[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Landbouw- en Visserijraad 27 mei 2024

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2024D23203, datum: 2024-06-05, bijgewerkt: 2024-07-22 13:48, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1650).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1650 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2024Z09832:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1650 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2024

Met deze brief informeer ik de Kamer over de Landbouw- en Visserijraad (Raad) die op 27 mei 2024 plaatsvond te Brussel. Daarnaast heb ik met mijn Deense collega gesproken over de meerwaarde van een EU Plant-based Action Food Plan, zoals ik heb toegezegd in de beantwoording van het schriftelijk overleg voor de informele Landbouwraad van 7-9 april jl. (Kamerstuk 21 501-31, nr. 1631). In het gesprek concludeerden we dat het creëren van een goed Europees wetgevend kader kan bijdragen aan de ontwikkeling en toepassing van alternatieve eiwitbronnen en daarmee één van de oplossingen kan zijn voor de uitdagingen op het gebied van klimaat, milieu en voeding.

I. Verslag van de Landbouw- en Visserijraad

Opvolging snelle en structurele antwoorden op de crisissituatie in de landbouwsector (incl. diversenpunt Oostenrijk over grote carnivoren)

De Raad sprak wederom over de huidige crisissituatie in de landbouw. Dit keer lag het zwaartepunt bij het toekomstige crisisbeheer. Het Voorzitterschap stelde daartoe twee vragen:

1. Welke veranderingen zijn nodig in het huidige kader voor crisisbeheer om toekomstige hanteerbare en catastrofale risico's beter aan te pakken?

2. Hoe kunnen boeren beter ondersteund worden in hun overgang naar veerkrachtige landbouwpraktijken als een manier om extreme klimaatgerelateerde risico's te voorkomen?

Over het algemeen waren de lidstaten eenduidig over de noodzaak om in de Europese Unie (EU) beter voorbereid te zijn op onvoorziene omstandigheden. Zij benadrukten de noodzaak van een flexibele, veerkrachtige en meer vooruitziende benadering van crisisbeheersing. Daarbij kwam het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) naar voren als een belangrijk instrument met een solide gereedschapskist om crises te voorkomen en de markt te versterken. De Europese Commissie (Commissie) gaf hierbij het voorbeeld van directe betalingen om het inkomen van boeren te stabiliseren. Ik bracht in dat het GLB meer zou moeten bijdragen aan risicobeheersmaatregelen en de ontwikkeling van een duurzame en veerkrachtige landbouw. Verder brachten veel lidstaten in dat voor het versterken van het crisisbeheer flexibeler gebruik gemaakt moet worden van de landbouwreserve, inclusief een ruimer budget. Het verruimen van de financiële mogelijkheden werd ook opgebracht in relatie tot meer financiële steun voor klimaatadaptatieve maatregelen, bredere mogelijkheden tot financiële steun voor verzekeringen en meer geld naar onderzoek en innovatie. Ik gaf in reactie daarop aan dat de landbouwreserve vooral een laatste middel moet zijn in het geval van ernstige marktverstoringen in specifieke sectoren, op basis van bewijs en met duidelijke criteria om verzoeken tot ondersteuning te beoordelen. Daarnaast bracht ik in dat boeren het best worden ondersteund door, zoals in Nederland, het ontwikkelen van een EU-specifieke aanpak voor klimaatadaptieve landbouw en dat kennis, onderzoek en innovatie een prominente rol moeten spelen bij het versterken van veerkrachtige landbouwpraktijken. In dit kader wees ik nogmaals op de noodzaak om zo snel mogelijk tot overeenstemming te komen over Nieuwe Genomische Technieken (NGT’s).

Tijdens dit agendapunt werd ook gesproken over het diversenpunt van Oostenrijk over de toename van grote carnivoren in de EU, met name wolven en beren. Oostenrijk wil meer betrokkenheid van de Landbouw- en Visserijraad bij dit onderwerp, dat onder de bevoegdheid van de Milieuraad valt. Oostenrijk riep op om snel het Raadsbesluit voor verlaging van de beschermde status van de wolf in het Verdrag van Bern aan te nemen en verdere oplossingen te zoeken voor de toenemende aantallen van andere soorten carnivoren, zoals de beer. Ook riep Oostenrijk op tot meer mogelijkheden voor uitzonderingen (derogaties) op de Habitatrichtlijn, grensoverschrijdende monitoring en aanvullende financiering voor preventieve maatregelen, monitoring en compensatie. In lijn met de Kamerbrief over samenleven met de wolf van 24 mei jl. (Kamerstuk 33576–376) bracht ik in dat Nederland een voorlopige positieve positie heeft met betrekking tot het verlagen van de beschermde status van de wolf, met een parlementair voorbehoud. Het Voorzitterschap is voornemens om gesprekken op technisch niveau voort te zetten met het oog op het innemen van een Raadspositie later dit jaar.

Gedachtewisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten (incl. diversenpunt Polen over vorstschade in de tuinbouwsector)

De Commissie gaf, zoals gebruikelijk, een update van de situatie op de landbouwmarkten. Volgens de analyse van de Commissie is de situatie in bijna alle sectoren gestabiliseerd ten opzichte van voorgaande jaren. Wel gaf de Commissie aan waakzaam te blijven en de markten goed te blijven monitoren.

De handelsmaatregelen ter ondersteuning van Oekraïne houden brede steun onder de lidstaten, waarbij enkele lidstaten toch ook wijzen op aanhoudende marktverstoring.

Polen bracht het diversenpunt naar voren inzake vorstschade in de tuinbouwsector. De Commissaris erkende dat de landbouw, en dan met name de fruit- en wijnsector, schade heeft ondervonden van slechte weersomstandigheden, zoals onverwachte vorst en overmatige regen. Verschillende getroffen lidstaten vroegen in dit kader om compensatiemogelijkheden. Ik bracht in dat het belangrijk is om de verduurzaming van de sector te versterken, evenals de positie van boeren in de keten. Verder benadrukte ik wederom het belang van een Europese benadering voor klimaatadaptatie in de landbouw. De Commissie sloot af door de lidstaten op te roepen meer informatie te delen over de schade als gevolg van onverwachte weersomstandigheden. Tevens gaf de Commissaris aan dat het belangrijk is ons beter voor te bereiden op klimaatverandering.

Diversenpunt: Extreme droogte in Cyprus

Vanwege de extreme droogte verzocht Cyprus de Commissie om meer instrumenten en financiering om de situatie voor landbouwers het hoofd te bieden. Er was veel solidariteit vanuit de lidstaten. Ik benadrukte wederom dat dit een goed voorbeeld is van waarom een EU-specifieke aanpak voor klimaatadaptieve landbouw noodzakelijk is. Ook onderstreepte ik de noodzaak om klimatologische en geologische bijzonderheden van lidstaten te erkennen, zoals in het geval van Nederland bij vruchtbare delta's. De Commissie gaf aan dat het GLB al een solide set instrumenten bevat om het droogterisico te beheersen en boeren te ondersteunen en open te staan voor mogelijke wijzigingsvoorstellen binnen de kaders van het GLB.

Diversenpunt: Snelle uitbreiding van herkomstetikettering in de EU-Voedselverordening

Duitsland verzocht de Commissie te komen met een voorstel om de verplichte herkomstetikettering uit te breiden naar meer voedingsmiddelen, in lijn met het voornemen uit de boer-tot-bord-strategie. Met dit initiatief wil Duitsland de transparantie en het consumentenvertrouwen vergroten en de traceerbaarheid van voedselproducten verbeteren. Vanuit veel lidstaten werden de zorgen om een mogelijke toename van administratieve lasten benadrukt en werd gevraagd om een effectbeoordeling. Ik sprak steun uit voor het voorstel van Duitsland om geharmoniseerde regels, maar gaf aan dat de baten wel op moeten wegen tegen de kosten. De Commissie gaf aan dat op veel levensmiddelen al een verplichte herkomstetikettering rust en dat de Commissie nog steeds bezig is met het verzamelen van informatie, zoals de gevolgen voor bedrijven en prijzen. Daarbij gaf de Commissie aan dat het aan een volgende Commissie is om hierover te besluiten.

