[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Samenwerking imamopleiding beëindigd

Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen

Brief regering

Nummer: 2024D17807, datum: 2024-04-29, bijgewerkt: 2024-05-06 12:31, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35228-47).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35228 -47 Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen.

Onderdeel van zaak 2024Z07706:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

35 228 Parlementaire ondervraging ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen

Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 april 2024

Na het beëindigen van de eerdere imamopleidingen in 2013 heeft uw Kamer meerdere keren verzocht om de mogelijkheden te verkennen hoe een nieuwe erkende en bekostigde imamopleiding op hbo-bachelorniveau tot stand kan komen. Hiermee worden de moslimgemeenschappen in staat gesteld om, onafhankelijk van de herkomstlanden, zelf invulling te geven aan hun geloof binnen de Nederlandse context. Het initiatief van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), de Hogeschool van Amsterdam (HvA), de IPABO en het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) om een Nederlandse imamopleiding te ontwikkelen heb ik dan ook warm verwelkomd.

Helaas hebben de onderwijsinstellingen en het CMO mij laten weten dat zij de samenwerking tot de ontwikkeling van de imamopleiding hebben beëindigd. Hierbij zend ik uw Kamer, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de laatste stand van zaken over de beëindiging van deze samenwerking.

Inleiding

Op 25 september 2023, Kamerstuk 35 228, nr. 42, heb ik uw Kamer geïnformeerd over de planning van de bovengenoemde partijen om per september 2025 een imamopleiding van start te laten gaan. De maanden daaropvolgend hebben bovengenoemde partijen zich hard ingespannen om de benodigde governancestructuur tussen de onderwijsinstellingen en een samenwerkingsovereenkomst tussen de onderwijsinstellingen en CMO uit te werken.

Helaas heeft de grote inspanning van alle partijen niet geleid tot een samenwerkingsovereenkomst die ten grondslag zou liggen aan een kansrijke, geaccrediteerde en bekostigde hbo-bacheloropleiding tot imam in Nederland. Zij hebben daarom gezamenlijk besloten om de samenwerking in de verdere ontwikkeling van de imamopleiding te beëindigen. Ik betreur dat ten zeerste.

Toelichting

Alle betrokken partijen hebben aangegeven dat zij onverkort achter de maatschappelijke noodzaak van een Nederlandse imamopleiding staan. Echter, over de randvoorwaarden daartoe bleek een onoverkomelijk verschil van inzicht te bestaan. De ideeën over de educatieve invulling en de juridische haalbaarheid van de voorgestelde samenwerkingsstructuur lagen te veel uit elkaar. Hierop hebben de betrokken partijen de beoogde samenwerking beëindigd.

De afgelopen weken is er vanuit het Ministerie SZW sterke inzet gepleegd om de verschillen in inzicht tussen de betrokken partijen te verkleinen en te overbruggen. Dit heeft helaas niet geleid tot het gewenste resultaat.

De onderwijsinstellingen en het CMO hebben op 24 april 2024 een verklaring uitgegeven over het beëindigen van het traject tot de nieuwe opleiding. Ze geven hierin tot slot aan dat ze de uitkomst betreuren en dat de inzichten van de verkenning beschikbaar worden gesteld, mocht er in de toekomst een nieuwe poging worden ondernomen.

Vervolgstappen

De afgesproken routekaart met de drie onderwijsinstellingen en het CMO is hiermee voortijdig ten einde gekomen waardoor het starten van een Nederlandse imamopleiding per september 2025 niet meer haalbaar is. Ondertussen zal mijn departement, in samenwerking met OCW, zich onverminderd inzetten om een bekostigde en erkende imamopleiding tot stand te laten komen in Nederland. Hierbij zullen wij de opgedane inzichten gebruiken. Wel blijft gelden dat het initiatief en de verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen en het aanbieden van een nieuwe opleiding ligt bij de onderwijsinstellingen samen met het CMO. De Rijksoverheid zal hierin faciliteren en, waar nodig vanuit maatschappelijk perspectief, verder aanmoedigen.

Ik waardeer het dat de onderwijsinstellingen en het CMO bereid zijn de inzichten van hun verkenning beschikbaar te stellen voor toekomstige initiatiefnemers en ik dank hen voor al hun inspanningen. Nochtans betreur ik dat zij niet tot gezamenlijke inzichten over het ontwikkelen en het aanbieden van een nieuwe imamopleiding zijn gekomen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip