Afschrift van de brief van de minister-president aan Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses van Oranje over haar inkomen en onkostenvergoeding
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2024
Brief regering
Nummer: 2024D18211, datum: 2024-05-07, bijgewerkt: 2024-05-10 14:58, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-I-13).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Rutte, minister van Algemene Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Brief van de Minister-President aan Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses van Oranje over haar inkomen en onkostenvergoeding
- Brief van Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses van Oranje aan de Minister-President over haar inkomen en onkostenvergoeding
- Beslisnota bij Afschrift van de brief van de minister-president aan Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses van Oranje over haar inkomen en onkostenvergoeding
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 I-13 Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2024.
Onderdeel van zaak 2024Z07865:
- Indiener: M. Rutte, minister van Algemene Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-16 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-23 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-30 15:54: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2024
Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 mei 2024
Bij deze informeer ik u dat Hare Koninklijke Hoogheid prinses Amalia mij heeft medegedeeld dat zij per 1 januari 2025, vanwege voorzienbare kosten die samenhangen met een zelfstandige en onafhankelijke invulling van haar functie, waaronder een secretariaat en reserveringen voor een woon- en werkverblijf, zal stoppen met het terugstorten van de Grondwettelijke onkostenvergoeding (de b-component). Haar inkomensbestanddeel (de a-component) zal zij terug blijven storten tot het einde van haar studie. Ik verwijs u naar bijgevoegde correspondentie.
De budgettaire verwerking hiervan zal plaatsvinden in hoofdstuk I Begroting van de Koning 2025, die in september bij het parlement zal worden ingediend.
De Minister-President,
Minister van Algemene Zaken,
M. Rutte