Verslag van een werkbezoek van een delegatie uit de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken aan Suriname en Brazilië van 5 tot en met 11 mei 2024
Verslag van een werkbezoek aan Suriname en Brazilië door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Verslag van een werkbezoek
Nummer: 2024D24639, datum: 2024-06-13, bijgewerkt: 2024-07-29 16:30, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36572-1).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: A.W. Westerhoff, griffier
- Mede ondertekenaar: S.L. Dekker, adjunct-griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36572 -1 Verslag van een werkbezoek aan Suriname en Brazilië door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken.
Onderdeel van zaak 2024Z10453:
- Indiener: J.M. Paternotte, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.W. Westerhoff, griffier
- Medeindiener: S.L. Dekker, adjunct-griffier
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-06-19 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-06-27 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 572 Verslag van een werkbezoek aan Suriname en Brazilië door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Nr. 1 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE UIT DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN AAN SURINAME EN BRAZILIË VAN 5 TOT EN MET 11 MEI 2024
Vastgesteld 13 juni 2024
Een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft van 5 tot en met 11 mei 2024 een werkbezoek gebracht aan Suriname en Brazilië. Doel van het bezoek was om beter inzicht te krijgen in de veranderende geopolitieke veiligheidssituatie in Latijns-Amerika. Hoe kijken Suriname en Brazilië naar de huidige actuele ontwikkelingen inzake de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, het conflict in het Midden-Oosten en strategische afhankelijkheden? Daarnaast stond het werkbezoek in Brazilië in het teken van het voorzitterschap van Brazilië van de G20 en COP30. Ook werd in Suriname aandacht besteed aan de historische band tussen Nederland en Suriname. De delegatie heeft zowel in de voorbereiding op, als tijdens het werkbezoek uitstekende ondersteuning ontvangen van de Nederlandse ambassades in Paramaribo en Brasilia en is ambassadeur Oostelbos (Suriname) en ambassadeur Driessen (Brazilië) en hun respectievelijke staven daarvoor zeer erkentelijk. De delegatie bestond uit de leden Paternotte (delegatieleider, D66), Ram (PVV), Piri (GroenLinks-PvdA) en Brekelmans (VVD). De delegatie brengt hierbij verslag uit van het werkbezoek.
Suriname, 5 tot en met 6 mei 2024
Het werkbezoek begon op zondagavond 5 mei in Paramaribo, Suriname, middels een gesprek met de Voorzitter van de Nationale Assemblee, de heer Marinus Bee, de vicevoorzitter, de griffier en de substituut-griffiers. De Voorzitter refereerde ten eerste aan hoe, sinds het aantreden van het nieuwe Surinaamse parlement in 2020, de relatie met Nederland opnieuw is opgebouwd. Vanuit beide kanten zijn er bezoeken geweest. Zo sprak de Voorzitter in maart 2022 met de oud-Voorzitter van de Tweede Kamer Bergkamp. Het is nu aftasten hoe de relatie tussen Nederland en Suriname verder opgebouwd kan worden. Suriname staat, volgens Voorzitter Bee, open voor verdere verdieping van de samenwerking. Er werd ook kort teruggeblikt op de stage van een aantal medewerkers van de Nationale Assemblee aan de Tweede Kamer afgelopen september. Daarnaast ging het gesprek ook over het slavernijverleden. De fractieleiders gaven aan dat er binnen Suriname verschillend wordt gedacht over dit verleden. Ook werd er gesproken over de rol van de beide parlementen tijdens het proces rondom het slavernijverleden. Tijdens het gesprek werden daarnaast een aantal belangrijke punten aangestipt die momenteel spelen in de Assemblee rondom buitenlandse zaken. Zo werd er gesproken over het versnellen van de visumliberalisatie. Het is momenteel namelijk niet mogelijk om vanuit Suriname visumvrij binnen de Europese Unie (EU) te reizen. Ook werd er van gedachten gewisseld over de huidige conflicten in de wereld. Voorzitter Bee sprak onder andere over de situatie in Haïti en hoe de EU zijn stem vaker zou moeten laten horen in deze regio. Daarom steunt Suriname het idee om een internationale politiemissie naar Haïti te sturen. Er is daarnaast ook gesproken over de kritische grondstoffen in het bezit van Suriname, de strategische autonomie ten opzichte van China en de (illegale) goudmijnen. Inzake de goudmijnen riepen de Surinaamse gesprekspartners op om dit ook met de Brazilianen te bespreken. Zo zijn er vele duizenden Brazilianen actief in de illegale mijnbouw. Het is voor hen relatief makkelijk om de grens over te steken en het gebied is, vanwege de grootte, moeilijk te bewaken. De mijnbouw zorgt voor veel negatieve effecten voor mens en milieu.
Op maandagochtend 6 mei werd de delegatie welkom geheten op de ambassade van Nederland in Paramaribo door de ambassadeur van Nederland in Suriname, de heer Walter Oostelbos. De ambassadeur heeft de delegatieleden bijgepraat over de actualiteiten en uitdagingen in Suriname. Daarna volgde een gesprek met de Inter-Amerikaanse ontwikkelingsbank (IDB). Mevrouw Adriana La Valley, vertegenwoordiger van de IDB in Suriname, sprak over de rol van de IDB in Suriname. IDB is de grootste multilaterale investeerder in Suriname, zij richten zich onder andere op de volgende terreinen: macro-economische stabiliteit, vermindering van armoede, beschermen van de meest kwetsbaren in de samenleving en het aanpakken van klimaatverandering. Ook zal de IDB Suriname gaan helpen wanneer de inkomsten vanuit de olie-en gasindustrie, waarschijnlijk rond 2028, binnen zullen komen. Daarom wordt er nu door de IDB gewerkt aan anti-corruptiemaatregelen en het klaarmaken van het overheidsapparaat. Als laatste sprak La Valley over de uitstaande schulden bij China. Het is momenteel onduidelijk hoeveel en waar de schulden staan. De president van Suriname is onlangs op staatsbezoek geweest in China; voor de IDB is het niet duidelijk of en hoeveel schulden zijn kwijtgescholden. Als laatste sprak de delegatie met de heer Steven Debipersad van de vereniging van Surinaamse economisten. De heer Debipersad gaf een overzicht van de werkzaamheden van de vereniging, een vereniging die gevraagd en ongevraagd advisering geeft aan onder andere de Nationale Assemblee en de regering. Volgens de heer Debipersad zijn er aantal punten die de economische groei van Suriname tegenhouden.Zzo worden kostenstijgingen bij de private bedrijven direct doorgerekend aan de consument, functioneert het belastingkantoor slecht en wordt er nauwelijks vermogensbelasting betaald. Daarnaast is er gesproken over de moeilijkheden rondom het communiceren over de benodigde (economische) hervormingen vanwege de hoeveelheid desinformatie op social media kanalen. De delegatie vroeg ook naar de schuldenproblematiek met China. Volgens de heer Debipersad is er bij de huidige schulden geen onderpand gevraagd door China, het is onduidelijk of er bij volgende schuldovereenkomsten wel een onderpand zal worden gevraagd. De vereniging pleit dan ook voor het openbaren van de schuldovereenkomst met China.
Daarna werd de delegatie gastvrij ontvangen door de president van Suriname, de heer Santokhi. De delegatie is hem, evenals de Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Ramdin, hiervoor erkentelijk. De president benadrukte dat Nederland en Suriname een gezamenlijke historie delen, maar ook een gezamenlijke toekomst. Met de vondst van nieuwe gas- en olievoorraden in Suriname, ziet de president ook meer mogelijkheden voor nadere samenwerking tussen Nederland en Suriname. Daarnaast sprak de delegatie met de president over de aankomende verkiezingen in Suriname. De president gaf aan dat hij aankomend jaar zich op een aantal uitdagingen zal richten, waaronder woningbouw, goedkoper voedsel en veiligheid. Ook staat de herschikking van de huidige schulden, waaronder bij China, op zijn lijst met prioriteiten. Daarnaast roept Suriname Nederland op om ook aandacht te hebben voor de humanitaire situatie in Haïti, een zusterstaat van de Carribean Community (CARICOM).
