Motie van het lid Kröger over binnen verduurzamingssubsidies voor de gebouwde omgeving sturen op een eerlijke verdeling tussen inkomensgroepen
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Motie
Nummer: 2024D23898, datum: 2024-06-10, bijgewerkt: 2024-06-12 11:54, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36550-XIII-10).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36550 XIII-10 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).
Onderdeel van zaak 2024Z10104:
- Indiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-06-10 10:00: Suppletoire begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en van het Nationaal Groeifonds 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) en Slotwet en Jaarverslag van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en van het Nationaal Groeifonds 2023 (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2024-06-18 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 550 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 10 MOTIE VAN HET LID KRÖGER
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 10 juni 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat klimaat- en energiebeleid nu uitgaat van één aanpak, zowel tegen energiearmoede als voor het halen van de klimaatdoelstelling;
overwegende dat TNO aangeeft dat dit onverstandig is, omdat huishoudens met een hoog inkomen vaak zelfstandig kunnen verduurzamen, terwijl huishoudens met een lager inkomen meer steun nodig hebben bij investeringen;
constaterende dat verduurzamingssubsidies nu onevenredig vaak terechtkomen bij huishoudens met een hoog inkomen, en juist weinig bij huishoudens die ze het hardste nodig hebben;
verzoekt de regering om te monitoren of subsidies voor verduurzaming ook de laagste inkomens bereiken;
verzoekt de regering om binnen verduurzamingssubsidies voor de gebouwde omgeving te sturen op een eerlijke verdeling tussen inkomensgroepen zodat ook huishoudens met een laag of normaal inkomen, een middeninkomen, ondersteund worden in de klimaattransitie,
en gaat over tot de orde van de dag.
Kröger