Arbeidsongeschiktheidscriterium Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen
Arbeidsomstandigheden
Brief regering
Nummer: 2024D16813, datum: 2024-04-24, bijgewerkt: 2024-05-01 14:25, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25883-486).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 25883 -486 Arbeidsomstandigheden.
Onderdeel van zaak 2024Z07330:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- : Arbeidsongeschiktheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-04-25 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-21 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-09-12 13:00: Zzp (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-10-03 13:36: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
25 883 Arbeidsomstandigheden
31 311 Zelfstandig ondernemerschap
Nr. 486 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24Â april 2024
Werkenden die ziek worden, hebben grote risicoâs op een significante teruggang in inkomen. Het kabinet wil daarom dat er voor zelfstandigen, net als voor werknemers, een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komt. Ik ben dit wetsvoorstel nu aan het uitwerken. Van belang bij de uitwerking is dat het voorstel uitlegbaar, betaalbaar en uitvoerbaar is. Met het oog op het commissiedebat Arbeidsongeschiktheid op 24Â april a.s., breng ik u graag op de hoogte van de laatste stand van zaken.
Bij het uitwerken van het wetsvoorstel zijn verschillende varianten onderzocht om te bepalen wanneer een zelfstandige recht heeft op zoân arbeidsongeschiktheidsuitkering. Ik heb afgelopen maanden samen met UWV intensief gekeken naar verschillende varianten van dit zogenaamde arbeidsongeschiktheidscriterium en heb daarbij verschillende uitwerkingen onderzocht. Na overleg met sociale partners en zelfstandigenorganisaties heb ik besloten om de «drempelfunctievariant» op te nemen in het wetsvoorstel dat voor internetconsultatie en uitvoeringstoetsen zal worden uitgezet. Deze variant scoort beter op de criteria uitlegbaarheid, betaalbaarheid en uitvoerbaarheid dan het alternatief. Graag licht ik toe â op hoofdlijnen â waarom ik gekozen heb voor deze variant. Nadere toelichting op deze variant wordt uitgewerkt in het betreffende wetsvoorstel.
Zoals aangegeven in de brief van 3 april 2023, sluit de uitwerking van de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen zo veel mogelijk aan bij het advies van de Stichting van de Arbeid «Keuze voor zekerheid». In dit advies wordt uitgegaan van een arbeidsongeschiktheidscriterium vergelijkbaar met het criterium in de WIA. Dat betekent dat zelfstandigen een uitkering zouden krijgen op basis van het verschil tussen wat deze verdiende voor dat hij ziek werd en zijn resterende verdiencapaciteit.
In een gezamenlijk traject met UWV heb ik een alternatief uitgewerkt, de zogenoemde «drempelfunctievariant». Deze drempelfunctievariant wordt ook beschreven in het rapport van de onafhankelijke commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS).1 Dit arbeidsongeschiktheidscriterium houdt in dat zelfstandigen een uitkering krijgen als zij door ziekte niet meer het Wettelijk Minimumloon (WML) kunnen verdienen. Uit het doorlopen traject is gebleken dat de drempelfunctievariant de verzekerde de meeste duidelijkheid geeft over zijn recht op een uitkering. Daarnaast is het belangrijk dat deze variant passend is bij de specifieke vormgeving van de uitkering, omdat de uitkering bij arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen straks maximaal ter hoogte van het WML zal zijn. Dat wijkt af van de uitkering voor werknemers, die in sommige gevallen hogere uitkeringen kunnen krijgen. Zelfstandigen dragen daarmee zelf een deel van het (ondernemers-)risico van inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid. Daarnaast zorgt deze variant voor iets lagere premies en is deze minder intensief om te beoordelen door het UWV. Dit laatste blijkt uit een pre-uitvoeringstoets door UWV.
Ik ben blij dat ik, in nauwe samenwerking met UWV, en na constructief overleg met sociale partners en zelfstandigenorganisaties, heb kunnen komen tot dit arbeidsongeschiktheidscriterium. Dat betekent dat deze variant in het voorstel moet worden verwerkt. Hierdoor loopt het wetsvoorstel enkele weken vertraging op. In de volgende fase toetsen UWV en de Belastingdienst het gehele wetsvoorstel op uitvoerbaarheid, en wordt het voorstel voor internetconsultatie uitgezet. Beoogd uitvoerders dienen daarbij ook afdoende tijd te krijgen voor het toetsen van de uitvoerbaarheid van het voorstel.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip
Zie het Eindrapport van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstel, Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel, p. 34.â©ïž