[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36280, eindtekst

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten)

Eindtekst

Nummer: 2024D20207, datum: 2024-05-14, bijgewerkt: 2024-05-21 15:02, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2022Z25633:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten-

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

14 mei 2024

Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de uitbreiding van de strafbaarheid voor schadetoebrengende gedragingen ten behoeve van een buitenlandse mogendheid (uitbreiding strafbaarheid spionageactiviteiten)
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de mogelijkheden om strafrechtelijk op te kunnen treden tegen spionageactiviteiten te verruimen door een afzonderlijke strafbaarstelling te introduceren en de strafmaat van enkele computerdelicten te verhogen indien zij zijn gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid, om zo de belangen van Nederland, zijn bondgenoten en internationale organisaties beter te kunnen beschermen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, onder a, wordt «98 tot en met 98c» vervangen door: «98 tot en met 98d».

Aa

In artikel 98, eerste lid, wordt “zes jaren” vervangen door “acht jaren”.

Ab

In artikel 98c, eerste lid, aanhef, wordt “zes jaren” vervangen door “acht jaren”.

B

Na artikel 98c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 98d

1. Met een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die, wetende dat daarvan gevaar is te duchten voor de veiligheid van de staat, van zijn bondgenoten of van een volkenrechtelijke organisatie, voor de vitale infrastructuur, voor de integriteit en exclusiviteit van hoogwaardige technologieën, of voor de veiligheid van een of meer personen, opzettelijk in heimelijke betrokkenheid met een buitenlandse mogendheid

1⁰. schadetoebrengende handelingen verricht ten behoeve van die buitenlandse mogendheid; of

2⁰. aan die buitenlandse mogendheid onmiddellijk of middellijk inlichtingen, een voorwerp of gegevens verstrekt.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die een ander beweegt tot de in het eerste lid bedoelde handelingen.

3. Gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaar of geldboete van de vijfde categorie wordt opgelegd indien het feit:

a. in tijd van oorlog is gepleegd;

b. zwaar lichamelijk letsel of de dood ten gevolge heeft.

C

Aan de artikelen 138ab en 138c wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

D

Onder vernummering van het vierde en vijfde lid, tot vijfde en zesde lid, wordt in artikel 138b een lid ingevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Da

Aan de artikelen 177 en 178 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Db

Aan artikel 272 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Dc

Aan artikel 273 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Dd

Aan artikel 328ter wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

E

In artikel 350a, tweede lid, en artikel 350c, tweede lid, wordt «Artikel 138b, tweede en derde lid,» vervangen door: «Artikel 138b, tweede, derde en vierde lid,».

F

Aan artikel 363 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

G

Aan artikel 364 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

ARTIKEL II

Het Wetboek van Strafrecht BES wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, onder 1⁰, wordt «104a-104c» vervangen door: «104a-104d».

Aa

In artikel 104 wordt “zes jaren” vervangen door “acht jaren”.

Ab

In artikel 104c, eerste lid, aanhef, wordt “zes jaren” vervangen door “acht jaren”.

B

Na artikel 104c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 104d

1. Met een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft hij die, wetende dat daarvan gevaar is te duchten voor de veiligheid van de staat, van zijn bondgenoten of van een volkenrechtelijke organisatie, voor de vitale infrastructuur, voor de integriteit en exclusiviteit van hoogwaardige technologieën, of voor de veiligheid van een of meer personen, opzettelijk in heimelijke betrokkenheid met een buitenlandse mogendheid

1⁰. schadelijke handelingen verricht ten behoeve van die buitenlandse mogendheid; of

2⁰. aan die buitenlandse mogendheid onmiddellijk of middellijk inlichtingen, een voorwerp of gegevens verstrekt.

2. Met dezelfde straf wordt gestraft hij die een ander beweegt tot de in het eerste lid bedoelde handelingen.

3. Gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaar of geldboete van de vijfde categorie wordt opgelegd indien het feit:

a. in tijd van oorlog is gepleegd;

b. zwaar lichamelijk letsel of de dood ten gevolge heeft.

C

Aan artikel 144a wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

D

Artikel 144b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Da

Aan de artikelen 183, 183a en 184 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Db

Aan artikel 285 wordt toegevoegd:

Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Dc

Aan artikel 286 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

Dd

Aan artikel 341ter wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

E

Onder vernummering van het vierde tot vijfde lid, wordt in artikel 367a een lid ingevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

F

Aan de artikelen 378 en 379 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

G

Aan artikel 380 wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. Indien het feit is gepleegd ten behoeve van een buitenlandse mogendheid wordt de op het feit gestelde gevangenisstraf met een derde verhoogd.

ARTIKEL III

In artikel 551 van het Wetboek van Strafvordering wordt «97a tot en met 98c» vervangen door: «97a tot en met 98d».

ARTIKEL IV

In artikel 123 van het Wetboek van Strafvordering BES wordt «103a tot en met 104c» vervangen door: «103a tot en met 104d».

ARTIKEL IVA

Onze Minister van Justitie en Veiligheid zendt binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie en Veiligheid,

De Minister van Justitie en Veiligheid,