[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang Programma Weerbaar Bestuur en Zicht op Ondermijning

Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

Brief regering

Nummer: 2024D18812, datum: 2024-05-14, bijgewerkt: 2024-05-24 10:53, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28844-273).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28844 -273 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie.

Onderdeel van zaak 2024Z08099:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

28 844 Integriteitsbeleid openbaar bestuur en politie

29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

Nr. 273 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2024

Geen land kan zonder goede bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren. We mogen dankbaar zijn voor de toewijding die dagelijks door hen wordt getoond in dienst van onze samenleving. Als collectief moeten we de dragers van ons openbaar bestuur blijven koesteren. Hier hoort ook bij dat het ambt van decentrale politieke ambtsdrager en ambtenaar voor iedereen aantrekkelijk blijft. Om hun werk goed en veilig uit te kunnen oefenen vraagt dit de nodige ondersteuning en bescherming. Wanneer een burgemeester, raadslid of ambtenaar kwetsbaar wordt, wordt ook onze democratische rechtsstaat kwetsbaar.

In deze voortgangsbrief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV), over de voortgang van het programma weerbaar bestuur en zicht op ondermijning. Hierin benoem ik wat er tot op heden is bereikt en wat er de komende periode in gang zal worden gezet op het gebied van (1) het vergroten van de veiligheid en weerbaarheid van politieke ambtsdragers, (2) de weerbaarheid van de organisatie en (3) de bestuurlijke preventie van ondermijning.

De verhouding tussen de overheid en haar inwoners staat onder druk. Dit geldt op zowel landelijk, provinciaal als lokaal niveau, zowel fysiek als online. Discussies, protesten en het uiten van ongenoegen zijn belangrijk in een democratie. De neiging om bij crises of beleidsfalen de oorzaak te zoeken in het persoonlijk falen van politici en ambtenaren, iets dat in 2022 al door de Raad van State is vastgesteld, lijkt volgens de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR)1, sterker geworden te zijn. Deze tendensen mogen echter nooit tot agressie of intimidatie richting onze dragers van de democratie leiden. En dan heb ik het nog niet over de vormen van oneigenlijke druk vanuit de georganiseerde criminaliteit. Ook uw Kamer is betrokken bij het thema, gezien de aandacht hiervoor tijdens het Rondetafelgesprek afgelopen najaar2 en de onlangs ingediende motie door de leden Sneller en Mutluer.3

Daarom zet ik me samen met de partners binnen het Netwerk Weerbaar Bestuur, zoals het Ministerie van JenV, beroeps- en belangenverenigingen van politieke ambtsdragers, het openbaar ministerie (OM) en politie in om structureel ondersteuning te bieden aan decentrale bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren die te maken krijgen met ondermijning en andere vormen van oneigenlijke druk. Bij de ondersteuning wordt ook aandacht gegeven aan het thuisfront.

Bij de inzet voor een weerbaar bestuur moet de ambtelijke organisatie niet worden vergeten. Criminelen en ontevreden inwoners deinzen, anders dan in het verleden, er niet voor terug om hier hun invloed te vergroten. Denk aan vormen van (juridische) intimidatie of door het daadwerkelijk infiltreren in een gemeentelijke organisatie.4 Door goede voorbeelden uit te wisselen, instrumentarium te ontwikkelen en passende ondersteuning te bieden, werken we aan het verkleinen van kwetsbaarheden en vergroten van de weerbaarheid van overheidsorganisaties.

Het werken aan een weerbaar bestuur vraagt om een blijvende en lerende inzet. Om te leren van de vijf jaar dat het Netwerk Weerbaar Bestuur bestaat en vooruit te blikken op vervolgaanpak, heeft de Nederlandse School voor het Openbaar Bestuur (NSOB) de afgelopen tijd in opdracht van mijn ministerie een tussenevaluatie uitgevoerd.5 De inzichten uit het essay dat recent is opgeleverd, zijn dat de inspanningen van het NWB op het gebied van individuele nazorg, normstelling en veilig wonen erg worden gewaardeerd. Blijvende bewustwording bij volksvertegenwoordigers en de wijze waarop de aanpak meer in de organisatie zelf geborgd kan worden, zijn aandachtspunten voor de komende tijd. Ook liggen er kansen bij betere opsporing en meer kennisuitwisseling met andere doelgroepen met een publieke taak. De inzichten en lessen zijn besproken met het Netwerk Weerbaar Bestuur en worden betrokken bij de vervolgaanpak. De tussenevaluatie is als bijlage bij deze brief gevoegd.

1.1 Veiligheid verhogen

Maatregelen Veilig Wonen

In mijn brief van 15 november jl.6 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de vernieuwde regeling beveiligingsmaatregelen voor decentrale bestuurders om de veiligheid in en rond hun woning te verhogen. Deze regeling is per 1 januari 2024 in werking getreden. Nieuw aan de regeling is dat alle decentrale bestuurders een preventief beveiligingsadvies op maat kunnen krijgen. Daarbij wordt gekeken naar de risico’s en situatie van de bestuurder en zijn gezin in relatie tot de veiligheidsdomeinen wonen, werken, verplaatsen en (digitale) informatie. De werkgever neemt de geadviseerde maatregelen altijd over en dekt de kosten hiervan. Vanuit BZK worden hiervoor jaarlijks gelden beschikbaar gesteld aan alle gemeenten en provincies. De kosten van deze geadviseerde beveiligingsmaatregelen zijn vrijgesteld van loonbelasting, doordat de nieuwe regeling voorziet in de juiste randvoorwaarden voor een fiscale vrijstelling op basis van de arbeidsomstandighedenwet.

Sinds de inwerkingtreding van de regeling zijn circa 140 aanvragen binnengekomen. Er was op een hoog aantal aanmeldingen gerekend door de vernieuwde regeling, maar dat dit aantal zo hoog zou zijn, overtreft alle verwachtingen. Ook komen er tijdens de intakegesprekken voor het advies op maat nieuwe (be)dreigingen naar voren. Dat baart me zorgen. Ik zal dan ook de komende periode extra capaciteit inzetten om deze aanvragen zo snel mogelijk te verwerken. Daarbij wordt voorrang gegeven aan urgente gevallen, bijvoorbeeld waarbij sprake is van verhoogd risico of dreiging richting de bestuurder.

Online intimidatie richting vrouwelijke politici

Uit eerder onderzoek bleek dat tien procent van alle tweets gericht aan vrouwelijke politici haat of agressie bevat.7 Dit beeld staat niet op zichzelf, maar past bij de signalen vanuit (internationale) onderzoeken en mediaberichtgeving. Om meer inzicht te krijgen in hoeverre vrouwen in de politiek te maken krijgen met online agressie en intimidatie heb ik kennisinstituut Atria in samenwerking met Ipsos I&O gevraagd om een verdiepende analyse uit te voeren op basis van de gegevens uit de Monitor Integriteit en Veiligheid 2022.

Het eindrapport op basis van die verdiepende analyse is recent opgeleverd en doe ik u hierbij toekomen. De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn: vrouwen krijgen niet alleen vaker te maken met online agressie en geweld, maar zij ondervinden hier ook meer gevolgen van dan hun mannelijke collega’s. Online agressie kan het werk van vrouwelijke politici dusdanig belemmeren, dat dit soms zelfs een reden is om (eerder) te stoppen met hun ambt. Dit is onacceptabel. Naast het toebrengen van persoonlijk leed aan betrokkenen en hun naasten is dit ook zorgelijk voor de representatie van vrouwen in de politiek.

Ik vind de conclusies verontrustend. Ze onderstrepen de noodzaak om blijvend in te zetten op de weerbaarheid van in het bijzonder vrouwelijke politici. Daarom wil ik, samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en andere partners zoals Stem op een Vrouw nader met vrouwelijke (kandidaat-)politici in gesprek gaan over wat er nodig is en uiterlijk na de zomer komen met een steunpakket op maat. Daarnaast verken ik, samen met het Ministerie van JenV, online interventies om handelingsperspectieven te ontwikkelen. Zo zorgen we er samen voor dat vrouwen en andere politici de benodigde bescherming krijgen en het politieke ambt aantrekkelijk blijft voor iedereen.

