[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36241, eindtekst

Wijziging van de Wet kinderopvang om aanspraak op kinderopvangtoeslag mogelijk te maken voor Oekraïense ontheemden gelet op het Uitvoeringsbesluit van de Raad tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan en daarnaast ouders met een partner buiten de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland ook aanspraak op kinderopvangtoeslag te geven

Eindtekst

Nummer: 2024D23430, datum: 2024-06-06, bijgewerkt: 2024-06-06 14:47, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2022Z21196:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

4 juni 2024



	Wijziging van de Wet kinderopvang om aanspraak op kinderopvangtoeslag
mogelijk te maken voor Oekraïense ontheemden gelet op het
Uitvoeringsbesluit van de Raad tot vaststelling van het bestaan van een
massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5
van Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 en tot invoering
van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan en daarnaast ouders
met een partner buiten de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte
of Zwitserland ook aanspraak op kinderopvangtoeslag te geven







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



		Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om
Oekraïense ontheemden aanspraak te laten maken op kinderopvangtoeslag
gelet op het recht op toegang tot de arbeidsmarkt en tevens de aanspraak
op kinderopvangtoeslag voor eenieder met een partner buiten de Europese
Unie mogelijk te maken;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.3, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘als bedoeld in artikel
1.5’ vervangen door ‘als bedoeld in de artikelen 1.5 en 1.5a’.

B

In artikel 1.3, tweede lid, onderdeel b, wordt ‘als bedoeld in de
artikelen 1.5 en 1.5a’ vervangen door ‘als bedoeld in artikel
1.5’.

C

Na artikel 1.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.5a

Onverminderd de artikelen 1.5 en 1.6 heeft een ouder die tijdelijk
bescherming geniet als bedoeld in artikel 1 van de Vreemdelingenwet
2000, omdat hij onder de reikwijdte valt van het Uitvoeringsbesluit (EU)
2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan
van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van
artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke
bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 71/1) of een
verlenging van dat besluit, aanspraak op kinderopvangtoeslag.

D

Artikel 1.5a vervalt.

E

Artikel 1.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het derde, negende en elfde lid, vervalt ‘in
Nederland, een andere lidstaat of Zwitserland woont, en’.

2. In het derde lid, onderdeel a, vervalt ‘in Nederland of op het
continentaal plat, in een andere lidstaat of in Zwitserland’.

3. In onderdeel b van het derde, negende en elfde lid, wordt
‘vastgesteld krachtens de wetgeving van een andere lidstaat of
Zwitserland’ vervangen door ‘vastgesteld krachtens de wetgeving van
een ander land’. 

4. In het zesde lid vervalt onderdeel a, onder vernummering van de
onderdelen b en c tot a en b. 

5. In het achtste lid vervalt ‘in Nederland, een andere lidstaat of
Zwitserland woont en’. 

6. In onderdeel a van het negende en elfde lid, vervalt ‘in Nederland
of op het continentaal plat, in een andere lidstaat of in
Zwitserland,’.

7. In het tiende lid vervalt ‘de partner in Nederland, een andere
lidstaat of Zwitserland woont en’.

F

In artikel 1.6a wordt ‘In afwijking van de artikelen 1.5 en 1.6’
vervangen door ‘In afwijking van de artikelen 1.5, 1.5a en 1.6’. 

G

In artikel 1.6a wordt ‘In afwijking van de artikelen 1.5, 1.5a en
1.6’ vervangen door ‘In afwijking van de artikelen 1.5 en 1.6’.

H

Artikel 1.6b wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van het eerste lid vervalt de aanduiding ‘1.’.

2. Het tweede lid vervalt. 

I

Na artikel 3.2b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.2c

In afwijking van artikel 1.3, tweede lid, aanhef en onderdeel b, heeft
een ouder die als gevolg van de Wet van [datum] tot wijziging van de Wet
kinderopvang om aanspraak op kinderopvangtoeslag mogelijk te maken voor
Oekraïense ontheemden gelet op het Uitvoeringsbesluit van de Raad tot
vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden
uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG van de
Raad van 20 juli 2001, en ouders met een partner buiten de Europese
Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland ook aanspraak op
kinderopvangtoeslag te geven (Stb. 20.., …) aanspraak op
kinderopvangtoeslag, over de periode van 4 maart 2022 tot en met de
inwerkingtredingsdatum van die wet aanspraak op kinderopvangtoeslag,
indien de aanvraag om kinderopvangtoeslag uiterlijk op de laatste dag
van de kalendermaand die drie kalendermaanden is gelegen na de
inwerkingtredingsdatum van die wet is ingediend.

ARTIKEL Ia

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen achttien
maanden na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een
verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de
praktijk.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug
tot en met 4 maart 2022, met uitzondering van artikel I, onderdelen B, D
en G, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Staatssecretaris van Financiën,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1