Doelgroeponderzoek Jeugdreclassering
Jeugdzorg
Brief regering
Nummer: 2024D21995, datum: 2024-05-30, bijgewerkt: 2024-06-21 15:13, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31839-1021).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Onderdeel van kamerstukdossier 31839 -1021 Jeugdzorg.
Onderdeel van zaak 2024Z09325:
- Indiener: F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-06-04 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-12 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-09-05 10:00: Justitiële jeugd (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-09-12 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
31 839 Jeugdzorg
Nr. 1021 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 mei 2024
Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport «Doelgroep van de jeugdreclassering geprofileerd» aan. De aanleiding voor het onderzoek is de ontwikkeling van een landelijk uniforme methodiek voor de jeugdreclassering, «JR in Verbinding» (JRIV). Een dergelijke uniforme en evidence based methodiek levert een belangrijke bijdrage aan het verminderen van de kans op recidive van jongeren die bij de jeugdreclassering komen en zorgt bovendien voor rechtsgelijkheid, omdat dan overal in Nederland dezelfde methodiek wordt gebruikt. Deze methodiek wordt op dit moment ontwikkeld door de Gecertificeerde Instellingen, die de jeugdreclassering in Nederland uitvoeren, met een subsidie van mijn departement. Hiervoor is een volledig en actueel beeld van de doelgroep van de jeugdreclassering nodig. Daarin heeft dit onderzoek voorzien.
In de beleidsreactie die ik in het najaar aan uw Kamer zal zenden, ga ik dieper in op de ontwikkeling en invoering van deze methodiek en de rol van dit onderzoek daarbij.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind