Antwoord op vragen van het lid Tielen over de visie op geneesmiddeleninformatie voor zorgverleners
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D21140, datum: 2024-05-24, bijgewerkt: 2024-05-29 09:55, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20232024-1822).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z07960:
- Gericht aan: P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
- Indiener: J.Z.C.M. Tielen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1822
Vragen van het lid Tielen (VVD) aan de Minister voor Medische Zorg over de visie op geneesmiddeleninformatie voor zorgverleners (ingezonden 10 mei 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 24 mei 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met signalen dat uw ministerie werkt aan een herschikking van het geneesmiddeleninformatielandschap? Zo ja, wat betekent dit concreet voor (toe)leveranciers van geneesmiddeleninformatie, zowel de organisaties met een wettelijke taak, als privaatrechtelijke informatieplatforms?1
Antwoord 1
Ja, ik heb uw Kamer geïnformeerd bij brief van 13 december 2023 over een herijkte visie met betrekking tot het geneesmiddeleninformatielandschap ten behoeve van de zorgverleners. In de brief is toegelicht dat het accent zal worden gelegd op direct toepasbare specifieke (gericht op specifieke doelgroepen) geneesmiddeleninformatie, ter ondersteuning van praktiserende zorgverleners. In deze brief is ook aangegeven dat dit kan leiden tot een herschikking van middelen die ter beschikking worden gesteld aan de te onderscheiden privaatrechtelijke informatieplatforms.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoe deze signalen zich verhouden tot de brief van 13 december 2023 waarin wordt gesteld dat het nader uitwerken van de visie op het geneesmiddeleninformatielandschap nog de nodige stappen vergt en dat gelet op de demissionaire status van dit kabinet, dit proces door een volgend kabinet zal worden vormgegeven?2
Antwoord 2
De basis voor het zetten van de verdere stappen in dit proces, is te vinden in de door u genoemde brief van 13 december 2023. Sinds het sturen van deze brief hebben gesprekken met de verschillende informatieplatforms plaatsgevonden en worden op basis van deze gesprekken afwegingen gemaakt met betrekking tot de verdere inrichting en vormgeving van dit landschap. De concrete besluitvorming met betrekking tot de subsidieverlening is – onder een nieuw kabinet – voorzien met ingang van 1 januari 2026.
Vraag 3 en 4
Kunt u aangeven op basis van welke criteria geneesmiddeleninformatie wordt aangemerkt als generieke informatie en wanneer als direct toepasbare beslisinformatie?
Kunt u aangeven welke positie het leveren van generieke of direct toepasbare beslisinformatie inneemt in de herschikking van het geneesmiddeleninformatielandschap? Welke criteria worden nog meer gebruikt om te besluiten over een herschikking?
Antwoord 3 en 4
Ik zie voor mij als verantwoordelijkheid om met name de praktiserende zorgverleners te ondersteunen daar waar de informatie met betrekking tot het voorschrijven dan wel afleveren tekortschiet, omdat deze informatie niet voldoende beschikbaar is. Daarvan is sprake bij de doelgroepen kinderen, zwangeren en ouderen, omdat de geneesmiddelen veelal niet getest worden onder deze kwetsbare doelgroepen. Het gaat dus om specifieke geneesmiddeleninformatie in de zin van specifieke kwetsbare doelgroepen en daarbij is het van belang dat de informatie die wordt geleverd heel concreet is, waarbij het direct kan worden toegepast als beslis- en/of doseerinformatie in de praktijk van de zorgverlener.
Generieke geneesmiddeleninformatie is al breed beschikbaar en onder andere (deels) te vinden in het Farmacotherapeutisch Kompas (FK), in de Geneesmiddelenbank en in de verschillende richtlijnen van de beroepsgroepen.
Vraag 5
Welke alternatieven zijn er beschikbaar om geneesmiddeleninformatie breed beschikbaar te houden als wordt besloten tot een aanpassing van het landschap? Hoe groot is het risico dat er straks te weinig geneesmiddeleninformatie beschikbaar is? Hoe wordt dit risico verkleind?
Antwoord 5
Geneesmiddeleninformatie is breed beschikbaar; langs verschillende invalshoeken en wegen, en zal dat ook blijven. De aanpassing van het informatielandschap ten behoeve van de zorgverleners betreft alleen dat deel dat gefinancierd wordt door het Ministerie van VWS. Er is en zal geen sprake zijn van een risico op te weinig geneesmiddeleninformatie.
Geneesmiddeleninformatie wordt door VWS ook bevorderd langs de weg van ZonMw, via het programma Goed Gebruik Geneesmiddelen. De resultaten en uitkomsten van deze studies vinden via de wetenschappelijke verenigingen en kennisinstituten hun plek in de richtlijnen van de beroepsgroepen. De informatie en verspreiding van kennis over nieuwe inzichten en richtlijnen is anno 2024 daarmee een continue en doorlopend proces geworden. Communicatie door de beroepsgroepen zelf, zoals via het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Federatie Medische Specialisten (FMS), wint aan belang. De nieuwe kennis vindt zijn weg langs verschillende wegen, zowel via reguliere tijdschriften zoals het Medisch Contact als door inzet van bijvoorbeeld podcasts. Daarnaast spelen meer en meer initiatieven zoals het platform thuisarts.nl een rol in het beschikbaar stellen van nieuwe kennis en inzichten, waaronder geneesmiddeleninformatie.
Vraag 6
Hoe worden alle spelers, inclusief de privaatrechtelijke informatieplatforms, betrokken bij de verdere uitwerking van de visie op geneesmiddeleninformatie voor zorgverleners?
Antwoord 6
We zijn dit traject gestart met het voeren van gesprekken met alle betrokken informatieplatforms en blijven met hen gedurende dit traject in gesprek en in contact.