Rapport Drempels en beleidsopties voor stimulering innovatie precisiefermentatie
Innovatiebeleid
Brief regering
Nummer: 2024D19121, datum: 2024-05-15, bijgewerkt: 2024-05-24 13:36, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33009-144).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Beslisnota bij Kamerbrief Rapport Drempels en beleidsopties voor stimulering innovatie precisiefermentatie
- Rapport 'Drempels en beleidsopties voor stimulering innovatie precisiefermentatie'
Onderdeel van kamerstukdossier 33009 -144 Innovatiebeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z08214:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-05-16 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-29 11:15: Procedurevergadering commissie LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-10-03 13:15: Tuinbouw, visserij en biotechnologie (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-10-10 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
33 009 Innovatiebeleid
Nr. 144 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2024
Op 6 juli vorig jaar is de motie van het lid Gündoğan (Groep Gündoğan) aangenomen (Kamerstuk 33 009, nr. 130), waarin de regering verzocht is om beleidsopties in kaart te brengen waarmee Nederland kan inzetten op het wegnemen van drempels. Ook wordt de regering opgeroepen in te zetten op een leidende rol van het Nederlandse bedrijfsleven inzake precisiefermentatie. Ter uitvoering van deze motie heb ik Wageningen Economic Research (WEcR) gevraagd een onderzoek uit te voeren, dit onderzoek is bijgevoegd. Hiermee geef ik ook uitvoering aan mijn toezegging van 8 februari jl. om dit rapport met de Kamer te delen (kenmerk: TZ202402–080). In deze brief ga ik in op de aanpak, de resultaten en het vervolg.
WEcR heeft in het onderzoek gebruikgemaakt van sectorexpertise voor praktische kennis en ervaring. WEcR heeft eerst literatuuronderzoek gedaan naar de in te zetten rollen en middelen door de overheid, om nieuwe innovaties in het algemeen te stimuleren. Die analyse is vervolgens toegepast op precisiefermentatie. Vervolgens heeft WEcR een workshop gehouden met de sector en LNV, om deze analyse nader te specificeren om helder te krijgen welke belemmeringen er nu in beleid of regelgeving zijn waardoor de stappen in de ontwikkeling van de innovatie nu niet of onvoldoende zijn gezet. Hiervoor zijn er gesprekken gevoerd met verschillende departementen.
Samenvatting
Het rapport clustert de drempels in zes thema’s; novel food wetgeving, genetisch gemodificeerde organismen (GGO) wetgeving en beleid; marktontwikkeling en financiering; R&D en infrastructuur; human resources; sociale acceptatie en ethiek. Deze clustering heeft plaatsgevonden op basis van de aangedragen drempels door de bedrijven.
De novel food wetgeving van de Europese Unie reguleert de marktintroductie van nieuwe voedingsmiddelen. Voordat deze producten op de markt mogen komen moeten ze eerst op veiligheid worden getoetst door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). Deze procedure wordt door bedrijven als onvoorspelbaar, complex, langdurig en duur ervaren. Ten aanzien van de wetgeving en beleid op het gebied van GGO hebben de door bedrijven ervaren drempels vaak betrekking op het verschil tussen wetenschappelijke veiligheidsbeoordelingen en de economische belangen van het bedrijfsleven. Hierbij gaat het om de praktische uitdagingen die bedrijven ervaren in de uitvoering van de huidige regelgeving rond genetisch gemodificeerde organismen. Onder het onderdeel marktintroductie en financiering vallen drempels als gebrek aan consumentenbetrokkenheid bij biotechnologie, gebrek aan actieve ondersteuning van kennisinstellingen op dit gebied en de behoefte aan bredere subsidieoproepen. Bij het thema R&D en infrastructuur wordt vooral het gebrek aan opschalingsfaciliteiten als een probleem gezien. Bij human resources gaat het met name om het gebrek aan goed opgeleid personeel. Ten aanzien van sociale acceptatie en ethiek is er een vraag om precisiefermentatie beter te integreren in de maatschappij.
Vervolg
De gesprekken die gevoerd zijn in het kader van de uitvoering van dit onderzoek hebben enkele van de drempels al weggenomen of de stand van zaken al verhelderd, zoals de proeverijen. Voor andere hebben zowel de overheid, als kennisinstellingen en het bedrijfsleven een rol om die op te lossen. De belangrijkste conclusie van het rapport is dan ook dat de drempels in gezamenlijkheid verder besproken en opgelost moeten worden. Het bedrijfsleven roept de overheid op om een actievere rol te nemen in het ondersteunen van de samenwerking, om de wetgeving aan te passen en om te investeren in innovatie en opschaling. Uit de workshop met de departementen is duidelijk geworden dat er actief gewerkt wordt aan het adresseren van de sectorale uitdagingen. Het is van belang om hierover met de brancheorganisatie en de bedrijven in gesprek te blijven. Sommige overheidsacties waren onvoldoende bekend bij het bedrijfsleven, zoals het feit dat het opzetten van een opschalingsfaciliteit voor onder andere precisiefermentatie voorzien is in het Groeifondsproject voor cellulaire agricultuur.
Het kabinet werkt momenteel aan een visie biotechnologie, waar precisiefermentatie strategisch gezien een belangrijk onderdeel van is. In het kader van deze visie zullen verdere gesprekken gevoerd worden en de geïdentificeerde drempels geadresseerd worden. De visie wordt onder leiding van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat opgesteld en wordt eind van het jaar verwacht, gevolgd door een actieagenda.
Verder is het aan de branche organisaties om ook in de toekomst deze gesprekken te blijven organiseren. Nederland is aantrekkelijk voor biotechnologiebedrijven en de huidige koppositie is van belang om te behouden, ook vanwege de mogelijkheden van duurzame voedselproductie en in het kader van voedselzekerheid.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema