisch

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties.

Niet-plafondrelevant

Meevaller studiefinanciering NR

Er is een meevaller op de niet-relevante (NR) uitgaven van studiefinanciering. Dit komt grotendeels doordat studenten minder hebben geleend dan verwacht. Dit geldt zowel voor de rentedragende lening (369,0 miljoen euro), het collegegeldkrediet (56,0 miljoen euro) en het leven lang leren krediet (4,8 miljoen euro). Daarnaast is het aandeel uitwonende studenten in het hoger onderwijs lager is dan verwacht. Hierdoor zijn de niet-relevante uitgaven basisbeurs naar beneden bijgesteld (76,2 miljoen euro). Ook is er minder gebruik gemaakt van de aanvullende prestatiebeurs (48,9 miljoen euro) en de reisvoorziening prestatiebeurs (14,1 miljoen euro) dan verwacht.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Meevaller Nationaal Archief
Er is een meevaller op de ontvangsten voor cultuur hoofdzakelijk vanwege een terugstorting van een deel van de reserve van het Nationaal Archief.

Desalderingen

Desaldering STER-inkomsten
Er wordt een desaldering gedaan met de Algemene Mediareserve. Door hogere Sterinkomsten zijn de ontvangsten hoger dan geraamd. Dit leidt tot een storting in de Algemene Mediareserve.

Overige desalderingen

Deze post bestaat uit diverse desalderingen.

Niet-plafondrelevant

Meevaller ontvangsten studiefinanciering NR
De niet-relevante (NR) ontvangsten op de post studiefinanciering is naar boven bijgesteld. In de laatste maanden van 2023 is er extra afgelost op de leningen. Hierdoor zijn er meer renteontvangsten dan verwacht.

Financiën (incl. Nationale Schuld)

Financiën

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 14.155
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 1.041
Stand Najaarsnota 15.196
Mee- en tegenvallers ‒ 320
Tegenvaller opdrachten Belastingdienst 29
Wereldbank - IFC 19
Meevaller Belastingdienst ‒ 11
Meevaller apparaat ‒ 14
EIB pan-Europees garantiefonds (EGF) ‒ 66
Onderuitputting Toeslagen Herstel ‒ 256
Overige mee- en tegenvallers ‒ 20
Overboekingen met andere begrotingen 110
Storting in het Btw-compensatiefonds (BCF) 110
Overige overboekingen met andere begrotingen 1
Technisch ‒ 399
Afdrachten Staatsloterij 18
Correctie definitieve sluiting langlopende schadezaken EKV ‒ 168
Btw-compensatiefonds ‒ 248
Overig technisch ‒ 2
Niet-plafondrelevant ‒ 28
Schade-uitkering ekv - Niet afgesloten dossiers ‒ 13
Schadeloosstelling SRH ‒ 15
Overig niet-plafondrelevant 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 14.559
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 2.215
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 2.550
Stand Najaarsnota 4.765
Mee- en tegenvallers 178
Dividenden staatsdeelnemingen 99
Meevaller niet-belastingontvangsten Belastingdienst 96
Terugbetaling van SBN ‒ 22
Overige mee- en tegenvallers 5
Technisch ‒ 151
Afdrachten Staatsloterij 18
Correctie onttrekking begrotingsreserve ‒ 168
Overig technisch ‒ 2
Niet-plafondrelevant 88
Meevaller aan-/verkoop vermogenstitels 84
Toename munten in circulatie 11
Dividenden staatsdeelnemingen 9
Schaderestituties EKV ‒ 19
Overig niet-plafondrelevant 4
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 4.880

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Tegenvaller opdrachten Belastingdienst

De uitgaven aan (ICT)opdrachten vallen per saldo 29 miljoen euro hoger uit. Dit betreft een meevaller van circa 10 miljoen euro op de overige opdrachten en een overschrijding op de ICT-opdrachten van circa 39 miljoen euro. De belangrijkste reden is dat conform de bestendige gedragslijn en gemaakte afspraken met leveranciers contracten deels voorafgaand aan het nieuwe jaar worden betaald (mits voldaan wordt aan de inkoopregels). Daarnaast zijn er meer contracten nog in 2023 afgesloten dan eerder verwacht, waardoor er nu sprake is van een overschrijding.

Wereldbank – IFC

De betaling aan International Finance Corporation (IFC) van circa 19 miljoen euro is de eerste keer niet gelukt, doordat de middelen op een tussenrekening zijn blijven hangen. Hierdoor is de betaling voor een tweede keer gestart. De teruggave van het bedrag is net over de jaargrens gegaan. Dit wordt in de 1e suppletoire begroting 2024 weer opgevoerd.

Meevaller Belastingdienst

Per saldo meevaller van 11 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door hogere materiële uitgaven (12 miljoen euro), lagere personele uitgaven (16 miljoen euro), lagere uitgaven aan de belasting- en invorderingsrente (14 miljoen euro) en hogere uitgaven overige bijdrage zbo's, rwt's en agentschappen (7 miljoen euro).

Meevaller apparaat

Meerdere kleine meevallers op artikel 8 (apparaat) waaronder onderbesteding op een aantal projecten en onderbesteding op onderzoeken.

EIB pan-Europees garantiefonds (EGF)

De Europese Investeringsbank (EIB) heeft in 2020 een pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Het fonds is een onderdeel van het pakket aan maatregelen dat op 9 april 2020 door de Eurogroep werd afgesproken. De investeringen onder het EGF hebben een hoog risicoprofiel waardoor het waarschijnlijk is dat de garantie ingeroepen zal worden. De verwachte nettoverliezen van het EGF worden ingeschat op 20%. De daadwerkelijke uitgaven bedroegen 9,2 miljoen euro in 2023 en zijn daarmee lager dan geraamd.

Onderuitputting Toeslagen Herstel

De onderuitputting wordt veroorzaakt doordat het kasritme in 2023 niet in lijn is met het aantal afgehandelde Integrale Beoordelingen (IB) en dossiers door de Commissie Werkelijke Schade (CWS). Daarnaast is er sprake van een langere doorlooptijd dan verwacht voor het kwijtschelden van private schulden in verband met (nog) niet ingediende of in behandeling genomen schuldenlijsten. Ook vallen de uitgaven voor het herstelprogramma voor kinderen lager uit doordat UHT een gedeelte van de betalingen niet kan uitvoeren omdat UHT nog gegevens nodig heeft vanuit de ouder, bewindvoerder of kind. De verwachting is dat deze middelen in latere jaren tot besteding zullen komen.

Overige mee- en tegenvallers

Dit komt met name door onderbestedingen op materiele uitgaven en meevallende apparaatsuitgaven door onder andere onderbezetting bij de Douane.

Overboekingen met andere begrotingen

Storting in het Btw-compensatiefonds (BCF)

Verschillende overboekingen van andere begrotingen naar het Btw-compensatiefonds.

Overige overboekingen met andere begrotingen

Dit betreft een overboeking vanuit EZK voor de advieskosten participatie in Stedin.

Technisch

Afdrachten Staatsloterij

Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven als ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. De post is bijgesteld met 18,2 miljoen euro.

Correctie definitieve sluiting langlopende schadezaken EKV

Bij de tweede suppletoire begroting is een verwacht bedrag van 165 miljoen euro aan openstaande vorderingen definitief oninbaar verklaard. Deze mutatie brengt geen kasstroom met zich mee. Dit is per abuis wel zo verwerkt bij de tweede suppletoire begroting en wordt nu gecorrigeerd.

Btw-compensatiefonds

De bijdrage aan provincies en gemeenten is lager uitgevallen, omdat er minder btw is gedeclareerd dan geraamd. Het is op voorhand niet exact vast te stellen hoe veel btw provincies en gemeenten declareren. Overschotten op dit artikel worden bij de Voorjaarsnota verrekend met het Gemeente- en Provinciefonds.

Overig technisch

Dit komt voornamelijk door hogere uitvoeringskosten herverzekering leverancierskredieten dan begroot.

Niet-plafondrelevant

Schadeloosstelling SRH

In het arrest van 21 april 2023 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over de vaststelling van de omvang van de schadeloosstelling, voortvloeiend uit de onteigening van obligatiehouders van SNS REAAL op 1 februari 2013. Met deze uitspraak is de uitspraak van de Ondernemingskamer van 11 februari 2021 definitief geworden en is het proces van uitbetaling van de vastgestelde schadeloosstelling gestart. De realisatie valt lager uit dan begroot. Dit hangt deels samen met het feit dat een grove inschatting is gemaakt van de impact van de uitspraak.

Schade-uitkering ekv - Niet afgesloten dossiers

De realisatie van de schade op de nieuwe en/of lopende ekv-gedekte transacties is 13 miljoen euro lager dan geraamd.

Overig niet-plafondrelevant         

Dit betreft de hogere uitvoeringskosten voor het omwisselen van de Oekraïense hryvnia (de munteenheid van Oekraïne).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Dividenden staatsdeelnemingen

De dividendontvangsten vallen hoger uit dan oorspronkelijk geraamd. Dit is het effect van diverse actualisaties op basis van op dat moment recente informatie over het dividend als gevolg van de marktomstandigheden.

Meevaller niet-belastingontvangsten

Meerdere meevallers bij de niet-belastingontvangsten op artikel 1 Belastingen. De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente zijn 32 miljoen euro hoger uitgevallen dan begroot. Voor een deel is dit toe te schrijven aan hogere ontvangsten aan belastingrente in het laatste kwartaal van 2023, vooral in de vpb. Verder zijn de ontvangsten aan invorderingsrente over coronaschulden hoger uitgevallen dan begroot (circa 10 miljoen euro). De ontvangsten als gevolg van het doorbelasten van vervolgingskosten (zijnde bijvoorbeeld aanmaningen en dwangbevelen) zijn 24 miljoen euro hoger uitgevallen. Dit is met name toe te schrijven aan hogere ontvangsten in relatie tot de omzet-, loon- en inkomstenbelasting dan verwacht in het laatste kwartaal van 2023. De boeteontvangsten zijn 22 miljoen euro hoger uitgevallen. Dit is onder andere toe te schrijven aan hogere boeteontvangsten in relatie tot de omzet- en loonbelasting in december. De apparaatsontvangsten zijn 18 miljoen euro hoger uitgevallen. Er zijn 11 miljoen euro hogere ontvangsten vanuit het UWV welke zijn gerelateerd aan de Ziektewet en ontvangen transitievergoedingen. Daarnaast zijn er 3 miljoen euro extra ontvangsten vanuit het leveren van extra facilitaire diensten aan verschillende afnemers. 2 miljoen euro extra ontvangsten zijn ontstaan vanuit detachering van personeel.

Terugbetaling van SBN

De ontvangsten zijn 22 miljoen euro lager dan begroot omdat de terugbetaling van SBN niet is geboekt als een ontvangst, maar als een negatieve uitgave op de post compensatie private schulden. Er is voor gekozen om dit bedrag negatieve uitgaven te boeken, omdat het in principe geen ontvangst, maar een terugbetaling van eerder gemaakte kosten. Het boeken van de terugbetaling als negatieve uitgave is een van de redenen waarom er onderbesteding is bij de compensatie private schulden.

Overige mee- en tegenvallers

Dit betreft het saldo van een aantal meevallers waaronder op de schaderestituties van de EKV polissen en op de apparaatsontvangsten.

Technisch

Afdrachten Staatsloterij

Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven als ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. De post is bijgesteld met 18,2 miljoen euro.

Correctie onttrekking begrotingsreserve

Bij de tweede suppletoire begroting is een verwacht bedrag van 165 miljoen euro aan openstaande vorderingen definitief oninbaar verklaard. Deze mutatie brengt geen kasstroom met zich mee. Dit is per abuis wel zo verwerkt bij de tweede suppletoire begroting en wordt nu gecorrigeerd.

Overig technisch

Lagere ontvangsten bij de premies en schaderesituties herverzekering leverancierskredieten.

Niet-plafondrelevant

Meevaller aan-/verkoop vermogenstitels

De per saldo meevaller vanwege de aan- en verkoop van vermogenstitels, betreffende de verkoop van aandelen ABN AMRO.

Toename munten in circulatie

In 2023 zijn er via DNB meer munten in omloop gebracht dan dat er uit omloop zijn teruggekomen. Als gevolg daarvan heeft DNB het afgelopen jaar per saldo een bedrag van 11 miljoen euro aan nominale waarde van in de markt uitgezette munten aan de schatkist toegevoegd.

Dividenden staatsdeelnemingen

De dividendontvangsten vallen hoger uit dan oorspronkelijk geraamd. Dit is het effect van diverse actualisaties op basis van op dat moment recente informatie over het dividend als gevolg van de marktomstandigheden.

Schaderestituties EKV

De verwachte schaderestituties EKV zijn 19 miljoen euro lager dan oorspronkelijk begroot. Vanwege het vraag gestuurde karakter zijn er verschillen tussen de ramingen en realisaties.

Overig niet-plafondrelevant

Dit betreft voornamelijk de hogere renteontvangsten op de lening aan Griekenland vanwege rentewijzigingen.

