[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen en antwoorden over het Fiche: Mededeling Europese Defensie-Industrie Strategie en Verordening Europees Defensie-industrie Programma (Kamerstuk 22112-3919)

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2024D18377, datum: 2024-05-08, bijgewerkt: 2024-05-31 14:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3941).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3941 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2024Z07937:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3941 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 8 mei 2024

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 28 maart 2024 over het Fiche: Mededeling Europese Defensie-Industrie Strategie en Verordening Europees Defensie-industrie Programma (Kamerstuk 22 112, nr. 3919).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 mei 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie,
De Roon

Adjunct-griffier van de commissie,
Manten

1.

Wat houdt het schuldpapier dat een Structure for European Armament Programme (SEAP) kan uitgeven precies in? Op welke manier kunnen participerende lidstaten hier garant voor staan?

Een Structure for European Armament Programme (SEAP) is een rechtskader waarmee de Europese Commissie (Commissie) beoogt materieelsamenwerking tussen groepen van EU-lidstaten, indien zij dat wensen, te stimuleren, versnellen en vergemakkelijken. Dit om fragmentatie van de EDTIB tegen te gaan en interoperabiliteit te bevorderen. De Commissie stelt voor dat een SEAP aansprakelijk is voor de eigen schulden en dat de Europese Unie daar niet voor aansprakelijk is. De wijze waarop deelnemende landen garant staan voor een eventuele schuld is in het voorstel nog niet uitgewerkt.

2.

Zou het kabinet voorbeelden kunnen geven van welke cohesiemiddelen lidstaten kunnen overhevelen naar een SEAP?

De Europese Commissie merkt in algemene zin op dat financiering van een SEAP vanuit cohesiebeleid mogelijk zou kunnen zijn conform de toepasselijke Gemeenschapswetgeving. Dit is mogelijk op vrijwillige basis en geldt voor alle fondsen onder het cohesiebeleid, waaronder het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus en het Cohesiefonds.

3.

Wat houden de Defence Industrial Readiness Pools in? Zijn er enkele voorbeelden beschikbaar van het verbeteren van de beschikbaarheid van binnen de EU geproduceerde defensieproducten door middel van deze pools?

Nederland heeft de Europese Commissie gevraagd om concrete voorbeelden te geven van de Defence Industrial Readiness Pool (DIRP). Voor de lidstaten is het momenteel nog onduidelijk wat deze pools behelzen en op welke manier ze ingezet kunnen worden.

4.

Kan er een schatting van de beoogde omvang van het FAST-fonds gemaakt worden?

In de mededeling en de verordening wordt de beoogde omvang van het fonds niet gespecificeerd. Nederland zal de Commissie vragen om nadere toelichting over de precieze noodzaak, modaliteiten en beoogde financiering van dit op te richten fonds.

5.

Hoe kan het EU Innovation Office in Kyiv eruit gaan zien? Welke taken gaat dit kantoor vervullen?

Om de Oekraïense Defensie technologische en Industriële Basis (DTIB) te versterken, stelt de Commissie voor om een EU Innovation Office in Kyiv op te richten. De Europese Commissie beoogt met het EU Innovation Office in Kyiv een brug te slaan tussen (innovatieve) bedrijven in de EU en de Oekraïense defensie-industrie en strijdkrachten. De Commissie heeft nog niet bekend gemaakt welke taken het EU Innovation Office gaat vervullen.

6.

Op welke manier kan met eventuele buitengewone rente-inkomsten, voortkomende uit geïmmobiliseerde Russische Centrale Bank tegoeden, defensiematerieel voor Oekraïne aangeschaft worden? Welk defensiematerieel is hierbij van toepassing?

