Stand van zaken Q-koorts besmetting op een melkschapenbedrijf in Brakel (Gld.)
Dierziektebeleid
Brief regering
Nummer: 2024D22420, datum: 2024-05-31, bijgewerkt: 2024-07-25 09:42, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29683-288).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Onderdeel van kamerstukdossier 29683 -288 Dierziektebeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z09505:
- Indiener: P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2024-06-04 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-12 11:15: Procedurevergadering commissie LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-06-13 17:30: Zoönosen en dierziekten (Commissiedebat), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2024-09-04 12:15: Aanvang middagvergadering Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
29 683 Dierziektebeleid
Nr. 288 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 mei 2024
Op 24 april jl. heb ik u geïnformeerd over de Q-koortsbesmetting op een melkschapenbedrijf in Brakel (Kamerstuk 29 683, nr. 286). Daarin heb ik toegezegd u te informeren als er meer informatie beschikbaar is. Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Medische Zorg, over de stand van zaken en ga ik in op de zorgen die geuit zijn door Q-koortspatiënten. Het is begrijpelijk dat Q-koortspatiënten zijn geschrokken van deze besmetting en dat zij zich zorgen maken over de situatie. Door deze besmetting worden patiënten opnieuw herinnerd aan de Q-koortsuitbraak van anderhalf decennium geleden, waar velen nog tot de dag van vandaag last van ondervinden. Zij hebben vragen over de risico’s en de naleving, controle en handhaving van de regels.
Zoals ik in mijn vorige brief schreef komt de Q-koortsbacterie, Coxiella burnetii, algemeen voor in de omgeving. Q-koorts is een zoönose. Met het oog op dit risico voor de volksgezondheid gelden er nog altijd diverse voorschriften, waaronder een vaccinatieplicht voor bedrijven met meer dan 50 melkschapen of -geiten en voor locaties met een publieksfunctie. De besmetting op het melkschapenbedrijf in Brakel is aan het licht gekomen via de verplichte tankmelkmonitoring, waarbij Q-koortsbacteriën in de tankmelk zijn aangetroffen. Ik wil benadrukken dat het RIVM bij deze casus het risico voor de volksgezondheid in de omgeving als laag heeft ingeschat.
Stand van zaken besmet bedrijf
Naar aanleiding van de Q-koortsbesmetting van het bedrijf, vastgesteld op 22 april 2024, zijn maatregelen genomen en adviezen gegeven; de veehouder verleent hierbij alle medewerking. De NVWA heeft direct een bezoekersverbod, een afvoerverbod van schapen naar andere bedrijven en verplichte hygiënemaatregelen ingesteld. Ook is een waarschuwingsbord bij het bedrijf geplaatst. Deze maatregelen blijven van kracht zolang het bedrijf de besmetstatus heeft.
In de week na de besmetverklaring zijn de besmette schapen die de Q-koortsbacterie uitscheidden opgespoord, gedood en afgevoerd. Ook de niet gevaccineerde drachtige schapen zijn gedood en afgevoerd. Hiermee is het risico voor de gezondheid van de houder, gezinsleden en personeel en ook voor de omgeving nog verder verkleind. De overige schapen op het bedrijf worden door de houder binnen twee maanden naar de slacht gebracht, hier ziet de NVWA op toe. De houder heeft hiervoor gekozen. Vanaf het moment dat er geen schapen meer op dit bedrijf aanwezig zijn blijft het bedrijf nog 30 dagen geblokkeerd vanwege de maatregelen die zien op de nog op het bedrijf aanwezige mest. Daarna wordt de besmetstatus ingetrokken. Op basis van een analyse door de NVWA is er geen verhoogd risico vastgesteld voor infectie bij de andere aanwezige dieren of voor de omgeving.
Zoals is aangegeven in de Kamerbrief van 24 april jl. heeft de NVWA een onderzoek en handhavingstraject op het bedrijf uitgevoerd om in beeld te brengen hoe deze besmetting tot stand is gekomen en of hierbij sprake is van een overtreding van regelgeving ter preventie van Q-koorts. Op 4 december 2023 heeft de NVWA het bedrijf bezocht in het kader van de naleving van de Q-koortsregelgeving en de voorschriften voor de identificatie- en registratie van dieren (I&R).
Tijdens deze inspectie heeft de veehouder verklaard dat hij definitief gestopt was met het melken van de aanwezige schapen. Deze verklaring in combinatie met de uitgevoerde inspectie heeft geleid tot de conclusie dat de houder op het moment van de controle niet onder de vaccinatieverplichting viel. Op basis van een verdiepend onderzoek dat de NVWA gestart is naar aanleiding van de vastgestelde Q-koortsbesmetting in april, bleek dat de houder na de inspectie in december 2023 weer is gestart met het melken van zijn schapen. Vanaf dat moment is hij alsnog en met terugwerkende kracht in overtreding betreffende de vaccinatieplicht, waarvoor een bestuurlijke boete wordt opgelegd.
Traceringsonderzoek besmet bedrijf
De NVWA heeft traceringsonderzoek uitgevoerd en drie risico-contacten in beeld gebracht. Op 20 januari en 2 februari 2024 zijn niet gevaccineerde drachtige melkschapen van het bedrijf afgevoerd naar drie andere bedrijven. Het betreft twee melkschapenbedrijven in de gemeente De Fryske Marren, provincie Friesland en een bedrijf op Texel, provincie Noord-Holland, dat onder andere een melkschapenbedrijf heeft. De lokale GGD-en en de betreffende gemeentes zijn door de NVWA op de hoogte gebracht. Deze schapen zijn vóór het vaststellen van de besmetting op het bedrijf in Brakel verplaatst. Op de ontvangende bedrijven zijn geen ziekteverschijnselen waargenomen, noch zijn er besmettingen in de tankmelk aangetroffen. De risico’s op deze bedrijven en de omgeving zijn daarom als laag ingeschat. Er worden op deze bedrijven geen bezoekersverboden of verplichte hygiënemaatregelen ingesteld.
Wel heeft de NVWA maatregelen opgelegd ten aanzien van de aangevoerde schapen. Ze zijn afkomstig van een bedrijf dat later besmet bleek en waren op het moment van verplaatsen niet gevaccineerd. De dieren kunnen daarmee toch een risico vormen. De houders krijgen voor deze melkschapen een levenslang fokverbod inclusief een afvoerverbod naar andere bedrijven opgelegd. De houders hebben besloten deze dieren af te voeren naar de slacht. De NVWA ziet hierop toe.
Handhaving vaccinatie
Q-koorts patiënten hebben veel vragen over het Q-koortsbeleid, met name over het toezicht en de handhaving rondom de vaccinatieverplichtingen. De NVWA voert risico-gebaseerde inspecties uit. Dat betekent dat op basis van vooraf beschikbare data bedrijven worden geselecteerd die mogelijk in overtreding zijn, bijvoorbeeld omdat in het Identificatie en Registratiesysteem (I&R) niet of niet tijdig is geregistreerd dat de dieren zijn gevaccineerd. Er wordt ook jaarlijks bij alle melkproducerende schapen- en geitenbedrijven een test gedaan naar vaccinatie-antistoffen, om de vaccinatiestatus van bedrijven te onderzoeken; dit geeft ook informatie voor de risico-gebaseerde inspecties.
De NVWA voert daarnaast inspecties uit naar aanleiding van meldingen en op initiatief van inspecteurs. Jaarlijks worden door de NVWA op haar website de inspectieresultaten gepubliceerd, waarbij wordt aangegeven hoeveel inspecties wel en niet akkoord waren en welke overtredingen daarbij zijn geconstateerd. Ook wordt gepubliceerd welke maatregelen hierbij zijn opgelegd1. De resultaten laten de afgelopen jaren steeds een vergelijkbaar beeld zien; het betreft bij melkschapen en -geitenhouders tot 2023 nooit een overtreding «niet vaccineren», wel ziet de NVWA nog administratieve overtredingen. Bij locaties met een publieksfunctie is het beeld diffuser, maar ook hier zijn het voornamelijk administratieve overtredingen. De indruk kan ontstaan dat de naleving van de verplichtingen laag is, maar omdat de selectie risico-gebaseerd is, is het te verwachten dat bij inspecties procentueel veel overtredingen worden geconstateerd. Dit beeld kan echter niet naar de gehele sector worden geëxtrapoleerd.
Q-koorts-beleid
Een belangrijk uitgangspunt voor het Q-koorts-beleid is de genoemde verplichte vaccinatie. Het verplichte tankmelkmonitoringsprogramma wordt in Nederland al gedurende vele jaren uitgevoerd. Hierbij wordt maandelijks een test gedaan op de tankmelk om de eventuele aanwezigheid van de Q-koortsbacterie op te sporen. De besmetting in Brakel is via deze monitoring aan het licht gekomen. Dit laat zien dat het systeem werkt; in deze casus is een besmetting mogelijk geweest doordat een deel van de aanwezige melkschapen niet gevaccineerd was en deze besmetting is direct opgespoord. De monitoringsresultaten van alle andere melkgevende bedrijven in Nederland zijn negatief. Deze casus is daarmee een op zichzelf staand incident. Er is daarom geen reden om naar aanleiding van deze casus het Q-koorts-beleid, dat sinds vele jaren succesvol wordt gevoerd, aan te passen.
Afsluitend hecht ik er belang aan om nogmaals te zeggen dat ik oog heb voor de mensen die zich zorgen maken over Q-koorts, en dat ik hun zorgen en vragen begrijp. Dit incident geeft eens te meer het belang aan van de vaccinatieverplichting en ik ga ervan uit dat alle houders hun verantwoordelijkheid nemen om deze plicht na te komen, voor de veiligheid van iedereen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema
https://www.nvwa.nl/onderwerpen/q-koorts/inspectieresultaten↩︎