Nationale Schuld

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 38.885
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 9.285
Stand Najaarsnota 48.170
Technisch 146
Rente vlottende schuld 120
Rentelasten kasbeheer 19
Overig technisch 6
Niet-plafondrelevant 9.450
Mutatie vlottende schuld 10.640
Aflossing vaste schuld 45
Rente derivaten 11
Mutaties in rekening-courant en deposito ‒ 200
Verstrekte leningen ‒ 372
Rente kasbeheer ‒ 674
Overig niet-plafondrelevant 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 57.766
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 69.375
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 2.956
Stand Najaarsnota 72.331
Technisch 177
Rente vlottende schuld 177
Overig technisch 0
Niet-plafondrelevant ‒ 1.527
Uitgifte vaste schuld 317
Aflossingen op leningen 43
Mutaties in rekening-courant en deposito ‒ 1.887
Overig niet-plafondrelevant 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 70.982

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Technisch

Rente vlottende schuld

De rentelasten op de vlottende schuld zijn circa 120 miljoen euro hoger uitgevallen doordat, onder andere, de uitgifte van Dutch Treasury Certificates (DTC's) in de laatste maanden van het jaar tegen een hogere rente heeft plaatsgevonden dan waarmee in de tweede suppletoire begroting rekening is gehouden. Daarnaast hebben transacties op de geldmarkt ten behoeve van kortetermijnfinanciering geleid tot extra rentelasten.

Rentelasten kasbeheer

De rentelasten op het kasbeheer zijn 19 miljoen euro hoger uitgevallen, met name doordat er meer middelen door de deelnemers van schatkistbankieren worden aangehouden op de rekeningen-courant en deposito’s dan waarmee rekening is gehouden in de tweede suppletoire begroting.

Overig technisch

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-plafondrelevant

Mutatie vlottende schuld

De eindstand van de uitstaande schuld op de geldmarkt is het gevolg van meerdere ontwikkelingen gedurende het jaar. De belangrijkste ontwikkelingen zijn de ontwikkeling van het kassaldo, de keuze voor de omvang van de financiering op de kapitaalmarkt, het onderpand in contanten dat is ontvangen voor de derivaten en de vervroegde aflossingen. Doordat het kastekort lager is uitgevallen dan werd geraamd bij de tweede suppletoire begroting, is 10,6 miljard euro van de vlottende schuld additioneel afgelost.

Aflossing vaste schuld

Eind 2023 heeft een vervroegde aflossing van een staatsobligatie plaatsgevonden. Hierdoor vielen de aflossingen van de vaste schuld per saldo 45 miljoen euro hoger uit dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.

Rente derivaten

De rentelasten derivaten zijn 11 miljoen euro hoger uitgevallen als gevolg van de hoger dan verwachte rentepercentages die op de variabele delen van de rentederivaten zijn gerealiseerd.

Mutaties in rekening-courant en deposito

Het saldo van de rekeningen-courant van de decentrale overheden is toegenomen terwijl er een lichte daling (circa 200 miljoen euro) werd verwacht bij de tweede suppletoire begroting.

Verstrekte leningen

Het bedrag aan verstrekte leningen is in totaal 372 miljoen euro lager dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt doordat het aantal leningen verstrekt aan agentschappen en RWT's lager is uitgevallen dan begroot.

Rente kasbeheer

De rentelasten op het kasbeheer zijn circa 674 miljoen euro lager uitgevallen, met name doordat er minder middelen door de sociale fondsen worden aangehouden op de rekeningen-courant dan waarmee rekening is gehouden in de tweede suppletoire begroting.

Overig niet-plafondrelevant

Deze post bestaat uit diverse niet-plafondrelevante mutaties die onder de ondergrens vallen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Technisch

Rente vlottende schuld

De rentebaten op de vlottende schuld vallen circa 177 miljoen euro hoger uit als gevolg van de hoger dan verwachte rente die de staat heeft ontvangen over het schatkistsaldo en de op de geldmarkt uitgezette middelen.

Overig technisch

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-plafondrelevant

Uitgifte vaste schuld

Bij de uitgifte van Nederlandse staatsleningen is in het najaar circa 317 miljoen euro meer opgehaald dan waar in de tweede suppletoire begroting rekening mee is gehouden. In de begroting werd uitgegaan van een kapitaalmarktberoep van afgerond 46 miljard euro.

Aflossingen op leningen

In 2023 is circa 43 miljoen euro meer aan leningen afgelost dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Deelnemers van schatkistbankieren hebben de mogelijkheid om hun leningen (deels) vervroegd af te lossen, bijvoorbeeld bij verkoop van de activa waarvoor was geleend.

Mutaties in rekening-courant en deposito

Per saldo is door de sociale fondsen, RWT’s, agentschappen en decentrale overheden gezamenlijk minder geld op de rekeningen-courant aangehouden dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Het saldo van de rekeningen-courant van de sociale fondsen is circa 4,2 miljard euro minder toegenomen dan begroot. Het saldo van de rekeningen-courant van de RWT’s, agentschappen en decentrale overheden is circa 2,3 miljard euro meer toegenomen dan begroot.

Overig niet-plafondrelevant

Deze post bestaat uit diverse niet-plafondrelevante mutaties die onder de ondergrens vallen.

Defensie (inclusief Defensiematerieelbegrotingsfonds)

Defensie

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 15.039
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 23
Stand Najaarsnota 2023 15.062
Mee- en tegenvallers ‒ 62
Onderuitputting 2023 ‒ 62
Technisch 21
Mutaties met Defensiematerieelbegrotingsfonds ‒ 2
Overig technisch 23
Niet-plafondrelevant 101
Oekraïne 101
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (nota) 15.122
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 142
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 151
Stand Najaarsnota 2023 293
Mee- en tegenvallers ‒ 5
Onderuitputting 2023 ‒ 5
Technisch 8
Technisch 8
Niet-plafondrelevant ‒ 73
Oekraïne ‒ 73
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (nota) 223

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Onderuitputting 2023

Dit betreft het saldo van meerdere uitgavenmutaties die zich na de NJN hebben voorgedaan. Een gedeelte hiervan heeft betrekking op het Nationaal Fonds Ereschuld (16,4 miljoen euro), omdat het aantal afgehandelde RVS zaken is afgenomen in het tweede gedeelte van het jaar. Daarnaast betreft het een lagere benutting (14,6 miljoen euro) van het Budget Internationale Veiligheid (BIV), dat een voorziening is binnen HGIS.

Mutaties met Defensiematerieelbegrotingsfonds

De onderliggende mutaties worden toegelicht op de uitgavenzijde van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

Overig technisch

Het gaat om de opwaartse budgetbijstellingen die zijn opgenomen in de Veegbrief. Dit omvat onder andere hogere uitgaven aan eigen personeel van 5 miljoen euro en 5 miljoen euro voor dienstreizen en het HR ecosysteem, een netwerk voor personele diensten. De Veegbrief is eind december 2023 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Oekraïne

Bij de Najaarsnota is het budget voor Oekraïne naar beneden bijgesteld met 181 miljoen euro. Aan het eind van het jaar zijn er echter hogere uitgaven gedaan. Deze uitgaven zijn gedaan voor een onvoorziene btw-afdracht voor aanschaf van munitie vanwege onduidlijkheid rondom de toepassing van btw-regels (26 miljoen euro), brandstofvoorziening (17 miljoen euro), het sneller leveren van kleding en uitrusting, en voor overige uitgaven door commerciële verwerving en directe aanschaf van materieel dat is bestemd voor Oekraïne.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Onderuitputting 2023

Dit betreft lagere ontvangsten bij Commando Materieel en IT. De raming is te hoog gebleken tijdens uitvoering van de begroting.

Technisch

Dit betreft onder meer een ontvangen betaling van Eindhoven Airport voor medegebruik, verkregen subsidie voor European Civil Protection and Humanitatrian Air Operations, en hogere teruggave uit het Foreign Military Sales (FMS) Holding Accounts (aanschaf van militair materieel via de Amerikaanse overheid) als gevolg van Case Closures.

Oekraïne

De lagere ontvangsten zijn het gevolg van de samenwerkingsverbanden voor militaire steun aan Oekraïne. Deze steun wordt soms samen met andere landen georganiseerd, waarbij zij bijdragen aan de gezamenlijke aanschaf van materieel. Niet alle verwachte ontvangsten van de samenwerkende landen zijn genoten in 2023, waardoor deze ontvangsten naar 2024 verschuiven.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 6.679
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 1.051
Stand Najaarsnota 2023 5.628
Mee- en tegenvallers ‒ 214
Onderuitputting 2023 ‒ 174
Vrijval valutaresultaten ‒ 37
Teruggave compensatie valutaschommelingen ‒ 2
Technisch 200
Versnelling verwerving Patriots 163
Overige technisch 37
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (nota) 5.614
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 6.679
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 386
Stand Najaarsnota 2023 6.293
Mee- en tegenvallers 14
Onderuitputting 2023 14
Desalderingen ‒ 2
Mutaties met Defensiebegroting ‒ 2
Technisch 5
Technisch 5
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 2023 (nota) 6.309

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Onderuitputting 2023

De onderliggende mutaties tonen een vertraging in de realisatie van de investerings- en instandhoudingsprojecten veroorzaakt door een tekort aan personeel op de arbeidsmarkt, logistieke problemen bij de industrie, langere doorlooptijden bij het afsluiten van contracten en de toegenomen vraag naar materieel voor levering aan Oekraïne.

Vrijval valutaresultaten

Ontwikkelingen in de wisselkoersen van US dollars en Zweedse kronen leiden tot een vrijval van middelen, doordat termijncontracten op een gunstigere koers waren afgesloten.

Teruggave compensatie valutaschommelingen

Ontwikkelingen in de wisselkoersen van US dollars en Zweedse kronen leiden tot een teruggave van de compensatie die Defensie heeft ontvangen voor valutaschommelingen.

Versnelling verwerving Patriots

Via het NATO Support and Procurement Agency (NSPA) en in samenwerking met Europese partners is een gezamenlijke bestelling geplaatst om Patriots aan te schaffen.

Overige technisch

Dit betreft onder meer het budget voor de verbouwingskosten voor huisvesting met hoog risico beveiliging (20 miljoen euro).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Onderuitputting 2023

De hogere ontvangsten ten opzichte van de 2e suppletoire begroting zijn het gevolg van hoger dan voorziene verkopen door de Rijksdomeinen. Bij de tweede suppletoire begroting heeft een neerwaartse bijstelling van de ontvangsten plaats gevonden, welke bij de Slotwet weer is teruggedraaid.

Mutaties met Defensiebegroting

Deze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven.

Technisch

Dit betreft onder andere meer btw-terugontvangsten bij de Koninklijke Marine. Daarnaast is er meer gefactureerd voor diensten aan derden.

Infrastructuur en Waterstaat (inclusief Mobiliteitsfonds en Deltafonds)

Infrastructuur en Waterstaat

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 12.981
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 549
Stand Najaarsnota 12.432
Mee- en tegenvallers ‒ 78
Meevaller Dutch Metropolitan Innovations ‒ 7
Meevaller bijdrage medeoverheden ‒ 9
Meevaller TVOV ‒ 9
Meevaller Luchtvaart in Transitie ‒ 20
Overige mee- en tegenvallers ‒ 34
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 4
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 4
Technisch ‒ 17
Mutaties met Deltafonds ‒ 3
Mutaties met Mobiliteitsfonds ‒ 3
Overig technisch ‒ 11
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 12.333
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 43
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 31
Stand Najaarsnota 73
Mee- en tegenvallers ‒ 8
Mee- en tegenvallers ‒ 8
Technisch ‒ 19
Generale meevaller BVOV ‒ 19
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 47

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers
Meevaller Dutch Metropolitan Innovations
Dit betreft een meevaller op het Nationaal Groeifonds (NGF) project Dutch Metropolitan Innovations. De middelen komen in 2023 niet meer tot besteding en worden doorgeschoven naar 2024. Alle middelen voor het NGF vallen onder het investeringsplafond waar een 100% eindejaarsmarge geldt. Dat betekent dat alle middelen in 2024 weer worden toegevoegd aan de begroting.

Meevaller bijdrage medeoverheden
Er is een lagere bijdrage aan de medeoverheden. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door twee SPUK’s die laat in 2023 zijn gepubliceerd waardoor de aanvragen te laat zijn binnengekomen. Dit zijn de SPUK Regionale Aanpak Laadinfrastructuur en zero-emissie bussen.

Meevaller TVOV (transitievergoeding Openbaar Vervoer)
Het overschot op de transitievergoeding Openbaar Vervoer wordt afgeboekt, omdat enkele betalingen pas in 2024 plaatsvinden. Conform de afspraak tussen de ministeries van IenW en Financiën mag dit eenmalig worden meegenomen naar 2024.

Meevaller Luchtvaart in Transitie
Dit betreft een overschot op het subsidiebudget van het NGF-project Luchtvaart in Transitie als gevolg van minder aanvragen dan begroot. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2024, omdat ze onder het investeringsplafond vallen.

Overige mee-en tegenvallers
Dit zijn kleinere meevallers. Het gaat onder andere om enkele projecten uit het NGF en Klimaatfonds die vertraging oplopen (onder andere zero-emissie binnenvaart en laadinfra). Ook zijn er meevallers op apparaatskosten.