2.1 Weerbaarheid politieke ambtsdragers

Succes en verlenging Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur On Tour

Om de collectieve bewustwording van en over agressie, intimidatie en bedreiging te bevorderen maakt het Ondersteuningsteam Weerbaar Bestuur (OTWB) sinds medio 2022 een tour langs alle gemeenteraden en provinciale staten. In deze sessies worden ervaringen gedeeld en tips en aanbevelingen aangereikt om te werken aan de eigen weerbaarheid. Inmiddels zijn er al meer dan 200 voorgesprekken gevoerd met de voorzitter en/of de griffier en meer dan 80 raads- of Statenbrede sessies georganiseerd. De gesprekken en bijeenkomsten leiden tot meer urgentie voor het thema en is vaak reden tot actie om aan de eigen weerbaarheid en goede opvolging van incidenten te werken. Gezien de positieve reacties en grote behoefte aan deze sessies heb ik besloten de tour te verlengen tot en met december 2025. Zo kunnen alle gemeenten en provincies die dat willen hieraan deelnemen.

Inzet op verhogen meldings- en aangiftebereidheid en registratie

Hoewel de ervaringen met intimidaties en bedreigingen onder politieke ambtsdragers toenemen, neemt het aantal meldingen af. Dit is een zorgelijke trend. Melden is immers het startpunt voor hulp en ondersteuning van de politieke ambtsdrager, en opvolging richting de agressor. De basis hierbij vormt de norm die met en voor politieke ambtsdragers is ontwikkeld. Centraal hierin staat dat agressie en intimidatie niet bij het politieke ambt horen, dat melden helpt en je er niet alleen voor staat.

Bewustwording hierover vindt onder anderen plaats door middel van speciale veiligheidspakketten voor startende burgemeesters en de tour van het OTWB. Om door te kunnen pakken op de afspraken die tijdens de tour worden gemaakt, kan een gemeentelijke of provinciale organisatie hiervoor ondersteuning krijgen vanuit het programma weerbaar bestuur. BZK helpt bij de implementatie in de eigen lokale aanpak en zet in op het borgen van de expertise.

Een uniforme meldingsprocedure binnen de eigen organisatie leidt tot goede, interne registratie en helpt bij het (laten) melden of aangifte doen van een incident bij de politie. Goede registratie is ook cruciaal om inzicht te krijgen in de omvang van het vraagstuk en de kwetsbare functies voor intimidatie en ondermijning. Mijn ministerie werkt daarom samen met de VNG en het A&O fonds Gemeenten aan de optimalisering van het Gemeentelijk Incidenten Registratiesysteem (GIR), zodat binnen de gemeentelijke organisatie alle meldingen van agressie en intimidatie geregistreerd kunnen worden.

Naast melding en registratie in de eigen organisatie is aangifte bij politie van belang zodat politie en OM hier opvolging aan kunnen geven en daders kunnen worden opgespoord. De komende tijd zet ik mij daarom samen met de Minister van JenV, politie en OM in voor een goede aansluiting met de strafrechtketen en tijdige communicatie gedurende het strafproces richting het slachtoffer. Zo zorgen we gezamenlijk voor een sterke keten in de opvolging na een incident.

2.2 Weerbare organisaties

Versterking van kwetsbare processen

Voor een weerbare overheid is ook de weerbaarheid van haar organisaties van belang. Decentrale overheden beschikken over veel gegevens en processen, wat ambtenaren en politici een interessant doelwit maakt voor oneigenlijke druk of intimidatie. Om te verkennen wat gemeenten kwetsbaar kan maken voor de invloed van oneigenlijke druk heeft het Verwey-Jonker Instituut onderzoek8 gedaan naar kwetsbare processen in met name kleinere gemeenten. Uit deze verkenning komt naar voren dat alle gemeentelijke en interne dienstverleningsprocessen kwetsbaar kunnen zijn voor ondermijning en oneigenlijke druk. Denk bijvoorbeeld aan het verlenen van vergunningen of het verstrekken van reisdocumenten. Echter, vooral de omstandigheden maken deze processen kwetsbaar. Zowel de interne omstandigheden van functies, personen en de manier van werken als externe omstandigheden zoals risicolocaties en de aanwezigheid van bepaalde bedrijfstakken.

Om gemeenten te ondersteunen bij het signaleren en versterken van hun kwetsbare processen werk ik samen met onder andere de Minister van JenV, de RIEC’s (Regionale Informatie- en Expertisecentra), het LIEC (Landelijke Informatie- en Expertisecentrum), de VNG en de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) aan ondersteuning voor gemeentesecretarissen. Gemeentesecretarissen hebben vanuit hun werkgeversverantwoordelijkheid een belangrijke rol binnen de gemeentelijke organisatie op het gebied van integriteit en veilig werken. Ook vormen zij de spil in het verbinden van de verschillende onderdelen binnen de ambtelijke organisatie én in het verbinden van de ambtelijke en politiek-bestuurlijke organisatie. Vanuit hun verbindende en centrale rol kunnen zij medewerkers beschermen tegen oneigenlijke druk en barrières opwerpen tegen ondermijning. De ondersteuning van gemeentesecretarissen zal zich met name richten op bewustwording, kennisontwikkeling en het faciliteren van het onderlinge gesprek met de burgemeester over de onderlinge rolverdeling op het gebied van de lokale aanpak van ondermijning en een weerbare organisatie.

Provincies zijn ook een relevante partner in het werken aan een weerbare overheid. Dit doen zij bijvoorbeeld door in nauwe samenwerking met gemeenten, waterschappen en de RIEC’s provinciale weerbaarheidsnormen op te stellen. De provincies Fryslân, Zeeland, Noord-Brabant, Utrecht, Flevoland en Limburg hebben zo’n gezamenlijke norm weerbare overheid. Ik zie dit als een positieve ontwikkeling om gezamenlijk de weerstand tegen ondermijning en andere oneigenlijke druk te vergroten. Om de slagkracht van kleinere gemeenten tegen ondermijnende invloeden verder te versterken heb ik in 2023 een impuls van € 80.000,–9 aan iedere provincie verstrekt. Dit is een vervolg op een eerdere decentralisatie-uitkering met hetzelfde doel. De provincie Limburg zet deze gelden bijvoorbeeld in voor het versterken van de capaciteit voor integriteits-beoordelingen in het kader van de wet Bibob en voor het opvolgen van aanbevelingen uit weerbaarheidsscans.

Versterking driehoeken burgemeester, griffier en gemeentesecretaris

Zowel de training in weerbaarheid van individuele politieke ambtsdragers als het samenspel op het gebied van een weerbare organisatie zijn van belang. De driehoek van burgemeester, griffier en gemeentesecretaris draagt bij aan de stabiliteit van het bestuur en de organisatie, ook op het gebied van weerbaarheid en de strijd tegen ondermijnende invloeden. Het samenspel binnen de driehoek vanuit verschillende rollen, posities en ervaringen gaat niet altijd vanzelf. Om het samenspel van de lokale driehoek hierop te versterken, organiseren de Vereniging van Griffiers (VvG), het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) en de VGS samen met de VNG en BZK in 2023 en 2024 regionale sessie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van serious gaming. Vanwege het hoge aantal inschrijvingen worden er 10 extra sessies ingepland.

Veilig werken

Binnen de aanpak van Veilige Publieke Dienstverlening gericht op ambtenaren is een van de belangrijke onderdelen de uitrol van de norm Stop Agressie Samen. In 2024 worden, samen met vertegenwoordigers van gemeenten, provincies en waterschappen, regionale bijeenkomsten georganiseerd over (het tegengaan van) agressie en geweld tegen ambtenaren.

Verder is op basis van de uitkomsten van een recent onderzoek naar melding en registratie van agressie en geweld onder ambtenaren10, een plan van aanpak ontwikkeld om de meldingsbereidheid te vergroten. Daarin wordt ook de doorontwikkeling van de verschillende registratiesystemen (GIR en ARO11) meegenomen.

Ook wordt gewerkt aan verschillende instrumenten, zoals een model agressieprotocol en de mogelijkheid van een model aangifteformulier om de invulling van de werkgeversverantwoordelijkheid en het aangiftetraject te versterken.12 Naar aanleiding van het Manifest Agressie en Geweld13 is een interdepartementale tafel gestart om de samenwerking en afstemming tussen verschillende Rijksonderdelen die zich bezighouden met het thema agressie en geweld te verbeteren en te versterken.

Om praktische kennis over de inzet op veilige publieke taak te delen is er eind vorig jaar met verschillende gemeenten een leerkring gestart onder leiding van de VNG. Zo hoeven organisaties niet steeds zelf het wiel uit te vinden. Hierbij sluiten ook provincies en waterschappen aan.

Weerbaarheid tegen juridische druk

Vanuit het LIEC verkent een kwartiermaker momenteel de wijze waarop gemeenten effectief ondersteund kunnen worden op het terrein van de (specialistische) juridische dimensie van de ondermijningsaanpak. Hierbij wordt aangesloten bij de behoeften van (kleinere) gemeenten en de (bestaande) mogelijkheden binnen de RIEC’s.14 Over de uitkomsten wordt uw Kamer separaat geïnformeerd.

Ook zijn er signalen vanuit het decentrale bestuur dat juridische procedures worden ingezet om politieke ambtsdragers en ambtenaren individueel te intimideren, bijvoorbeeld door (onterechte) beschuldigingen van een integriteitsschending. Dit was een van de elementen uit het WODC-rapport «Onder druk» die de Minister van JenV u op 20 november 2023 heeft toegezonden. De toegezegde beleidsreactie ontvangt uw Kamer op korte termijn.

Buiten kijf staat dat weerstand geboden moet kunnen worden tegen deze juridische vormen van intimidatie gericht op de persoon. Het kan gepast zijn juridische bijstand te bieden, bijvoorbeeld door daarvoor een tegemoetkoming in kosten voor ondersteuning beschikbaar te stellen. Het blijkt dat voor ambtsdragers niet altijd duidelijk is welke ondersteuning er in dergelijke gevallen passend is. Dat speelt temeer wanneer er geen beroep kan worden gedaan op het ambtelijk apparaat. Ook is er vaak, ofwel bij het overheidsorgaan ofwel bij de ambtsdrager, sprake van terughoudendheid in de vraag naar ondersteuning uit zorg over mogelijke beeldvorming. Daarom is het van belang expliciet te maken in welke gevallen en onder welke voorwaarden ondersteuning kan worden verleend. Ik verken momenteel de juridische mogelijkheden hoe hierin kan worden voorzien. Dit doe ik samen de decentrale koepels en de beroeps- en belangenverenigingen van decentrale politieke ambtsdragers. Het streven is uw Kamer hierover na de zomer nader te berichten.

2.3 Bestuurlijke preventie ondermijning

Beter zicht op ondermijning en datavolwassenheid

Voor een effectieve lokale ondermijningsaanpak is een stevige gemeentelijke informatiepositie van belang. Data spelen een belangrijke rol bij de ondersteuning van gemeenten in het vergroten van de weerbaarheid. De afgelopen jaren zijn in City Deal-verband een manier van data gedreven werken (de «Zicht op-methode») en het dashboard www.zichtopondermijning.nl ontwikkeld, waarmee relevante patronen en risico’s van ondermijning in gemeenten zichtbaar worden. Deze inzichten kunnen helpen bij het verbeteren van de informatiepositie en het efficiënt inzetten van preventieve beleidsmaatregelen door lokale en provinciale bestuurders. De Zicht op-methode heeft zich gericht op de thema’s (1) «drugsproblematiek» en (2) «vastgoed», maar inmiddels ook op (3) «vakantieparken» en (4) «PGB-zorgfraude».

Om de werkwijze voort te zetten en te verbreden naar andere maatschappelijke vraagstukken is – zoals ik eerder toezegde – afgelopen najaar binnen mijn ministerie de inzet op de ondersteuning van het decentraal bestuur op hun weerbaarheid en informatiepositie verstevigd. Deze inzet richt zich concreet op:

1) Het continueren en borgen van de «Zicht op-methode» en deze methode te verbreden naar andere maatschappelijke opgaven. Op dit moment wordt toepassing van de methode voorbereid op de onderwerpen «mainports en logistieke knooppunten», «gedigitaliseerde criminaliteit» en «schuldpreventie».

2) Meer focus op bewustwording en het bieden van concrete handelingsperspectieven aan gemeenten om ondermijning aan te pakken en mogelijke risico’s die hiervan uitgaan te verkleinen. Dit wordt onder andere gedaan door thematische kennis- en leernetwerken op te zetten, waarin inzichten uit data en wetenschap worden verbonden aan de praktijk van het decentraal bestuur.

Daarnaast wordt ingezet op het vergroten van de «datavolwassenheid» van gemeenten, zodat op basis van inzichten en analyses uit beschikbare data (bijvoorbeeld analyses uit de «Zicht op-methode», informatie van de RIEC’s of eigen data) concrete en gerichte bestuurlijke interventies kunnen worden ingezet. Hiervoor is in samenwerking met Avans Hogeschool de Datavolwassenheidsscan Ondermijning van de Taskforce-RIEC Zeeland-Brabant doorontwikkeld. Inmiddels hebben meer dan 50 gemeenten een dergelijk datavolwassenheidstraject doorlopen. De komende tijd worden, samen met RIEC’s en andere partners, netwerkbijeenkomsten en werksessies georganiseerd om de informatiepositie van gemeenten te verhogen. Met behulp van een train-de-trainer opleiding die zal worden ontwikkeld, kan de methodiek binnen de RIEC’s worden aangeleerd om zo gemeenten in hun regio te ondersteunen bij het vergroten van hun datavolwassenheid.

Afsluitend

Het werken aan een weerbaar bestuur houdt nooit op. Ik blijf mij, in nauwe samenwerking met partners binnen het Netwerk Weerbaar Bestuur, inzetten voor een weerbaar bestuur tegen elke vorm van oneigenlijke druk. Hierbij is het inbedden van structurele aandacht van de weerbaarheid in gemeentelijke en provinciale organisaties en blijvende bewustwording bij decentrale bestuurders, volksvertegenwoordigers en ambtenaren het uitgangspunt.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties,
H.M. de Jonge


  1. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Grip – het maatschappelijk belang van persoonlijke controle, 2023.↩︎

  2. Rondetafelgesprek agressie en geweld tegen beroepsgroepen met een publieke functie van 25 oktober 2023.↩︎

  3. Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2023–2024, 36 410-VI-50.↩︎

  4. Bisschop e.a. (2023), Koers bepalen: over de lessen van de versterking aanpak. georganiseerde drugscriminaliteit, Den Haag: Boom criminologie 2023, p. 36 (uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Ministerie van Justitie & Veiligheid).↩︎

  5. Kuipers, G., Geertjes, G.J., Samwel, J., Van der Kaaij, C., Van der Wal, R.L., Slingerland, W. & Van der Steen, M.A. (2024). Bedreiging en bescherming. Tussenevaluatie van de netwerkaanpak van het Netwerk Weerbaar Bestuur. Den Haag: Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.↩︎

  6. Tweede Kamer der Staten-Generaal, vergaderjaar 2023–2024, 28 844-271.↩︎

  7. De Groene Amsterdammer i.s.m. Utrecht Data School (2021). Mysogynie als politiek wapen. https://www.groene.nl/artikel/misogynie-als-politiek-wapen.↩︎

  8. Odekerken en De Meere, 2023. Lessen over kwetsbare processen: Hoe met name kleine gemeenten weerbaarder kunnen worden. https://www.verwey-jonker.nl/publicatie/lessen-over-kwetsbare-processen/↩︎

  9. Dit bedrag is inclusief de afdracht aan het btw-compensatiefonds.↩︎

  10. Broekhuizen, Mehlbaum, van den Akker en de Boer, 2023. Meer dan een vinkje: een onderzoek naar het versterken van de bereidheid van ambtenaren om agressie en geweld te melden en te registeren. Meer dan een vinkje: een onderzoek naar het versterken van de bereidheid van ambtenaren om agressie en geweld te melden en te registreren | Rapport | Kennisbank Openbaar Bestuur (kennisopenbaarbestuur.nl)↩︎

  11. Gemeentelijk incidentenregistratiesysteem en Agressie Registratie Overheid.↩︎

  12. Instrumenten worden onder andere via de websites www.veiligepubliekedienstverlening.nl en www. weerbaarbestuur.nl onder de aandacht gebracht.↩︎

  13. Een breed verbond van politieke partijen en maatschappelijke organisaties heeft zich in een manifest uitgesproken tegen agressie en geweld. Ze doen een oproep aan de samenleving, aan werkgevers en aan de regering om er iets aan te doen, juni 2023.↩︎

  14. Deze verkenning is onderdeel van de uitvoering van de motie van de leden Kuik en Bikker, Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 28 844, nr. 252.↩︎