[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van de leden Van Nispen en Dobbe over voldoende domeinoverstijgende financiering om zorg en behandeling en de aansluiting tussen straf en zorg te verbeteren

Justitiële Inrichtingen

Motie

Nummer: 2024D20323, datum: 2024-05-21, bijgewerkt: 2024-05-22 15:36, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24587-959).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24587 -959 Justitiële Inrichtingen.

Onderdeel van zaak 2024Z08638:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 959 MOTIE VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN DOBBE

Voorgesteld 21 mei 2024

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat relatief veel overlast en onveiligheid in de samenleving afkomstig is van mensen met verward of onbegrepen gedrag, stoornissen en/of verslavingen;

constaterende dat effectieve hulpverlening en zorg de strafrechtketen kan ontlasten, wat hard nodig is gelet op het beslag dat door deze groep wordt gelegd op de politiecapaciteit en dit tevens grote druk oplevert op de al overbelaste capaciteit van gevangenissen, tbs-klinieken en overige forensische zorg;

overwegende dat de ambitie om de aansluiting tussen straf en zorg te verbeteren al vaak geuit is, dat veel tijd, inzet en geld nu gaan zitten in nieuwe plannen en beleid, onderzoeken en overleggen om de cultuur te veranderen en de samenwerking te bevorderen, maar dat dit onvoldoende oplevert omdat de problemen bekend zijn en onvoldoende worden opgelost;

constaterende dat er een groot tekort is aan passende woon- of verblijfplekken voor personen met complexe problematiek, wat wel noodzakelijk is om overlast en onveiligheid tegen te gaan, omdat het kapitaalvernietiging is om mensen te stabiliseren in relatief kostbare gesloten behandelvormen en het vervolgens snel weer fout gaat omdat dé randvoorwaarde, passende opvang daarna, niet beschikbaar is;

constaterende dat de financiering van de aanpak en zorg voor deze groep vaak gehinderd wordt door de verschillende domeinen en verantwoordelijkheden die georganiseerd zijn, zoals de vraag of het vanuit veiligheid of zorg gefinancierd moet worden, door gemeentes, door de ggz of de zorgverzekeraars, en dat dit niet helpt bij de aanpak, omdat de mensen om wie het gaat zich doorgaans van deze hokjes en financieringsvraagstukken weinig aan zullen trekken;

verzoekt de regering, in eerste instantie binnen de bestaande budgetten, voldoende domeinoverstijgende financiering beschikbaar te stellen, zo nodig eerst met een experiment, om zorg en behandeling en de aansluiting tussen straf en zorg te verbeteren en de politie te ontlasten;

verzoekt de regering voorts te inventariseren in welke regio’s het gebrek aan passende woon- en verblijfplekken het grootst is en hier vervolgens onder landelijke regie mee aan de slag te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Dobbe