Overboekingen met andere begrotingen
Dit betreft met name overboekingen naar het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds. Het gaat onder andere om een overheveling voor vrachtwagenheffing en topsector logistiek.

Technisch
Mutaties met Deltafonds

Deze mutaties worden toegelicht op het Deltafonds.

Mutaties met Mobiliteitsfonds
Deze mutaties worden toegelicht op het Mobiliteitsfonds.

Overig technisch
Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat middelen van het investeringsplafond worden overgeheveld naar plafond Rijksbegroting. Daarnaast worden middelen voor testen voor reizigers en steun aan Oekraïne die niet tot besteding zijn gekomen weer teruggeboekt naar het generale beeld.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023, bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers
Dit betreft kleinere tegenvallers. Het gaat onder andere om ontvangsten voor de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Krimpen aan de IJssel die niet meer zijn ontvangen (circa 3,5 miljoen euro) als gevolg van vertraging van het project Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK). Ook zijn er minder ontvangsten binnengekomen op het artikel openbaar vervoer en spoor en het artikel wegen en verkeersveiligheid. 

Technisch
Generale meevaller BVOV (beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer)

Middelen voor de BVOV die niet zijn gebruikt vallen vrij ten gunste van het generale beeld.

Mobiliteitsfonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 8.696
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 73
Stand Najaarsnota 8.769
Mee- en tegenvallers ‒ 408
Voordelig saldo hoofdwegennet vernieuwing ‒ 20
Voordelig saldo hoofdwegennet aanleg ‒ 27
Voordelig saldo woningbouwmiddelen ‒ 33
Voordelig saldo hoofdwegennet planuitwerking en verkenningen ‒ 59
Voordelig saldo reserveringen ‒ 69
Voordelig saldo gebruiksvergoeding ProRail ‒ 81
Overige mee- en tegenvallers ‒ 118
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 3
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 3
Desalderingen 9
Desalderingen 9
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 8.367
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 8.696
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 129
Stand Najaarsnota 8.825
Mee- en tegenvallers ‒ 37
Mee- en tegenvallers ‒ 37
Desalderingen 6
Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat ‒ 3
Overige desalderingen 9
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 8.795

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers
Voordelig saldo ProRail
Dit betreft een voordelig saldo (vertraagde uitgaven) dat wordt veroorzaakt door een lagere gebruiksvergoeding en daardoor minder uitbetaalde btw aan ProRail. Alle middelen op het Mobiliteitsfonds vallen onder het investeringsplafond waar een 100% eindejaarsmarge geldt. Dat betekent dat alle middelen in 2024 weer worden toegevoegd aan de begroting.

Voordelig saldo Reserveringen
Dit gaat om een voordelig saldo op de reserveringen van het Mobiliteitsfonds. Het wordt voornamelijk veroorzaakt door de verkenning OV en Wonen Utrecht van 69,5 miljoen euro die in 2023 niet meer tot besteding komt. De middelen schuiven door naar 2024.

Voordelig saldo Hoofdwegennet planuitwerking en verkenningen
Dit betreft een voordelig saldo op de planuitwerking en verkenningen van het hoofdwegennet. Het wordt voornamelijk veroorzaakt door vertragingen bij Stedelijk Bereikbaarheid Almere (circa 31,4 miljoen euro) en ITS en Smart Mobility (circa 7,4 miljoen euro). De vertragingen worden veroorzaakt door latere publicatie van regelingen en de daarmee behorende inwerkingtreding.

Voordelig saldo Woningbouw
Dit betreft woningbouwmiddelen die in 2023 niet meer tot besteding zijn gekomen. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat enkele gemeenten hun aanvragen na garantiedatum niet volledig hadden ingediend of doordat niet alle subsidieaanvragen meer in 2023 verwerkt konden worden.

Voordelig saldo Hoofdwegennet realisatie
Op het hoofdwegennet zijn er overschotten op de realisatie van enkele aanlegprojecten. Het gaat onder andere om Schiphol/Amsterdam-Almere doordat de risicoreservering niet nodig was en kosten voor de bouw lager zijn uitgevallen. Ook bij A28 Knooppunt Hoevelaken is 3,2 miljoen euro minder benodigd en bij de N35 Wijthmen – Nijverdal 3,8 miljoen euro. Ook door vertragingen bij bronmaatregelen en gevelisolatie van meerdere projecten is er een overschot van circa 12,7 miljoen euro.

Voordelig saldo Hoofdwegennet vernieuwing
In 2023 is op het hoofdproduct Hoofdwegennet Vernieuwing Euro 20,2 miljoen euro minder gerealiseerd dan verwacht. Bij Vervanging en Renovatie is circa 10 miljoen euro niet uitgegeven. Dit speelt hoofdzakelijk bij de projecten van Brienenoordbrug (circa 8 miljoen euro) waar enkele verwachte inkopen en betalingen zijn uitgesteld naar 2024 in verband met de fase waarin het project zich op dit moment bevindt en bij het project Heinenoordtunnel (circa 3 miljoen euro), waar verschillende onderdelen in de termijnstaat van de hoofdcontracten voor oplevering zijn doorgeschoven naar 2024 en daarmee ook de betaling. Daarnaast is bij het programma Intelligente Wegkantstations circa 10,5 miljoen euro niet gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt doordat bij de projecten Barneveld-Nijkerk, Waterberg-Apeldoorn en Muiderberg en Watergraafsmeer meer voorbereidingstijd nodig was. De start van deze projecten is hierdoor verschoven naar 2024.

Overige mee- en tegenvallers
Dit betreft veel verschillende kleinere meevallers. Het gaat onder andere om 17 miljoen euro voor veilig slim en duurzaam hoofdwegennet dat niet meer nodig is in 2023, circa 16 miljoen euro voor ERTMS, 15,7 miljoen euro minder realisatie op het hoofdvaarwegennet en circa 13 miljoen euro voor verkenning en planuitwerking personenvervoer.

Overboekingen met andere begrotingen
Dit zijn overboekingen met de beleidsbegroting van Infrastructuur en Waterstaat. Het gaat voornamelijk om een overheveling van middelen voor de vrachtwagenheffing en topsector logistiek.

Desalderingen
Dit wordt bijna volledig verklaard doordat het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen een hogere ontvangst heeft dan geraamd. De overschrijding is 8,1 miljoen euro en betreft een ontvangst van de NAM voor aardbeving bestendig bouwen. Daarnaast zijn er enkele kleinere desalderingen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers
Dit wordt onder andere veroorzaakt door een aantal kleinere tegenvallers. Op het hoofdwegennet is circa 25 miljoen minder ontvangen van gemeentes dan verwacht. Ook zijn de geplande EU ontvangsten voor megaprojecten verkeer en vervoer van circa 12,4 miljoen nog niet ontvangen. Daarnaast zijn er ook minder ontvangsten (circa 6,2 miljoen) op de aanleg van enkele spoorprojecten.

Desalderingen
Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat

Deze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven (zie overboekingen met andere begrotingen).

Overige desalderingen
Dit wordt bijna volledig verklaard doordat het project A7 Zuidelijke Ringweg Groningen een hogere ontvangst heeft dan geraamd. De overschrijding is 8,1 miljoen en betreft een ontvangst van de NAM voor aardbeving bestendig bouwen. Daarnaast zijn er enkele kleinere desalderingen.

Deltafonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 1.908
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 86
Stand Najaarsnota 1.823
Mee- en tegenvallers ‒ 85
Voordelig saldo impulsregeling klimaatadaptatie ‒ 10
Voordelig saldo investeren in waterveiligheid ‒ 28
Overige mee- en tegenvallers ‒ 48
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 3
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 1.734
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 1.908
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 18
Stand Najaarsnota 1.926
Mee- en tegenvallers 19
Mee- en tegenvallers 19
Desalderingen ‒ 3
Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat ‒ 3
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 1.942

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers
Voordelig saldo Investeren in waterveiligheid
Dit betreft vertraagde uitgaven van circa 27,8 miljoen euro op artikel investeren in waterveiligheid. Het wordt grotendeels veroorzaakt door waterschapsprojecten binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) (onder andere Gouderak en Sterke Lekdijk) en HWBP 2 waarvoor betreffende declaraties nog niet zijn ontvangen en het doorschuiven van budget voor afwikkelen van restpunten van Ruimte voor de Rivier. Alle middelen op het Deltafonds vallen onder het investeringsplafond waar een 100% eindejaarsmarge geldt. Dat betekent dat alle middelen in 2024 weer worden toegevoegd aan de begroting.

Voordelig saldo Impulsregeling klimaatadaptatie
Er is een voordelig saldo van circa 9,6 miljoen euro voor impulsregeling klimaatadaptatie. Dit wordt grotendeels verklaard doordat aanvragen relatief laat binnenkwamen en niet allemaal meer beoordeeld konden worden.

Overige mee- en tegenvallers
In 2023 wordt op het artikel Investeren in Waterkwaliteit circa 7,8 miljoen minder uitgegeven dan bij de Najaarsnota 2023 werd verwacht. Dit wordt veroorzaakt binnen het Programma Kaderrichtlijn water. Het samenwerkingsproject Salmsteke heeft nog enkele problemen die moeten worden opgelost, waardoor de eindafrekening niet afgerond kan worden en doorschuift naar 2024. De maatregel in het gebied Zwarte Water heeft vertraging opgelopen en schuift ook door naar 2024. Daarnaast is er vertraging in de reguliere werkzaamheden.

Overboekingen met andere begrotingen
Dit betreft een overboeking naar het btw-compensatiefonds voor de tijdelijke impulsregeling voor het treffen van maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie door provincies.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers
Dit wordt bijna volledig veroorzaakt door hogere ontvangsten op het artikel Investeren in Waterveiligheid van circa 19 miljoen. Deze hogere ontvangst is grotendeels het gevolg van meer ontvangsten in het kader van het Bestuursakkoord Water en een hogere ontvangst bij de Maaswerken als gevolg van vergoeding voor gemaakte kosten in begeleiden van onder andere vastgoed.

Desalderingen
Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat

Deze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven (zie overboekingen met andere begrotingen).

Economische Zaken en Klimaat (inclusief Nationaal Groeifonds)

Economische Zaken en Klimaat

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 15.955
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 715
Stand Najaarsnota 15.240
Mee- en tegenvallers ‒ 1.463
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaat 824
Storting reserve Garantie Ondernemersfinanciering 21
Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken) 20
Bijdrage RVO 18
Risicokapitaal SEED ‒ 11
Tegemoetkoming blokaansluitingen ‒ 16
Overige materiële uitgaven ‒ 17
Fund to Fund ‒ 18
Lening Informal Investors ‒ 19
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten ‒ 20
Duurzaam herstel Groningen ‒ 21
Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken) ‒ 24
Innovatiekrediet ‒ 24
Garantie BMKB ‒ 27
PPS toeslag ‒ 27
ISDE-regeling (niet Klimaatfonds) ‒ 36
Tegemoetkoming vaste lasten ‒ 44
Vergoeding waardedaling Groningen ‒ 47
Economisch Veiligheid Fonds ‒ 50
Onderuitputting NGF projecten ‒ 89
Vergoeding fysieke schade ‒ 129
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 ‒ 130
Onderuitputting Klimaatfonds ‒ 158
Versterkingsoperatie Groningen ‒ 171
Tegemoetkoming Energiekosten ‒ 174
Diversen ‒ 365
Onderuitputting SDE++ ‒ 730
Overboekingen met andere begrotingen 3
Diversen 3
Technisch ‒ 14
Diversen ‒ 4
Overig technisch ‒ 10
Niet-plafondrelevant ‒ 113
Diversen ‒ 4
Deep Tech Fund ‒ 15
Fonds Alternatieve Financiering ‒ 16
ETCI ‒ 78
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 13.652
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 17.065
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 7.521
Stand Najaarsnota 9.544
Mee- en tegenvallers ‒ 1.666
Diversen 64
Innovatiekredieten 33
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) ‒ 25
Tegemoetkoming vaste lasten ‒ 26
Apparaat NCG ‒ 36
Fund to Fund ‒ 66
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie ‒ 91
Dividenduitkering EBN ‒ 222
Ontvangsten NAM schadeafhandeling ‒ 564
Ontvangsten Mijnbouwwet ‒ 734
Niet-plafondrelevant 42
Diversen 30
ROM's 30
ETS-ontvangsten ‒ 19
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 7.920

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaat

De storting in de reserve duurzame energie is hoger dan geraamd bij de Najaarsnota. Dit wordt onder andere veroorzaakt door reguliere onderbesteding binnen het SDE++ (Stimulering Duurzame Energieproductie) domein, onderuitputting bij de ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing), het flankerend beleid, en de HER (Hernieuwbare Energietransitie). Daarnaast worden ook de extra ontvangsten aan terugontvangen subsidievoorschotten op de regelingen binnen het SDE-domein in de reserve gestort.

Storting reserve Garantie Ondernemersfinanciering

Er zijn begrotingsreserves garantieregelingen zoals de Garantie Ondernemersfinanciering (GO). De garantieregelingen zijn in principe intertemporeel kostendekkend; de te realiseren premieontvangsten zijn naar verwachting toereikend voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Aan het eind van het begrotingsjaar wordt op basis van het gebruik van deze faciliteiten en de daarbij behorende gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of er een aanvullende onttrekking of storting van de reserve dient plaats te vinden. In 2023 kon 21 miljoen euro in de reserve worden gestort.

Compensatie gemeenten en provincie (bestuurlijke afspraken)

Voor de uitvoering van de bestuurlijke afspraken met de medeoverheden (compensatie gemeenten en provincie) is meer gerealiseerd (20 miljoen euro) dan geraamd. Dekking hiervoor komt vanuit het budget voor ‘Clustering en gebiedsfonds’ (14 miljoen euro) en de middelen die in de kabinetsreactie op PEGA (Parlementaire Enquêtecommissie Aardgaswinning Groningen) zijn toegezegd.

Bijdrage RVO

Bij meerdere projecten is vertraging opgelopen, waardoor minder uitvoeringskosten zijn bevoorschot. Hieronder valt de onderuitputting van 10 miljoen euro op de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)-uitgaven op het Toekomstfonds. Er is ook een tegenvaller van 29 miljoen euro. Dit komt doordat de RVO-opdracht voor de werkzaamheden van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) in 2023 is verrekend met een positief saldo op de RVO-opdracht ten behoeve van het IMG in 2022. Netto komt deze post daardoor uit op een tegenvaller van afgerond 18 miljoen euro.

Risicokapitaal SEED

Doordat in eerdere jaren vertraging is opgelopen, wordt er minder besteed dan origineel geraamd voor de SEED-regeling (System for Exchange of Excise Data). Eerder in het jaar is het budget al naar beneden bijgesteld en bij de Slotwet wordt nog eens 11 miljoen euro afgeboekt.

Tegemoetkoming blokaansluitingen

Er is in 2023 16,4 miljoen euro minder uitgegeven dan dat er budget was. De reden hiervoor is dat de behandeling van een deel van de aanvragen voor de Tegemoetkoming blokaansluitingen (TTB) is vertraagd naar 2024. Dit komt door het feit dat de aanvraagtermijn afliep op 31 oktober 2023.

Overige materiële uitgaven

Bij het apparaat is de realisatie van overige materiële uitgaven lager uitgevallen dan geraamd bij de Najaarsnota. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een aanpassing van de administratieve structuur.

Fund to Fund

Onder het Fund to Fund worden het Dutch Venture Initiative en Dutch Venture Initiative II uitgevoerd door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij (ROM) Oost NL. Omdat de ontvangsten op de fondsen door Oost NL opnieuw worden ingezet, zijn er dit jaar minder middelen aan de ROM Oost NL uitbetaald.

Lening Informal Investors

De regeling Vroegefasefinanciering biedt financiering in de vorm van een lening voor innovatieve bedrijven in een vroege ontwikkelingsfase. De omvang en het moment van uitbetalingen is afhankelijk van de aanvragen van de provincies als uitvoerder van het regionale luik, innovatieve bedrijven en starters. Het aantal aanvragen van bedrijven viel lager uit dan verwacht. De provincies mogen eenmaal per drie jaar een aanvraag doen.

Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten

De regeling werd op 1 november in plaats van de geplande 1 september opengesteld. Er zijn daarna in 2023 geen aanvragen binnengekomen. Om die reden is het geraamde bedrag niet uitgegeven.

Duurzaam herstel Groningen

Om te voorkomen dat het budget een vertragende factor zou vormen voor de uitvoering van de regeling voor Duurzaam Herstel is voor 2023 een ruime raming aangehouden. In 2024 worden echter pas de eerste uitkeringen verwacht voor deze regeling, waardoor het budget van uit de tweede suppletoire begroting niet tot besteding is gekomen.

Clustering en gebiedsfonds (bestuurlijke afspraken)

Er is minder gerealiseerd dan geraamd, omdat er door de medeoverheden in 2023 minder aanvragen zijn gedaan dan verwacht. Het ritme van deze uitgaven hangt samen met het ritme van de versterkingsoperatie dat daarop vooruit loopt.

Innovatiekrediet

De technische Innovatiekredietprojecten hebben lage kasuitgaven gehad in 2023. Dit komt door vertragingen in de projectuitvoering. Ook is er minder verleend en kwamen de toekenningen later op gang dan aan het begin van het jaar de verwachting was.

Garantie BMKB

Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) hebben bedrijven minder aanvragen bij financiers gedaan dan het garantieplafond toelaat. Dit is een herkenbare trend uit de afgelopen jaren. Doordat minder aanvragen zijn gedaan en doordat er minder bedrijven failliet zijn gegaan, zijn er minder schadeclaims uitbetaald.

PPS toeslag

Door het karakter van de open einde regeling Publiek-private samenwerking (PPS) is het lastig om bij te sturen op prognoses. De Topconsortia Kennis en Innovatie (TKI's) hebben in de laatste maanden van 2023 minder bevoorschotting gevraagd dan eerder geprognotiseerd was. Dit komt mogelijk door de herzieningen in de regeling en het overgangsjaar waarbij het een en ander wijzigt bij de verschillende TKI’s.

ISDE-regeling

Er heeft 36 miljoen euro onderuitputting plaatsgevonden op de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). Dit wordt vooral veroorzaakt doordat de zekerheidsmarge niet volledig is gebruikt. Deze onderuitputting wordt gestort in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaat.

Tegemoetkoming vaste lasten

De verlaging van het budget van Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) betreft een bijstelling van het budget op basis van actuele ramingen van de RVO. De planning en uitkomsten van bezwaar- en beroepsprocedures zijn lastig te ramen. De realisatie valt 44 miljoen euro lager uit.

Vergoeding waardedaling Groningen

Mede vanwege de actualisatie van de regeling waarbij bewoners zijn gemotiveerd voor 1 januari 2023 hun aanvraag te doen, neemt het aantal aanvragen voor deze regeling af. Daarnaast heeft het grootste gedeelte van de bewoners die in aanmerking komen nu een aanvraag gedaan.

Economisch Veiligheid Fonds

In de zomer van 2023 is besloten 100 miljoen euro te reserveren voor de Economische Veiligheidsfaciliteit. Deze is nader verdeeld in 50 miljoen euro voor 2023 en in 2024. De uitwerking van de faciliteit was in 2023 nog niet afgerond, waardoor de eerste tranche van 50 miljoen euro nog niet overgemaakt is naar InvestNL. Dit zal in 2024 alsnog gebeuren.

Onderuitputting NGF projecten

Op verschillende NGF-projecten (Nationaal Groeifonds) op de EZK-begroting heeft onderuitputting plaatsgevonden. Dit komt in de meeste gevallen door vertraging in de uitvoering, zoals bij het project Groenvermogen (34 miljoen euro) en Circulaire Plastics (15 miljoen euro). Diverse subsidieregelingen - waaronder de ondersteuning van grootschalige demonstraties en ketenprojecten via een zogenaamde `opschalingsregeling’ - zijn of worden later gepubliceerd dan voorzien.

Vergoeding fysieke schade

In afwachting van de uitwerking van de PEGA-maatregelen die zien op de schadeafhandeling hebben bewoners de mogelijkheid gekregen hun schademelding te pauzeren. Het budget voor de regeling fysieke schade in 2023 is daarom niet volledig tot besteding gekomen.

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Er is 129 miljoen euro minder uitgegeven aan het tijdelijk prijsplafond voor kleinverbruikers in 2023 dan eerder geraamd. De reden hiervoor is dat een deel van de eindafrekeningen plaats zal vinden in 2024.

Versterkingsoperatie Groningen

De Nationaal Coördinator Groningen (NCG) is relatief hogere versterkingsverplichtingen aangegaan ten opzichte van de aanname in de Najaarsnota. Aangezien de kasuitgaven grotendeels volgen op de verplichtingen over de tijdsperiode tussen Mijlpaal 10 en Mijlpaal 11 volgen de kasuitgaven verspreid over gemiddeld één jaar. Hierdoor zijn de hogere aangegane verplichtingen niet volledig gerealiseerd in 2023 en zullen deels gaan plaatsvinden in 2024.

Onderuitputting Klimaatfonds

Ten opzichte van de Najaarsnota heeft nog 158 miljoen euro onderuitputting op het Klimaatfonds plaatsgevonden. Dit wordt met name veroorzaakt door onderuitputting op de ISDE-regeling (53 miljoen euro), onderuitputting voor middelen onderzoek nieuwbouw kerncentrales (24 miljoen euro) onderuitputting op het programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (14 miljoen euro) en onderuitputting op de IPCEI waterstofmiddelen ten behoeve van golf 2 (12 miljoen euro).

Tegemoetkoming Energiekosten

Op basis van het gebruik van de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) in het afgelopen jaar is de raming neerwaarts bijgesteld. Het aantal aanvragen en de hoogte van de aanvragen bleken lager dan de aangepaste raming. Op dit moment lopen er nog afrondingen van aanvragen en bezwaren op vaststellingen bij de RVO die in 2024 en verder moeten worden uitbetaald.

Diversen

Onder deze post vallen diverse mee- en tegenvallers. Er zijn bijvoorbeeld minder kasuitgaven geweest dan geraamd op het instrument knelpunten (bestuurlijke afspraken) voor Groningen. Daarnaast waren er minder aanvragen op de garantie Ondernemersfinanciering Corona.

Onderuitputting SDE++

Binnen het SDE++ domein heeft 730 miljoen euro onderuitputting plaatsgevonden. Deze middelen worden gestort in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie.

Overboekingen met andere begrotingen

Diversen

Hieronder valt bijvoorbeeld een overboeking van de VWS-begroting naar de EZK-begroting van 6 miljoen euro voor het programma "Coalitie leefstijl in de zorg", dat door de Nederlandse organisatie voor Toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) zal worden uitgevoerd met betrekking tot de tweede helft van 2023. Daarnaast heeft het ministerie van Financiën alle advieskosten voor de participatie in Stedin betaald. Conform afspraak wordt de helft van het totaalbedrag tot een maximum van 0,6 miljoen euro bij EZK in rekening gebracht. In 2023 is er voor ruim 1,7 miljoen door bovengenoemde partijen aan Financiën gefactureerd.

Technisch

Diversen

Hieronder vallen verschillende technische mutaties. Binnen artikel 5 wordt er bijvoorbeeld 14 miljoen euro overgeboekt tussen twee instrumenten: van Clusterwoningen Bestuurlijke afspraken (BA blok B) naar Personeelskosten gemeente en provincie (BA), omdat de gemeenten in het aardbevingsgebied een incidentele uitkering ontvangen in het kader van een soepel verloop van de versterkingsoperatie. Daarnaast valt hieronder de in-kind leveringen aan Oekraïne van goederen die bijdragen aan het herstel van de energie-infrastructuur in Oekraïne.

Overig technisch

Voor de subsidieroute van het NGF was 10,3 miljoen euro aan kasruimte aangehouden voor twee projecten. Uiteindelijk zijn er geen uitgaven gedaan in 2023. Om deze reden wordt dit bedrag nu afgeboekt en doorgeschoven naar 2024.

Niet-plafondrelevant

Diversen

Hieronder valt bijvoorbeeld het Dutch Future Fund. Dit was onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020. Na enkele jaren vertraging zijn dit jaar begonnen de eerste capital calls aan InvestNL uitbetaald. Zoals ook benoemd bij de tweede suppletoire begroting is niet het gehele budget benut in 2023.

Deep Tech Fund

Het Deep Tech Fund is als onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020 dit jaar, na enkele jaren vertraging, begonnen met de eerste capital calls via InvestNL. Zowel bij de tweede suppletoire begroting als bij de Slotwet zijn middelen die niet benut worden afgeboekt.

Fonds Alternatieve Financiering

Het Fonds Alternatieve Financiering is onderdeel van het steun- en herstelpakket van augustus 2020. De uitfinanciering van het fonds vindt plaats op basis van de kredietbehoefte van de uitvrager. Er zijn in 2023 lagere capital calls geweest dan begroot. Dit is deels het gevolg van de middelen uit 2022 die in 2023 via eindejaarsmarge weer zijn opgevraagd.

ETCI

Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd is bij EIF. Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI met een totale bijdrage van 100 miljoen euro. Uitbetalingen vinden plaats op basis van capital calls. In 2023 heeft de eerste capital call plaatsgevonden.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Diversen

Bij diverse regelingen is sprake van minder ontvangsten dan verwacht. Het gaat om ontvangsten bij de regeling Groeifaciliteit (6 miljoen euro), Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (8 miljoen euro) en de Garantie Ondernemingsfinanciering (8 miljoen euro). Dit heeft te maken dat de provisie ontvangsten afhankelijk zijn van het aantal verstrekte garanties. Zowel bij de BMKB, de GO (Garantie Ondernemersfinanciering) en de groeifaciliteit zijn minder garanties verstrekt dan het garantieplafond toelaat.

Innovatiekredieten

Op de regeling Innovatiekredieten zijn meer ontvangsten gerealiseerd dan begroot. In 2023 heeft er een Innovatiekrediet project in één keer de lening afgelost. Dit bedroeg 35 miljoen euro. Deze aflossing is hoofdverantwoordelijk voor de hoge ontvangsten op dit instrument. Normaal gesproken lossen projecten hun lening verspreid over meerdere jaren af.

