[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Subsidieregeling permanente reductie rechten op de inzet van staand net en zegen in het IJsselmeergebied

Deltaprogramma

Brief regering

Nummer: 2024D18613, datum: 2024-05-13, bijgewerkt: 2024-05-16 11:34, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31710-85).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31710 -85 Deltaprogramma.

Onderdeel van zaak 2024Z08037:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

31 710 Deltaprogramma

29 664 Binnenvisserij

Nr. 85 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2024

In 2019 is het Actieplan toekomstbestendig visserijbeheer IJsselmeergebied vastgesteld en aan de Kamer gezonden (Kamerstukken 31 710 en 29 664, nr. 71). Het Actieplan heeft tot doel om in een gezamenlijk traject met alle stakeholders toe te werken naar een duurzame visserijsituatie op het IJsselmeer per 2026. Daarbij richt het programma zich op de visserij op schubvis (snoekbaars, baars, brasem en blankvoorn) met als doel om toe te groeien naar een situatie waarbij onttrekking van vis en aanwas van de bestanden met elkaar in evenwicht zijn, op een voldoende robuust niveau en met een evenwichtige lengte-opbouw van de bestanden.

Om de beoogde duurzame visserijsituatie te realiseren is het nodig dat nog een reductie van de visserijdruk op het IJsselmeer wordt doorgevoerd. Het gaat hierbij specifiek om een reductie van de maximaal in te zetten hoeveelheid staand want netten en toe te passen zegenvergunningen. Met het oog hierop is in het Actieplan afgesproken dat er een uitkoopregeling zal worden opengesteld om de nog noodzakelijke reductie van de visserijdruk te realiseren. Voor openstelling van de regeling moet de Europese Commissie goedkeuring verlenen. Op 5 februari jl. is de goedkeuring voor openstelling vanuit de Commissie ontvangen.

Op grond hiervan kan de betreffende subsidieregeling voor de uitkoop van de netten binnenkort worden opengesteld. Openstelling is daarbij voorzien vanaf 1 juli aanstaande. Bijgevoegd treft u de betreffende regeling zoals die per 13 mei in de Staatscourant is gepubliceerd. De regeling biedt vissers de mogelijkheid om tegen een marktconforme vergoeding afstand te doen van (een deel) van hun rechten om met staand want of de zegen op schubvis te vissen in het IJsselmeer. De gehanteerde vergoeding is daarbij gebaseerd op de gemiddeld gerealiseerde opbrengst over een aantal jaren, waarbij een belangrijk ijkpunt voor goedkeuring door de Commissie is dat er geen sprake mag zijn van overcompensatie en daarmee van staatssteun.

In de Kamerbrief van 13 juni 2023 heeft u een laatste update ontvangen over de voortgang met betrekking tot de uitvoering van het Actieplan en de beoogde uitkoopregeling (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1553). In deze brief is reeds ingegaan op de voorzichtig positieve trend in de visbestanden zoals die zich ook toen al enigszins leek af te tekenen. Dit ging vooral over snoekbaars en nog in wat mindere mate over de drie andere bestanden (baars, brasem en blankvoorn). Uit nieuwe analyses die met gebruikmaking van recente bemonsteringsgegevens over de laatste jaren door WMR zijn uitgevoerd, blijkt nu dat deze positieve trend zich lijkt door te zetten. In de brief van 13 juni vorig jaar is al aangegeven dat dit ook verband lijkt te houden met de eerdere grote reductie van de nettencapaciteit van 85% zoals die in 2014 heeft plaatsgevonden.

Hoewel de definitieve doorrekeningen naar nettencapaciteit nog moeten plaatsvinden en het eindrapport nog niet helemaal afgerond is, lijken de eerste berekeningen aan te geven dat een reductie van de visserijdruk weliswaar nog nodig is, maar dat deze in een lagere orde van grootte kan liggen dan waar eerder in het Actieplan en in de saneringsregeling rekening mee werd gehouden. Inschatting nu is dat de saneringsregeling nog circa 10% reductie van de visserijdruk zal moeten opleveren. Ook de vissers zullen hier met de toezending van de regeling over worden geïnformeerd. Dit is positief en het is sowieso verheugend om te kunnen constateren dat de schubvis-visstand op het IJsselmeer, nadat deze tientallen jaren zeer slecht is geweest, nu tekenen van herstel begint te vertonen. Een hogere reductie in visserijdruk dan op basis van de laatste gegevens minimaal noodzakelijk wordt geacht, komt de visstand verder ten goede en draagt nader bij aan het toekomstperspectief voor de na de herstructering overblijvende vissers.

Dit betekent dat de reductiestap die nu nog nodig is dus beperkter is dan in 2018/2019 is ingeschat, maar er zal nog steeds via maatregelen een stap van circa 10% reductie gerealiseerd moeten worden om het evenwicht tussen vangst en aanwas voor alle vier de soorten te kunnen realiseren. Mocht het daarbij zo zijn dat de saneringsregeling vanaf 1 juli onverhoopt minder reductie van de visserijdruk oplevert dan noodzakelijk, dan zal ik het resterende reductiepercentage alsnog moeten realiseren door de maximaal in te zetten hoeveelheid netten nog generiek iets te verlagen. Ik ga er echter vanuit dat met de nu voorliggende regeling de benodigde reductie kan worden gerealiseerd, waarbij dit voor vissers de mogelijkheid biedt om met een goede financiële regeling afstand te doen van (een deel van) hun rechten. Vissers kunnen daarbij zelf de afweging maken of zij willen deelnemen aan de regeling en of zij dat voor hun hele bedrijf willen doen of slechts voor een (beperkt) deel van hun rechten.

Ik zal uw Kamer nader informeren over de reductie in visserijdruk die via deze uitkoopregeling is behaald nadat de subsidiebeschikkingen definitief zijn vastgesteld en daarmee vaststaat van welke visrechten afstand zijn gedaan. Daarbij zal ik u ook informeren over de eventuele visserij ingrepen die dan nog nodig zijn en zal ik het definitieve rapport van WMR aan u doen toekomen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema