Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht dat er bij een Nederlandse wapeninzet in Afghanistan in 2007 mogelijk zes burgerslachtoffers zijn gevallen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D17622, datum: 2024-04-26, bijgewerkt: 2024-05-01 14:04, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1622).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Defensie
Onderdeel van zaak 2024Z04738:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Indiener: S.E.M. Dobbe, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1622
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Defensie over het bericht dat er bij een Nederlandse wapeninzet in Afghanistan in 2007 mogelijk zes burgerslachtoffers zijn gevallen (ingezonden 21 maart 2024).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 26 april 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1489.
Vraag 1, 2, 3, 5, 8 en 9
Kunt u de wapeninzet van 14 september 2007 uitgebreider toelichten inclusief de precieze toedracht van de betreffende aanval, met daarbij onder andere locatie, soort wapeninzet, aantal betrokken militairen en het doel van de inzet? Zo nee, waarom niet? (Kamerstuk 27 925, nr. 964)
Sinds wanneer is het u bekend dat er mogelijk zes burgerslachtoffers zijn gevallen op 14 september 2007 door de Nederlandse wapeninzet?
Sinds wanneer is deze informatie bekend bij het ministerie?
U schrijft dat er «mogelijk» burgerslachtoffers zijn gevallen op 14 september 2007; wat is hierover bekend en worden de feiten onderzocht zodat hier uitsluitsel over kan worden gegeven? Zo ja, wanneer kan de Kamer hier meer duidelijkheid over verwachten? Zo nee, waarom niet?
Is er contact geweest met de slachtoffers en nabestaanden van 14 september 2007, in het geval er sprake is van burgerslachtoffers? Zo ja, wanneer was dit, met wie, hoe vaak, en wat was de aard van dit contact?
Is er met de slachtoffers en nabestaanden van 14 september 2007 gesproken over compensatie en excuses? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1, 2, 3, 5, 8 en 9
Zoals aan uw Kamer gemeld op 20 februari 2024 (Kamerstuk 27 925, nr. 964) is door een mediaverzoek gebleken dat de geweldsaanwending van 14 september 2007 met mogelijke burgerslachtoffers niet is opgenomen in de registratie die door het Ministerie van Defensie op 18 december 2009 openbaar is gemaakt.1 In deze brief heb ik toegezegd uw Kamer hierover nader te informeren.
Op 14 september 2007 verleende een Nederlandse eenheid vuursteun aan een politiepost die door vijandelijke strijders werd aangevallen. De Afghaanse politie dreigde de post te moeten opgeven. Ter verdediging viel de Nederlandse eenheid de vijandelijke strijders aan, die twee wooncomplexen (quala’s) als gevechtsposities gebruikten. Op 17 september werd op basis van informatie van een nabijgelegen ziekenhuis bekend dat er mogelijk zes burgers waren omgekomen en twee kinderen gewond waren geraakt. De dodelijke slachtoffers waren toen al begraven en waren daarvoor niet door medici gezien. Op 18 september hebben Nederlandse militairen in het ziekenhuis gesproken met familieleden van één van de gewonde kinderen. Om een feitencomplex te kunnen reconstrueren werd gepoogd ter plaatse te gaan. Dit werd echter bemoeilijkt doordat de locatie wegens verhoogde dreiging niet toegankelijk was. Op 29 december werd een bezoek mogelijk waarbij bleek dat niet met zekerheid kon worden vastgesteld waardoor en onder welke omstandigheden de slachtoffers hun (dodelijke) verwondingen hadden opgelopen. Een situatierapport van 30 december vermeldt dat er aan één van de families een ex-gratia betaling is gedaan.
Vraag 4, 6 en 7
Hoe komt het dat deze informatie in 2009 niet bekend is gemaakt?
Deelt u de mening dat het verzwijgen van burgerslachtoffers een ernstige zaak is?
Waarom is de toedracht en het vallen van burgerslachtoffers op 14 september 2007 niet eerder met de Kamer gedeeld tussen 2007 en 2024?
Antwoord 4, 6 en 7
Het betreft een omissie in de registratie die op 18 december 2009 door Defensie per Wob-besluit openbaar is gemaakt, waarbij destijds ook is aangegeven dat deze registratie mogelijk niet volledig was (Kamerstuk 27 925, nr. 403). In aanloop naar de publicatie van het artikel in de NRC over de vaandelopschriften Afghanistan (28 februari 2024) werd dit opgemerkt en is de Kamer hierover geïnformeerd (Kamerstuk 27 925, nr. 964).