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

De bijdrage van de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) aan het NPG (Nationaal Programma Groningen) is niet ontvangen, omdat hiervoor geen factuur is gestuurd in 2023. De ontvangsten worden verwacht in 2024. Dit staat los van de ontvangsten voor schade en versterken.

Tegemoetkoming vaste lasten

Er is minder TVL-subsidie (Tegemoetkoming vaste lasten) terugbetaald dan is geraamd. Dit komt mede door de lopende beroeps- en bezwaarprocedures. Het is steeds lastiger voor bedrijven om aan de betalingsregelingen te voldoen.

Apparaat NCG

Bij de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) is de realisatie van de ontvangsten 35,7 miljoen euro lager dan geraamd. Dit komt doordat niet alle kosten over 2023 in rekening zijn gebracht.

Fund to Fund

Zowel bij de Slotwet als eerder bij de Najaarsnota zijn de ontvangsten van de Dutch Future Initiatives lager dan was geraamd.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

Er is 91 miljoen euro minder ontvangen van de NAM dan geraamd voor de versterkingsoperatie doordat NAM slechts 60% van de factuur betaalt. De geraamde ontvangsten schuiven door naar 2024.

Dividenduitkering EBN

De realisatie van de dividenduitkering EBN (Energie Beheer Nederland) is lager dan bij de Najaarsnota geraamd, enerzijds vanwege een lagere verwachte winst in 2023 en een bijgesteld balanstotaal. Daarnaast wordt dividendbelasting ingehouden die pas in 2024 door EZK van de Belastingdienst terugontvangen kan worden.

Ontvangsten NAM schadeafhandeling

De heffing voor de in 2022 gemaakte kosten door het IMG van de schadeafhandeling wordt later dan gepland verstuurd, waardoor er in 2023 564 miljoen euro minder wordt ontvangen dan geraamd. De ontvangsten vanuit de NAM zullen naar verwachting pas in 2024 ontvangen worden.

Ontvangsten Mijnbouwwet

Op de ontvangsten van de Mijnbouwwet is in 2023 een bedrag van 733,5 miljoen euro minder ontvangen dan geraamd doordat de rapportage die voor de raming gebruikt wordt niet bleek aan te sluiten op de realiteit.

Niet-plafondrelevant

Diversen

Hieronder vallen de ontvangsten op de Opslag Duurzame Energie (ODE). Door een herziening van de verdeelsleutel tussen de Energiebelasting en de ODE vallen de ontvangsten voor de ODE hoger uit met 35 miljoen euro.

ROM's

Via de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) zijn er meer ontvangsten binnen gekomen dan geraamd, specifiek heeft dit betrekking op de ontvangsten op de Corona Overbruggingsleningen. Hiervoor zijn in 2023 meer leningen afgelost dan gepland.

ETS-ontvangsten

De ETS-ontvangsten (European Union Emissions Trading System) zijn afhankelijk van de marktprijs van ETS-emissierechten op de veiling. Voor de raming wordt gebruik gemaakt van een schatting van deze prijs. De prijs is in werkelijkheid variabel; dat verklaart de lager dan geraamde ETS-ontvangsten.

Nationaal Groeifonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 1.573
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 1.562
Stand Najaarsnota 10
Technisch ‒ 10
Technisch ‒ 10
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 0
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 1.573
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 1.562
Stand Najaarsnota 10
Desalderingen ‒ 10
Desalderingen ‒ 10
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Technisch

Voor de subsidieroute van het Nationaal Groeifonds (NGF) was 10,3 miljoen euro aan kasruimte aangehouden voor twee projecten. Uiteindelijk zijn er geen uitgaven gedaan in 2023. Om deze reden wordt dit bedrag nu afgeboekt en doorgeschoven naar 2024.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Desalderingen

Deze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven.

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (inclusief Diergezondheidsfonds)

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 2.776
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 48
Stand Najaarsnota 2.728
Mee- en tegenvallers ‒ 454
Onderuitputting Brexit Adjustment Reserve ‒ 66
Onderuitputting bronmaatregelen ‒ 154
Onderuitputting Transitiefonds ‒ 167
Overige mee- en tegenvallers ‒ 66
Overboekingen met andere begrotingen 2
Technische correctie doorbelasting shares 2
BTW Compensatiefonds SPUK natuurmonitoring 0
Desalderingen 6
Desaldering Apurement reserve 4
Meerontvangsten CO2-heffing glastuinbouw 2
Technisch ‒ 5
Technisch ‒ 5
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 2.277

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Onderuitputting Brexit Adjustement Reserve

Op een aantal maatregelen voor de visserij die gefinancierd worden uit de Brexit Adjustment Reserve is onderuitputting opgetreden. Dit betreft de saneringsregeling (58 miljoen euro) en de liquiditeitsregeling (12 miljoen euro). Daartegenover staat een kleine overuitputting op de stilligregeling (4 miljoen euro). Dit wordt grotendeels verklaard door de onduidelijkheid over het definitieve aantal aanmelders voor de saneringsregeling.

Onderuitputting Transitiefonds

Een aantal maatregelen die gefinancierd worden uit het Transitiefonds is vertraagd, waardoor minder budget is uitgegeven. Dit betreft voornamelijk versnellingsmaatregelen (75 miljoen euro) en uitbetaling van de Lbv-plus (28 miljoen euro).

Onderuitputting bronmaatregelen

Een deel van het budget voor bronmaatregelen is niet tot besteding gekomen. Dit betreft 80 miljoen euro die gereserveerd was voor een aantal specifieke (bovenwettelijke) nader te bepalen stikstofmaatregelen op het gebied van industrie, bouw en mobiliteit, 35 miljoen euro voor waterbassins mest, 10 miljoen euro voor de legalisatie van PAS-melders en nog een aantal kleinere posten.

Desalderingen

Desaldering Apurement reserve

In 2020 heeft de Europese Commissie een audit uitgevoerd op de areaal-gebonden regelingen en de graasdierpremie. Naar aanleiding van deze audit is een conformiteitsprocedure doorlopen. Dit heeft geresulteerd in een financiële korting van 3,9 miljoen euro. Dit betreft een onttrekking uit de Apurement reserve om deze korting op te vangen.

Meerontvangsten CO2-heffing glastuinbouw

Er zijn meer ontvangsten gerealiseerd uit de CO2-heffing glastuinbouw. Deze middelen zijn aan de begrotingsreserve landbouw toegevoegd.

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 79
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 87
Stand Najaarsnota 166
Mee- en tegenvallers 0
Mee- en tegenvallers 0
Desalderingen 6
Desaldering Apurement reserve 4
Meerontvangsten CO2-heffing glastuinbouw 2
Technisch ‒ 1
Technisch ‒ 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 171

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Desalderingen

Desaldering Apurement reserve

Dit beteft een onttrekking uit de Apurement reserve om een boete die de Europese Commissie heeft opgelegd te kunnen betalen.

Meerontvangsten CO2-heffing glastuinbouw

Er zijn meer ontvangsten gerealiseerd uit de CO2-heffing glastuinbouw. Deze middelen zijn aan de begrotingsreserve landbouw toegevoegd.

Diergezondheidsfonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 33
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 11
Stand Najaarsnota 44
Niet-plafondrelevant 0
Niet-plafondrelevant 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 44

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 40
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 32
Stand Najaarsnota 72
Niet-plafondrelevant 0
Niet-plafondrelevant 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 72

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Sociale Zekerheid

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Stand Basisstand (Miljoenennota) 50.351
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 1.903
Stand Najaarsnota 48.448
Mee- en tegenvallers ‒ 124
Kindgebonden budget 48
Arbeidsmarktdienstverlening ‒ 20
Onderuitputting opdrachtenbudget armoedebeleid ‒ 25
Onderuitputting opdrachtenbudget arbeidsmarkt ‒ 27
Onderuitputting MDIEU ‒ 31
Onderuitputting overig ‒ 50
Overige mee- en tegenvallers ‒ 18
Overboekingen met andere begrotingen 0
Technisch 0
Niet-plafondrelevant ‒ 1
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 48.323

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Kindgebonden budget

De uitgaven aan het kindgebonden budget vallen voornamelijk hoger uit doordat er bij de raming geen rekening is gehouden met de indexering over het WKB-voorschot van januari 2024. Dit voorschot wordt conform de voorschotsystematiek reeds in december 2023 uitgekeerd in het prijspeil 2024. Dit wordt in het vervolg in de raming meegenomen.

Arbeidsmarktdienstverlening

De uitgaven aan arbeidsmarktdienstverlening (RMT’s) vallen lager uit dan verwacht. Dit komt door lager uitgevallen uitvoeringskosten en minder ingekochte arbeidsmarkttrajecten. Ten slotte is een deel van de uitgaven vertraagd. Dit levert een neerwaartse bijstelling van 20 miljoen euro op.

Onderuitputting opdrachtenbudget armoede en schuldenbeleid

Op artikel 2 opdrachten heeft er onderuitputting plaats gevonden van 25 miljoen euro. Dit komt doordat het niet mogelijk is gebleken om alle voorgenomen activiteiten in 2023 te realiseren. Reden daarvoor is dat, onder meer vanwege het opstarten van de aanpak Geldzorgen, Armoede en Schulden (GAS), sommige subsidies later konden worden toegekend. Deze vertraging heeft geen tot weinig impact gehad op het bereiken van de doelstellingen van de aanpak GAS. In het jaar 2024 wordt binnen SZW-focus gelegd op de verdere inrichting van de financiële administratie van de Aanpak.

Onderuitputting opdrachtenbudget arbeidsmarkt

De budgetten voor de Stimuleringregeling LLO in MKB (SLIM) en Nederland leert Door (NLLD) laten onderuitputting zien. Door een te hoge inschatting van het aantal vaststellingen in 2023 is er 13 miljoen euro minder benodigd voor SLIM. Ook is er minder gebruik gemaakt van NLLD dan verwacht. Aansluiting bij de realisaties levert een neerwaartse bijstelling op van 13 miljoen euro in 2023.

Onderuitputting MDIEU

Het betreft onderuitputting op de subsidieregeling Maatwerk Duurzame Inzetbaarheid & Eerder Uittreden (MDIEU). Er zijn in 2023 aangevraagde subsidies niet volledig toegekend en is er minder aangevraagd dan het beschikbare budget.

Onderuitputting overig

Onder deze post valt de verwerkte onderuitputting op verschillende budgetten. De grootste onderuitputting, van in totaal 11 miljoen euro, treedt op bij DUO leningen, doordat er in de laatste maanden minder leningen zijn verstrekt. Daarnaast is er op het apparaatsartikel sprake van een onderuitputting van 11 miljoen euro. Dit komt onder andere door een vertraging in ontwikkelprojecten voor automatisering en het niet kunnen invullen van alle vacatures. Op artikel 1 Arbeidsmarkt is er ten slotte onder Opdrachten een onderuitputting van 8 miljoen euro. Dit komt door vertraging in projecten en het vervallen van een aantal andere projecten.

Overige mee- en tegenvallers

Onder deze post vallen verschillende mee- en tegenvallers. De grootste wijziging ontstaat door lagere uitgaven op de Kinderopvangtoeslag van 9 miljoen euro. Dit komt doordat de bevoorschotting lager is uitgevallen. Daarnaast is er een meevaller op het re-integratiebudget van het UWV van 6 miljoen euro. De grootste tegenvaller betreft de kinderbijslag van circa 6 miljoen euro.

Overboekingen met andere begrotingen

Deze post bestaat uit één overboeking met het ministerie van Justitie en Veiligheid van 89 duizend euro.

Technisch

Deze post bestaat uit een afrekening van de subsidieregeling praktijkleren waarmee de uitgaven met duizend euro naar beneden worden bijgesteld.

Niet-plafondrelevant

Bij de Rijksbijdragen aan de sociale fondsen zijn de bijdragen voor de AO-tegemoetkomingen en ZEZ-uitkering (Zelfstandige en zwanger) met respectievelijk 0,6 miljoen euro en 0,1 miljoen euro naar beneden bijgesteld, omdat de uitgaven van het UWV hieraan lager uitvielen.

Stand Basisstand (Miljoenennota) 2.301
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 1.085
Stand Najaarsnota 3.386
Mee- en tegenvallers ‒ 42
Onderuitputting 9
Kindgebonden budget ‒ 57
Overige mee- en tegenvallers 5
Technisch 1
Niet-plafondrelevant 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 3.344

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Onderuitputting

Deze post bestaat uit gerealiseerde onderuitputting op diverse ontvangsten. De grootste wijziging komt voort uit hogere gerealiseerde ontvangsten door meer terugbetalingen van leningen die verstrekt zijn door DUO aan inburgeraars. Daarnaast zijn er terugontvangsten geweest bij de subsidieregeling NL leert door.

Kindgebonden budget

De ontvangsten bij het kindgebonden budget vallen in 2023 substantieel lager uit dan eerder verwacht. Een verklaring hiervoor is onder meer dat het aandeel oninbare vorderingen naar boven is bijgesteld op basis van realisatiecijfers van Dienst Toeslagen.

Overige mee- en tegenvallers

Onder deze post vallen diverse mee- en tegenvallers van per saldo 2 miljoen euro. De grootste mutaties betreffen de terugontvangsten op de kinderopvangtoeslag en de werkgeversbijdrage kinderopvangtoeslag.

Technisch

Onder deze post valt een bijstelling van de corona-terugontvangsten op de kinderopvangtoeslag. Deze vallen 1,3 miljoen euro hoger uit.

Niet-plafondrelevant

Onder deze post vallen de niet plafondrelevante ontvangstenrealisaties. Per saldo vallen de terugontvangsten 38 duizend euro lager uit.

Sociale Verzekeringen

Stand Basisstand (Miljoenennota) 72.410
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 1.127
Stand Najaarsnota 71.283
Mee- en tegenvallers 63
Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank 37
Ziektewet 34
Compensatieregeling transitievergoeding 32
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ‒ 23
Overige mee- en tegenvallers ‒ 17
Technisch 57
Werkloosheidswet 73
Ziektewet ‒ 16
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 71.403

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

De premiegefinancierde uitvoeringskosten van de SVB vielen in 2023 met 37 miljoen euro hoger uit dan eerder geraamd.

Ziektewet

De uitgaven aan de Ziektewet is met 34 miljoen euro hoger uitgevallen dan eerder geraamd bij de Najaarsnota, vanwege een hogere gemiddelde uitkering voor met name uitzendkrachten en in mindere mate bij zieke werklozen en zieke zwangeren. Tevens is het aantal zieke zwangeren hoger uitgevallen dan verwacht.

Compensatieregeling transitievergoeding

De uitgaven aan de compensatieregeling transitievergoeding is 34 miljoen euro hoger uitgevallen dan eerder geraamd bij de Najaarsnota vanwege een hoger aantal aanvragen dan eerder verwacht.

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering

De WAO kent een meevaller van 23 miljoen euro, die voornamelijk veroorzaakt wordt door een lagere gemiddelde uitkeringshoogte dan eerder werd verwacht. Daarnaast is het aantal mensen in de uitkering licht gedaald.

Overige mee- en tegenvallers

Onder deze post staan verschillende mee- en tegenvallers. De grootste wijzigingen vinden plaats op de IVA en de WGA (WIA). De IVA laat een meevaller zien van 19 miljoen euro en de WGA een tegenvaller van 31 miljoen euro, wat resulteert in een per saldo tegenvaller van 11 miljoen euro op de WIA. De meevaller in de IVA en de tegenvaller in de WGA worden grotendeels verklaard door een lager respectievelijk hoger aantal uitkeringsjaren.

Technisch

Werkloosheidswet

Op basis van realisatiecijfers van het UWV zijn de WW-uitgaven bijgesteld. De WW-instroom bleek iets hoger dan verwacht, terwijl de uitstroom een fractie lager is uitgevallen. Tegelijkertijd is de gemiddelde prijs licht gestegen. Dit leidt per saldo tot een opwaartse bijstelling van de WW-uitgaven voor 2023 van 67 miljoen euro.

Ziektewet

De ZW-uitkeringslasten zijn circa 10 miljoen euro lager uitgevallen dan ten tijde van de tweede suppletoire begroting werd verwacht. Dit komt doordat er in juli 2023 meer werkgevers eigenrisicodrager zijn geworden en er daardoor minder werknemers publiek verzekerd zijn voor de ZW. De ZW-uitkeringslasten nemen hierdoor af. Voor effecten in de ZW als gevolg van de wissel tussen publieke en private verzekeringen wordt het uitgavenplafond Sociale Zekerheid gecorrigeerd. Daarnaast blijkt dat werknemers van werkgevers die recent naar eigenrisicodrager zijn overgestapt sneller dan verwacht de ZW uitstromen, waardoor de uitkeringslasten voor deze groep eerder afneemt.

Stand Basisstand (Miljoenennota) 234
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 58
Stand Najaarsnota 176
Technisch ‒ 2
Werkloosheidswet ‒ 2
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 174

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Technisch

Werkloosheidswet       

De Ufo-ontvangsten hebben betrekking op het verhaal van WW-lasten bij overheidswerkgevers die eigenrisicodrager. Deze ontvangsten zijn iets lager uitgevallen dan bij de Najaarsnota voorzien.

Koppeling Uitkeringen

Stand Basisstand (Miljoenennota) 2.022
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 2.022
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 0

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties t/m Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Stand Najaarsnota

Er zijn geen wijzigingen geweest op het hoofdstuk Koppeling Uitkeringen na de Najaarsnota.

Zorg

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 35.461
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 12.965
Stand Najaarsnota 48.426
Mee- en tegenvallers ‒ 187
Onderuitputting SPUK's voor IZA, huiselijk geweld, kindermishandeling ‒ 6
Onderuitputting arbeidsmarkt en opleidingen ‒ 40
Onderuitputting apparaat ‒ 47
Overige mee- en tegenvallers ‒ 93
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 6
Coalitie leefstijl in de zorg ‒ 6
Technisch ‒ 56
Oekraïne ‒ 6
Corona ‒ 50
Niet-plafondrelevant ‒ 591
Realisaties zorgtoeslag ‒ 551
Overig niet-plafondrelevant ‒ 40
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 47.586
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 168
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 972
Stand Najaarsnota 1.140
Mee- en tegenvallers 19
Stichting Nationaal Programma Grieppreventie 10
CAK 5
Overige mee- en tegenvallers 3
Technisch 145
Corona 145
Niet-plafondrelevant 46
Realisatie zorgtoeslag 46
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 1.350

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Onderuitputting SPUK's voor IZA, huiselijk geweld, kindermishandeling

Het beleid voor de SPUK’s Integraal Zorgakkoord (IZA), huiselijk geweld, kindermishandeling en cliëntenondersteuning wordt door de gemeente voortgezet. Voor de brede SPUK zijn er in 2023 middelen (voor onder andere valpreventie, een tegen eenzaamheid en wijkaanpak sociale basis) overgeboekt van artikel 3 naar artikel 1. De loon- en prijsbijstelling die op artikel 3 beschikbaar was, is uiteindelijk niet uitgekeerd.

RIVM pandemische paraatheid

De bijdragen aan agentschappen zoals het RIVM voor pandemische paraatheid zijn 20 miljoen euro lager uitgevallen dan geraamd.

Onderuitputting apparaat

Op het apparaatsartikel is er bij de Slotwet nog 47 miljoen euro aan onderuitputting opgetreden. 25 miljoen euro van de totale onderuitputting op het apparaat heeft betrekking op coronagerelateerde (apparaats)kosten, welke door het beëindigen van de maatregelen niet meer noodzakelijk waren. Het gaat hier onder meer om de kosten met betrekking tot de Corona-app bij RDO en de afbouw van het apparaat van de met COVID samenhangende directies, zoals Dienst Testen en de diverse COVID-projectdirecties. De onderuitputting op het apparaat gerelateerd aan coalitieakkoordmiddelen betreft 9 miljoen euro, en wordt grotendeels veroorzaakt door een vertraging van uitvoering van beleid. 15 miljoen euro van de onderuitputting komt doordat facturen uit 2023 pas verwerkt worden in 2024.

Onderuitputting arbeidsmarktregelingen

Niet alle aanvragen voor Sectorplanplus zijn daadwerkelijk gerealiseerd, bijvoorbeeld omdat opleidingen niet doorgaan of een kortere doorlooptijd kennen dan bij de aanvraag opgegeven. Hierdoor valt 23 miljoen euro vrij. Ook op de Opleidingsmodule Basis Acute Zorg (de BAZ-regeling) was er onderuitputting op de Subsidieregeling opleiding tot Advanced nurse practitioner van 23 miljoen euro) en op de opleiding tot physician assistant (PA/VS-regeling) van 5,7 miljoen euro.

Overige mee- en tegenvallers

Op veel andere budgetten vond er onderuitputting plaats, waaronder verschillende budgetten op het artikel Sport en bewegen, ontregelprojecten voor zorgaanbieders en het opdrachtenbudget voor inclusieve samenleving door onder andere minder verleende opdrachten voor onbeperkt meedoen Wonen en Zorg. Daarnaast zijn er per abuis COVID-19 middelen op specifieke budgetten terecht gekomen. Deze zijn gecorrigeerd, waardoor de realisaties ten laste komen van het generale beeld. Dit resulteert in een onderuitputting op het specifieke beeld van 18 miljoen euro.

Overboekingen met andere begrotingen

Coalitie leefstijl in de zorg

Dit betreft de overheveling van het budget van het programma Coalitie leefstijl in de zorg dat door TNO wordt uitgevoerd. De kasmiddelen voor de eerste helft van 2023 zijn reeds ontvangen en de tweede helft is overgeboekt naar de begroting van Economische Zaken en Klimaat. Deze mutatie is in de Veegbrief gemeld.

Technisch

Oekraïne

De Subsidieregeling medisch noodzakelijke zorg aan onverzekerden en de regeling medische evacuées vallen 6 miljoen euro lager uit dan begroot.

Corona

Bij de Slotwet is er nog 89 miljoen euro aan coronamiddelen vrijgevallen aan de uitgavenkant. Er is door de afloop van de coronapandemie 36,7 miljoen euro minder uitgegeven aan de uitvoering van COVID-taken door GGD’en en 11,5 miljoen euro aan de GGD GHOR voor de landelijke coördinerende COVID-taken. Daarnaast zijn de uitgaven aan de reeds afgesloten subsidieregelingen coronabanen in de zorg (COZO) en de Zorgbonus lager uitgevallen (circa 8,5 miljoen euro) evenals de uitgaven voor de afbouw van noodvoorraden zelftesten, persoonlijke beschermingsmiddelen en medische hulpmiddelen (circa 20,5 miljoen euro). Verder is er bij het opdrachtenbudget een onderuitputting van circa 7 miljoen euro. De resterende onderuitputting (circa 5 miljoen euro) wordt veroorzaakt door meerdere kleinere mutaties.

Niet-plafondrelevant

Realisaties zorgtoeslag

De uitgaven aan zorgtoeslag vallen 554 miljoen euro lager uit. Dit komt omdat er in 2023 minder mensen zorgtoeslag hebben ontvangen dan verwacht. Vanwege de eenmalige verhoging van de zorgtoeslag over 2023 werden circa 375.000 extra gerechtigden verwacht ten opzichte van 2022. In de realisatie is echter sprake van circa 200.000 extra gebruikers. Het aantal valt mee, omdat de inkomensontwikkeling in 2023 gunstiger is gebleken dan verwacht.

Overig niet-plafondrelevant

Naast de zorgtoeslag vallen de rijksbijdragen op de VWS-begroting (Rijksbijdrage Wlz) in totaal 50 miljoen euro lager uit dan geraamd. De tegemoetkoming specifieke kosten valt 9,5 miljoen euro hoger uit dan geraamd. De Rijksbijdrage Wlz dient er toe om te voorkomen dat er in het Fonds langdurige zorg een tekort ontstaat. Door een meevaller in de premieontvangsten volstond een lagere Rijksbijdrage Wlz (€ 750 miljoen).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Stichting Nationaal Programma Grieppreventie

Voor vaccinaties in de periode 2022-2023 heeft een terugvordering plaatsgevonden bij de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie. Daardoor vallen de ontvangsten 9,9 miljoen euro hoger uit dan geraamd.

CAK

De ontvangsten van het CAK zijn 5,3 miljoen euro hoger uitgevallen dan geraamd, voornamelijk doordat het aantal wanbetalers in 2023 uiteindelijk hoger was dan verwacht.

Overige mee- en tegenvallers

De overige ontvangsten vielen voornamelijk hoger uit vanwege niet-uitgeputte subsidies, bijvoorbeeld op het gebied van volksgezondheid en jeugd.

Technisch

Corona

Bij de Slotwet zijn er aan de ontvangstenkant nog 123,2 miljoen euro aan realisaties gemeld. Op de subsidieregeling Coronabanen in de zorg (COZO) kwam er nog 37,9 miljoen euro aan ontvangsten bij, bovenop de 271 miljoen euro die bij de Najaarsnota was gemeld en toegelicht. Er was een hogere vordering op Stichting Open Nederland in relatie tot vaccins (20 miljoen euro). Daarnaast hebben er verrekeningen plaatsgevonden voor 12,8 miljoen euro van de meerkostenregeling GGD'en en waterschappen 2021. Het verschil tussen verleende voorschotten en afrekening leidt tot ontvangsten. 4,4 miljoen euro wordt verklaard door de verrekeningen die hebben plaatsgevonden van de meerkostenregeling GGD’en 2022. 6,5 miljoen euro wordt verklaard door de financiële afrekening van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) over het jaar 2022, omdat er meer is bevoorschot dan is uitgegeven met betrekking tot de opdracht Beheer Noodvoorraad. Verder was er 12,1 miljoen euro aan extra ontvangsten als gevolg van de verkoop van mondkapjes en overige medische hulpmiddelen door Bureau LCH. Daarnaast was er een hogere realisatie dan geraamd vanwege vaststellingen op subsidies en SPUK's, en de daaruit voortkomende terugvorderingen (18,5 miljoen euro). Ook was de opbrengst van STRIP apparatuur hoger dan geraamd (7,5 miljoen euro).

Niet-plafondrelevant

Realisatie zorgtoeslag

De ontvangsten gerelateerd aan de zorgtoeslag vallen 46 miljoen euro hoger uit dan geraamd.

Zorg

In miljoenen euro 2023
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 92.466
mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 1.373
Stand Najaarsnota 91.093
Mee- en tegenvallers 109
Actualisatie Q4 Zvw 158
Actualisatie Wlz-uitgaven 1
Actualisatie Q4 Wlz ‒ 20
Diversen ‒ 30
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 91.202
In miljoenen euro 2023
Stand Miljoenennota 2023 5.494
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 5.539
Stand Najaarsnota 5.539
Mee- en tegenvallers 32
Actualisatie Q4 Wlz 32
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 5.571

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

Actualisatie Q4 Zvw

Op basis van de realisatiecijfers over het vierde kwartaal van 2023 van zorgverzekeraars over de verwachte Zvw-uitgaven is een tegenvaller verwerkt van 158 miljoen euro.

Actualisatie Q4 Wlz

Op basis van realisatiecijfers over het vierde kwartaal van 2023 van het Zorginstituut over de verwachte Wlz-uitgaven buiten de contracteerruimte is een meevaller verwerkt van 20 miljoen euro.

Actualisatie Wlz uitgaven

Op basis van het februari-advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de benutting van het Wlz-kader is een tegenvaller van 1 miljoen euro verwerkt.

Diversen

Dit betreft de vrijval van middelen die nog op nominaal en onverdeeld Zvw gereserveerd stonden. Het betreft het saldo van diverse in omvang geringe bedragen.

Ontvangsten

Actualisatie Q4 Wlz

Dit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen in de Wlz op basis van cijfers van het Zorginstituut.

Gemeentefonds en Provinciefonds (inclusief accres)

Gemeentefonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 40.478
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 1.590
Stand Najaarsnota 42.068
Mee- en tegenvallers 136
Realisatie 136
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 42.205

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee en tegenvallers

Realisatie

In 2023 is er in het gemeentefonds sprake van een intertemporele overschrijding van 136 miljoen euro op het uitgavenbudget. Dit wordt in januari gecorrigeerd. Aangezien het om een kasrealisatie gaat, is er geen sprake van een overschrijding van het budget. Een klein deel hiervan bestaat uit niet ingezette onderzoeksgelden die bestemd zijn voor onderzoek naar en onderhoud van de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds. Hiervan valt 0,7 miljoen euro vrij.

Accres Gemeentefonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 570
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 570
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Provinciefonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 2.996
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 134
Stand Najaarsnota 3.130
Mee- en tegenvallers 0
Mee- en tegenvallers 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 3.130

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Mee- en tegenvallers

In 2023 was de realisatie op de uitgaven lager dan geraamd. Het verschil komt afgerond uit op 0.

Accres Provinciefonds

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 96
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 96
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Prijsbijstelling

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 2.945
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 2.945
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 0

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Arbeidsvoorwaarden

Stand Miljoenennota 2023 (incl HGIS) 3.400
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 3.400
Stand Najaarsnota 0
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) 0

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Aanvullende Post

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) 1.608
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 ‒ 2.149
Stand Najaarsnota ‒ 541
Technisch 541
Invulling in=uittaakstelling 547
Onderuitputting ‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk 0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2023

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2023 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2023 , bij de Miljoenennota 2024 en bij de Najaarsnota 2023.

Technisch

Invulling in=uittaakstelling

De in=uittaakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. De eindejaarsmarge is bedoeld om ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar te voorkomen door de onbestede middelen naar het volgende jaar door te schuiven. Hiervoor geldt een maximum van 1,0% van de totale begroting. Voor de begrotingsfondsen geldt dat het volledige saldo ten gunste of ten lasten komt van het volgende jaar. Dit betekent de facto dat sprake is van een 100% eindejaarsmarge.

Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt; de zogenaamde in=uit-taakstelling. De in=uit taakstelling kent geen concrete invulling, maar wordt gaandeweg ingevuld. De invulling kan bestaan uit onderuitputting of andere meevallers.

Bij de Voorjaarsnota 2023 is in totaal 4,3 miljard euro aan eindejaarsmarge (en dus ook in=uittaakstelling) aan de begrotingen toegevoegd. Daarnaast is bij de Miljoenennota 2023 aanvullende onderuitputting ingeboekt van 2,1 miljard euro voor 2023. Deze is bij de Miljoenennota 2024 met 255 miljoen euro ingevuld. Per saldo was sprake van 6,2 miljard euro aan in te vullen in=uittaakstelling en aanvullende onderuitputting. Hiervan is bij de Najaarsnota 5,6 miljard euro ingevuld. De resterende openstaande in=uittaakstelling van 0,5 miljard euro is nu ingevuld vanuit de onderuitputting.

Onderuitputting

Voor het compensatiepakket Zeeland resteerde nog 5,7 miljoen euro in 2023. Deze middelen zijn niet meer opgevraagd en worden daarom als onderuitputting afgeboekt.

Consolidatie

Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) ‒ 18.255
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 3.431
Stand Najaarsnota ‒ 14.824
Technisch ‒ 6
Consolidatie FJR ‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) ‒ 14.829
Stand Miljoenennota 2023 (incl. HGIS) ‒ 18.255
Mutaties t/m Najaarsnota 2023 3.431
Stand Najaarsnota ‒ 14.824
Technisch ‒ 6
Consolidatie FJR ‒ 6
Stand Financieel Jaarverslag Rijk (nota) ‒ 14.829

De post Consolidatie wordt gebruikt voor het corrigeren van de Rijksbegroting voor dubbeltellingen die ontstaan door het bruto-boeken van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het ontvangende departement raamt daarnaast de te ontvangen bijdragen ook aan de ontvangstenkant van de begroting. Hierdoor wordt het rekenkundig niveau van de totale rijksuitgaven en de rijksontvangsten hoger dan het feitelijk niveau. Op de post Consolidatie wordt hiervoor gecorrigeerd.

12 Uitgavenoverzicht Oekraïne

Totaal 5.432
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 52
Realisatie van extra woningen 44
Taskforce versnelling tijdelijke huisvesting 8
Buitenlandse Zaken incl. BHOS 396
Bijdrage NAVO Ukraine Comprehensive Assistance Package Trust Fund 75
Council of Europe Development Bank (CEB) 22
Derde steunpakket BZ/BHOS 2023 32
Eerste steunpakket BZ/BHOS 2023 193
Specifieke steun BZ/BHOS 41
Tweede steunpakket BZ/BHOS 2023 33
Justitie en Veiligheid 3.518
Basisregistratie Personen (BRP)
Directoraat Generaal Oekraïne en Nationale Opvangorganisatie (NOO) 43
Gemeentelijke en particuliere opvang 3.235
Regeling Medische zorg Ontheemden (RMO) 135
Subsidies NGO's 13
Tolken 2
Uitvoeringskosten IND 8
Uitvoeringskosten NIDOS 5
Veiligheidsregio's en GGD'en 78
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 226
Leerlingenvervoer 21
Nieuwkomersonderwijs 167
Ondersteuning en uitvoering LOWAN
Ondersteuning van het cultuurbeleid in Oekraine 3
Tijdelijke onderwijshuisvesting 24
Voorschoolse educatie 10
Financiën 137
Convertibiliteit Oekraïense hryvnia
Derde steunpakket 2023 60
EBRD Crisis Response Special Fund 25
LNG invoercapaciteit in de Eemshaven 4
Premieontvangsten garantie Gasunie ‒ 4
Tweede steunpakket Oekraïne 52
Defensie 965
Militaire goederen 965
Infrastructuur en Waterstaat 2
Tweede steunpakket Oekraïne 2
Economische Zaken en Klimaat 75
Energiehulp 7
Gasopslag Bergermeer ‒ 1.148
Tweede steunpakket BZ/BHOS 2023 1.217
Sociale Zaken en Werkgelegenheid 25
Kindregelingen 10
Taallessen 15
Volksgezondheid, Welzijn en Sport 36
Meerkostenregeling gemeentelijke zorg 20
Transport medische evacuees 1
Zorg aan onverzekerden (SOV) 15

13 Uitvoering Toeslagen Herstel

Het overzicht de gerealiseerde uitgaven laat een totaal overzicht zien van alle uitgaven in 2023 aan de Hersteloperatie Toeslagen. De laatste stand van het budget is toegelicht in bijlage 6 van de Voorjaarsnota 2024. Er is minder uitgegeven dan dat er budget was, doordat het ritme van de uitbetaling van de programmamiddelen verschilde van de raming. De verwachting is dat deze middelen in latere jaren tot besteding zullen komen. Daarnaast is er nog een correctie geweest in het overzicht, omdat om technische redenen een mutatie negatief verwerkt is in de realisatie in plaats van het budget (voor de uitvoering heeft dit geen consequenties). Een tweede correctie is gedaan, omdat een mutatie (ritmeaanpassing) nog niet in het overzicht was verwerkt.

Programma 1.571 ‒ 126 1.182 ‒ 262
w.v. 30k, IB, aanvullende compensatie (incl. uitvoering VSO-route) en overig 342 0 275 ‒ 67
w.v. Kindregeling 535 0 494 ‒ 42
w.v. Kwijtschelden publieke schulden (incl. uitvoering; rijksbreed) 349 ‒ 104 224 ‒ 21
w.v. Kwijtschelden private schulden (incl. uitvoering) 175 ‒ 22 104 ‒ 49
w.v. Andere toeslagen 2 0 0 ‒ 2
w.v. Ex-partners 11 0 2 ‒ 9
w.v. Ondersteuning door gemeenten 105 0 47 ‒ 58
w.v. Reservering ondersteuning rechtsbijstand 3 0 3 0
w.v. Dwangsommen 37 0 23 ‒ 14
w.v. Ouders in het buitenland (incl. uitvoering) 9 0 11 1
w.v. Uithuisplaatsingen kinderen (incl. uitvoering; J&V) 3 0 1 ‒ 3
Apparaat Financiën 341 0 337 ‒ 4
Totaal 1.911 ‒ 126 1.519 ‒ 266

14 Overzicht incidentele begrotingen en beroep op CW 2.27

De onderstaande tabel geeft een overzicht van de ingediende begrotingsaanpassingen middels nota's van wijziging en/of incidentele suppletoire begrotingen (ISB's) met betrekking tot het begrotingsjaar 2023. Ook is aangegeven of bij het moment van indienen een beroep is gedaan op artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Reguliere suppletoire begrotingen (1e suppletoire begroting, suppletoire begroting Prinsjesdag en de 2e suppletoire begroting) zijn niet opgenomen in het overzicht, tenzij er een beroep is gedaan op 2.27. Ook begrotingen waarbij een beroep is gedaan op lid 1 van CW 2.27 zijn niet opgenomen in dit overzicht.

50. GF NvW OB 2023 Wijziging algemene uitkeringen en aanvullende uitkeringen Nee Nee 23-9-2022 20-12-2022
8. OCW NvW OB 2023 Inzake herprioritering doorstroom beroepskolom en zelfdenkende moleculaire systemen Nee Nee 24-10-2022 20-12-2022
9. FIN NvW OB 2023 Aanvullende steunmaatregelen Oekraïne Nee Nee 8-11-2022 20-12-2022
15. SZW 1e NvW OB 2023 Verhoging uitgaven lage-inkomensvoordeel (LIV) Nee Nee 16-11-2022 20-12-2022
13. EZK NvW OB 2023 Onder andere prijsplafond voor kleinverbruikers, Tegemoetkoming Energiekosten voor energieintensieve mkb-bedrijven (TEK), BMKB-Groen, voedingsbudget en toekenningen NGF, Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) en uitvoeringskosten medeoverheden. Nee Nee 17-11-2022 20-12-2022
70. NGF NvW OB 2023 Middelen toekennen zodat 5 NGF projecten snel van van kunnen gaan Nee Nee 17-11-2022 20-12-2022
55. Mobiliteitsfonds NvW OB 2023 Verplichtingenbudget schuiven naar 2023 Nee Nee 25-11-2022 20-12-2022
15. SZW 2e NvW OB 2023 Verhoging uitgaven Tijdelijke Noodfonds Energie (TNE) Nee Nee 28-11-2022 20-12-2022
14. LNV NvW OB 2023 Verwerken van budgettaire ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden na het indienen van het oorspronkelijke voorstel. Nee Nee 1-12-2022 20-12-2022
7. BZK NvW OB 2023 Inzake NGF, werklandschappen van de Toekomst en personele inzet crisisopvang Nee Nee 5-12-2022 20-12-2022
16. VWS NvW OB 2023 Aanvullende maatregelen ter compensatie van gestegen energieprijzen in het (semi-)publieke domein en voor de zorg. Nee Nee 7-12-2022 31-1-2023
13. EZK 1e ISB Gasopslag Bergermeer en garantieregeling Porthos Ja Nee 12-12-2022 28-3-2023
5. BZ 1e ISB Ophoging Nederlandse bijdrage Europese Vredesfaciliteit Nee Nee 13-2-2023 4-7-2023
13. EZK 2e ISB Lening Invest-NL in verband met SIF Ja Nee* 13-2-2023 6-6-2023
10. DEF 1e ISB Militaire steun aan Oekraïne Nee Nee* 17-2-2023 6-6-2023
13. EZK 3e ISB Verder vullen gasopslag Bergermeer Ja Nee* 27-2-2023 30-5-2023
17. BHOS 1e ISB Steun voor Oekraïne Nee Nee 3-4-2023 11-7-2023
5. BZ 2e ISB Steun Oekraïne en tweede ophoging Nederlandse bijdrage Europese Vredesfaciliteit Nee Nee 3-4-2023 4-7-2023
15. SZW NvW O1 2023 Verhoging uitgaven onderstand, Algemene weduwen- en wezenuitkering (AWW) en energietoeslag studenten. Nee Nee 8-6-2023 11-7-2023
16. VWS NvW O1 2023 Correctie op verplichtingen en uitgaven voor een vaccinatiecampagne en een correctie van een verplichtingenschuif voor passende zorg Nee Nee 23-6-2023 11-7-2023
9. FIN NvW O1 2023 Uitwerking van pakket met aanvullende en vernieuwende maatregelen en denkrichtingen inzake herstel toeslagen. Nee Nee 23-6-2023 11-7-2023
4. KR NvW O1 2023 Toevoeging van middelen ter verstrekking van een annuïtaire lening aan Sint Maarten voor investeringen op Sint Maarten Nee Nee 29-6-2023 26-9-2023
65. Deltafonds NvW O1 2023 Correctie woordelijke fouten Nee Nee 5-7-2023 26-9-2023
4. KR 1e ISB Herfinanciering covidleningen Nee Nee 29-8-2023 10-10-2023
4. KR NvW ISB 2023 Corrigeren van verkeerd opgenomen standen bij verplichtingen, uitgaven en ontvangsten Nee Nee 22-9-2023 10-10-2023
7. BZK 1e suppletoire begroting Beroep 2.27 omdat uitvoering niet langer kon wachten Ja Nee 11-5-2023, beroep op 2.27 is ingediend bij de Eerste Kamer op 27-10-2023 28-11-2023

* Bij de 2e en 3e ISB van EZK en de ISB van DEF zijn geen uitgaven gedaan voor autorisatie. Echter zijn er wel verplichtingen aangegaan voor autorisatie.

15 Opvolging Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's)

Doorgaans vindt elk jaar een aantal Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) plaats naar belangrijke beleidsonderwerpen. De taakopdrachten van IBO's worden gepubliceerd als bijlage bij de Miljoenennota.

Hieronder wordt ingegaan op de doorwerking van de IBO's van de rondes 2021/2022 en 2022/2023 op basis van, onder andere, de kabinetsreacties op de onderzoeken. Voor een volledig en actueel overzicht van alle gepubliceerde IBO’s, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Ronde 2022/2023

In de ronde 2022/2023 vonden IBO’s plaats naar Klimaat, Biodiversiteit en de Toekomstbestendigheid van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).

Klimaat

Het IBO-rapport «Scherpe doelen, scherpe keuzes» is op 13 maart 2023 direct na afronding, zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.1 Dit voorjaar heeft het kabinet een besluit genomen over een integraal pakket aanvullende klimaatmaatregelen, waarbij zowel is gekeken naar normering, beprijzing als subsidiëring (via het Klimaatfonds). Daarin zijn de resultaten van dit IBO meegenomen.2

Biodiversiteit

Op 5 september 2023 is het IBO-rapport «Snel aan de slag!» aan de Tweede Kamer aangeboden.3 Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd.

Toekomstbestendigheid van het mbo

Op 13 november 2023 is het IBO-rapport «Samen gericht opleiden voor wendbare vakmensen» aan de Tweede Kamer aangeboden.4 Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd.

Ronde 2021/2022

In de ronde 2021/2022 vonden IBO’s plaats naar Vermogensverdeling, Publieke investeringen, Jeugdcriminaliteit, Sturing op kwaliteit van onderwijs, Ouderenzorg en Vereenvoudiging sociale zekerheid.

Vermogensverdeling

Het IBO-rapport «Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling» is direct na het gereedkomen op 8 juli 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden.5 De kabinetsreactie volgde bij Prinsjesdag 2022 (20 september 2022), zoals aangegeven bij de aanbieding van het rapport aan de Tweede Kamer.6 In de Voorjaarsnota 2022 kondigde het demissionaire kabinet aan op basis van dit IBO en de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) te kijken naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht.7 Hierbij is een gefaseerde aanpak gehanteerd. Met het pakket aan maatregelen in het Belastingplan 2023 heeft het kabinet een belangrijke stap gezet in het evenwichtiger belasten van inkomen uit arbeid en inkomen uit vermogen en in het herstel van het globale evenwicht in de belasting van verschillende werkenden.8 Daarnaast heeft het demissionaire kabinet zichzelf bij de Miljoenennota 2023 een taakopdracht gegeven om met de aanpak van belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen structureel 550 miljoen euro extra belastingontvangsten te realiseren. Daarbij is aangegeven dat het tarief eerste schijf van de inkomstenbelasting (TES) geldt als placeholder voor de taakstellende opdracht. In het Belastingplan 2023 is een eerste concrete stap gezet in het aanpakken van belastingconstructies door voor periodieke giften een plafond in te voeren van 250 duizend euro.9 Het kabinet heeft de taakstellende opdracht bij Belastingplan 2024 grotendeels op structurele basis kunnen invullen. Van de taakstellende 550 miljoen euro resteert een bedrag van 71 miljoen euro dat wordt gedekt door een stapsgewijze verhoging van het TES.10 In de brief «Aanpak belastingconstructies en fiscale regelingen» die op 19 september jl. aan de Tweede Kamer is gestuurd is uitgebreid ingegaan op zowel de invulling van de taakopdracht als de uitkomsten van de inventarisatie naar belastingconstructies. Daarnaast is een lijst van belastingconstructies als bijlage bij de Voorjaarsnota 2023 gevoegd. Ook werkt het kabinet aan continue verbetering van benodigde data voor monitoring en evaluaties. Tot slot acht het demissionair kabinet het van belang om voortdurend kritisch te blijven kijken naar het belastingstelsel. Daartoe heeft het kabinet op Prinsjesdag 2023 de taakopdracht «Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel» naar de Kamer gestuurd. Een interdepartementale werkgroep onder leiding van een onafhankelijke voorzitter heeft begin 2023 het rapport «Belastingen in maatschappelijk perspectief - Bouwstenen voor een beter belastingstelsel» opgeleverd.11 Het rapport gaat ook in op de mogelijkheden om inkomen uit werk en inkomen uit verschillende vermogensvormen neutraler te behandelen. Tot slot heeft het demissionair kabinet verdere stappen gezet in het vormgeven van een box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement en daartoe in het najaar van 2023 een wetsvoorstel in consultatie gebracht.12 Op basis van deze consultatie heeft het kabinet het wetsvoorstel op een aantal punten aangepast.13 Het belasten van het werkelijk rendement op vermogen in box 3 volgt uit het coalitieakkoord van kabinet Rutte IV en wordt omarmd door het IBO en past bij een evenwichtiger belastingstelsel.

Publieke investeringen

Het IBO-rapport «Waar voor ons geld» is op 18 juli 2022 met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.14 Hierin kondigde de minister van Financiën aan dat de werkwijze en de instrumenten overprogrammering en het investeringsplafond worden geëvalueerd om te borgen dat het doel van het beleid centraal staat. Daarnaast meldde het kabinet voornemens te zijn in de departementale begrotingen, jaarverslagen, de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk te rapporteren over investeringen uit het Coalitieakkoord die onder het investeringsplafond vallen. In de Miljoenennota 2023 is dit voornemen tot uitvoering gebracht in Bijlage 1. Tot slot zei het kabinet toe bij de wetvoorstellen en de bijbehorende memorie van toelichting voor het Klimaatfonds en het Transitiefonds heldere keuzes maken over de vormgeving van de fondsen. In antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer is nog verder ingegaan op de aanbevelingen van het IBO en de toezeggingen in de kabinetsreactie.15

Jeugdcriminaliteit

Het IBO-rapport «Werken aan effectievere detentie van jeugdigen» is op 24 februari 2023 met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.16 In de kabinetsreactie wordt door de minister voor Rechtsbescherming onder andere aangekondigd dat wordt ingezet op het naar binnen halen van zorgpartners die voorafgaand aan de vrijheidsbeneming betrokken zijn. In 2023 is hier invulling aan gegeven doordat DJI een beleidskader heeft opgesteld voor de zogeheten basisafdeling in Justitiële jeugdinrichtingen (JJI) waarbij de focus ligt op het mogelijk maken van passende zorg en begeleiding bij uitstroom. Daarnaast zijn er verschillende aanvullende verkenningen uitgevoerd. Dit heeft onder andere geleid tot de handreiking «Zo krijg je samen zicht op jongeren» van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), welke gericht is op vroegsignalering van jongeren die dreigen af te glijden naar het criminele milieu. Ook wordt samengewerkt met OCW, bijvoorbeeld voor het aanstellen van een tijdelijke landelijke coördinator die de samenwerking tussen JJI’s en mbo-instellingen faciliteert. Op 7 juli 2023 is de kamerbrief brede preventieaanpak jeugdcriminaliteit verstuurd.17 Hierin wordt o.a. extra geïntensiveerd in de domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak jeugdcriminaliteit. Dit sluit ook aan bij de aanbevelingen uit het IBO om de inzet van preventie te stroomlijnen en vroegsignalering te verbeteren.

Sturing op kwaliteit van onderwijs

Op 18 april 2022 is het IBO-rapport «Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In de kabinetsreactie geeft de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zijn visie op de sturing op onderwijskwaliteit en kansengelijkheid in het funderend onderwijs. Daarbij kijkt hij ook naar de grote samenhangende sturingsvraagstukken op het gebied van bekostiging, zeggenschap en arbeidsvoorwaardenvorming.18 In 2024 komt de minister met een brief met daarin de uitwerking van deze visie.

Ouderenzorg

Op 3 juli 2022 is het IBO-rapport «Niets doen is geen optie» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In dit IBO is een aantal keuzes in beeld gebracht om de beheersbaarheid van de ouderenzorg te vergroten, zowel op financieel, personeel als maatschappelijk vlak. Het rapport brengt bestaande inzichten in kaart en vult deze aan met analyses, beleidsopties en aanbevelingen. In de kabinetsreactie wordt het advies om nader onderzoek te doen ter harte genomen. Er wordt onder andere onderzocht of ouderenzorg onder kan worden gebracht in een ander domein en welke interventies effectief zijn.19

Vereenvoudiging sociale zekerheid

Op 9 juni 2023 is het IBO-rapport «Moeilijk makkelijker maken» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In de kabinetsreactie wordt de noodzaak om het sociaal vangnet eenvoudiger te maken onderschreven. In deze reactie wordt een nieuw interdepartementaal programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor mensen (VIM) aangekondigd. Dit programma heeft als doel om, samen met uitvoerders en gemeenten, tot scenario’s te komen voor een eenvoudigere inkomensondersteuning op de lange termijn. Ook pakt het programma knelpunten op die ontstaan als mensen te maken hebben met een samenloop van regelingen. Daarnaast werkte het kabinet aan de renovatie van bestaande regelingen en de dienstverlening. Verkend wordt hoe het arbeidsongeschiktheidsstelsel, de kindregelingen, de Participatiewet en de Werkloosheidswet in de toekomst vereenvoudigd kunnen worden. Ook wordt de handhaving herijkt.20


  1. __Kamerstukken II, 2022-2023, 32 813, nr. 1177.↩︎

  2. __Kamerstukken II, 2022-2023, 32 813, nr. 1230.↩︎

  3. __Kamerstukken II, 2022-2023, 26 407, nr. 149.↩︎

  4. __Kamerstukken II, 2023-2024, 31 524, nr. 590.↩︎

  5. __Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 IX, nr. 38.↩︎

  6. __Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4.↩︎

  7. __Kamerstukken II, 2021-2022, 36 120, nr. 1.↩︎

  8. __Kamerstukken II, 2022-2023, 36 202, nr. 6 en Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4.↩︎

  9. __Kamerstukken II, 2022-2023, 36 202, nr. 15 en Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 47.↩︎

  10. __Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 175.↩︎

  11. __Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 180.↩︎

  12. __Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 170.↩︎

  13. __Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 179.↩︎

  14. __Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925, nr. 173.↩︎

  15. __Kamerstukken II, 2022-2023, 36 410, nr. 85.↩︎

  16. __Kamerstukken II, 2022-2023, 28 741, nr. 92.↩︎

  17. __Kamerstukken II, 2022-2023, 28 741, nr. 106.↩︎

  18. __Kamerstukken II, 2022-2023, 31 293, nr. 669.↩︎

  19. __Kamerstukken II, 2022-2023, 29 389, nr. 118.↩︎

  20. __Kamerstukken II, 2022-2023, 29 362, nr. 328.↩︎