Vervolgaanpak vakantieparken
Integrale visie op de woningmarkt
Brief regering
Nummer: 2024D18277, datum: 2024-05-08, bijgewerkt: 2024-11-27 15:38, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32847-1176).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 32847 -1176 Integrale visie op de woningmarkt.
Onderdeel van zaak 2024Z07895:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-16 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-23 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2025-01-23 15:00: Staat van de volkshuisvesting (Commissiedebat), vaste commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 1176 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2024
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van de vervolgaanpak vakantieparken, waarover ik u in mijn brief van 29 juni 2023 berichtte1. Ik stuur deze brief mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK), de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV), de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). In deze brief geef ik een overzicht van de stand van zaken van de vervolgaanpak vakantieparken. Ik ga daarbij ook in op een aantal moties2 die zijn ingediend.
In mijn brief van 29 juni 2023 heb ik de eerste contouren geschetst van de vervolgaanpak vakantieparken. Daarbij ben ik aan de slag gegaan met een eerste inhoudelijk uitwerking van een viertal thema’s: (1) het transformeren van vakantieparken naar wonen of andere functies, (2) het tegengaan van (ondermijnende) criminaliteit op vakantieparken, (3) het verbeteren van de ondersteuning van kwetsbare bewoners op vakantieparken en (4) het revitaliseren van niet-vitale vakantieparken. Bij dit laatste onderwerp zijn ook de gevolgen van het opkopen van parken voor de recreant en natuur meegenomen.
Zoals ook in de brief is vermeld, staan deze thema’s niet op zichzelf, maar zijn deze met elkaar verweven. Om de problematiek op vakantieparken aan te pakken, is een integrale aanpak noodzakelijk. Hieraan wordt dan ook samengewerkt met verschillende departementen, medeoverheden, partijen en organisaties in verschillende domeinen.
De afgelopen periode zijn verschillende acties in gang gezet of voortgezet die ik hieronder nader zal toelichten. Het gaat hierbij onder andere om:
– De aanstelling van een bestuurlijk aanjager;
– Het ondersteunen van gemeenten door het expert- en aanjaagteam transformatie van RVO bij transformatie van vakantieparken;
– Het afronden van de inventarisatie van het transformatiepotentieel door provincies. Er is een digitaal loket transformatie geopend en de mogelijkheid om projectleiderscapaciteit voor transformatie bij gemeenten mede financieel mogelijk te maken wordt verkend;
– Het tegengaan van ondermijning wordt met het Ariadne project nog drie jaar voortgezet. Er wordt een handelingskader voor gemeenten opgesteld en de expertgroep vakantieparken wordt voortgezet;
– Het werken aan duurzame ondersteuningsoplossingen voor gemeenten voor kwetsbare personen. Er wordt onderzocht of gemeenten kunnen worden ondersteund met projectleiders die deels door het Rijk worden gefinancierd;
– De verdere verbetering van de registratie van vakantieparken;
– Het onderzoek -in samenspraak met gemeenten- in hoeverre het voorkeursrecht in de praktijk wel toepasbaar is bij vakantieparken en/of de inzetbaarheid van het voorkeursrecht verbreed kan worden.
Deze en andere acties worden hieronder per thema verder toegelicht. Mede op basis van de (eerste) opbrengst van de bestuurlijke aanjager kunnen hieraan nog andere acties worden toegevoegd.
1. Bestuurlijk aanjager
Ik ben blij u te kunnen melden dat wij de heer Nathan Stukker bereid hebben gevonden om de rol van bestuurlijk aanjager te vervullen. De bestuurlijk aanjager gaat zich inzetten voor het vitaal maken van de sector. Dit gaat hij doen door in gesprek te gaan met gemeenten en provincies over het wegnemen van knelpunten met betrekking tot transformatie en andere knelpunten in de aanpak van vitalisering van parken. De bestuurlijk aanjager zal daarbij de urgentie en integraliteit benadrukken en gemeenten en provincies ondersteunen door mee te denken over oplossingen, door verbindingen te leggen en te ondersteunen met expertise bij oplossingsrichtingen. De verschillende oplossingen die lokaal en door het Rijk zijn ontwikkeld, kan de bestuurlijk aanjager breder bekend en/of toepasbaar maken. Ook zal de bestuurlijk aanjager op basis van zijn bevindingen in de praktijk het Rijk adviseren over de implementatie van de vervolgaanpak.
2. Transformatie van parken naar wonen of andere functies
Ten aanzien van het thema transformatie, geldt dat de inventarisatie van het transformatiepotentieel door provincies zal worden afgerond. Ook is het expert- en aanjaagteam actief provincies en gemeenten aan het benaderen om ondersteuning aan te bieden bij transformatieprocessen. Aankomende periode ga ik aan de slag met de uitkomsten van de inventarisatie van het transformatiepotentieel door de provincie, zal ik de mogelijkheid van het mede financieel mogelijk maken van projectleiderscapaciteit verkennen en de opbrengsten van het digitale loket transformatie gebruiken. Ik zal voornoemde acties hierna toelichten.
Vakantieparken zonder toeristisch-recreatief perspectief kunnen worden getransformeerd tot wonen of een andere functie. De afweging om een vakantiepark al dan niet te transformeren vraagt maatwerk. Gemeenten en provincies kunnen het beste beoordelen of transformatie mogelijk is. Zij maken een afweging op basis van provinciale ruimtelijke kaders, geldende regelgeving en na afstemming met belanghebbenden. Van belang is dat er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Het Rijk vervult een aanjaagfunctie door het transformatiepotentieel inzichtelijk te maken en door gemeenten met een expertteam te ondersteunen.
In de bestuurlijke overleggen die ik aan het einde van 2023 gevoerd heb met de verschillende provincies over de woondeals, heb ik nadere afspraken gemaakt over vakantieparken. Uit een eerdere inventarisatie blijkt dat ongeveer 85 parken in aanmerking komen voor transformatie naar wonen. De inventarisatie wordt voortgezet in 2024, omdat het inzichtelijk maken van het transformatiepotentieel in sommige provincies nog niet is afgerond.
Bij provincies waar de inventarisatie is afgerond en waar transformatiepotentieel is, zal worden onderzocht of, en zo ja, op welke wijze gemeenten en/of ondernemers aan de slag kunnen om de transformaties in gang te zetten. Hierbij heb ik gemeenten en/of ondernemers aangeboden om gebruik te maken van het expert- en aanjaagteam transformatie van RVO en verken ik de mogelijkheid om projectleiderscapaciteit bij gemeenten mede financieel mogelijk te maken.
Daarnaast heb ik naar aanleiding van de motie De Groot (VVD)3 een digitaal loket geopend.4 Eigenaren of verenigingen van eigenaren (VVE’s) van recreatiewoningen op vakantieparken, met een wens tot transformatie om permanent wonen mogelijk te maken, kunnen zich bij dit loket melden. Melden is mogelijk door een vragenformulier in te vullen. De inventarisatie van het transformatiepotentieel loopt tot 31 mei 2024. De opbrengst van de inventarisatie zal worden gebruikt door de bestuurlijk aanjager en het expert- en aanjaagteam transformatie van RVO in de gesprekken met de gemeente over onder andere het transformeren van niet-vitale vakantieparken.
Het CBS en Kadaster hebben in opdracht van BZK onderzoek gedaan naar eigendom en bewoning van recreatiewoningen om meer inzicht te krijgen in de bewoning op vakantieparken.5 Uit het onderzoek volgt dat er 19.100 recreatiewoningen op vakantieparken zijn, waar op dit moment de particuliere eigenaren ook als bewoner staan ingeschreven. Daarbij bezitten deze eigenaren 3.000 niet-recreatiewoningen, waarvan er op dit moment 600 onbewoond zijn. Deze onderzoeksresultaten worden tezamen met het in kaart gebrachte transformatiepotentieel meegenomen bij vervolgacties.
3. Tegengaan van ondermijnende criminaliteit
Op een deel van de vakantieparken is sprake van (ondermijnende) criminaliteit, zoals witwassen, illegale prostitutie, drugsgerelateerde strafbare feiten en mensenhandel. Uit gesprekken die met de regio zijn gevoerd, blijkt dat het bestrijden van deze criminaliteit urgent en soms lastig is. Dit onderwerp heeft dan ook onze focus.
Er zijn al veel acties ondernomen om ondermijnende criminaliteit op vakantieparken terug te dringen, zoals het Gelderse Ariadne project, het laten opstellen van een handelingskader voor gemeenten en de oprichting van een expertgroep vakantieparken. Deze acties worden hierna toegelicht.
Het Gelderse Ariadne project, waarmee criminaliteit en ondermijning rond vakantieparken wordt aangepakt, is succesvol. Samen met de Minister van JenV heb ik aanvullende financiering ter beschikking gesteld, zodat het project nog drie jaar kan worden voortgezet. Daarnaast wordt vanuit het Ariadne project proactief informatie en expertise gedeeld met gemeenten elders in het land, zodat zij dezelfde aanpak op kunnen zetten. Zo wordt in 2024 een aantal landelijke workshops georganiseerd voor toezichthouders van gemeenten gericht op handhaving op vakantieparken.
Om gemeenten inzicht te geven in welke instrumenten beschikbaar zijn om criminaliteit op vakantieparken tegen te gaan, werkt het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) in opdracht van het Ministerie van JenV aan een handelingskader voor gemeenten. De verwachting is dat het handelingskader voor de zomer met gemeenten wordt gedeeld.
Daarnaast is begin 2023 een expertgroep vakantieparken opgericht. Het doel van de expertgroep is het versterken van de lokale, regionale en landelijke aanpak van ondermijning op vakantieparken. In 2023 hebben vier expertsessies plaatsgevonden. De expertgroep gaat in 2024 in vergelijkbare vorm verder.
Toepassing van de wet Bibob door gemeenten op vakantieparken is ook effectief om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan. Daarom heeft het Landelijk Bureau Bibob (LBB) hier bijzondere aandacht aan gegeven met informatie over vakantieparken op de website en tijdens de LBB «summerschool» met gemeenten als doelgroep.
De motie Mutluer6 en de motie Knops en Michon-Derkzen7, waarin wordt gevraagd om een stevigere landelijke aanpak van criminaliteit op en via vakantieparken, zijn in samenhang onderzocht. In de motie suggereert Kamerlid Mutluer enkele oplossingsrichtingen die zich richten op het tegengaan van witwassen op en via vakantieparken. In de vorige Kamerbrief heb ik u al geïnformeerd over de mogelijkheden van het registreren van recreatieverblijven in het Kadaster, het verplicht laten registreren van een vastgoed-vog en het opleggen van een verbod om recreatieverblijven te verhandelen met contant geld.
De oplossingsrichting in de motie Mutluer om het eigendom op vakantieparken over te laten gaan via notariële akte is nader onderzocht. Voor onroerende goederen en kavels op vakantieparken geldt nu al dat deze alleen via notariële akte overgedragen kunnen worden. Bij de roerende goederen op vakantieparken, zoals de chalets en stacaravans, is dit niet het geval. Het verplicht stellen van een overdracht bij notariële akte voor roerende goederen vergt een ingrijpende wetswijziging. Daarbij komt dat een noodzakelijke voorwaarde voor een dergelijke overdracht de registratie van roerende goederen is. Hier is geen register voor en zoals in de vorige Kamerbrief toegelicht vraagt het registreren van roerende goederen in het Kadaster om een ingrijpende en kostbare wetwijziging, die niet proportioneel en ook niet wenselijk wordt geacht.
De terugkerende signalen uit onderzoeken over witwassen op en via vakantieparken en signalen die ontvangen worden vanuit gemeenten zijn zorgelijk. De motie Knops en Michon-Derkzen vraagt terecht aandacht voor het tegengaan van witwassen op en via vakantieparken. Om het witwassen via vakantieparken tegen te gaan, kan gebouwd worden op het wettelijk kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Gemeenten en bevoegde autoriteiten (OM, Belastingdienst, FIOD) zijn primair aan zet om toezicht te houden en te handhaven ter voorkoming en bestrijding van criminele activiteiten.
Gemeenten kunnen bij de aanvraag van of bij reeds verstrekte vergunningen, zoals een horeca-vergunning of een exploitatievergunning, eigen Bibob-onderzoek doen. Met de Wet Bibob worden overheidsinstanties, zoals gemeenten, in staat gesteld om de achtergrond van bedrijven en personen met wie zij zakendoen, te screenen. Hierbij kunnen zij advies vragen aan het Landelijk Bureau Bibob, dat bevoegd is om uitgebreider onderzoek te doen naar de integriteit van een persoon en diens zakelijke omgeving. Als uit Bibob-onderzoek blijkt dat het risico bestaat dat bijvoorbeeld een vergunning wordt misbruikt voor criminele doeleinden, kan dit een reden zijn om een vergunningaanvraag te weigeren of een verleende vergunning in te trekken of niet te verlengen. Zo kan met de toepassing van de Wet Bibob worden voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door bijvoorbeeld een vergunning te verstrekken aan een malafide ondernemer.
Daarnaast zijn er verschillende private instellingen poortwachter van het financiële stelsel, hierdoor zijn ze verplicht om cliëntonderzoek te verrichten en ongebruikelijke transacties te melden bij de FIU-Nederland. Het gaat dan bijvoorbeeld om banken, andere financiële instellingen of (rechts)personen of vennootschappen die handelen in het kader van hun beroepsactiviteiten (zie artikel 1a Wwft). Onder deze laatste groep vallen onder meer accountants, administratiekantoren, notarissen, advocaten en makelaars. Een deel van deze poortwachters kan vanuit hun rol in het financiële stelsel zicht hebben op transacties op en rond vakantieparken en is dan verplicht ongebruikelijke transacties te melden. Maar omdat objecten op vakantieparken vaak roerende goederen zijn, zijn deze poortwachters niet altijd betrokken bij transacties (zoals hierboven uitgelegd).
Als poortwachters ongebruikelijke transacties zien, zijn zij verplicht deze te melden bij de Financial Intelligence Unit-Nederland (FIU-Nederland). De FIU-Nederland is in de Wwft aangewezen als de autoriteit waar ongebruikelijke transacties dienen te worden gemeld. De FIU-Nederland analyseert de meldingen en brengt transacties en geldstromen in kaart die in verband kunnen worden gebracht met witwassen en onderliggende basisdelicten alsmede financieren van terrorisme. Ongebruikelijke transacties die verdacht zijn verklaard, worden ter beschikking gesteld aan de diverse (bijzondere) opsporingsdiensten en inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Het is belangrijk dat de problematiek op en rondom vakantieparken breed en in samenhang wordt aangepakt, omdat het gaat om domein overstijgende problematiek, die invloed op elkaar heeft. De aanpak wordt versterkt door de samenwerking tussen de ministeries die deelnemen aan de brede vervolgaanpak van vakantieparken. De moties van Mutluer en Knops en Michon-Derkzen acht ik door middel van deze brief afgedaan, maar de problematiek heeft en houdt onze aandacht.
4. Verbeteren van de ondersteuning van kwetsbare bewoners
Op een deel van de vakantieparken wonen mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden en vaak niet of onvoldoende toegang hebben tot zorg en ondersteuning. Voor hen is er meestal geen alternatief om te wonen. Mogelijk lopen zij ook het risico om slachtoffer te worden van uitbuiting of betrokken te raken bij ondermijnende criminaliteit. Op dit moment mist een concrete aanpak voor gemeenten om kwetsbare personen op vakantieparken in beeld te brengen en hen te begeleiden naar een woonplek met, indien nodig, zorg en ondersteuning. Daarom werken de Ministeries van VWS, SZW en BZK (onder coördinatie van VWS) gezamenlijk aan duurzame ondersteuningsoplossingen voor gemeenten, waarin het sociaal domein, huisvesting, werk en inkomen, handhaving en veiligheid en wonen samenkomen.
Tussen augustus 2022 en juli 2023 heeft VNG drie pilots gevolgd waarbij vanuit het sociaal domein ondersteuning werd geboden aan mensen die permanent verbleven op vakantieparken. Deze pilots vonden plaats in de regio Oost-Brabant, West-Brabant en op de Veluwe. Dit levert concrete aanbevelingen op voor zowel gemeenten die aan de slag willen met het ondersteunen van mensen op vakantieparken als aanknopingspunten voor verdere acties. De pilots laten zien dat een domeinoverstijgende aanpak noodzakelijk is, waarbij het bieden van zorg en ondersteuning en begeleiding bij herhuisvesting in samenhang wordt opgepakt. Daarnaast laten de uitkomsten zien dat handhaving onderdeel, maar geen duurzame oplossing is voor het tegengaan van permanente bewoning. De uitkomsten zijn gebundeld in een rapportage die als bijlage is toegevoegd.
In 2024 richten de ministeries zich – in afstemming met gemeenten, Vitale Vakantieparken-organisaties en zorgpartijen – op het opstellen van een aanpak waarbij de succesfactoren vanuit verschillende lokale aanpakken gecombineerd worden. Voorzien is dat de aanpak in 2024 op enkele parken in de praktijk wordt gebracht, waarna deze verder kan worden uitgebreid. Hierbij wordt ook onderzocht of gemeenten kunnen worden ondersteund met projectleiders die deels door het Rijk gefinancierd worden.
In de uitwerking van dit thema zal ook aandacht zijn voor het verbeteren van de positie van arbeidsmigranten. Arbeidsmigranten vormen binnen de kwetsbare groepen die op vakantieparken woonachtig zijn een specifieke groep die aandacht behoeft. Vanwege taal- en cultuurverschillen, soms kort verblijf in Nederland en afhankelijkheid van werkgevers die hen op vakantieparken plaatsen, zijn zij extra kwetsbaar voor potentiële misstanden. Het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten heeft in haar advies «Geen Tweederangsburgers» deze situatie onderzocht en is gekomen met een integraal pakket aan maatregelen om de positie van arbeidsmigranten structureel te verbeteren.8 Verschillende departementen (SZW, BZK, J&V en EZK) werken met uitvoeringsorganisaties, sociale partners, medeoverheden en andere partijen aan de uitvoering van de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten9. Uitvoering van deze maatregelen werkt daarmee ook door ten behoeve van de verbetering van de positie van arbeidsmigranten die verblijven op vakantieparken. Voorbeelden van deze maatregelen zijn de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (met dit wetsvoorstel wordt de uitzendbranche gereguleerd), het ondersteuningsprogramma arbeidsmigranten (dit programma van de VNG ondersteunt gemeenten bij de aanpak van arbeidsmigranten) en de invoering van de Wet Goed Verhuurderschap (met deze wet worden ongewenste verhuursituaties tegengegaan en wordt een scheiding van werk- en wooncontracten verplicht).
5. Vitalisering vakantieparken
Een vitale recreatiesector is een groot goed. Op economisch gezonde vakantieparken kan volop worden gerecreëerd en vitale vakantieparken dragen daarmee bij aan de lokale en regionale economie. Door in te zetten op het economisch gezond houden van vakantieparken kan ook sociale- of veiligheidsproblematiek worden voorkomen. Het vitaal houden van vakantieparken is dan ook een belangrijk onderwerp voor de integrale aanpak van vakantieparken.
Om vakantieparken vitaal te houden zal het Ministerie van EZK onder andere verkennen in hoeverre bestaande instrumenten voor ondernemers toepasbaar zijn op ondernemers van vakantieparken en kunnen bijdragen aan het behouden of verbeteren van de vitaliteit van vakantieparken. Daarbij kan bijvoorbeeld nader worden verkend of hulp vanuit het Rijk nodig is bij de verduurzaming op vakantieparken. Deze verkenning van de inzet op het vitaliseren van vakantieparken zal onderdeel uitmaken van vervolgacties.
6. Registratie vakantieparken, recreatiewoningen, verblijfsobjecten en standplaatsen
In 2023 zijn verdere stappen gezet in (het verbeteren van) de registratie van vakantieparken, verblijfsobjecten en standplaatsen op vakantieparken. De gegevens over vakantieparken, verblijfsobjecten en standplaatsen uit landelijke databases zijn vergeleken met de gegevens van de provincies. Uit deze verkenning10 blijkt dat er in de registratie soms grote verschillen zijn tussen de registratie van provincies en gemeenten, terwijl een goede registratie een basisvoorwaarde is voor tal van vervolgacties. Naar aanleiding van deze bevindingen is er, in opdracht van het Ministerie van BZK, een onderzoek gestart om de data voor een aantal gemeenten in de praktijk te controleren op volledigheid en actualiteit. Op basis hiervan wordt een aanpak ontwikkeld om databestanden te verbeteren. Het is de verwachting dat deze aanpak voor de zomer van 2024 gereed is.
Ter versterking van de informatiepositie op vakantieparken heb ik eind 2023 via het provinciefonds een bijdrage van € 40.000,– per provincie beschikbaar gesteld voor het verder complementeren van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) van vakantieparken.
Met een completere datahuishouding hebben het Rijk, provincies en gemeenten beter zicht op vakantieparken. Deze data kunnen door gemeenten worden gebruikt als basis voor het verder in kaart brengen van de situatie op vakantieparken. Gemeenten kunnen deze basis verrijken met aanvullende data en die bijvoorbeeld gebruiken voor het sturen op het tegengaan van ondermijnende criminaliteit. Ook kunnen zij deze basis gebruiken bij het beter in kaart brengen van, en vervolgens hulp bieden aan kwetsbare bewoners of ondernemers met het verbeteren van de economische vitaliteit en het eventueel opzetten van transformatieprojecten.
In 2024 wordt verder ingezet op het versterken van de informatiepositie van het Rijk, provincies en gemeenten, op kennisontwikkeling en het uitwisselen van ervaringen over de (integrale) aanpak van vakantieparken. Zo wordt in opdracht van het Ministerie van BZK het dashboard «Zicht op vakantieparken» doorontwikkeld11 en worden de bestaande leerkringen en vragenuren voor medeoverheden voortgezet.
7. Opkopen en uitponden
Steeds vaker worden vakantieparken opgekocht en vervolgens uitgepond (versnipperd eigendom). Dit kan ten koste gaan van de huidige recreant op het park, dit kan een opdrijvend effect hebben op de prijzen en kan mogelijk leiden tot witwassen. In de motie Geurts is aandacht gevraagd voor deze problematiek.12 De motie Geurts stelt drie instrumenten centraal om hierop meer grip te krijgen: een vergunningstelsel, een opkoopfonds en het voorkeursrecht. Naast de motie vragen de initiatiefnota «Red de Camping» van de SP13 en onderzoeken van de VVP Veluwe ook aandacht voor deze problematiek.
