Reactie op de aangenomen motie van het lid Van der Plas c.s. over voor 3 mei 2024 vrijstellingen verlenen voor de middelen Tracer en Exirel in de kersenteelt (Kamerstuk 21501-32-1639)
Gewasbeschermingsbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D17956, datum: 2024-05-01, bijgewerkt: 2024-07-24 14:51, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27858-652).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Brief NFO over artikel 38 vrijstellingsaanvraag Exirel en Tracer in kers
- Beslisnota bij Kamerbrief over reactie op de aangenomen motie van het lid Van der Plas c.s. over voor 3 mei 2024 vrijstellingen verlenen voor de middelen Tracer en Exirel in de kersenteelt (Kamerstuk 21501-32-1639)
Onderdeel van kamerstukdossier 27858 -652 Gewasbeschermingsbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z07761:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-05-14 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-14 17:00: Gewasbeschermingsmiddelen (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-05-29 11:15: Procedurevergadering commissie LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-09-04 12:15: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 652 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 mei 2024
Op 26 april 2024 heeft uw Kamer de motie Van der Plas c.s. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1639) aangenomen. In deze motie doen de indieners twee verzoeken:
– Verzoekt de regering om voor 3 mei 2024 vrijstellingen te verlenen voor het biologische middel Tracer en Exirel in de kersenteelt, met werkbare randvoorwaarden teneinde de bestrijding van de suzukifruitvlieg te waarborgen en daarmee de Nederlandse kers te behouden voor onze voedselproductie en voor onze cultuur.
– Verzoekt de regering om eenzelfde soort vrijstelling te verlenen voor de fruitteelten waarvan de oogst ook vernietigd dreigt te worden.
In het tweeminutendebat heb ik op het eerste verzoek van uw Kamer aangegeven dat ik op een ordentelijke wijze werk aan besluitvorming over deze vrijstellingen op korte termijn (samen met betrokken partners en instanties, waaronder de Minister van IenW) op basis van de meest actuele inzichten en informatie.
Ik kan u hierover het volgende melden. Ik constateer dat beide vrijstellingen al vele jaren eerder zijn verleend (in 2015 voor het eerst), waardoor in feite niet kan worden gesproken over een onvoorziene noodsituatie. Ik constateer ook dat er op dit moment geen alternatieven zijn voor de bestrijding van de suzukifruitvlieg in kers. En dat er een aanvraag voor Exirel voor wederzijdse erkenning is gedaan, die nog wordt beoordeeld. Tegelijkertijd constateer ik dat de toepassingsvoorwaarden in het verleden door 92% van de kersentelers niet goed zijn nageleefd. Ik constateer echter ook dat er in 2023 het aantal geconstateerde afwijkingen in de naleving serieus is afgenomen tot 42%.
Alles overwegende, en in het bijzonder de laatste inzichten van de cijfers van de NVWA inspecties uit 2023 heb ik, in afstemming met de Minister van IenW, besloten om op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen nog éénmaal een tijdelijke vrijstelling te verlenen voor het gebruik van de gewasbeschermingsmiddelen Exirel en Tracer voor het bestrijden van de suzuki-fruitvlieg in de teelt van kers. De vrijstellingsbesluiten en de voorwaarden daaraan worden in de Staatscourant gepubliceerd op 2 mei 2024 en treedt de dag erna in werking.
Ik vind naleving van de gebruiksvoorschriften van gewasbeschermingsmiddelen door de gehele agrarische sector essentieel. Gezien de inspectieresultaten van de NVWA van de afgelopen jaren op het gebied van de naleving van de toepassings-voorwaarden in beide middelen, verwacht ik een aantoonbare additionele inzet van de NFO en de kersentelers om de gebruiksvoorschriften «stipt» na te leven. Anders is veilig gebruik niet meer gegarandeerd en ontstaan er risico’s voor het milieu, waaronder voor grond- en oppervlaktewater. Ik heb de NFO ook een brief gestuurd ter nadere verduidelijking van de voorwaarden die ik aan deze vrijstelling verbind. U treft deze brief aan de NFO als bijlage aan. In de brief verwijs ik o.a. naar de brief van 18 maart 2024 (Kamerstuk 27 858, nr. 650) waarmee ik uw Kamer mede namens de Minister van IenW heb geïnformeerd over de verleende vrijstellingen voor Raptol en Curatio.
Om ordentelijk gebruik en correcte naleving optimaal te borgen, stel ik het verplicht dat de levering van de beide middelen plaatsvindt via gecontroleerde distributie. Het vervolg voor het gebruik van Exirel en Tracer in de kersenteelt kan niet anders zijn dan een reguliere toelating.
Het tweede verzoek in de motie, zal het kabinet niet uitvoeren. In het debat heb ik al aangegeven dat elke vrijstellingsaanvraag apart dient te worden beoordeeld. Een (niet-toegelaten) gewasbeschermingsmiddel komt pas in aanmerking voor een vrijstelling als er sprake is van gevaar voor de teelt, als er bijzondere omstandigheden zijn, en het gevaar niet op een andere manier te bestrijden is. Bij elke vrijstelling verricht het Ctgb ook een inhoudelijke beoordeling van de risico’s voor mens, dier en milieu. Op basis van deze adviezen komt de Minister van LNV, in afstemming met de Minister van IenW, tot een besluit per vrijstellingsaanvraag. Het kabinet acht het van belang om deze procedure zorgvuldig te volgen, juist vanuit het oogpunt van een veilig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema