Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over of Oekraïne lid kan worden van de NAVO
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D20608, datum: 2024-05-22, bijgewerkt: 2024-05-24 12:22, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1806).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
- Mede namens: K.H. Ollongren, minister van Defensie
Onderdeel van zaak 2024Z07814:
- Gericht aan: H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1806
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over of Oekraïne lid kan worden van de NAVO (ingezonden 6 mei 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Defensie (ontvangen 22 mei 2024).
Vraag 1
Is het correct dat in antwoord op vraag 14 en op vraag 15 van schriftelijke vragen van de leden Baudet en Van Houwelingen d.d. 4 maart 2024 de regering op 24 april jl. het volgende antwoord heeft gegeven: «Tijdens de NAVO-top in Vilnius herbevestigden bondgenoten dat Oekraïne lid zal worden van de NAVO op het moment dat aan de voorwaarden daarvoor is voldaan en wanneer alle bondgenoten daarmee instemmen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Ziet de regering zelf een verband tussen bovengenoemde twee simpele ja-neevragen die zijn gesteld en het antwoord dat is gegeven?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Waarom geeft de regering op deze twee simpele, concrete en uiterst relevante ja-neevragen – zo zei de secretaris-generaal van de NAVO op 29 april 2024 nog dat Oekraïne «onvermijdelijk» lid wordt van de NAVO2 – een ontwijkend en procedureel antwoord dat op geen enkele manier redelijkerwijs kan worden gezien als een antwoord op de gestelde vragen?
Antwoord 3
Het kabinet hecht aan zorgvuldige en volledige beantwoording.
Vraag 4
Waarom kan de regering niet simpelweg met «ja» of met «nee» antwoorden op deze twee ja-neevragen?
Antwoord 4
Om het vraagstuk van de juiste context te voorzien, is het antwoord op de vragen gediend bij inhoudelijke toelichting.
Vraag 5
Nogmaals, kan Oekraïne in uw ogen lid worden van de NAVO zolang nog sprake is van een oorlog tussen Oekraïne en Rusland? Ja of nee?
Antwoord 5
Tijdens de NAVO-top in Vilnius herbevestigden bondgenoten dat Oekraïne lid zal worden van de NAVO op het moment dat aan de voorwaarden daarvoor is voldaan en wanneer alle bondgenoten daarmee instemmen.
Vraag 6
Nogmaals, indien Oekraïne lid zou (kunnen) worden van de NAVO terwijl het nog in oorlog is met Rusland, betekent dit – volgens artikel 5, van het Noord-Atlantisch Verdrag – dat de NAVO en dus ook Nederland automatisch in oorlog met Rusland geraken? Ja of nee?
Antwoord 6
Dat hoeft niet automatisch het geval te zijn. Artikel 5 stelt dat een aanval op één NAVO-bondgenoot zal worden beschouwd als een aanval op allen. Het is vervolgens aan NAVO-bondgenoten om aan de hand van de dan geldende context met elkaar te besluiten welke gevolgen zij daaraan wensen te verbinden.
Vraag 7
Is het juridisch verdragsrechtelijk gezien correct dat Oekraïne, zodra het lid wordt van de NAVO én nog in oorlog met Rusland verkeert, een beroep kan doen op artikel 5 van het Noord-Atlantisch Verdrag? Ja of nee?
Antwoord 7
Ja. Als Oekraïne zonder voorbehoud toetreedt tot de NAVO, zullen alle artikelen van het Noord-Atlantisch Verdrag op Oekraïne van toepassing zijn.
Vraag 8
Kan het kabinet deze vragen afzonderlijk (dat betekent dus dat vragen apart worden beantwoord en niet worden samengevoegd) en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 8
De vragen zijn zo snel als mogelijk en afzonderlijk beantwoord.