Vraag 10, 11, 12, 13 en 14
In een artikel in NRC Handelsblad van 28 februari 2024 wordt gesteld dat in juni 2009 acht burgers werden gedood; klopt dit?2
Hoe rijmt u dit artikel met de antwoorden op Kamervragen van de SP van 23 december 2009 waarin staat: «Op 11 juni 2009 hebben twee Nederlandse helikopters luchtsteun gegeven aan Afghaanse en Australische eenheden die in het Mirabad-gebied in gevecht waren geraakt met Talibanstrijders. De Nederlandse helikopters hebben een beschieting uitgevoerd op twee voertuigen die daarbij betrokken waren, en die tijdens het wegrijden duidelijk herkenbaar reageerden op opdrachten van de Talibanstrijders die door middel van radiocontact werden gegeven.»?3
Indien dit bericht in NRC klopt, waarom is de Kamer niet geïnformeerd over de acht burgerdoden die zijn gevallen op 11 juni 2009?
Sinds wanneer is het u bekend dat er mogelijk burgerslachtoffers zijn gevallen op 11 juni 2009 door Nederlandse wapeninzet?
Sinds wanneer is deze informatie bekend bij het ministerie?
Antwoord 10, 11, 12, 13 en 14
De Task Force Uruzgan was op 13 juni 2009 op de hoogte dat er sprake was van een vermoeden van burgerslachtoffers ten gevolge van deze geweldsaanwending op 11 juni 2009. Deze geweldsaanwending is opgenomen in de op 18 december 2009 door Defensie per Wob-besluit openbaar gemaakte registratie met de vermelding dat er sprake was van zeven doden, en dat het waarschijnlijk om vijandige strijders ging.
Vraag 15
Wat is bekend over de toedracht van 11 juni 2009 en worden de feiten onderzocht zodat hier uitsluitsel over kan worden gegeven? Zo ja, wanneer kan de Kamer hier meer duidelijkheid over verwachten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
De toedracht staat beschreven in de registratie die op 18 december 2009 door Defensie per Wob-besluit openbaar is gemaakt. Destijds zagen Defensie en het Openbaar Ministerie (OM) geen aanleiding voor vervolgonderzoek. In 2021 maakt het OM openbaar dat er aanvullend onderzoek was ingesteld naar deze geweldsaanwending, op basis van nieuwe informatie die het OM in de loop van 2018 bereikte. Defensie wacht het onderzoek af.
Vraag 16 en 17
Is er contact geweest met de slachtoffers en nabestaanden van 11 juni 2009, in het geval er sprake is van burgerslachtoffers? Zo ja, wanneer was dit, met wie, hoe vaak, en wat was de aard van dit contact?
Is er met de slachtoffers en nabestaanden van 11 juni 2009 gesproken over compensatie en excuses? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 16 en 17
De Nederlandse Apaches handelden op verzoek van Australische grondeenheden die zij ondersteunden. Het is Defensie niet bekend of er nadien door Australische eenheden contact is gelegd met burgerslachtoffers en/of nabestaanden. Defensie zal Australië verzoeken de bij hen bekende informatie over mogelijke burgerslachtoffers te delen.
Vraag 18
Op 20 april 2023 antwoordde u op Kamervragen van de SP dat een intern onderzoek zou worden gestart naar burgerslachtoffers tijdens een inzet op 22 maart 2016 bij een gebouw in Mosul in Irak dat volgens de coalitie door ISIS werd gebruikt als hoofdkwartier; zijn de resultaten van dit onderzoek er inmiddels en wanneer verwacht u deze naar de Kamer te sturen?4
Antwoord 18
De Kamer is op 30 maart 2023 geïnformeerd dat er een intern onderzoek naar dit vermoeden van burgerslachtoffers is gestart. Dit onderzoek is gaande, zodra dit is afgerond wordt uw Kamer hierover geïnformeerd.
https://archief28.sitearchief.nl/archives/sitearchief/20180222145227/https:/www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/wob-verzoeken/2009/12/24/wob-verzoek-inzake-aantal-burger-slachtoffers-afghanistan/2009021173-1.pdf↩︎
NRC, 28 februari 2024, «Dat spannende gevecht? Daar was de helikopter niet eens bij in de buurt» (https://www.nrc.nl/nieuws/2024/02/28/de-troepen-eren-was-belangrijker-dan-de-feiten-na-afghanistan-a4191384)↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 2691↩︎
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 2361↩︎