Diversenpunt: Betere wetgeving van biotechnologie in de agri-food sector

Denemarken richtte zich in zijn diversenpunt voornamelijk op de kansen die biotechnologie biedt en de noodzaak om wetgeving te vereenvoudigen voor het gebruik ervan. Aanleiding hiervoor is een mededeling van de Commissie over biotechnologie en biofabricage. In deze mededeling beschrijft de Commissie een stappenplan om deze sector te versterken en te stimuleren. Recentelijk is over deze mededeling een BNC-fiche naar de Kamer gestuurd (Kamerstuk 22 112, nr. 3946). Ik heb bij mijn inbreng benadrukt dat biotechnologie en biofabricage snel opkomende velden zijn die steeds belangrijker worden. Biotechnologie kan innovatieve nieuwe oplossingen bieden om de duurzaamheid en weerbaarheid van onze landbouw en voedselsystemen te stimuleren. In de Raad werd door een aantal lidstaten, waaronder Nederland, opgeroepen om in het NGT-dossier, een voorbeeld van biotechnologie, zo snel mogelijk tot een Raadspositie te komen.

Diversenpunt: Prioriteren van dierenwelzijn bij de nieuwe Europese Commissie

Slovenië riep de volgende Commissie op om prioriteit te blijven geven aan dierenwelzijn en te komen met de voorstellen voor herziening van de regelgeving over houderij van productiedieren en over welzijn tijdens het doden. De Commissie heeft in december 2023 het voorstel rondom transport van dieren gepubliceerd. Daarin stelt ze voor om de duur van het transport van levende dieren te verkorten en voorwaarden te stellen aan het vervoer. Sommige lidstaten stelden een algemeen verbod voor op het vervoer van levende dieren naar derde landen. Andere lidstaten drongen echter aan op een meer evenwichtige aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de economische aspecten die een beter dierenwelzijn met zich brengt. Ook werd benadrukt dat bij alle voorstellen op het gebied van dierenwelzijn de sociaaleconomische effecten zorgvuldig moeten worden meegewogen. Ik steunde Slovenië en gaf aan dat een ambitieuze dierenwelzijnsagenda essentieel is. Daarbij riep ik de Commissie op om bij nieuwe dierenwelzijnsvoorstellen te kijken naar geïmporteerde producten uit derde landen, zoals ik ook heb gedaan tijdens de Raad in april jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1642). Daarnaast heb ik het nastreven van hoge productiestandaarden in handelsakkoorden, zoals het kijken naar specifieke conditionaliteiten als het gaat om het verlenen van markttoegang, genoemd.

Diversenpunt: Verschillende kwaliteit van voedingsmiddelen

Slowakije bracht in dit diversenpunt de discrepanties in de kwaliteit van producten tussen lidstaten onder de aandacht. De Commissie zal in de tweede helft van juni een verslag publiceren over de implementatie van de richtlijn betere handhaving en modernisering van de regels voor consumentenbescherming. De lidstaten gaven aan dat de Commissie aandacht moet blijven geven aan dit probleem, inclusief handhaving van EU-regelgeving. Ik bracht in dat consumenten in de interne markt gelijke toegang moeten hebben tot dezelfde producten, zonder dat bedrijven en consumenten handelsbelemmeringen ondervinden, zoals verschillende prijzen voor identieke producten.

Diversenpunt: Herziening van neonicotinoïden beperkingen

Roemenië pleitte voor een uitzondering voor het gebruik van neonicotinoïden bij hoge plaagdichtheden. Ik heb in mijn inbreng richting Roemenië duidelijk naar voren gebracht dat we in 2018 een voorstel van de Commissie hebben aangenomen om het buitengebruik van drie neonicotinoïden te verbieden. Tijdens de Raad heb ik aangegeven dat er alternatieven zijn voor het gebruik van neonicotinoïden en dat we ons moeten blijven inzetten voor de gezondheid van bijen en de bescherming van het milieu. Daarnaast wees ik Roemenië op de uitspraak van het Hof van Justitie van de EU dat noodvergunningen niet langer mogelijk zijn voor toepassingen die expliciet verboden zijn, zoals in het geval van neonicotinoïden.

De Commissie nam deze redenering over en onderstreepte dat er geen uitzondering komt voor het gebruik van neonicotinoïden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema