Lijst van vragen, gesteld aan de regering, inzake Aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36560-VII-2)
Jaarverslag en slotwet Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2023
Lijst van vragen
Nummer: 2024D21057, datum: 2024-05-23, bijgewerkt: 2024-05-31 09:03, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (nds-tk-2024D21057).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (VVD)
- Mede ondertekenaar: G.C. Honsbeek, griffier
Onderdeel van zaak 2024Z07131:
- Indiener: P.J. Duisenberg, president van de Algemene Rekenkamer
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-16 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-05-23 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-23 14:00: Rapport resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (vragen aan de regering) (TK 36560-VII-2 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-23 14:00: Rapport resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (vragen aan de Algemene Rekenkamer) (TK 36560-VII-2) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-05-23 14:00: Feitelijke vragen aan de Regering over de verantwoordingsonderzoeken 2023 van de Algemene Rekenkamer over de ministeries van EZK, JenV en BZK voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-05-23 14:00: Feitelijke vragen aan de Algemene Rekenkamer over de verantwoordingsonderzoeken 2023 van de Algemene Rekenkamer over de ministeries van EZK, JenV en van BZK voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-06-17 16:00: Jaarverantwoording 2023 ministeries J&V, EZK en BZK voor zover het onderwerpen over digitalisering betreft (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-06-19 13:00: Jaarverslagen 2023 en Slotwetten ministeries J&V, EZK en BZK voor zover het onderwerpen over digitalisering betreft (omgezet in een schriftelijk overleg op 17 juni 2024) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (š origineel)
2024D21057 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het Rapport resultaten verantwoordingsonderzoek 2023 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36Ā 560Ā VII, nr.Ā 2).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Peter de Groot
De griffier van de commissie,
Honsbeek
Nr | Vraag |
1 | Hoe wil de regering voorkomen, nadat blijkt dat bij inkoop- en aanbestedingsfouten bij Logius, SSC-ICT en het Rijksvastgoedbedrijf voor 86,7Ā miljoenĀ euro aan fouten is gemaakt, dat dit niet wederom gebeurt, aangezien er in de Voorjaarsnota wederom vele tientallen miljoenen extra wordt vrijgemaakt voor deze opdrachten? |
2 | Welke lessen uit de ervaringen met de Woningbouwimpuls trekt de regering met het oog op een doeltreffende en doelmatige vormgeving van toekomstige tranches of nieuwe investeringsregelingen die beogen een impuls te geven aan de woningbouw? |
3 | Wat kan respectievelijk gaat de regering doen om woningcorporaties meer te betrekken bij het ontwikkelen van een meer doeltreffende en doelmatige inzet van een instrument zoals de Woningbouwimpuls, of daarmee vergelijkbare budgetten? |
4 | Hoe kan bij het instrument van de Woningbouwimpuls worden voorkomen dat geld niet effectief wordt ingezet, en hoe kan worden voorkomen dat geld dat in het verleden al als winst is genomen, nu moet worden aangevuld door Woningbouwimpuls-gelden? |
5 | Hoe kan er beter voor gezorgd worden dat budget voor een instrument als de woningbouwimpuls gaat zitten in de onrendabele top van de betaalbare woningen; zouden de financiƫle middelen niet uitsluitend daarop gericht moeten zijn? |
6 | Welke betere financiƫle instrumenten ter stimulering van de woningbouw kunnen er ontwikkeld worden ter compensatie van hoge verwervingskosten en hoge kosten van bovenplanse of bovenwijkse voorzieningen, gezien het feit dat grondexploitaties nu een negatief resultaat hebben als gevolg van hoge verwervingskosten bij binnenstedelijk bouwen, en door hogere kosten van bovenwijkse voorzieningen (zie https://www.volkshuisvestingnederland.nl/documenten/publicaties/2021/12/17/grondexploitaties-15-jaar-dynamiek-in-gebiedsontwikkeling-2005-2020)? |
7 | Kunnen, ter stimulering van de woningbouw, bovenplanse of bovenwijkse voorzieningen niet beter separaat of op een andere manier gefinancierd worden, gezien het feit dat grondexploitaties nu mede door de hogere kosten van bovenwijkse voorzieningen een negatief resultaat hebben (zie https://www.volkshuisvestingnederland.nl/documenten/publicaties/2021/12/17/grondexploitaties-15-jaar-dynamiek-in-gebiedsontwikkeling-2005-2020)? |
8 | Hoe duidt de regering de kritiek dat de Minister van Binnenlandse Zaken onvoldoende zicht heeft op of het bestede geld voor de regiodeals wel het beoogde effect bereiken? Welke lessen trekt de regering hieruit? |
9 | Wat zijn de redenen dat er aanzienlijk minder regiodeals gesloten zijn in de regioās Zuidoost-Brabant en Midden-Limburg? |
10 | Hoe duidt de regering de kritiek van de Rekenkamer dat het incidentele geld geen zekerheid biedt aan de regio voor hun structurele problemen? |
11 | Hoe komt het dat de vierde en vijfde tranche van de Woningbouwimpuls niet volledig zijn uitgeput, en waarom is het budget van de laatste tranche wel overvraagd? |
12 | Hoe groot acht de regering het risico dat ministeries de specifieke uitkeringen aan decentrale overheden door onzekerheid over de rechtmatigheid niet definitief kunnen vaststellen? Kan de inschatting worden toegelicht? |
13 | Welke aanbeveling(en) van de Algemene Rekenkamer heeft de regering niet opgevolgd om het risico te beperken dat ministeries de specifieke uitkeringen aan decentrale overheden door onzekerheid over de rechtmatigheid niet definitief kunnen vaststellen? Waarom zijn deze aanbeveling(en) niet opgevolgd ā welke belangen wegen in deze gevallen zwaarder? |
14 | Kan de regering inzicht geven in de planning van het wetgevingsproces: wanneer wordt het advies aan de Raad van State over het besluit tot Wijziging van het BVV en Bado in verband met de verdere uitwerking van de rechtmatigheidsverantwoording en enige andere wijzigingen gevraagd, wanneer wordt dit advies verwacht, en wanneer stuurt de regering het voorstel naar de Tweede Kamer? |