Een vergunningenstelsel dat uitponden reguleert, houdt een mogelijke ingrijpende beperking van het eigendomsrecht in. Hiermee moet bedachtzaam worden omgegaan. Dat neemt niet weg dat de roep om een vergunningenstelsel tegen uitponden in breder perspectief kan worden geplaatst. Uw Kamer heeft met de motie Minhas/Boulakjar verzocht een splitsingsverbod te onderzoeken en hierbij de ervaringen uit Scandinavische landen te betrekken.14De Minister van Financiën en ik hebben in reactie hierop aangegeven dat een splitsingsverbod een moeilijke zaak is. Tal van splitsingen en samenvoegingen van percelen, grond en gebouwen zijn immers volstrekt legitiem (en gewenst).15We hebben daarnaast toegezegd te onderzoeken wat het meeste effectieve middel is tegen ongewenste grondhandel en splitsing van landbouwgrond. Met de resultaten van het onderzoek kan ik beoordelen of een splitsingsverbod of een vergunningstelsel denkbaar en uitvoerbaar is. Ik ga bekijken in hoeverre de bevindingen bruikbaar zijn voor vakantieparken. Ik verwacht deze resultaten rond de zomer met u te kunnen delen.16
Naast een vergunningstelsel verzoekt de motie Geurts ook te onderzoeken of het mogelijk is om een opkoopfonds in het leven te roepen. Dit tegelijkertijd met het toepassen van het voorkeursrecht op vakantieparken. Voor het voorkeursrecht geldt dat dit instrument voor gemeenten inzetbaar is op een onroerende zaak waarvoor de gemeente een functiewijziging heeft toebedacht. Bij vakantieparken is dit instrument dus in beginsel mogelijk wanneer een gemeente het voornemen heeft de recreatiefunctie te wijzigen naar een woonfunctie. Het instrument leent zich echter niet voor het reguleren van eigendomsverhoudingen. Ik ga met gemeenten in gesprek om te verkennen in hoeverre het voorkeursrecht in de praktijk wel toepasbaar is bij vakantieparken. Ook ga ik onderzoeken of de inzetbaarheid van het voorkeursrecht verbreed kan worden naar gevallen dat geen sprake is van een functiewijziging of moderniseringslocatie. Bij dit onderzoek betrek ik ook de mogelijkheid van een opkoopfonds. Ik verwacht deze resultaten in het najaar met u te kunnen delen.
We beschouwen de motie Geurts als afgedaan. Op de initiatiefnota van de SP zal voor de zomer 2024 worden gereageerd.
Tenslotte
De ervaring leert dat de verschillende problemen op niet-vitale vakantieparken niet los van elkaar kunnen worden gezien. Op niet-vitale parken is veelal sprake van complexe, meervoudige problematiek. Het wordt daardoor steeds duidelijker dat een integrale aanpak voor de vakantieparken en een goede onderliggende samenwerking noodzakelijk zijn voor het vitaal houden van vakantieparken. Het Rijk blijft de regie voeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
H.M. de Jonge
Kamerstukken II 2022/23, 32 847, nr. 1070.↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VII, nr. 95 en Kamerstukken II 2023/24, 32 847, nr. 1114.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 32 847, nr. 1114↩︎
https://actieagendavakantieparken.nl/actueel/inventarisatie-transformatiewens-recreatiewoningen en https://www.volkshuisvestingnederland.nl/onderwerpen/vakantieparken (met een link naar het vragenformulier).↩︎
https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2024/17/bewoning-van-recreatie-objecten-in-nederland-1-1-2023↩︎
Kamerstukken II, 2021/22, 29 911, nr. 364↩︎
Kamerstukken II, 2021/22, 29 911, nr. 369.↩︎
Geen tweederangsburgers (overheid.nl)↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2023/12/01/szw-jaarrapportage-arbeidsmigranten-2023.↩︎
Verkennend onderzoek «Vakantieparkadressen in beeld», 29 maart 2023;
https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2023/13/pilot-vakantieparkadressen-in-beeld↩︎
https://zichtopvakantieparken.nl/↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VII, nr. 95.↩︎
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2023Z18055&did=2023D43615.↩︎
Kamerstuk 34 682, nr. 172; motie Minhas/Boulakjar: «voor wat betreft de speculatieve grondhandel waar kopers worden verleid bijvoorbeeld landbouwgrond te kopen, waarbij mogelijk ten onrechte lucratieve ontwikkelingsmogelijkheden worden geschetst».↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 27 581, nr. 54.↩︎
Kamerstukken II, 2023/24, 34 682, nr. 189.↩︎