[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

De behandeling van asielverzoeken van Palestijnse asielzoekers

Schriftelijke vragen

Nummer: 2024D23192, datum: 2024-06-05, bijgewerkt: 2024-06-27 10:38, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z09798).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z09798:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024 Vragen gesteld door de leden der Kamer

2024Z09798

Vragen van het lid Podt (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de behandeling van asielverzoeken van Palestijnse asielzoekers (ingezonden 5 juni 2024).

Vraag 1

Klopt het dat er sinds de vernietiging van het besluitmoratorium door de Raad van State op 24 april jl. nog niet is gestart met de behandeling van asielverzoeken van Palestijnse asielzoekers?

Vraag 2

Bent u het ermee eens dat een uitspraak van de Raad van State onverkort moet worden uitgevoerd en dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst dus per 24 april jl. had moeten starten met de inhoudelijke beoordeling van deze asielverzoeken?

Vraag 3

Herinnert u zich uw brief van 13 juli 2023 waarin u schrijft dat wordt aangenomen dat United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA) «in veel gevallen geen daadwerkelijke bescherming en bijstand kan bieden» in Gaza en daarom wordt «aangenomen dat UNRWA in algemene zin niet in staat kan worden geacht de levensomstandigheden te bieden die stroken met haar opdracht»?1

Vraag 4

Bent u bekend met de bepaling in het VN-Vluchtelingenverdrag dat Palestijnen recht hebben op internationale bescherming indien UNRWA die bescherming niet kan bieden?

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat gezien de huidige humanitaire situatie in Gaza en de beperkte mogelijkheden voor UNRWA om bescherming te bieden, er geen enkele Palestijn teruggestuurd zou worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom kiest u er dan voor om het in behandeling nemen van verzoeken opnieuw te vertragen?

Vraag 6

Waarom bent u bij voorbaat van plan het vertrekmoratorium ook te beëindigen? Denkt u dat Palestijnen, ongeacht reden voor afwijzing, onder artikel 3 van het EVRM teruggestuurd kunnen worden? Zo nee, wat zou het gevolg van dit besluit dan zijn?

Vraag 7

Kunt u deze vragen één voor één en zo spoedig mogelijk – maar in ieder geval voor het commissiedebat Vreemdelingen- en asielbeleid van 26 juni 2024 – beantwoorden?


  1. Kamerstuk 19 637, nr. 3155, p. 2.↩︎