Er ligt een voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger (HV) en de Commissie om buitengewone rente-inkomsten die voortkomen uit geïmmobiliseerde Russische Centrale Banktegoeden te gebruiken voor steun aan Oekraïne. De HV en de Commissie stellen voor deze inkomsten te gebruiken voor militaire steun via de Europese Vredesfaciliteit (specifiek het Ukraine Assistance Fund) en wederopbouwsteun via de EU-begroting (specifiek de Oekraïne-Faciliteit). Ook zal het kabinet verzoeken om in EU-verband samen met G7-partners mogelijkheden te onderzoeken voor verdergaande maatregelen dan het huidige voorstel.1

De voorgestelde verdeling is 10% voor de Oekraïne-faciliteit en 90% voor het Ukraine Assistance Fund. De besteding van de tegoeden binnen deze fondsen vindt dan plaats volgens de gangbare procedures en regels voor die fondsen. Het kabinet verwelkomt de bestedingen aan steun voor Oekraïne. Tijdens de RBZ van 22 april jl. heeft Nederland opgeroepen tot snelle aanname door de Raad van het voorstel van de HV.2

7.

Kunt u een toelichting geven waarom u geen voorstander bent van de uitgifte van gemeenschappelijke schuld voor nieuwe permanente Europese fondsen?

Zoals eerder aangegeven in de beantwoording van schriftelijke vragen voorafgaand aan de Eurogroep en Ecofinraad van 23 en 24 februari 20243, is het kabinet geen voorstander van de uitgifte van gemeenschappelijke schuld voor nieuwe permanente Europese fondsen. Voor het kabinet zijn de overeengekomen principes uit het EU-werkingsverdrag leidend. Dat betekent dat de ontvangsten en uitgaven van de EU-begroting in evenwicht moeten zijn en dat de begroting, onverminderd overige ontvangsten, volledig uit eigen middelen gefinancierd worden. Een belangrijke overweging daarbij is dat het niet wenselijk is om de kosten van beleid door te schuiven naar toekomstige generaties. Het kabinet onderstreept wel het belang van meer uitgaven aan defensie door de EU lidstaten en heeft daartoe zelf ook besloten waar het de Nederlandse uitgaven aan defensie betreft. Daarnaast verwelkomt het kabinet dat de Europese Investeringsbank (EIB) het beleggingsmandaat heeft verbreed en dat het onderzoek doet naar de gevolgen van een verdere verbreding. Voor een eventuele verdere verbreding van het mandaat, is het voor het kabinet van belang dat dit geen negatieve gevolgen heeft voor de AAA-rating en de markttoegang van de EIB.

8.

Zijn er naast Oekraïne en Moldavië andere landen waarvan het kabinet of de EU overweegt om deze deel te laten nemen aan de European Defence Industrial Strategy (EDIS)? Zo ja, aan welke landen wordt er gedacht?

Het kabinet is positief over het voorstel in de verordening om deelname van Oekraïne aan gezamenlijke aanschaf en ondersteuning voor opschaling productiecapaciteit van de Oekraïense Defensie Technologische en Industriële Basis (DTIB) mogelijk te maken. Het kabinet hecht groot belang aan het blijvend steunen van Oekraïne, en versterking van de Oekraïense DTIB draagt daar aan bij. Daarnaast zal het kabinet zich in de onderhandelingen over de verordening inzetten voor deelname van Moldavië aan gezamenlijke aanschaf, conform de motie Dassen.4

9.

Hoe reëel acht u de doelstellingen van 2030 en 2025 die gesteld zijn in het EDIS?

Gezamenlijke aanschaf leidt tot standaardisatie en het tegengaan van fragmentatie. Bovendien biedt vraagbundeling meer zekerheid van afname aan de industrie, wat noodzakelijk is voor investeringen in het opschalen van de productiecapaciteit. In het EDIS nodigt de Commissie de lidstaten uit om in 2030 ten minste 40% van hun defensie-uitgaven gezamenlijk te besteden. Vrijwel alle Europese landen staan voor de opgave om in korte tijd de krijgsmachten te versterken.

Onder andere de financiële prikkels uit het Europees Defensie-industrie Programma (EDIP) hebben naar verwachting een positief effect op de bereidheid van lidstaten om samen te werken op het terrein van gezamenlijke aanschaf. In de Stand van Defensie wordt uw Kamer geïnformeerd over de Europese materieelsamenwerking van Defensie. Nederland presteert met een percentage van 22% boven het Europese gemiddelde, maar er is ruimte voor verbetering. Aan de hand van aanvullende financiële prikkels voor lidstaten om samen te werken, kan een stap worden gezet naar de gestelde doelen. Nederland blijft in dat kader streven naar sterkere Europese samenwerking op het gebied van materieelprojecten.

10.

Welke verschillende mogelijkheden zijn er voor het financieren van het FAST-fonds en welke voor- en nadelen ziet u bij elke vorm?

De Commissie heeft geen specifiek budget uit de EU-begroting toegewezen aan het voorstel voor een FAST-fonds. In de overwegingen van EDIP geeft de Commissie wel aan dat FAST als specifiek onderdeel binnen het bestaande programma InvestEU kan worden opgezet. De Commissie voorziet dat er leningen en/of kapitaal verstrekt kunnen worden om een hefboom, versnelling en de-risking van benodigde investeringen voor de defensie-industrie (MKB en kleine mid cap bedrijven) teweeg te brengen. Het voordeel van deze financieringswijze is dat met relatief weinig geld een grotere impact kan worden bereikt dan mogelijk is met subsidies. Nadeel is dat dit risico’s met zich meebrengt voor de EU-begroting bij verliezen op leningen, bijvoorbeeld door faillissement. Deze risico’s zijn binnen het InvestEU-programma over het algemeen goed afgedekt.

11.

Hoe kijkt u naar een mogelijke verschuiving in de samenwerking met partnerlanden door EDIS?

Het is cruciaal dat EU-lidstaten grotere verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen veiligheid. Het kabinet is positief over de mededeling en de verordening die concrete maatregelen bevatten om de EDTIB te versterken. Het streven naar meer samenwerking binnen de EU laat onverlet dat ook samenwerking met niet-geassocieerde partnerlanden van belang blijft, zoals Oekraïne, Moldavië en NAVO-bondgenoten die geen EU-lidstaat zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Verenigde Staten.

12.

Hoe beoordeelt u de oproep om het wapenexportbeleid te harmoniseren?

Het kabinet onderschrijft de door de Commissie in EDIS beschreven noodzaak tot verdere stroomlijning en convergentie van het wapenexportcontrolebeleid van de lidstaten en zal hier ook in het kader van EDIS en EDIP aandacht voor vragen.

13.

Zijn de EDIS-doelstellingen van gezamenlijke verwerving in 2030 meetbaar, verifieerbaar en afdwingbaar? Zo ja, hoe dan? Past u de begrotingsplannen en de investeringsplannen daarop al aan?

De doelstelling dat de lidstaten in 2030 40% van hun defensie aankopen gezamenlijk aanbesteden, is een streefcijfer van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger. De Commissie en de HV, in zijn functie als hoofd van EDA, geven aan dit te zullen gaan monitoren. Defensie wil een voortrekkersrol nemen in de gemeenschappelijke verwerving van materieel, met de nadruk op standaardisatie en interoperabiliteit.

14.

Waarom bent u kritisch over het leggen van de bevoegdheid van European Defence Projects of Common Interest (EDPCI) bij de Commissie?

Het kabinet vindt dat bij de EDPCI’s primair moet worden uitgegaan van de Capability Development Priorities (CDP) en de behoeftestelling en expertise van de lidstaten en hun militaire organisaties.

Op dit moment wordt er via bestaande Europese instrumenten, de CDP en de Coordinated Annual Review on Defence (CARD), een lijst van collaborative opportunities, Europese samenwerkingsprojecten, opgesteld door de EDA en voorgelegd aan de lidstaten. Deze lijst is gebaseerd op het CARD proces waarbij een diepgaande analyse van alle behoefte en investeringsplannen van de lidstaten is gemaakt en verscheidene bilaterale en multilaterale besprekingen hebben plaatsgevonden. Het creëren van een nieuwe lijst door de Europese Commissie zal mogelijk leiden tot duplicatie.

15.

Welke maatregelen uit de EDIS zouden daadwerkelijk tot vermindering van de versnippering van wapensystemen leiden? Voorziet u daarbij enige proactieve sturing vanuit de Commissie?

De belangrijkste maatregelen uit EDIS om de fragmentatie aan wapensystemen tegen te gaan zijn die maatregelen die leiden tot een sterkere bundeling van de vraag, d.w.z. financiële prikkels om gezamenlijke bestellingen te stimuleren en het stimuleren van gezamenlijke ontwikkeling en industrialisatie van capabilities door lidstaten. Tijdens de onderhandelingen over de verordening zet het kabinet zich in voor een rolverdeling tussen de Commissie, het EDA en de lidstaten die passend is op het gebied van Europese defensiesamenwerking. Het uitgangspunt is dat lidstaten, onder andere via het EDA, zeggenschap hebben over prioriteitsstelling, defensieplannings- en aanschafprocessen.

16.

Klopt het dat het kabinet een veel groter budget, 100 miljard euro, voor de European Defence Industry Programme (EDIP) heeft geblokkeerd? Zo ja, waarom? Welke andere landen blokkeerden dit eveneens?

De door de Commissie voorgestelde financiering voor EDIP (1,5 miljard euro) bestaat uit bestaande middelen uit het meerjarig financieel kader (MFK). De Europese Commissie heeft geen alternatieve voorstellen gepresenteerd.

17.

Acht u de vrijstelling van BTW als meerdere landen gezamenlijk materieel aankopen, dat dan gezamenlijk eigendom wordt, zinvol en zo ja, zijn er projecten of plannen om hiervan gebruik te maken? Welke systemen en met welke landen?

Op dit moment vloeit 21% van de financiële waarde van materieel aankopen binnen de Europese Unie terug in een Staatskas. In het geval van een btw-vrijstelling kan voor hetzelfde budget meer materieel worden gekocht voor de versterking van de krijgsmacht. Het kabinet heeft in het BNC-fiche reeds aangegeven dat het in beginsel positief staat tegenover specifieke maatregelen om materieelsamenwerking te stimuleren. Een voorbeeld is het in EDIP voorgestelde juridisch raamwerk (SEAP). Hierbij is van belang dat dit raamwerk toegevoegde waarde biedt aan de al bestaande mogelijkheden om internationaal samen te werken. Het kabinet zet zich actief in om ervoor te zorgen dat lidstaten op een laagdrempelige manier gestimuleerd worden om meer Europees samen te werken en aanspraak kunnen maken op bovengenoemde maatregelen. Nederland wenst daarom nadere toelichting op het juridisch construct van een SEAP, waaronder de voorwaarden voor gezamenlijk eigendom. De wenselijkheid hiervan, alsmede de vraag welke projecten en plannen eventueel geschikt zouden zijn, zullen blijken uit de Raadsonderhandelingen.

18.

Klopt het dat voor het «military sales program», dat snelle beschikbaarheid voor export mogelijk maakt, er een «verkoop-voorraad» moet worden aangelegd? Zo ja, hoe wordt die gefinancierd?

Een onderdeel van het European Military Sales Mechanism is de oprichting van European Defence Readiness Pools. Dit zijn voorraden van EU-defensieproducten die kunnen worden gebruikt om de verkoop te bespoedigen. De Europese Commissie heeft nog niet verduidelijkt hoe deze voorraad zal worden gefinancierd, maar dit zal binnen het budget van EDIP moeten worden ingepast.

19.

Is het voorgestelde totaalbudget van 1,5 miljard euro uit de EU-begroting voor de verordening voldoende tot december 2027, rekening houdend met de huidige spanningen in de wereld?

De Commissie geeft in de mededeling aan dat dit een beperkt budget is, bedoeld als overbrugging richting een volgend MFK, gezien de omvang van inspanningen die nodig zijn om de EDTIB te versterken. Binnen het huidige MFK is er niet meer budget beschikbaar voor EDIP. Herprioriteringsmogelijkheden binnen het huidige MFK zijn grotendeels benut in de recent overeengekomen mid-term review.

20.

Hoe wil u aandacht vragen voor het bevorderen van grensoverschrijdende industriële samenwerking, met het oog op een ontbrekend juridisch kader in het voorstel?

Nederland zal zich tijdens de onderhandelingen over EDIP inzetten voor het toevoegen van een kader op het gebied van grensoverschrijdende industriële samenwerking aan de onderdelen van de verordening die zich hiervoor lenen, zoals gezamenlijke aanschaf en de EDPCI. Nederland zal hierbij optrekken met gelijkgestemde landen.

21.

Wat zijn de motivaties voor een EU innovation centre in Kyiv?

De Europese Commissie beoogt met het EU Innovation Office in Kyiv een brug te slaan tussen (innovatieve) bedrijven in de EU en de Oekraïense defensie-industrie en strijdkrachten.

22.

Zijn er bezwaren bij andere lidstaten ten aanzien van de voorstellen van de Commissie in de Europese Defensie Strategie? Zo ja, wat zijn deze bezwaren?

Het kabinet doet geen uitspraken over posities van andere lidstaten.

23.

Welke toegevoegde waarde hebben de EDIS en EDIP met betrekking tot deze instanties die zich bezighouden met het versterken en verbeteren van veiligheid en defensie: The Common Security and Defence Policy (CSDP), European Defence Agency (EDA), The Political and Security Committee (PSC),the European Union Military Committee (EUMC), Security and Defence Directorate (SECDEFPOL.DMD), European Union Institute for Security Studies?

Gesteld kan worden dat tussen alle EU-instrumenten op gebied van veiligheid en defensie een verband is in de zin dat zij het handelingsvermogen van de EU op dit gebied proberen te versterken en bijdragen aan het versterken van de krijgsmachten van de lidstaten. De toegevoegde waarde van EDIS en EDIP zit in de focus op het versterken van de Europese defensie-industrie en het stimuleren van gezamenlijke aanschaf door de lidstaten.

24.

Hoeveel zal er gebudgetteerd worden om Oekraïense bedrijven te ondersteunen voor het opschalen van de productiecapaciteit om deel te nemen aan gezamenlijke aanschaf als een volwaardige lidstaat?

Gezamenlijke aanschaf is cruciaal bij het tegengaan van fragmentatie en bevorderen van standaardisatie. Daarnaast biedt vraagbundeling ook meer zekerheid van afname aan de industrie, wat nodig is voor investeringen in het opschalen van de productiecapaciteit. De Commissie maakt in de voorgestelde verordening geen inschatting van de bedragen die aan specifieke instrumenten, entiteiten of doeleinden worden besteed.

25.

Hoe wordt er voor gezorgd dat Nederlandse bedrijven een eerlijke kans krijgen ten aanzien van het Europeaniseren van ontwikkeling en aanschaf van defensiematerieel?

Om alle bedrijven uit de hele EU, waaronder uit Nederland, een eerlijke kans te geven om via EDIP toe te treden tot de toeleveringsketens van de grote Europese defensiebedrijven moet hun deelname bevorderd of in bepaalde gevallen afgedwongen worden. Dit moet via het inbouwen van (financiële) prikkels en toekenningscriteria die eerlijke toegang bevorderen. Ook moeten er (basis)regels worden geïntroduceerd voor industriële samenwerking die op verschillende elementen van de verordening van toepassing zijn. Leveranciers van defensieproducten en hun directe toeleveranciers binnen een gezamenlijk aanschafproject kunnen bijvoorbeeld verplicht worden om in hun keten competitief aan te besteden. Hierdoor krijgen concurrerende Europese bedrijven een eerlijke kans om toe te treden tot de toeleveringsketens. Daarnaast zal Nederland in de uitvoering, bijvoorbeeld als het meedoet aan gezamenlijke aanschaf of materieelsamenwerking, actief inzetten op het positioneren van de specialismen van de Nederlandse defensie-industrie in dergelijke samenwerkingsprojecten, bijvoorbeeld de maritieme industrie.

26.

Wie beheert het Europees Defensiefonds (EDF)?

Het Europees Defensiefonds wordt beheerd door de Europese Commissie. In overleg met het Programma Comité, waar de lidstaten deel van uitmaken, wordt er jaarlijks een werkprogramma opgesteld voor het EDF met daarop de onderzoeks- en ontwikkelingsonderwerpen waarvoor consortia dat jaar projectvoorstellen in kunnen dienen. De verdeling van het budget over deze onderwerpen wordt ook door de Europese Commissie in overleg met het Programma Comité gedaan. Het is aan de lidstaten om voorstellen in te dienen voor onderwerpen die in het werkprogramma opgenomen kunnen worden. Bij het indienen van deze voorstellen geven lidstaten ook aan welk budget zij nodig achten voor de desbetreffende oproep. Consortia van bedrijven en kennisinstituten dienen vervolgens projectvoorstellen in bij de Europese Commissie. Deze projectvoorstellen worden door onafhankelijke beoordelaars beoordeeld.

27.

Valt de beperkte verhoging van het het Meerjarig Financieel Kader (MFK) bij tussentijdse herziening in verband met nieuwe onvoorziene omstandigheden zoals Oekraïne ook indirect onder die steun aan Oekraïne of is dit een andere verhoging van het MFK?

De Raad en het Europees Parlement hebben bij de tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader een akkoord bereikt over de oprichting van de Oekraïne-faciliteit, een nieuw steunmechanisme waarmee tussen 2024 en 2027 voor 50 miljard euro macro-economische steun wordt geboden aan Oekraïne. Deze middelen zullen bijdragen aan het herstel en de wederopbouw van Oekraïne. Daarnaast is als onderdeel van de tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader 1,5 miljard euro (in lopende prijzen, voor de periode 2025–2027) vrijgemaakt voor het bestaande Europees Defensiefonds (EDF). De Commissie stelt voor deze middelen in te zetten voor de financiering van EDIS/EDIP. Deze middelen staan los van de Oekraïne-faciliteit.

28.

Is het de bedoeling dat participerende lidstaten van een Structure for European Armament Programme (SEAP) in gelijke mate garant staan voor een schuldpapier of naar rato van een bepaald criterium?

Het is aan de deelnemende landen van een SEAP om de mate te bepalen waarin ieder garant staat voor het schuldpapier. Zie ook het antwoord op vraag 1.

29.

Hoe verschilt een SEAP schuldpapier van een obligatie?

Schuldpapier is een verzamelnaam voor verschillende vormen van schuldbewijzen zoals obligaties, schatkistpapier of andere soorten leningen. In het voorstel van de Commissie wordt gesproken over de uitgifte van obligaties voor de lange termijn financiering van bewapeningsprogramma’s. De precieze vormgeving van een obligatie-uitgifte door een SEAP dient nog nader te worden uitgewerkt.

30.

Hoeveel medewerkers van de EU zouden voor een Innovation Office in Kyiv moeten wonen en werken?

De Europese Commissie heeft nog niet bekend gemaakt hoeveel medewerkers (van de EU) voor het EU Innovation Office in Kyiv zullen werken.

31.

Hoe lang duurt een Impact Assessment gemiddeld?

Doorgaans publiceert de Europese Commissie het impact assessment tegelijkertijd met het Commissievoorstel. Vanwege de urgentie om de verordening begin 2025 in werking te laten treden, heeft de Commissie geen impact assessment uitgevoerd.

32.

Voert de Commissie niet standaard een Impact Assessment uit? Onder welke omstandigheden wordt daarvan afgezien, of is het vrijblijvend?

In principe voert de Commissie altijd een impact assessment uit bij een nieuw voorstel. Vanwege de urgentie om deze verordening begin 2025 in werking te laten treden, heeft de Commissie geen impact assessment uitgevoerd.

33.

Is er gekeken naar de risico’s van een EU Innovation Office in Kyiv openen?

De Europese Commissie heeft hier geen uitspraken over gedaan.

34.

Heeft u zelf voorstellen over hoe de schulduitgifte van de SEAP verwerkt moet worden in de staatsschuld?

Voorliggende teksten geven hierover geen éénduidig uitsluitsel. Wel is in het voorstel opgenomen dat de Unie niet aansprakelijk is voor de schulden van de SEAP’s. Het kabinet verwelkomt dit. Pas bij de concrete vormgeving van een SEAP kan worden vastgesteld of de uitgegeven obligaties al dan niet meetellen in de overheidsschuld van (individuele) lidstaten. Daarbij geldt dat uiteindelijk Eurostat over deze beoordelingen gaat.


  1. Relevante moties: Van der Lee c.s., Krul c.s., Dobbe c.s. en Brekelmans c.s. en bijhorende Kamerstukken: Kamerstuk 21 501-20, nr. 1959, Kamerstuk 36 410 V, nr. 65 en Kamerstuk 21 501-20, nr. 2034↩︎

  2. Kamerstuk 21 501-02, nr. 2868↩︎

  3. https://open.overheid.nl/documenten/60728dde-97b6-4fa8-9f35-c8e53ea26d95/file↩︎

  4. Kamerstuk 21 501-20, nr. 2032↩︎