Inbreng verslag schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 27 mei 2024 (Kamerstuk 21501-32-1644)
Landbouw- en Visserijraad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D20174, datum: 2024-05-21, bijgewerkt: 2024-05-30 10:11, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D20174).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.J.G. Graus, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (PVV)
- Mede ondertekenaar: D.L. de Keijzer, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z08307:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-05-21 10:00: Landbouw- en Visserijraad (27/28 mei) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-05-21 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-29 11:15: Procedurevergadering commissie LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-11-14 00:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2024D20174 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad op 27 mei 2024 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1644).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Graus
Adjunct-griffier van de commissie,
De Keijzer
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA -fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA -fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de Landbouw- en Visserijraad en hebben hierover vragen en opmerkingen.
Opvolging snelle en structurele antwoorden op de crisissituatie in de landbouwsector
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat er verder gesproken wordt over de «crisissituatie in de landbouwsector». In lijn met de opmerking van de Minister, zijn deze leden van mening dat crisissteunmaatregelen enkel in zicht moeten komen als er sprake is van een acute crisis. Zij zijn gealarmeerd dat de Minister de behoefte voelt om zijn positie toe te lichten, wat volgens hen erop wijst dat het inzetten van crisissteun ter discussie staat. Verwacht de Minister dat er serieus aanspraak gemaakt zal worden op crisissteunmaatregelen in de landbouwsector? Waarom voelt de Minister de noodzaak zijn positie hieromtrent te benadrukken? Hoe draagt Nederland deze positie in het overleg uit? Wanneer is er wel sprake van een zodanige crisissituatie dat Europees geld hiertoe moet worden ingezet?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie onderstrepen dat de Europese landbouwsector behoefte heeft aan structurele oplossingen en adviseert om weg te blijven van kortetermijnoplossingen die niet bijdragen aan een duurzaam toekomstperspectief. Volgens deze leden vraagt dat om een landbouwsector die duurzame en natuurinclusieve bedrijfsvoering beloont, met voldoende lokale en Europese afzetmarkt voor hoogwaardige producten, waarin de winst terugvloeit naar boeren in plaats van andere ketenpartijen. Deze leden lezen in het verslag van de vorige Landbouw- en Visserijraad dat «de Commissie voorstellen [heeft] neergelegd aan de lidstaten om de positie van boeren te versterken in de keten.». Volgens de Europese Commissie (EC) moet dit leiden tot een eerlijkere vergoeding van boeren en de winst eerlijker door de keten te verdelen. Kan de Minister deze voorstellen nader toelichten en appreciëren? Wat betekenen deze voorstellen voor Nederland? Zou de Minister bovendien kunnen reageren op de laatste stand van zaken van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken (OHP)? Hoe beoordeelt hij de voorstellen uit deze Richtlijn, zijn ze volgens hem voldoende om de positie van de boer in de keten te versterken? Hoe bereidt Nederland zich voor op de implementatie hiervan?
Gedachtewisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat uit het halfjaarlijkse vooruitzicht op de landbouwmarkten door de EC blijkt dat de situatie enigszins gestabiliseerd is. Onderschrijft de Minister het beeld uit de «short term outlook» volledig? Levert Nederland schriftelijke input op deze gedachtewisseling? Zo ja, kan de Minister deze de Kamer doen toekomen? Zo niet, waarom is hier niet voor gekozen? Is het inzichtelijk welke maatregelen van de EC en de lidstaten positief hebben bijgedragen aan het stabiliseren van de landbouwmarkten? Zijn er maatregelen genomen die achteraf nadelig bleken voor de stabiliteit? Wat is de mening van de Minister ten aanzien van de toegenomen invoer van Oekraïense landbouwproducten in de Europese Unie (EU) en kan hij uitleggen welke zorgen er bij andere lidstaten bestaan? Deze ledenbenadrukken daarbij de noodzaak om Oekraïne blijvend economisch te ondersteunen in de oorlog die Rusland tegen dit land voert.
Overig
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vernemen dat elf milieuministers in een brief hebben opgeroepen om in te stemmen met de Natuurherstelverordening. Wat is de reactie van de Minister op deze brief en wat zijn de gevolgen voor de duurzame toekomst van de landbouw als Nederland tegen deze Verordening stemt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Landbouw- en Visserijraad van 27 mei 2024. Daarover hebben zij nog wel enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een gedachtewisseling over de marktsituatie en de crisissituatie in de landbouwsector op de agenda staat. Echter, de Nederlandse inzet lijkt hier zeer beperkt te zijn. Vanzelfsprekend delen deze leden de opvatting dat voor wat betreft Oekraïne het belang van economische steun en verlenging van de autonome handelsmaatregelen fier overeind moeten blijven. Echter, in de aangenomen motie-Van Campen/Boswijk (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2075) verzoekt de Kamer de regering zich proactief op te stellen bij de bespreking van het voorstel van de EC om hogere invoertarieven in te voeren op Russisch graan. Tevens wordt de regering verzocht zich maximaal in te spannen om de Oekraïense landbouwsector te ondersteunen en Russische ondermijning van die sector tegen te gaan. Kan de Minister aangeven op welke wijze door de regering invulling wordt gegeven aan deze motie en is de Minister bereid om hogere invoertarieven op Russisch graan bespreekbaar te maken tijdens deze Raad?
De leden van de VVD-fractie hebben vernoemen dat elf milieuministers in een brief een oproep hebben gedaan tijdensde Milieuraad om alsnog in te stemmen met de Natuurherstelverordening. Deze ledenzijn nog altijd van mening dat de Natuurherstelverordening een onevenredig grote invloed heeft op de verdeling van de schaarse ruimte in Nederland. Kan de Minister bevestigen dat er tot op heden nog altijd geen gekwalificeerde meerderheid is voor deze Verordening en heeft het Belgisch voorzitterschap, dan wel de ECinmiddels al aangegeven hoe zij om wil gaan met het vervolg van de in de ijskast gezette Natuurherstelverordening?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Landbouw- en Visserijraad van 27 mei 2024.
De leden van de NSC-fractie lezen dat de EC op korte termijn een EU-prijsobservatorium wil inrichten met deelnemers en vragen de Minister wie er aan dat consortium deel zullen nemen. Hoe wil de Minister de kennis die daar opgedaan wordt inzetten om de positie van boeren te versterken? Welke effecten zal dit hebben op de Nederlandse voedselproducenten?
De leden van de NSC-fractie lezen dat er nieuwe bepalingen met betrekking tot bijvoorbeeld duurzaamheidsclaims komen. Deze leden zien dat veel Nederlandse duurzaamheidsinitiatieven zoals het Beter Leven Keurmerk en On the Way to PlanetProof moeite hebben met een internationale afzetmarkt vinden. Kan de Minister in dat licht sturen op Europese samenwerking en eenheid voor private keurmerken? Wordt er ook gekeken naar de ontwikkeling van een Eco-Score en is de Minister bereid deze ontwikkeling te bevorderen? Hoe kijkt de Minister naar de toekomst van een Eco-Score, mede in relatie tot de keurmerken die zich nu al op de markt bevinden?
De leden van de NSC-fractie lezen dat de EU-handelsbalans het op één na hoogste surplus ter wereld heeft, ter waarde van 70,1 miljard euro (22 procent hoger dan in 2022). Deze leden vragen waar deze stijging ten opzichte van 2022 vandaan komt, kan de Minister dat uitleggen? Kan de Minister voorzien in een inventarisatie van de zelfvoorzieningsgraad van Europa en dit uitsplitsen naar verschillende sectoren?
De leden van de NSC-fractie lezen dat Professor Strohschneider benadrukt dat landbouw niet ten koste gaat van milieu en de natuur, en vice versa. Hij onderstreept de noodzaak tot het inperken van polarisatie. Hoe kijkt de Minister naar de polarisatie in Nederland, ziet hij hier eenzelfde noodzaak tot het inperken daarvan? Hoe wil hij dat in Nederland gaan organiseren?
De leden van de NSC-fractie lezen dat de regeling voor vestigingssteun aan jonge landbouwers van 25.000 euro in 2023 niet is opengesteld. Verwacht de Minister dat deze regeling in 2024 wel wordt opengesteld? Zo ja, hoe gaat de Minister ervoor zorgen dit zo snel mogelijk te bewerkstelligen en hier duidelijkheid over te geven? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben zoals gebruikelijk met interesse gekeken naar de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad. Deze leden merken op dat er niet veel op de agenda staat. Desondanks hebben deze leden enkele op- en aanmerkingen.
De leden van de BBB-fractie lezen dat de EC de Landbouw- en visserijraad zal informeren over de reeds genomen maatregelen en mogelijke nieuwe maatregelen om de huidige situatie in de landbouw het hoofd te bieden. Graag horen deze leden wat de EC te zeggen heeft over de reeds genomen maatregelen. Tevens horen deze leden graag wat de ECte zeggen heeft over mogelijke nieuwe maatregelen. Deze leden horen graag wat deze nieuwe voorstellen inhouden, en op welke termijn de voorstellen gerealiseerd kunnen worden. Zij verwachten een proactieve houding van de Minister tijdens het gesprek met de EC en hopen dat de Minister zelf ook met voorstellen komt. Heeft de Minister al bedacht welke voorstellen hij wil aandragen?
De leden van de BBB-fractie lezen dat de Landbouw- en Visserijraad in gesprek gaat over hoe de EU de reactie op toekomstige crisis in de landbouw verder kan verfijnen en verbeteren. Deze leden vragen wat dat betekent en wat de inhoud van dat gesprek zal zijn. Wat is de inzet van Nederland?
De leden van de BBB-fractie lezen dat de wetgevende voorstellen voor het verminderen van de administratieve lasten en regeldruk voor boeren zijn aangenomen. Deze leden zijn hier blij mee. Zij vragen de Minister om de Kamer zo spoedig mogelijk te informeren over de implementatie van de voorstellen in Nederland. Tevens zijn deze leden blij om te lezen dat de Minister in gesprek is met de EC om een gelijk speelveld te creëren. Deelt de Minister de mening dat onder het creëren van een gelijk speelveld ook valt dat telers ten minste dezelfde gewasbeschermingsmiddelen moeten kunnen gebruiken als andere lidstaten, onder dezelfde voorwaarden?
De leden van de BBB-fractie lezen dat de Minister vindt dat er ingezet moet worden op de ontwikkeling van een duurzame, weerbare en klimaatbestendige landbouw, die voorbereid is op marktveranderingen en waarbij open handelsrelaties en de vermindering van strategische afhankelijkheden van belang zijn. Deze leden vragen de Minister welke marktveranderingen hij bedoelt en hoe hij de vermindering van strategische afhankelijkheden voor zich ziet. Kan de Minister hier een antwoord op geven?
De leden van de BBB-fractie lezen dat de onzekerheden op de markten groot blijven, vooral vanwege de geopolitieke ontwikkelingen. Wat is de inzet van de Minister om de onzekerheden op de markten te verminderen? Heeft de Minister nagedacht over eventuele kansen voor Nederland ten aanzien van de onzekerheden op de markten? Welke rol is er voor Nederland weggelegd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Landbouw- en Visserijraad van 27 mei en hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat er tijdens de Landbouw- en Visserijraad zal worden gesproken over maatregelen in reactie op de crisissituatie in de landbouwsector en dat daar ook de Richtlijn OHP onderdeel van is. Deze leden constateren dat de EC concludeert dat de lidstaten over het algemeen een hoger beschermingsniveau hanteren dan het minimale beschermingsniveau van de Richtlijn, maar dat Nederland daarop één van de uitzonderingen is. Ook hebben de meeste lidstaten de lijst van oneerlijke handelspraktijken uitgebreid door de verbodsbepalingen van de Richtlijn strenger te maken, Nederland heeft daar niet voor gekozen. Deze leden vragen de Minister om inzichtelijk te maken op welke wijze andere lidstaten een hoger beschermingsniveau hanteren dan Nederland, welke verbodsbepalingen die de Richtlijn strenger maken in andere lidstaten wel gelden en in Nederland niet en wat daarvan de gevolgen zijn voor onder andere de positie van de boer in de keten.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister tevens in hoeverre de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken, en de implementatie daarvan in ons land, volgens hem momenteel bijdraagt aan het versterken van de positie van de boer in de keten. Ook vragen deze leden wat de ambities van de Minister zijn bij een eventuele herziening van de Richtlijn OHP. Op welke wijze zou deze Richtlijn meer bij kunnen dragen aan het versterken van de positie van de boer in de keten?