Vervolgens vertrok de delegatie naar het Ministerie van Defensie. Bij het ministerie werd de delegatie ontvangen door onder anderede Minister, mevrouw Krishna Mathoera, de waarnemend directeur van defensie en een aantal beleidsadviseurs. Tijdens het gesprek met de Minister werden een aantal van haar huidige prioritaire onderwerpen besproken, waaronder de bewaking van strategische objecten, grensbewaking, cybersecurity en een grotere zichtbaarheid van het leger. De afgelopen jaren is het ministerie bezig geweest met het moderniseren en depolitiseren van het leger. Zo hebben er personele wisselingen plaatsgevonden en is de samenwerking opgezocht met omliggende landen, waaronder Frans-Guyana. De delegatie sprak ook over twee grote actuele uitdagingen, namelijk de hoeveelheid illegale vliegvelden in de beboste gebieden en cybersecurity. De illegale vliegvelden worden aangelegd in beboste gebieden, die qua omvang enorm zijn en ook nog eens moeilijk begaanbaar zijn. Er wordt daarom samengewerkt middels joint patrols en helivluchten met Frans-Guyana. De cyberdreigingen bestaan onder andere uit aanvallen op het ministerie. Het ministerie probeert deze aanvallen in de toekomst te voorkomen door in te zetten op een betere beveiliging van de eigen systemen en grotere maatschappelijke bewustwording inzake dit soort dreigingen.
Na het gesprek bij het ministerie, ging de delegatie op bezoek bij de Nationale Assemblee om met de commissie voor Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) te spreken. Met de commissie is gesproken over onder andere het slavernijverleden, visumvrij reizen, de algoritmes die worden ingezet door het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken bij het verlenen van visa en de braindrain uit Suriname.
Brazilië, Belém 7 mei 2024
In de Braziliaanse stad Belém sprak de delegatie in de ochtend van 7 mei met Claudelice Dos Santos. Mevrouw Dos Santos is een mensenrechtenverdediger uit de deelstaat Pará. Zij strijdt, mede vanwege de moord op haar broer en schoonzus, al vele jaren voor een betere bescherming van de inheemse bevolking en erkenning van hun territoria. Eén van de grootste problemen die zij tegenkomt is dat de inheemse bevolking door de regering niet gehoord wordt. Er zijn al jaren problemen met (grote) bedrijven die, soms op gewelddadige manieren, stukken grond innemen en het bos wegkappen. Mensen die hier tegenop komen worden bedreigd en soms zelfs vermoord. Wat de inheemse bevolking daarom nodig heeft, volgens mevrouw Dos Santos, is erkenning van de grensrechten van de inheemse bevolking. De (intern)nationale gemeenschap zou hier ook een rol kunnen spelen door meer aandacht te besteden aan de bescherming van de inheemse bevolking en door hen een «plekje aan tafel» te geven bij internationale conferenties, zoals de COP30. Daarnaast is het van belang dat bij bijvoorbeeld onderhandelingen rondom het Mercosur-verdrag ook wordt verteld dat vlees dat vanuit Brazilië wordt geëxporteerd, soms afkomstig is van boerenbedrijven die op een gewelddadige manier de inheemse bevolking van hun land hebben gejaagd. Mevrouw Dos Santos heeft in 2023 de Nederlandse Mensenrechtentulp gewonnen, een prijs van de Nederlandse overheid om mensenrechtenverdedigers te steunen in het werk dat ze doen: het belichten, beschermen en verbeteren van mensenrechten in de wereld.
Vervolgens heeft de delegatie geluncht met twee leden van de Committee for Mining, Energy, Water Resources, Environment and Substantiable Development van het parlement van de deelstaat Pará. Tijdens deze lunch is onder andere gesproken over hun inzichten met betrekking tot het voorzitterschap van Brazilië bij de G20 en de COP30 volgend jaar. Ook is gekeken naar de verschillen en overeenkomsten tussen de (deelstaat)parlementen en staatssystemen van Nederland en Brazilië. Hoe worden de Braziliaanse leden gekozen en wisselen zij vaak van partij?
Brazilië, Brasilía, 7 tot en met 9 mei 2024
Aan het eind van de middag van 7 mei vloog de delegatie door naar Brasilia, de hoofdstad van Brazilië. De volgende dag begon met een briefing van de «Eurasia group» met als titel «Is Brazil back to stay?». De analisten van Eurasia gaven achtergrondinformatie over President Lula en zijn prioriteiten. Zo gaven zij aan dat Lula vooral gezien wil worden als statesman en een leider van de Global South. Daarbij heeft hij geen favoriete bondgenoten; Lula probeert een balans te bewaren tussen de rijke handelspartners en het globale zuiden. De EU zal daarom een prioritaire partner blijven, al gaven de analisten wel aan dat er, omdat het al zo lang duurt, vermoeidheid is ontstaan rondom de afsluiting van het Mercosur-verdrag. Ook zal Brazilië de banden met zowel China als Rusland aan blijven houden, door zich als neutrale partner op te stellen. De delegatie sprak ook over de prioriteiten van Lula tijdens het voorzitterschap van Brazilië bij de G20. President Lula wil zich richten op sociale inclusie, het tegengaan van honger, de energietransitie en duurzame ontwikkeling en de herziening van de multilaterale fora. Het idee daarbij is om de rijkere landen geld te laten betalen aan de armere, middels onder andere een herschikking van de schulden van Afrikaanse landen, financiële inclusie en verbeterde toegang tot groene fondsen. Ook zou het globale zuiden meer stemrecht moeten hebben in multilaterale fora, zo wil Brazilië bijvoorbeeld een permanente zetel in de VN Veiligheidsraad. Daarnaast sprak de delegatie over de presidentsverkiezingen in 2026, de aanhoudende steun van landgenoten voor voormalig president Bolsonaro en het hooggerechtshof. Het Braziliaanse hooggerechtshof is namelijk de laatste tijd veel in het nieuws geweest vanwege de mate van politisering binnen de rechtspraak. Verder vroegen de delegatieleden ook naar de BRICS: ziet Brazilië deze samenwerking als prioriteit? De analisten gaven aan dat de focus momenteel ligt op de G20 en de COP30. Daarna zal Brazilië zich binnen de BRICS meer richten op armoedebestrijding.
Vervolgens werd de delegatie ontvangen door Flavio Goldman, Directeur Europa bij het Braziliaanse Ministerie voor Buitenlandse Zaken. De heer Goldman benadrukte dat de relatie tussen Minister-President Rutte en president Lula goed is; ze hebben elkaar reeds drie keer ontmoet sinds de inauguratie van president Lula. Nederland wordt door Brazilië ook als een belangrijke investeerder gezien. Brazilië is in 2024 voorzitter van de G20. Er zijn al het hele jaar vergaderingen rondom de G20, maar in september en oktober beginnen de ministerial working groups. Nederland is niet uitgenodigd voor de plenaire vergadering, maar zal wel deelnemen aan een aantal van dit soort working groups. Brazilië heeft als voorzitter drie prioriteiten geformuleerd: 1) sociale inclusie en armoedebestrijding, 2) energietransitie en duurzame ontwikkeling en 3) hervorming van de internationale governance. Daarnaast richt het voorzitterschap zich ook op de verbetering van de ontmoetingen tussen het maatschappelijk middenveld en de G20. Zo kan het middenveld bijvoorbeeld inbreng leveren tijdens een vergadering met de G20 sherpa’s in juli van dit jaar. Naast het voorzitterschap van de G20, organiseert Brazilië volgend jaar ook de COP30. De leden van de delegatie vroegen hoe deze beide fora elkaar kunnen versterken. Het ministerie ziet geen overlap tussen de twee vergaderingen; de G20 is een apolitieke, economisch onderhandelingsplatform, terwijl de COP30 dit niet is. De G20 zal, volgens het ministerie, zich dan ook niet richten op de huidige conflicten, zoals de oorlog tussen Oekraïne en Rusland. Het is dan ook mogelijk dat president Poetin naar Brazilië zal afreizen voor de G20. Het doel van de G20 zal zijn om een leadership declaration uit te brengen waarmee elk land heeft ingestemd. Ook zouden de Brazilianen graag de «Global Alliance to fight hunger» oprichten.
Daarnaast sprak de delegatie over de strategische autonomie en afhankelijkheid van Brazilië ten opzichte van China. Het ministerie gaf aan dat Brazilië een pragmatische aanpak voorstaat richting China. Deze aanpak bestaat uit non-interference, het promoten van dialoog tussen de Mercosur-landen en China, het niet veroordelen van de manier waarop China haar staatssysteem heeft ingericht en het steunen van het Een-Chinabeleid. Volgens het ministerie heeft Brazilië daarnaast sterke instituties die geen last zullen hebben van pogingen tot Chinese beïnvloeding. De criteria die er bestaan voor buitenlandse investeringen in Brazilië, zijn niet anders voor China dan die gelden voor de andere landen. Verder besprak de delegatie ook de opstelling van Brazilië met betrekking tot Rusland. Brazilië handhaaft een beleid van non-interference, maar steunt tegelijkertijd de multilaterale organisaties en hun wetgeving. Hoe gaat dit hand in hand? Het ministerie merkte daarbij op dat Brazilië als enige land heeft ingestemd met een VN-resolutie die de invasie van Oekraïne door Rusland als schending van het internationaal recht bestempelt. Daarnaast hecht Brazilië belang aan dialoog met Rusland om zo een brug te kunnen slaan en Rusland niet verder te isoleren.
De delegatie bezocht vervolgens het Plein van de Drie Machten, de plek waar het presidentieel paleis, het hooggerechtshof en het parlement van Brazilië gelegen zijn. Dit plein is de fysieke uitdrukking van het Braziliaanse staatssysteem van gescheiden machten en «checks and balances», maar tevens de plaats waar op 8 januari 2023 aanhangers van oud-president Bolsonaro deze gebouwen bestormden uit onvrede over de uitslag van de presidentsverkiezingen. Die gebeurtenis op deze plek is inmiddels symbool geworden voor de wijze waarop de Braziliaanse rechtsstaat onder druk staat. Aansluitend had de delegatie op de Nederlandse residentie een lunchgesprek met de ambassadeurs van India, Canada, Duitsland, Noorwegen, Peru, Spanje en Nederland waarin werd ingezoomd op de rol die Brazilië internationaal speelt. In dit gesprek werd het beeld bevestigd van Brazilië als een land dat ambieert een leidende rol te spelen in de BRICS en dat geen landen uitsluit in haar diplomatieke en handelsrelaties. Tegelijkertijd wezen meerdere ambassadeurs erop dat Brazilië nog werk te verrichten heeft bij het openstellen van haar economie voor buitenlandse investeerders; de hervorming van het belastingsysteem werd in dit opzicht genoemd als een belangrijke stap in de goede richting.
Daarna vertrok de delegatie naar het Braziliaanse parlement («Congresso Nacional») voor een ontmoeting met Marcel van Hattem, federaal afgevaardigde voor de provincie Rio Grande do Sul, het gebied dat tijdens het werkbezoek getroffen werd door zware overstromingen. De heer Van Hattem is de zoon van Nederlandse immigranten, die in de jaren zestig naar Brazilië zijn gegaan. Hij heeft zelf enige tijd in Nederland gestudeerd en gewerkt en spreekt vloeiend Nederlands. Met hem sprak de delegatie over de Braziliaanse politiek, die Van Hattem beschouwde vanuit het conservatieve standpunt van zijn partij NOVO. Hij toonde zich kritisch op het beleid van president Lula en sprak zijn zorgen uit over de in zijn ogen toenemende censuur en de schending van mensenrechten en ondermijning van democratie in het land. Over de economische positie van Brazilië was Van Hattem redelijk positief, maar hij was kritisch over het beleid van president Lula ten aanzien van China, Iran en de oorlog in Gaza. Aansluitend had de delegatie een gesprek met leden van de commissie voor Buitenlandse Zaken & Nationale Defensie van het Braziliaanse Huis van Afgevaardigden onder voorzitterschap van Lucas Redecker. De heer Paternotte bracht hier namens de delegatie condoleances over en toonde medeleven met de slachtoffers van de overstromingen in Rio Grande do Sul. Er werd verder gesproken over het buitenlandbeleid van president Lula, over de rol van Brazilië in de G20, over China, Rusland en de mogelijke rol die de NAVO zou kunnen spelen in de South Atlantic. De heer Redecker gaf een toelichting op het initiatief van het Lagerhuis om een Braziliaans-Nederlandse parlementaire vriendschapsgroep in te stellen, die zou moeten bestaan uit leden van zowel de regerende partij als de oppositiepartijen in het land. De heer Van Hattem introduceerde de delegatie vervolgens in de plenaire vergadering van het Braziliaanse Lagerhuis, alwaar de Nederlandse Kamerleden hartelijk welkom werden geheten.
