Motie van de leden Van der Plas en Van Zanten over mogelijkheden uitwerken die borgen dat organisaties die zich schuldig maken aan het weigeren van Israëlische en-/of Joodse mensen geen aanspraak meer kunnen maken op publiek geld
Racisme en Discriminatie
Motie
Nummer: 2024D17371, datum: 2024-04-25, bijgewerkt: 2024-04-26 15:08, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30950-372).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A.M. van der Plas, Tweede Kamerlid (BBB)
- Mede ondertekenaar: C.R. van Zanten, Tweede Kamerlid (BBB)
Onderdeel van kamerstukdossier 30950 -372 Racisme en Discriminatie.
Onderdeel van zaak 2024Z07541:
- Indiener: C.A.M. van der Plas, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.R. van Zanten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-04-25 00:55: Einde vergadering: STEMMINGEN (over moties ingediend bij het debat over antisemitisme, het tweeminutendebat Landbouw- en visserijraad, over de moties ingediend bij het debat over het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening: ‘Blind voor mens en recht’ en over moties ingediend bij het tweeminutendebat Mestbeleid) (Stemmingen), TK
- 2024-04-25 16:00: Debat over antisemitisme (Plenair debat (debat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 372 MOTIE VAN DE LEDEN VAN DER PLAS EN VAN ZANTEN
Voorgesteld 25 april 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat geen enkele vorm van antisemitisme een plek heeft in de Nederlandse samenleving en dat het onaanvaardbaar is wanneer Israëlische en/of Joodse mensen geweigerd worden op basis van hun achtergrond en dat zulke organisaties geen publiek geld moeten ontvangen;
verzoekt de regering mogelijkheden uit te werken die borgen dat organisaties die zich schuldig maken aan het weigeren van Israëlische en/of Joodse mensen op basis van hun achtergrond, geen aanspraak meer kunnen maken op publiek geld,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Plas
Van Zanten