De leden van de CDA-fractie ontvangen signalen dat de Minister voornemens is om per 2025 in het kader van de Goede Landbouw- en Milieu Maatregel (GLMC) twee extra eisen te stellen aan boeren in kustvlakteveengebieden. Het zou dan bijvoorbeeld gaan om beperkingen aan het bouwplan waardoor alleen nog grasland mogelijk is in het bouwplan. Deze leden horen dat de Minister tevens van plan is om de Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) basispremie per hectare in deze kustvlakteveengebieden te verhogen, wat dan ten koste zou gaan van boeren elders in het land. Klopt het dat de Minister hier plannen voor heeft? Zijn de bovengenoemde voorgenomen maatregelen het gevolg van Europese verplichtingen of kiest de Minister hier zelf voor? Indien dat laatste het geval is, wat is daarvoor dan de argumentatie?
De leden van de CDA-fractie horen vanuit de sector dat de Minister ook nieuwe maatregelen voorbereidt met betrekking tot de eco-regelingen. Is het juist dat de Minister van plan is om de instapeisen voor de eco-regeling in het GLB per 2025 te verhogen, door een hogere drempelwaarde voor de niveaus goud, zilver en brons in te stellen? Erkent de Minister dat het stellen van strengere eisen aan de eco-regeling ook zal betekenen dat minder boeren hieraan mee kunnen doen? Zou de Minister, gezien het feit dat er een hoofdlijnenakkoord ligt voor een nieuwe regering, ingrijpende wijzigingen zoals hierboven beschreven niet beter aan zijn opvolger over kunnen laten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 27 mei 2024 en hebben hierover een aantal vragen.
Haalbaarheid maatregelen
De leden van de PvdD-fractie hebben enkele vragen over maatregelen die door een aantal andere partijen zijn voorgesteld. Deze leden zijn benieuwd in hoeverre deze maatregelen volgens de Minister kans van slagen hebben.
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of het haalbaar is om te komen met een nieuwe, regio-specifieke derogatie van de Nitraatrichtlijn.
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of het haalbaar is om op korte termijn de bufferstroken te verkleinen van 250 naar 100 meter. Kan de Minister aangeven welke gevolgen dit heeft voor de natuur?
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of het haalbaar is om de maximale hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest van 170 kilogram per hectare uit de Nitraatrichtlijn te schrappen.
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of het haalbaar is om te komen met een herijking van de Natura 2000-gebieden, zonder «snippernatuur». Deelt de Minister de uitspraak van bioloog Patrick Jansen dat het hier gaat om «absolute topstukken van de Nederlandse natuurcollectie» (Trouw, 19 juni 2020, «Was Nederland maar net zo trots op haar natuur als op haar Hollandse meesters», (https://www.trouw.nl/duurzaamheid-economie/was-nederland-maar-net-zo-trots-op-haar-natuur-als-op-haar-hollandse-meesters~bdd09703/))? Welke gevolgen heeft deze maatregel voor de natuur?
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of het haalbaar is om in Brussel aan te tonen dat bepaalde gebieden niet langer kwetsbaar zijn, met als doel om meer stikstof te kunnen uitstoten.
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of het haalbaar is om in Brussel te regelen dat de afbouw van de huidige derogatie wordt teruggedraaid.
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of het haalbaar is om op korte termijn de rekenkundige ondergrens te verhogen naar minimaal één mol per hectare per jaar. Kan de Minister aangeven welke gevolgen dit heeft voor de natuur?
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of het haalbaar is om op korte termijn in Brussel te regelen dat de pulsvisserij wordt gelegaliseerd.
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister of hij verwacht dat het inzetten op bovenstaande maatregelen zal zorgen voor perspectief voor de agrarische sector.
De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat deze maatregelen boeren valse hoop geven, terwijl ondertussen de natuur- en klimaatcrisis verergert. Deelt de Minister deze analyse?
De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister tevens welke impact deze maatregelen hebben op het halen van afspraken rondom natuur en biodiversiteit en het stoppen van de achteruitgang van dier- en plantensoorten, zoals recent nog als doel door de Kamer is bevestigd (Kamerstuk 21 501-08, nr. 942).
Verslag Landbouw- en Visserijraad 13 mei 2024
De leden van de PvdD-fractie lezen in het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 13 mei 2024 dat er een voorstel van Duitsland werd besproken over het verhogen van het plafond van steun voor de landbouw, visserij en aquacultuur. De Minister merkt hierbij op dat verschillende lidstaten aangaven niet akkoord te zijn met een ophoging van de steun als daar geen duurzaamheidseisen aan worden verbonden. De Minister schrijft zijn steun te hebben uitgesproken voor een herziening, maar geeft niet aan wat het standpunt is over de koppeling met duurzaamheidseisen. Kan de Minister toezeggen dat hij zich bij de lidstaten zal aansluiten die vinden dat extra steun moet samengaan met duurzaamheidseisen? Zo nee, waarom niet?
Landbouwgif – ScoPAFF
De leden van de PvdD-fractie hebben vernomen dat in de ScoPAFF-vergadering van 22/23 mei de stof Pydiflumetofen op de agenda staat. Kan de Minister bevestigen dat dit bestrijdingsmiddel een zeer hoge persistentie heeft, zowel in de bodem als in het water, en extreem langzaam afbreekt in het milieu? Kan de Minister bevestigen dat zelfs na 100 jaar gebruik, de concentratie in het milieu zal blijven toenemen? Kan hij bevestigen dat dit bestrijdingsmiddel een risico vormt voor regenwormen (EFSA Journal, 29 januari 2024, «Updated peer review of the pesticide risk assessment of the active substance pydiflumetofen», (https://www.efsa.europa.eu/en/efsajournal/pub/8559))? Kan de Minister toezeggen dat Nederland tegen de toelating van dit bestrijdingsmiddel zal stemmen?
De leden van de PvdD-fractie wijzen erop dat de Minister bij het commissiedebat Gewasbeschermingsmiddelen van 14 mei 2024 heeft benoemd dat de uitspraak van het Europese Hof van Justitie op de agenda staat van de ScoPAFF-vergadering van mei 2024. Het Europese Hof van Justitie oordeelde dat lidstaten strenger moeten zijn bij de toelating van bestrijdingsmiddelen, waarbij de meest actuele wetenschappelijke kennis wordt gebruikt en elk nieuw middel in zijn geheel moet worden onderzocht op de mogelijke schadelijke effecten voor mens, dier en milieu. Deze leden vragen de Minister zo spoedig mogelijk na deze vergadering een terugkoppeling te geven aan de Kamer. Deze leden horen graag wat deze uitspraak betekent voor de werkwijze van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Kan de Minister aangeven of de toelating van andere middelen zijn gedaan volgens de meest recente inzichten? Zo niet, wat betekent dat voor de risico’s voor mens, dier en milieu? Deze leden roepen de Minister op om de verouderde toelatingen te heroverwegen aan de hand van de uitspraak.
Octopuskwekerijen
De leden van de PvdD-fractie wijzen de Minister op de aangenomen motie die de regering verzoekt om actief in Europa te pleiten tegen octopuskwekerijen (Kamerstuk 32 627, nr. 50). Kan de Minister bevestigen dat hij dit nog niet heeft gedaan en dat de motie hiermee nog niet is uitgevoerd? Octopussen zijn hyperintelligente, gevoelige, nieuwsgierige dieren van wie het welzijn onmogelijk geborgd kan worden in een kwekerij. Een kale, volle omgeving zal leiden tot frustratie, agressie en zelfs kannibalisme. De kans op ziekte en sterfte zijn hoog. Ook bestaat er geen goedgekeurde slachtmethode, waarbij het dier zo min mogelijk lijdt. Daarnaast staan octopuskwekerijen de voedseltransitie in de weg, aangezien octopussen veel vis eten en de kweek daarmee een nog hogere druk op de overbeviste zeeën legt. De Minister heeft eerder aangegeven voor een verbod te gaan pleiten bij het bespreken van de Commissievoorstellen voor EU-dierenwelzijnswetgeving. Deze voorstellen lijken echter op de lange baan te zijn geschoven. Deze leden zijn van mening dat het onwenselijk is om te wachten met uitspreken totdat deze voorstellen zijn gepubliceerd, aangezien de plannen voor de Spaanse octopuskwekerij wel doorgaan. Deelt de Minister dit inzicht? Is de Minister bereid om op korte termijn een geschikt moment te vinden om zich, conform de aangenomen motie, actief uit te spreken voor een verbod op octopuskwekerijen? Zo nee, waarom niet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de Richtlijn OHP. Uit de analyse van de EC blijkt dat de meeste lidstaten een hoger beschermingsniveau hanteren dan het minimale beschermingsniveau van de Richtlijn. Nederland is een van de uitzonderingen, omdat zij de Richtlijn strikter toepast. Deze ledenhoren graag hoe de Minister aankijkt tegen aanscherping van de Richtlijn in lijn met het hogere beschermingsniveau van veel lidstaten. Zij horen ook graag of de Minister bereid is het beschermingsniveau in Nederland aan te scherpen.
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de invulling van de ecoregeling. De eco-activiteit verlengde weidegang is alleen van toepassing voor melkvee. Deze leden horen graag waarom deze eco-activiteit niet mogelijk is voor vleesvee, terwijl weidegang in deze sector ook positief uitpakt voor milieu en dierenwelzijn.
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de saneringsregeling visserij. Deze leden horen graag of en wanneer deze regeling wordt geëvalueerd. Zij zouden graag zien dat daarbij gekeken wordt naar onder meer de vraag in hoeverre bedrijven daadwerkelijk gebruik hebben kunnen maken van de verruimde herinvesteringsreserve, de onderbouwing van de keuze om geen vergoeding te geven voor de inname van contingenten en de onderbouwing van het verschil in vergoeding tussen kleine en grote kotters.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CU-fractie
De leden van de CU-fractiehebben kennisgenomen van de stukken bij de Landbouw- en Visserijraad. Deze leden hebben daarbij nog enkele vragen over het onderwerp biologische gewasbescherming. Zij zouden de Minister willen vragen om het toelatingsbeleid van biologische gewasbescherming te agenderen als diversenpunt of dit punt actief te ondersteunen als het op de agenda zou komen. Ziet de Minister kans zich op deze raad opnieuw in te zetten om biologische middelen zo makkelijk mogelijk en zo snel mogelijk toegelaten te krijgen, onder andere via de wijziging van Verordening (EG) Nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad, om deze aan te kunnen passen? Ook zouden deze leden willen weten of de Minister tijdens deze Landbouw- en Visserijraad verder kan werken aan het vormen van een kopgroep van landen die dit nastreeft. Hoe ziet hij de krachtsverhoudingen op dit thema en wat zijn de grootste bezwaren hiertegen?
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 27 mei 2024
Kamerstuk 21 501-32, nr. 1644 – Brief Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema, d.d. 15 mei 2024
Verslag Landbouw- en Visserijraad 29 april 2024 te Luxemburg
Kamerstuk 21 501-32, nr. 1642 – Brief Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema, d.d. 13 mei 2024
Antwoorden op vragen commissie over de geannoteerde Agenda Landbouw- en Visserijraad van 29 april 2024 te Luxemburg (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1637)
Kamerstuk 21 501-32, nr. 1638 – Brief Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema, d.d. 25 april 2024