[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van het lid Van Baarle over de IHRA-definitie van antisemitisme geen uitgangspunt laten zijn in beleid en in de strafrechtketen

Racisme en Discriminatie

Motie

Nummer: 2024D17385, datum: 2024-04-25, bijgewerkt: 2024-04-26 15:31, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30950-386).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 30950 -386 Racisme en Discriminatie.

Onderdeel van zaak 2024Z07555:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

30 950 Racisme en Discriminatie

Nr. 386 MOTIE VAN HET LID VAN BAARLE

Voorgesteld 25 april 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering stelt dat binnen de strafrechtketen de IHRA-definitie van antisemitisme gebruikt kan worden voor het herkennen van discriminatie;

overwegende dat de IHRA-definitie politieke elementen bevat, zoals het als antisemitisme betitelen van het van de staat Israël verlangen van gedrag dat men niet van andere staten verlangt;

van mening dat antisemitisme moet worden bestreden, waarbij antisemitisme niet gelijkstaat aan kritiek op de staat Israël;

verzoekt de regering de IHRA-definitie van antisemitisme geen uitgangspunt te laten zijn in beleid en in de strafrechtketen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Baarle