Vervolgens sprak de delegatie op het Ministerie van Buitenlandse Zaken met de Staatssecretaris voor Multilaterale Politieke Zaken, Carlos Márcio Bicalho Cozendey. In dit gesprek kwam onder andere de relatie tussen economische en defensiesamenwerking enerzijds en mensenrechtenbeleid anderzijds aan de orde. De Staatssecretaris gaf aan dat Brazilië daarbij een aanpak verkiest waarbij landen worden uitgenodigd tot samenwerking in plaats van met vingers te wijzen. In het internationale systeem is immers geen politiemacht, die zaken kan afdwingen, zo redeneerde hij. In navolging hiervan meent Brazilië dat sancties alleen in VN-verband effectief kunnen zijn; anders leiden zij slechts tot het verleggen van handelsstromen. De Staatssecretaris gaf een uitleg van Operatie Welkom, het beleid van de Braziliaanse overheid om migranten in het land te verspreiden. Met minder dan 1% buitenlanders heeft Brazilië geen absorptieprobleem, zei de heer Bicalho Conzendey, maar wel een doorstroomprobleem, met name als het gaat om vluchtelingen uit Venezuela. Ten aanzien van strategische afhankelijkheid van China gaf hij aan dat Brazilië liever spreekt van «wederzijdse afhankelijkheid». De relatie van Brazilië met China noemde hij «soepel» en niet anders dan die met andere landen. China is wel aanwezig in strategische industrieën in Brazilië, maar dat geldt ook voor andere landen. Brazilië kent geen screening mechanisme voor buitenlandse investeerders. Het land is geen voorstander van het concept van strategische autonomie; als iedereen alleen aan eigen autonomie denkt, zal iedereen er slechter uitkomen, stelde de Staatssecretaris. Hij vond het daarom beter om uit te gaan van multilaterale veiligheid. Brazilië hanteert geen exportrestricties, omdat het een betrouwbare handelspartner wil zijn.
In de avond van 8 mei organiseerde de Nederlandse ambassade een receptie ter gelegenheid van het bezoek van de Kamerdelegatie, waarvoor Braziliaanse parlementariërs, NGO’s en buitenlandse ambassadeurs waren uitgenodigd.
Alvorens op donderdag 9 mei naar São Paulo te reizen, briefte de Nederlandse ambassade de delegatie nog over mensenrechten in Brazilië. Onder president Bolsonaro lag de focus daarbij vooral op familiezaken als mensenrechten. Uitlatingen van deze president zorgden ervoor dat bepaalde groepen in de samenleving verder onder druk kwamen te staan (vrouwen, minderheden, journalisten), maar deze retoriek leidde niet tot het terugdraaien of afschaffen van mensenrechtenwetgeving. De regering van president Lula kiest voor een radicaal andere retoriek en focust op inclusie en een positieve benadering van maatschappelijke minderheden, getuige bijvoorbeeld de instelling van een Ministerie voor Raciale Gelijkheid en het omdopen van het Ministerie voor Vrouwen, Familie en Mensenrechten in het Ministerie voor Mensenrechten en Burgerschap. Het gaat hierbij vooral om een signaalfunctie, waarbij de concretisering in daden nog moet volgen. Brazilië kent een grote uitdaging op het gebied van landrechten en de vraag in hoeverre deze toegekend moeten worden aan de inheemse bevolking. President Lula heeft in zijn derde termijn sterk ingezet op de dialoog met het maatschappelijke middenveld.
Brazilië, São Paulo, 9 tot en met 11 mei 2024
Na aankomst in São Paulo werd de delegatie ontvangen door de commissie voor Internationale Betrekkingen van de Assembleia Legislativa do Estado de São Paulo, het parlement van deze deelstaat. Bij deze ontmoeting schoof ook de ondersecretaris voor Internationale Zaken van de deelstaatregering aan, de heer Thiago Nogueira. Als São Paulo een onafhankelijk land zou zijn, zou het met 44 miljoen inwoners de derde economie van Latijns-Amerika vormen. De stad heeft de grootste haven van Latijns-Amerika en vergelijkt zich in dat opzicht graag met Nederland. De commissie voor Internationale Betrekking van het deelstaatparlement heeft geen bevoegdheid om internationale (handels)verdragen te ratificeren, maar richt zich vooral op verbetering en promotie van het investeringsklimaat in de regio. Gevraagd naar de visie van de regering van São Paulo op strategische afhankelijkheid van China, antwoordden de Braziliaanse gesprekspartners dat zij vooral op een praktische en technische manier kijken naar economische ontwikkeling in publiek-private partnerschappen. Als Chinese bedrijven daaraan mee willen doen, wordt dat niet als probleem gezien. Het doel is economische ontwikkeling van São Paulo, China speelt daar een prominente rol in en dat is ook logisch gezien de geopolitieke veranderingen en de vorming van een nieuwe wereldorde. São Paulo wil graag investeringen aantrekken met het oog op de groene transitie. De deelstaat is wereldwijd één van de grootste producenten van bio-ethanol, een bijproduct van de suikerproductie. Deze productieketen kan verder vergroend worden. Verdere speerpunten zijn uitbouw van de infrastructuur en de productie van elektrische voertuigen. São Paulo merkt in economische zin de effecten van de oorlogen in Oekraïne en Gaza, maar vindt het vooral een zaak van de federale regering om vreedzame oplossingen hiervoor te promoten. De deelstaatregering prijst zich gelukkig dat Brazilië geen grote vijanden heeft en kan profiteren van het strategische voordeel dat het land door het klimaat het hele jaar door voedsel kan produceren. Ten aanzien van de voornoemde oorlogen neemt Brazilië politiek een andere positie in dan Europa, aldus de vertegenwoordigers van de deelstaat, omdat het geografisch nu eenmaal anders gepositioneerd is. Voor Brazilië zijn vooral de situatie in Haïti en El Salvador van belang.
’s Avonds woonde de delegatie de Europa Dag-receptie bij, die georganiseerd werd door de EU-vertegenwoordiging in Brazilië.
Op vrijdag 10 mei bezocht de delegatie het hoofdkantoor van de Braziliaanse vliegtuigproducent Embraer. Aanleiding voor dit bezoek was het voornemen van het Nederlandse Ministerie van Defensie om vijf C-390 tactische militaire transporttoestellen te kopen als opvolger van de C-130 Herculesvliegtuigen. De Nederlandse overheid is momenteel in gesprek met Embraer over de betrokkenheid van de Nederlandse defensie-industrie en ongeveer twaalf kennisinstituten in de ontwikkeling van het toestel via een «joint working group on aerospace». Embraer – qua omvang de derde vliegtuigproducent ter wereld – vindt haar oorsprong als bedrijf in de Tweede Wereldoorlog in een overeenkomst tussen de Verenigde Staten en Brazilië over de opbouw van een Braziliaanse luchtvaartindustrie. Opgericht als staatsbedrijf in 1969, werd Embraer in 1994 geprivatiseerd. Inmiddels is het bedrijf een gewilde werkplek voor vliegtuigbouwkundigen en bouwt het vliegtuigen voor zowel de commerciële luchtvaart als de militaire luchtvaart. Sinds 2015 staat één van Embraer’s regionale hoofdkantoren in Amsterdam. KLM is een belangrijke klant van het bedrijf en in de Verenigde Staten is Embraer het meest gevlogen vliegtuig. Samenwerking met China beperkt Embraer tot commerciële vliegtuigen. Mede vanwege exportcontrolebeperkingen van derde landen is het voor Embraer niet mogelijk om op defensiegebied met China samen te werken. De directie van Embraer gaf de delegatie een toelichting op het C-390-project, een toestel waarvan het de bedoeling is dat het vijftig jaar meegaat. De samenwerking die Nederland aangaat met de Braziliaanse overheid is, zo stelde de directie, pragmatisch en technisch van aard en niet afhankelijk van wie er aan de macht is in Brazilië. De C-390 zal interoperabel zijn met andere NAVO-vliegtuigen en heeft een meerwaarde met een ingebouwde tank-capaciteit.
De Nederlands consul-generaal trad vervolgens op als gastvrouw voor een lunch met verschillende Braziliaanse opiniemakers: Carlo Cauti (redacteur van BM&C News), Diogo Schelp (columnist van Estadão), Reinaldo Le Grazie (vml. directeur van de Braziliaanse Centrale Bank) en Roberto Dumas (professor Internationale Economie aan de IBMEC Universiteit). Zij gaven hun kijk op de vraag hoe Brazilië naar de wereld kijkt. Deze analisten constateerden een spanning tussen de ambitie van de regering-Lula om een leidende rol te spelen in de BRICS en de Global South en de oriëntatie van de bevolking op de Verenigde Staten en Europa. Er werd gesproken over de openheid van verschillende economische sectoren voor buitenlandse investeringen (financiële sector open, agrarische sector vrij gesloten) en de handelsrelatie tussen China en Brazilië. Ook de zakengemeenschap in São Paulo vreest geen strategische afhankelijkheid van China; beide economieën zijn grotendeels complementair. Brazilië zal zich niet aansluiten bij het Belt & Road-initiatief van China; maar de Chinese investeringen in Brazilië zijn omvangrijk. De Braziliaanse agrarische sector heeft een grote afzetmarkt in China en is goed vertegenwoordigd in het Braziliaanse parlement. Er werd voorts gesproken over de relatie tussen het bedrijfsleven in São Paulo en de politieke wereld in Brasilia, het economisch beleid van de regering-Lula, het Mercosur-verdrag en de gebeurtenissen van 8 januari 2023.
De delegatie bezocht daarna de denktank Fundação Getulio Vargas (FGV), alwaar met vier professoren werd gesproken over de Braziliaanse economie en de geopolitieke rol van Brazilië: Francisco Manuel Figueira de Lemos, Mario Gomes Schapiro, Marcelo Kfoury Muinhos en Eduardo Mello. De Braziliaanse economie maakt momenteel een opvallende economische groei door; voor 2024 wordt een groei van 2,5% verwacht. De arbeidsmarkt presteert goed en de inflatie is lager dan in bijvoorbeeld de VS. De regering-Lula richt zich vooral op belastingverhoging en minder op het verlagen van uitgaven. In de toekomst zal Brazilië, net als veel andere Westerse landen, te maken krijgen met een tekort aan jongeren op de arbeidsmarkt. Sociale ongelijkheid en georganiseerde criminaliteit worden gezien als de voornaamste maatschappelijke problemen. Er werd gesproken over de rol van het Braziliaanse hooggerechtshof, over de stand van zaken in de onderhandelingen over het Mercosurverdrag en de Braziliaanse positie in de Oekraïne-oorlog. Discussies over strategische autonomie, nationale soevereiniteit en «non-interference» worden in Brazilië vaak in de context bezien van de 150-jaar oude relatie met de Verenigde Staten. Als belangrijkste terreinen voor samenwerking tussen Brazilië en Nederland werden benoemd: 1) de bestrijding van georganiseerde criminaliteit en drugssmokkel, 2) wetenschap en technologie, 3) klimaat- en milieuonderwerpen.
Het programma op 10 mei werd besloten met een gesprek de directeur van Transparency International Brazil, Bruno Brandão, over corruptie in Brazilië. Transparency International vestigde zich in 2016 in Brazilië in de nasleep van het grootschalige «Car Wash»-schandaal, een belangrijke zaak in de Braziliaanse corruptiebestrijding, waarbij een klein onderzoek naar witwaspraktijken van een autowasserij leidde tot het blootleggen van een grootschalig corruptieschema in de federale overheid. Inmiddels strekken het onderzoek en de daaropvolgende rechtszaken zich uit tot meerdere landen in Latijns-Amerika, Afrika en Azië. De heer Brandão prees de anticorruptiewetgeving die daarna werd aangenomen, met de bijbehorende capaciteit. Maar hij toonde zich vervolgens kritisch over zowel president Bolsonaro als president Lula inzake politieke corruptie. Daar waar Bolsonaro de rechtspraak, het politieke systeem en het maatschappelijk middenveld onder druk zette in zijn pogingen om immuniteit voor zijn familie te verkrijgen, heeft Lula vooral de inmiddels geïnstitutionaliseerde corruptie in het federale congres voortgezet, zo stelde hij. De macht van het hooggerechtshof is sinds 2019 toegenomen, waarbij rechters zelf soms op illegale wijze proactief onderzoek doen. De mogelijkheid van een «review» van dit soort onderzoeken door de rest van het hof wordt inmiddels niet meer gebruikt en is feitelijk verdwenen. Inmiddels heeft de beslissing van een Braziliaanse rechter in september 2023 om bewijsmateriaal in het «Car Wash»-schandaal ongeldig te verklaren, repercussies voor aanverwante rechtszaken in tien andere landen. De heer Brandão wees de delegatie erop dat deze zaak in juni in de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) aan de orde gesteld zal worden. Hij deed een beroep op de Nederlandse delegatie om Brazilië aan te spreken op de naleving van verdragen en conventies van zowel de Verenigde Naties als de OESO inzake de bestrijding van corruptie en witwassen.
Tot slot van het werkbezoek bezocht de delegatie op zaterdag 11 mei het museum van inheemse culturen («Museum das Culturas Indigenas»). Dit museum is in 2022 opgericht en is het eerste museum in Brazilië dat gecreëerd is en gerund wordt door inheemse volken. Via een inheemse raad, die verantwoordelijk is voor het management van het museum, wordt de bescherming, verspreiding en waardering van de pluriforme inheemse culturele traditie gewaarborgd. De delegatie kreeg een rondleiding door het museum van gidsen van drie inheemse volken – de Guarani, de Pankararu en de Wassu-Cocal – en leerde van hen niet alleen over de traditionele manier van leven van de inheemse bevolking, maar ook over de uitdagingen waar deze soms eeuwenoude culturen aan zijn blootgesteld in de moderne tijd.
De voorzitter van de delegatie,
Paternotte
De griffiers van de delegatie,
Dekker
Westerhoff